W. de Meijier

Zaanse predikant die zeventien jaar liberaal Tweede Kamerlid was. Afgevaardigde voor het district Haarlem, waartoe ook de Zaanstreek behoorde. Eén van de aanhangers van Kappeyne van de Coppello¹, maar in 1894 tegenstander van het kiesrechtvoorstel van minister Tak van Poortvliet². Het door hem als compromis bedoelde (en aangenomen) amendement om het begrip 'woning' in de Kieswet nader te omschrijven, leidde tot intrekking van het wetsvoorstel. Hij werd bij de daarop volgende verkiezingen verslagen door de radicale liberaal De Boer³.

liberaal, Kappeynianen, Liberale Unie
functie(s) in de periode 1877-1894: lid Tweede Kamer

• - 

  liberaal
• - 

  Kappeyniaan, van 1879 tot 1884
• - 

  anti-Takkiaan, 1894

• - 

  kandidaat-predikant, Nederlandse Hervormde Kerk te Arnhem, van 1861 tot 1862
• - 

  predikant Nederlandse Hervormde Kerk te Arkel, van 26 januari 1862 tot 1 oktober 1869 (beroepen in oktober 1861)
• - 

  predikant Nederlandse Hervormde Kerk te Wormerveer, van oktober 1869 tot december 1877 (beroepen in april 1869)
• - 

  lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 10 december 1877 tot 11 oktober 1884 (voor het kiesdistrict Haarlem)
• - 

  lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 17 november 1884 tot 18 mei 1886 (voor het kiesdistrict Haarlem)
• - 

  lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 14 juli 1886 tot 17 augustus 1887 (voor het kiesdistrict Haarlem)
• - 

  lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 19 september 1887 tot 27 maart 1888 (voor het kiesdistrict Haarlem)
• - 

  lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 1 mei 1888 tot 20 maart 1894 (voor het kiesdistrict Zaandam)

• - 

  voorzitter Commissie van Rapporteurs voor hoofdstuk VIIb (Financiën) 1891 (Tweede Kamer der Staten-Generaal)
• - 

  lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van november 1892 tot april 1893

In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.

• - 

  Sprak in de Tweede Kamer veelal over zaken betreffende het onderwijs, financiën (belastingen) en volksgezondheid
• - 

  Stemde in 1887 vóór een (verworpen) amendement-Heldt om de Staten-Generaal te laten beslissen over oorlogsverklaring
• - 

  Diende in 1894 een amendement in met betrekking tot het kiesrecht. In dit amendement werd het begrip "woning", op grond waarvan moest blijken dat een kiezer in eenzelfde woning had gewoond (en dus niet bedelaar was geweest) nader omschreven. Na aanneming van het amendement trok Tak van Poortvliet zijn wetsvoorstel in.

• - 

  Familie heette oorspronkelijk (tot 1802) Meijer
• - 

  Zijn oudere broer Samuel was eveneens predikant

• - 

  Versloeg in 1883 A.H.M. van Berckel (r.k.)
• - 

  Versloeg in 1884 jhr. A.J. Rethaan Macaré (lib.) na herstemming
• - 

  Versloeg in 1888 in het district Zaandam Th. Heemskerk (arp)
• - 

  Versloeg in 1891 W. Bax (sdap) na herstemming
• - 

  Werd in 1894 verslagen door K. de Boer (rad.)

U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.

• - 

  Lavater jr., "Politieke Photografien van de aftredende leden der Tweede Kamer" (1879)
• - 

  Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, deel IV, 982
• - 

  F.L. van 't Hooft, "Meyier Willem de", in: Biografisch lexicon voor de geschiedenis van het Nederlands protestantisme, deel 1, 178
• - 

  Ned. Patriciaat, 1927

• - 

  biografie opgenomen in het Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek
• - 

  biografie opgenomen in Biografisch Lexicon voor de geschiedenis van het Nederlands Protestantisme

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

Uitgebreide biografieën van de huidige leden van de Eerste en Tweede Kamer zijn beschikbaar via parlement.com.

Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:

In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.

• 1. 

  Energieke, beminnelijke liberale politicus, die in Den Haag een vermaard advocaat was. Stond bekend om zijn rechtskennis, vaardigheid als gevat debater en werklust. Hoewel hij tot de jong-liberalen behoorde, werd hij in 1876 'leader' van de liberale Kamerclub. In 1877 vormde hij een kabinet, waarin hij minister van Binnenlandse Zaken werd. Bracht de door de confessionelen fel bestreden Wet op het lager onderwijs tot stand. Zijn kabinet viel uiteen door de tegenstelling tussen progressieve en gematigde liberalen. Was na 1879 een 'vergeten' staatsman al kwam hij in 1888 nog in de Eerste Kamer. Was toen echter veel conservatiever dan voorheen. Vrij onconventioneel, maar aangenaam gezelschap.
   
• 2. 

  Liberale Zeeuwse staatsman in de tweede helft van de negentiende eeuw. Begon als commies-griffier van de Tweede Kamer en was vanaf 1870 een actief Kamerlid, die onder andere de aanzet gaf tot twee enquêtes. Werd in het kabinet-Kappeyne van de Coppello minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid. Behoorde tot de vooruitstrevende liberalen en streefde in zijn tweede ministersperiode (van Binnenlandse Zaken) in het kabinet-Van Tienhoven naar kiesrechtuitbreiding. Ontbond in 1894 de Kamer vanwege het verzet tegen dat voorstel. De verkiezingen stonden geheel in het teken van zijn kiesrechtvoorstel. Was na zijn nederlaag een gebroken man, wiens rol was uitgespeeld. Hem werd wel eens gebrek aan tact en plooibaarheid verweten.
   
• 3. 

  Vooruitstrevend-liberaal Tweede en Eerste Kamerlid in de jaren rond 1900. In 1894 in het district Zaandam gekozen als vertegenwoordiger van de Radicale Bond, maar in 1901 niet toegetreden tot de VDB, maar overgestapt naar de Liberale Unie. Oorspronkelijk landbouwer en daarnaast burgemeester van Assendelft en Koog aan de Zaan. Na zijn terugtreden als Tweede Kamerlid nog twaalf jaar senator. Gemoedelijke afgevaardigde, die vooral actief was als landbouwdeskundige.