Inbreukenpakket voor oktober: voornaamste beslissingen

Met dank overgenomen van Europese Commissie (EC) i, gepubliceerd op vrijdag 12 november 2021.

Overzicht per beleidsterrein

Het periodieke pakket inbreukbeslissingen betreft de gerechtelijke stappen van de Europese Commissie tegen lidstaten die hun verplichtingen uit hoofde van het EU-recht niet zijn nagekomen. De beslissingen betreffen diverse sectoren en beleidsterreinen van de EU en moeten ervoor zorgen dat het EU-recht correct wordt toegepast. Daar hebben zowel burgers als bedrijven baat bij.

De voornaamste beslissingen van de Commissie worden hieronder weergegeven, gegroepeerd per beleidsterrein. Ook sluit de Commissie 46 zaken waarin de problemen met de betrokken lidstaten zijn opgelost, zodat de Commissie de procedure niet hoeft voort te zetten.

Zie de vragen en antwoorden (Q&A) voor nadere informatie over de EU-inbreukprocedure. Zie het register van inbreukbeslissingen voor meer details over alle beslissingen.

  • 1. 
    Milieu en visserij

(Voor meer informatie: Vivian Loonela — Tel.: +32 229 66712, Daniela Stoycheva - Tel.: +32 229 53664)

Milieu

Aanmaningsbrieven

Afval: Commissie verzoekt BULGARIJE, KROATIË, GRIEKENLAND, ROEMENIË en SLOWAKIJE hun afvalverwerking te verbeteren

De Commissie verzoekt Bulgarije, Kroatië, Griekenland, Roemenië en Slowakije de richtlijn betreffende het storten van afvalstoffen (Richtlijn 1999/31/EG) en de kaderrichtlijn afvalstoffen (Richtlijn 2008/98/EG) correct toe te passen. In de richtlijn betreffende het storten van afvalstoffen zijn normen voor stortplaatsen vastgelegd, om negatieve gevolgen voor de menselijke gezondheid, water, bodem en lucht te voorkomen. Krachtens deze richtlijn moeten de lidstaten maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat alleen behandelde afvalstoffen worden gestort. In de Europese Green Deal en het actieplan om de vervuiling tot nul terug te brengen wordt de ambitie geformuleerd om alle vervuiling in de EU in het belang van de volksgezondheid, het milieu en de klimaatneutraliteit tot nul terug te brengen.

In zijn arrest van 15 oktober 2014 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie geoordeeld dat afval vóór het storten op de meest geschikte wijze moet worden behandeld om de negatieve gevolgen voor het milieu en de menselijke gezondheid zoveel mogelijk te beperken. Naar aanleiding van deze uitspraak heeft de Commissie in 2015 een studie uitgevoerd om het storten van onbehandeld ongevaarlijk vast stedelijk afval in de lidstaten te onderzoeken.

In Bulgarije bracht de studie tekortkomingen aan het licht op alle bezochte locaties. In 52 stortplaatsen wordt afval niet behandeld met een passende selectie van afvalstromen en stabilisatie van organisch afval. Ook het netwerk van installaties voor de behandeling van afval vóór het storten van gemengd stedelijk afval en bioafval is ontoereikend.

In Kroatië werden in de studie vijf stortplaatsen voor ongevaarlijke afvalstoffen in vijf verschillende provincies geanalyseerd. Uit de studie bleek dat alle bezochte locaties tekortkomingen vertonen en dat stedelijk afval zonder behandeling wordt gestort. De onderzochte stortplaatsen beschikken niet over de infrastructurele capaciteit, en dat geldt ook voor de provincies waar deze stortplaatsen zich bevinden.

Voor Griekenland wees de studie op een gebrek aan toereikende verwerkingsinstallaties in het land, onvoldoende gescheiden inzameling van glas, metalen en biologisch afbreekbaar afval, en op het feit dat organisch afval voor het merendeel wordt gestort zonder voorafgaande stabilisatie.

