De vervuiler betaalt (nog) niet

Met dank overgenomen van Partij van de Arbeid (PvdA) i, gepubliceerd op donderdag 6 januari 2022.

Op 14 december publiceerde de Europese Commissie het Fit for 55 pakket. Allerlei nieuwe - en herzieningen van - wetgeving om de klimaatdoelstellingen te behalen. Een van de nieuwe voorstellen van de Commissie heet het ‘mechanisme voor koolstofgrenscorrectie’. Wat bedoelen we hiermee? Hoe draagt het bij tot het behalen van de klimaatdoelstellingen? En wat moet volgens mij beter?

Een verlaging van 55% in 2030 en klimaatneutraliteit in 2050, dat zijn de doelen die verankerd zijn in de Europese Klimaatwet. Om die doelstellingen te behalen riep de Europese Commissie een zogenaamd mechanisme voor koolstofcorrectie in het leven. In de wandelgangen verwijzen we naar CBAM, de afkorting van de Engelse term ‘Carbon Border Adjustment Mechanism’.

De vervuiler betaalt

Wat is dat mechanisme voor koolstofgrenscorrectie precies? Heel simpel gezegd, willen we er met dit mechanisme voor zorgen dat producenten die producten importeren, moeten betalen voor de uitstoot die de productie van die producten veroorzaakte.

Binnen de EU bestaat er een emissiehandelssysteem waarbij producenten die binnen de EU produceren, een prijs betalen per ton CO2 die ze uitstoten. Dit is in lijn met het principe dat de vervuiler betaalt. Helaas kan je tot op heden nog steeds producten importeren zonder dat er iemand betaalt voor de uitgestoten CO2. Dat is niet eerlijk.

Het vervuiler betaalt principe is vandaag ver zoek. Dat willen we nu omkeren door het CBAM mechanisme in te voeren.

Hierdoor bestaat er het risico dat bedrijven verhuizen en buiten de EU gaan produceren. Waar ze niet moeten betalen voor hun CO2-uitstoot. Dit verschijnsel noemen we ‘koolstoflekkage’. Om dit te voorkomen, kreeg de vervuilende Europese industrie jarenlang gratis uitstootrechten. Sommigen zelfs zoveel dat ze er winst mee maakten.

Het vervuiler betaalt principe is vandaag ver zoek. Dat willen we nu omkeren door het CBAM mechanisme in te voeren. Het risico op koolstoflekkage vervalt, want betalen moet je dan toch, of je nu binnen of buiten de EU produceert. De vrije uitstootrechten zullen ook uitgefaseerd worden.

Namens het Parlement ben ik rapporteur op dit zwaarwegende dossier. Dit betekent dat ik een eerste rapport mag schrijven over het voorstel van de Europese Commissie, en dus suggesties kan doen over hoe we het voorstel kunnen verbeteren.

De afgelopen maanden heb ik dan ook met allerlei mensen over dit thema gesproken. Wetenschappers, vertegenwoordigers uit de industrie, collega’s en non-profitorganisaties. Aan de hand van deze gesprekken, rapporten en analyses heb ik de volgende aanbevelingen voor de Europese Commissie.

Meer sectoren moeten worden opgenomen in dit mechanisme.

De Europese Commissie nam vijf sectoren op in hun voorstel: cement, staal, aluminium, elektriciteit en meststoffen. Deze vijf sectoren vallen onder het emissiehandelssysteem, maar er zijn nog andere sectoren die er onder vallen.

Het ultieme doel van CBAM is dat alle sectoren die onder het emissiehandelssysteem vallen ook onder CBAM zullen vallen. Daarom stel ik alvast voor om de chemische industrie toe te voegen. Denk aan de productie van plastic en waterstof. Deze sectoren zijn verantwoordelijk voor veel uitstoot en worden massaal geïmporteerd. Daarom horen ze vanaf het begin thuis in CBAM.

Klimaatambitie van het voorstel moet omhoog.

Er is geen tijd voor een trage opstart en getwijfel. Hoe sneller we de gratis uitstootrechten vervangen door CBAM, hoe beter. De Commissie stelt een periode van 10 jaar voor. Dit is te traag. Ik stel voor om alsnog een transitieperiode te behouden, zodat de industrie zich kan aanpassen, maar wel een snellere overgang. CBAM zou vanaf 2025 de vrije uitstootrechten progressief moeten verminderen. 90% behouden in 2025, 70% in 2026, 40% in 2027 en 0% in 2028.

De CO2-uitstoot die veroorzaakt werd door de energie (elektriciteit) die je gebruikte om het staal te smelten is een indirecte emissie. Die moet ook meetellen.

Daarnaast moet de Commissie ook indirecte emissies meenemen in het wetsvoorstel. Oorspronkelijk zat dit alleen in de opstartfase. Maar bij sommige producten zijn er bijna alleen maar indirecte emissies. Denk bijvoorbeeld aan staal. Wanneer je staal smelt, komt er CO2 vrij, dat zijn directe emissies. De CO2-uitstoot die veroorzaakt werd door de energie (elektriciteit) die je gebruikte om het staal te smelten is een indirecte emissie. Die moet ook meetellen.

Handelspartners motiveren om een prijs te zetten op CO2

CBAM is een mechanisme dat het klimaat ten goede moet komen. Naast het creëren van een gelijk speelveld voor de industrie moet het onze handelspartners motiveren om klimaatmaatregelen te nemen.

Want landen waar er - net als in de EU - moet worden betaald voor CO2-uitstoot, krijgen een vrijstelling. Dit zal landen dus motiveren om zelf een mechanisme op te zetten waar de industrie betaalt voor CO2-uitstoot. Wat uiteindelijk een positief effect zal hebben op de wereldwijde vermindering van de uitstoot van broeikasgassen, en de opwarming van de aarde.

Ontwikkelingslanden verdienen onze hulp

Ontwikkelingslanden zijn in mindere mate verantwoordelijk voor de opwarming van de aarde. CBAM kan daarom geen disproportioneel effect hebben op deze landen. Een automatische vrijstelling zou echter geen goed signaal zijn. We moeten ontwikkelingslanden veel actiever helpen om hun industrie te vergroenen. Daarvoor moet de EU de juiste financiële middelen voorzien.

We moeten ontwikkelingslanden veel actiever helpen om hun industrie te vergroenen.

In de eerste week van februari zal ik het rapport voorstellen in de milieucommissie, waarna alle politieke groepen hun amendementen kunnen indienen en de onderhandelingen kunnen beginnen. Deze onderhandelingen moeten leiden tot een gezamenlijke positie van het Europees Parlement waarna we met de lidstaten (de Raad van ministers) en de Commissie kunnen werken aan een definitieve tekst. Ik hou jullie op de hoogte.