Toetreding Oekraïne tot de Europese Unie - Hoofdinhoud
Op 28 februari 2022, tijdens de Russische invasie van Oekraïne, heeft Oekraïne officieel het EU-lidmaatschap aangevraagd. De behandeling van dit verzoek werd sneller opgepakt dan gebruikelijk, omdat EU-leiders het belangrijk vonden Oekraïne te steunen in de strijd met Rusland. In juni 2022 volgde een positief advies van de Europese Commissie op dit verzoek en stemden ook de Europese lidstaten in met het vergeven van de kandidaat-lidstaat aan Oekraïne.
Voorlopig zal Oekraïne echter nog geen lid worden van de Europese Unie. Het bieden van een kandidaat-status in deze tijd van oorlog wordt voornamelijk gezien als een geopolitiek signaal. Zolang de oorlog in Oekraïne gaande is kan het land geen lid worden van de Europese Unie, want bij toetreding mag er geen dispuut zijn over het territorium van een land.
Daarnaast moeten landen voldoen aan de Criteria van Kopenhagen i om toe te kunnen treden, en er wordt niet verwacht dat Oekraïne binnenkort aan deze criteria zal voldoen. Zo zal de Oekraïense regering noodzakelijke hervormingen moeten doorvoeren om de rechtsstaat en de democratie te versterken en corruptie te bestrijden. Ook moeten nog veel Europese regels worden ingevoerd en is de Oekraïense economie nog niet klaar voor de Europese interne markt, al is Oekraïne de afgelopen jaren meer en meer met de EU verstrengeld geraakt.
Inhoudsopgave
Vanaf het begin van de jaren '90 van de twintigste eeuw streefde de EU naar betere samenwerking met voormalige Sovjetlanden. Na de officiële onafhankelijkheid van Oekraïne in 1991 besloot de EU om prioriteit te geven aan economische integratie en een verdieping van de politieke samenwerking. In 1994 kwam een partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst (PSO) tot stand; deze trad in 1998 in werking. De overeenkomst legde de juridische basis voor samenwerking op gebieden als politiek, handel en economie. Later is dit uitgebreid met zaken als energie, justitie en wetenschap.
De verstandhouding tussen de Europese Unie i en Oekraïne is sinds 2013 flink verbeterd. De pro-Europese opvolgers van de afgezette president Janoekovitsj haalden de banden met de Europese Unie aan. Dit resulteerde in de ondertekening van een associatieverdrag i, dat in september 2017 in werking is getreden. In dit verdrag hebben de EU en Oekraïne afspraken gemaakt over politieke en economische samenwerking. Vanaf juni 2017 geldt ook een visumliberalisering voor Oekraïense burgers. Tijdens de burgeroorlog in Oekraïne in 2014 scheidde de Krim zich af, waarna het onderdeel van Rusland werd. De Oekraïense regering en de Europese Unie erkenden deze afscheiding niet.
Bij de presidentsverkiezingen in maart 2019 werd Volodimir Zelenski president van Oekraïne. Ook bij de parlementsverkiezingen van juli 2019 haalde zijn partij een meerderheid. Zelenski gaf aan dat Oekraïne zich zal blijven inzetten voor een goede verhouding met de EU. De beloofde hervormingen voor meer toenadering tot de EU zijn in de afgelopen jaren echter nog niet van de grond gekomen.
Na een periode van grote militaire troepenopbouw aan de grens is Rusland op 23 februari 2022 Oekraïne binnengevallen. De Europese Unie heeft de invasie sterk veroordeeld en heeft erop gereageerd met diverse pakketten van financiële en economische sancties tegen Rusland en materiële en financiële steun voor Oekraïne. Enkele dagen na de invasie diende Oekraïne het verzoek tot kandidaat-lidmaatschap van de EU in.
Oostelijk Partnerschap
Als onderdeel van het Europees nabuurschapsbeleid i is in 2009 het Oostelijk Partnerschap opgericht, een samenwerkingsverband waar ook Oekraïne bij is aangesloten. Dit partnerschap heeft als voornaamste doel om de politieke en economische handelsrelaties met zes voormalige Sovjetrepublieken te verbeteren omdat zij van strategisch belang zijn voor de EU. Hierbij streeft de EU ernaar om deze landen te overtuigen van 'westerse waarden' zoals democratie, de aanwezigheid van een rechtstaat, het internationale rechtssysteem, respect voor mensenrechten en fundamentele vrijheden en duurzame ontwikkeling. Het Oostelijk Partnerschap is ook bedoeld om het controversiële onderwerp van toetreding tot de EU te vermijden.
Associatie-overeenkomst EU-Oekraïne
De Europese Unie en Oekraïne sloten in juni 2014 een associatieovereenkomst. Het verdrag zorgt voor verregaande politieke en economische samenwerking tussen de EU en Oekraïne. Het verdrag is op 1 september 2017 volledig in werking getreden.