Voor Roemenië bleek uit de studie dat alle bezochte locaties tekortkomingen vertonen en dat het merendeel van het afval zonder behandeling wordt gestort. De onderzochte stortplaatsen beschikken niet over de infrastructurele capaciteit, en dat geldt ook voor de provincies waar deze stortplaatsen zich bevinden. Bovendien heeft de Commissie in het geval van Roemenië na een ander onderzoek vastgesteld dat stortplaatsen in Boekarest niet voldoen aan de vereisten van de EU-wetgeving, aangezien deze evenmin in het bezit zijn van een vergunning in overeenstemming met de kaderrichtlijn afvalstoffen en de richtlijn betreffende het storten van afvalstoffen.

In Slowakije werden op alle bezochte locaties tekortkomingen vastgesteld. Afval wordt gestort zonder passende behandeling op 111 Slowaakse stortplaatsen, aangezien er onvoldoende installaties zijn om de selectie van verschillende afvalfracties en de stabilisatie van organisch afval te waarborgen. Ook heeft Slowakije de verplichting tot voorbehandeling niet correct omgezet in zijn nationale wetgeving en is het netwerk van afvalverwerkingsinstallaties ontoereikend.

Daarom heeft de Commissie vandaag besloten de betrokken lidstaten een aanmaningsbrief te sturen, waarin zij twee maanden de tijd krijgen om te antwoorden en de door de Commissie geconstateerde tekortkomingen aan te pakken. Doen zij dat niet, dan kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies uit te brengen.

Met redenen omklede adviezen

Milieueffectbeoordeling: Commissie verzoekt PORTUGAL om verbeterde nationale regels inzake milieueffectbeoordeling van openbare en particuliere projecten

De Commissie verzoekt Portugal de tekortkomingen in de omzetting van de richtlijn betreffende de milieueffectbeoordeling (MEB) (Richtlijn 2011/92/EU) in nationaal recht te verhelpen. In de Europese Green Deal wordt benadrukt hoe belangrijk het is dat Europa op schema blijft om zijn milieudoelstellingen te verwezenlijken. De Portugese wet bepaalt dat in bepaalde gevallen het ontbreken van een besluit van de MEB-autoriteit betekent dat het project niet aan een milieueffectbeoordeling wordt onderworpen. De richtlijn voorziet echter in een specifieke procedure om ervoor te zorgen dat de bevoegde autoriteit haar besluit neemt in het licht van de beschikbare informatie en de screeningcriteria. Een stilzwijgende negatieve screeningbepaling druist derhalve in tegen de doelstelling van de MEB-richtlijn. Bovendien moet elke beslissing om geen onderzoek te verrichten openbaar gemaakt en gerechtvaardigd worden; een verplichting waaraan in dergelijke gevallen niet zou worden voldaan. Bovendien is de Portugese wetgeving niet in overeenstemming wat betreft de informatie die openbaar moet worden gemaakt of de noodzaak om overeenstemming te bereiken over een redelijke termijn voor de raadplegingsperiode in het geval van projecten met grensoverschrijdende gevolgen. Portugal heeft deze tekortkomingen niet aangepakt na de aanmaning van de Commissie. Daarom zendt de Commissie Portugal een met redenen omkleed advies toe waarin het twee maanden tijd krijgt om de situatie te verhelpen. Doet het land dat niet, dan kan de Commissie besluiten de zaak aanhangig te maken bij het Hof van Justitie van de Europese Unie.

Verwijzingen naar het Hof van Justitie

Drinkwater: Commissie besluit IERLAND voor het Hof van Justitie van de Europese Unie te dagen wegens onveilig drinkwater

