Brief regering; Reactie op de uitvoering van de motie Koerhuis over laten onderzoeken hoeveel ruimte er nog is in havengelden om vliegoverlast aan te pakken (31936-917) - Luchtvaartbeleid - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 961 toegevoegd aan dossier 31936 - Luchtvaartbeleid.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Luchtvaartbeleid; Brief regering; Reactie op de uitvoering van de motie van het lid Koerhuis over laten onderzoeken hoeveel ruimte er nog is in havengelden om vliegoverlast aan te pakken (Kamerstuk 31936-917) |
---|---|
Documentdatum | 13-06-2022 |
Publicatiedatum | 14-06-2022 |
Nummer | KST31936961 |
Kenmerk | 31936, nr. 961 |
Commissie(s) | Infrastructuur en Waterstaat (IW) |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2021
2022
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 13 juni 2022
Met deze brief wil ik u informeren over de uitvoering van de motie van het lid Koerhuis (Kamerstuk 31 936, nr. 917). In de motie wordt verzocht om de luchthavens Schiphol, Rotterdam-The Hague Airport, Eindhoven Airport, Maastricht Aachen Airport en Groningen Airport Eelde te vragen te onderzoeken welke ruimte er is om vliegoverlast aan te pakken via de havengelden. Ik heb de luchthavens verzocht invulling te geven aan de motie en mij hierover te informeren. Bijgevoegd treft u de reactie van de luchthavens naar aanleiding van dit verzoek met daarbij een overzicht van de tariefdifferentiatie per luchthaven.
Uit de brief en het overzicht blijkt dat op elk van de luchthavens met commercieel verkeer een differentiatie van tarieven plaatsvindt om de overlast te beperken. De Nederlandse Vereniging van Luchthavens geeft aan dat de differentiatie zoveel mogelijk wordt afgestemd op de lokale situatie en op het type verkeer op de luchthaven. Verder is het vaststellen van de luchthaventarieven aan regels gebonden. Zo vereist een wijziging in de tarieven overleg met gebruikers.
Luchthavengelden vormen een beperkt deel van de operationele kosten voor luchtvaartmaatschappijen. Om de overlast te verminderen zal daarom altijd een slimme combinatie nodig zijn van beleid, financiële prikkels en innovatie. Zo wordt in het kader van de Uitvoeringsagenda Luchtvaartnota bezien hoe beleidsmatig beter gestuurd kan worden op het reduceren van de hinder. Verder stimuleert het kabinet daarom ook innovatie, bijvoorbeeld door het beschikbaar stellen van middelen uit het Nationaal Groeifonds voor het voorstel Luchtvaart in Transitie.
Ik hoop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers
kst-31936-961 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2022
Tweede Kamer, vergaderjaar 2021-2022, 31 936, nr. 961