In Nederland werd op 6 april 2016 een referendum gehouden over de associatie-overeenkomst tussen de EU en Oekraïne. Bij dit referendum bracht ruim 30 procent van de kiesgerechtigden een stem uit, hiervan stemde 61 procent tegen het associatieverdrag. Op 30 mei 2017 stemde, na de Tweede Kamer, ook een meerderheid van de Eerste Kamer in met ratificatie van het verdrag, nadat premier Rutte i toezeggingen had gekregen van andere EU-lidstaten om de zorgen van de Nederlandse kiezer te verminderen.
Visumliberalisering
De Raad heeft op 11 mei 2017 een verordening aangenomen inzake visumliberalisering voor Oekraïense burgers. Oekraïeners met een biometrisch paspoort mogen nu maximaal 90 dagen vrij reizen door de EU, met uitzondering van Ierland. Toen het Verenigd Koninkrijk nog lid was van de EU gold de uitzondering ook voor dit land. Deze versoepelingen van de visumregels gelden overigens alleen voor tijdelijk verblijf: werken in de EU is niet toegestaan. De visumliberalisering ging op 11 juni 2017 in.
Europese steun
Sinds de annexatie van de Krim in 2014 hebben de EU en de Europese financiële instituten verschillende subsidies en leningen aan Oekraïne verstrekt. Deze financiering moet Oekraïne helpen om zijn economie en bestuur te hervormen. Prioriteiten zijn de aanpak van corruptie en het hervormen van de rechterlijke en de bestuurlijke macht, de grondwet en het kiesstelsel. Daarnaast diende Oekraïne zijn bedrijfs- en investeringsklimaat en energie-efficiëntie te verbeteren. Behalve leningen heeft de EU ook geld verstrekt aan humanitaire hulp in Oost-Oekraïne.
Ook stuurde de Europese Unie op 1 december 2014 een adviesmissie naar Oekraïne om het land te adviseren op het gebied van politie en justitie. Het doel van de commissie was om de rechtsstaat in Oekraïne te versterken en corruptie terug te dringen. De missie is meermaals verlengd en loopt tot en met 31 mei 2024.
Kandidaat-lidmaatschap
Op 17 juni 2022 bracht de Europese Commissie i een positief advies uit aan de lidstaten om Oekraïne kandidaat-lid van de unie te maken. Wel moet Oekraïne nog aan een aantal voorwaarden voldoen voor het echte overleg kan beginnen dat op het lidmaatschap voorbereidt. Op de daaropvolgende bijeenkomst van de Europese Raad op 23 en 24 juni 2022 hebben de regeringsleiders en staatshoofden van de lidstaten besloten Oekraïne evenals Moldavië de status van kandidaat-lidmaatschap toe te kennen. De Commissie is verzocht de status van de voltooiing van de Kopenhagencriteria i verder te onderzoeken.
Voordat de daadwerkelijke toetredingsonderhandelingen kunnen beginnen moet de regering in Kiev nog aan een aantal voorwaarden voldoen op het gebied van rechtsstaat en corruptiebestrijding. In het adviesrapport benoemt de Commissie zeven punten waarop vooruitgang moet worden geboekt, waaronder de economie, rechtspraak, het hervormen van het juridische benoemingssystemen en de aanpak van corruptie, voor de gesprekken kunnen beginnen.
Het adviesrapport is een gebruikelijke, formele stap in het lange proces dat lid worden van de Europese Unie is. De snelheid waarmee het advies dit keer is opgesteld is echter ongekend. Niet eerder had een adviesrapport ook zo’n grote politieke lading en moesten lidstaten er zo snel over oordelen. Naar verwachting zal de Europese Commissie in mei 2023 een evaluatie presenteren van de vooruitgang die Oekraïne gemaakt heeft op het gebied van de toetredingsvoorwaarden.
Er wordt niet verwacht dat Oekraïne binnen korte termijn zou kunnen voldoen aan de Criteria van Kopenhagen. Het kandidaat-status in deze tijd van oorlog wordt voornamelijk gezien als een geopolitiek signaal. Zolang de oorlog in Oekraïne gaande is kan het land niet toe treden tot de Europese Unie, voor toetreding mag er geen dispuut zijn over het territorium van een land.
Tot de uitkomst van het advies van de Europese Commissie wilde de Nederlandse regering geen officieel standpunt innemen over het toekennen van het kandidaat-lidmaatschap aan Oekraïne. Premier Rutte had aanvankelijk wel enkele bezwaren tegen het kandidaat-lidmaatschap van Oekraïne. Een bezwaar dat Nederland aanvoerde was onder andere dat het oneerlijk zou zijn om ruim baan te maken voor Oekraïne tegenover westelijke Balkan kandidaat-landen die al jaren in de wachtkamer zitten. Ook zou Oekraïne nog te veel hervormingen moeten doorvoeren om in aanmerking te komen voor kandidaatlidmaatschap. Na het positieve advies van de Europese Commissie gaf het kabinet in juni 2022 aan dit advies van de Commissie te volgen en steunde daarmee het kandidaat-lidmaatschap van Oekraïne.