De Europese Commissie heeft besloten Ierland voor het Hof van Justitie van de Europese Unie te dagen wegens niet-naleving van de vereisten van de drinkwaterrichtlijn (Richtlijn 98/83/EG). De richtlijn verplicht de lidstaten ervoor te zorgen dat voor menselijke consumptie bestemd water gezond en schoon is en geen potentieel gevaar voor de menselijke gezondheid kan vormen. De Commissie daagt Ierland voor het Hof van Justitie, aangezien in een aantal watervoorzieningszones in het hele land het niveau van de chemische stof trihalomethanen (THM's) in drinkwater sinds geruime tijd hoger is dan de parameterwaarde die is vastgesteld in de drinkwaterrichtlijn. De Commissie juicht weliswaar toe dat Ierland vooruitgang heeft geboekt bij het aanpakken van hoge THM-concentraties in het drinkwater, maar een aantal watervoorzieningszones voldoen momenteel - ruim drie jaar na de inleiding van de inbreukprocedure - nog steeds niet aan de vereisten van de drinkwaterrichtlijn. Daarom daagt de Commissie Ierland voor het Hof van Justitie van de Europese Unie. Zie het persbericht voor meer informatie.

Luchtkwaliteit: Commissie besluit PORTUGAL voor het Hof van Justitie van de Europese Unie te dagen wegens hoge concentraties stikstofdioxide

De Europese Commissie heeft besloten Portugal voor het Hof van Justitie van de Europese Unie te dagen in verband met de slechte luchtkwaliteit als gevolg van hoge concentraties stikstofdioxide (NO2). Wanneer de in de EU-wetgeving inzake luchtkwaliteit (Richtlijn 2008/50/EG) vastgestelde grenswaarden worden overschreden, moeten de lidstaten plannen met betrekking tot de luchtkwaliteit vaststellen en ervoor zorgen dat passende maatregelen worden genomen om de duur van de overschrijding zo kort mogelijk te houden. In de Europese Green Deal en het actieplan om de vervuiling tot nul terug te brengen ligt de nadruk op het belang van het terugdringen van de luchtverontreiniging, een van de voornaamste factoren met schadelijke effecten voor de menselijke gezondheid. Portugal heeft de jaarlijkse grenswaarde voor stikstofdioxide (NO2) in de luchtkwaliteitszones “Lisboa Norte”, “Porto Litoral” en “Entre Douro e Minho” overschreden en er zijn geen passende maatregelen genomen om de periode van overschrijding zo kort mogelijk te houden. De Commissie is derhalve van mening dat de inspanningen van de Portugese autoriteiten tot op heden onbevredigend en ontoereikend zijn geweest, en daagt Griekenland voor het Hof van Justitie van de Europese Unie. Zie het persbericht voor meer informatie.

Natuur: Commissie besluit BULGARIJE voor het Hof van Justitie van de Europese Unie te dagen wegens het niet beschermen en beheren van zijn Nature 2000-netwerksites

De Europese Commissie heeft besloten Bulgarije voor het Hof van Justitie van de Europese Unie te dagen omdat het zijn verplichtingen uit hoofde van de habitatrichtlijn (Richtlijn 92/43/EEG) niet is nagekomen. Binnen zes jaar na de opneming van hun gebieden van communautair belang moeten de lidstaten deze gebieden aanwijzen als speciale beschermingszones. Zowel in de Europese Green Deal als in de Europese biodiversiteitsstrategie voor 2030 wordt voor de EU het doel gesteld biodiversiteitsverlies een halt toe te roepen door onze natuurgebieden te beschermen en beschadigde ecosystemen in een goede ecologische toestand te herstellen. Bulgarije heeft binnen de gestelde termijn 194 van de 229 gebieden van communautair belang nog niet aangewezen als speciale beschermingszones, en heeft in het algemeen en bij voortduring verzuimd om voor elk daarvan locatiespecifieke gedetailleerde instandhoudingsdoelstellingen en -maatregelen vast te stellen. De Commissie is derhalve van mening dat de inspanningen van de Bulgaarse autoriteiten tot op heden onbevredigend en ontoereikend zijn geweest, en daagt Griekenland voor het Hof van Justitie van de Europese Unie. Zie het persbericht voor meer informatie.

Stortplaatsen: Commissie daagt ROEMENIË voor het Hof van Justitie van de Europese Unie wegens niet-nakoming van eerder arrest van het Hof

De Europese Commissie heeft besloten Roemenië opnieuw voor het Hof van Justitie van de Europese Unie te brengen omdat het land niet volledig heeft voldaan aan het arrest van het Hof van 18 oktober 2018, waarin werd vastgesteld dat Roemenië zijn verplichtingen uit hoofde van de EU-luchtkwaliteitswetgeving (Richtlijn 1999/31/EG) niet is nagekomen. Krachtens dit arrest was Roemenië verplicht om uiterlijk 16 juli 2009 alle stortplaatsen waarvoor geen exploitatievergunning was afgegeven, te sluiten en te saneren. Het Hof stelde vast dat Roemenië deze verplichting voor 68 stortplaatsen niet is nagekomen. De afvalstortrichtlijn heeft tot doel maatregelen, procedures en richtsnoeren vast te stellen om de negatieve gevolgen van het storten van afval voor het milieu te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken. In de Europese Green Deal en het actieplan om de vervuiling tot nul terug te brengen wordt de ambitie geformuleerd om alle vervuiling in de EU tot nul terug te brengen. Volledige toepassing van de in de EU-wetgeving vastgelegde normen is belangrijk om de menselijke gezondheid en het milieu doeltreffend te beschermen. Drie jaar na het arrest zijn 42 stortplaatsen nog steeds niet gesloten. Om aan het arrest van het Hof te voldoen, wordt van Roemenië verwacht dat het alle nodige maatregelen neemt om ervoor te zorgen dat deze stortplaatsen zo snel mogelijk gesloten, verzegeld en gesaneerd worden vanwege de gezondheids- en milieurisico's die zij met zich meebrengen. Dit is een tweede aanhangigmaking bij het Hof, die kan leiden tot sancties voor de tijd die na het eerste arrest is verstreken tot aan de uitvoering ervan. Zie het persbericht voor meer informatie.

Natuur: Commissie besluit MALTA voor het Hof van Justitie van de Europese Unie te dagen in verband met de vinkenvangst

De Europese Commissie heeft vandaag besloten Malta voor het Hof van Justitie van de Europese Unie te dagen omdat het zijn verplichtingen uit hoofde van de vogelrichtlijn (Richtlijn 2009/147/EEG) niet is nagekomen door een afwijkingsregeling onjuist toe te passen en de vinkenvangst voor onderzoeksdoeleinden toe te staan. De vogelrichtlijn vereist een algemeen stelsel van bescherming van in het wild levende vogels en staat afwijkingen voor de jacht en het vangen van vogels slechts onder strikte voorwaarden toe. Dit zijn essentiële vereisten voor de bescherming van de biodiversiteit in de EU. Zowel in de Europese Green Deal als in de EU-biodiversiteitsstrategie voor 2030 wordt aangegeven dat het voor de EU essentieel is haar biodiversiteitsverlies een halt toe te roepen door onze natuurgebieden te beschermen en beschadigde ecosystemen weer in een goede ecologische toestand te brengen. De vinkenvangst is reeds in het verleden het voorwerp geweest van een inbreukprocedure, wat heeft geleid tot een arrest van het Hof van Justitie in 2018 waarbij een soortgelijke afwijking illegaal werd verklaard. Vervolgens heeft Malta de desbetreffende afwijkingsregeling ingetrokken en zich ertoe verbonden deze niet opnieuw in te voeren. In 2020 heeft Malta echter opnieuw toestemming gegeven voor de vinkenvangst, ditmaal met een beroep op een andere uitzonderingsbepaling, namelijk voor onderzoeksdoeleinden. De Commissie is van mening dat, hoewel de verklaarde doelstelling “onderzoek” is, verschillende elementen erop wijzen dat de regeling - in de praktijk - het mogelijk maakt een groot aantal vogels te vangen zonder te worden gemeld, hetgeen in strijd is met de strikte voorwaarden voor afwijkingen die in de vogelrichtlijn zijn vastgesteld. De Commissie heeft Malta in december 2020 een aanmaningsbrief gestuurd, gevolgd door een met redenen omkleed advies in juni 2021. Hoewel Malta de belastende wetgeving begin oktober heeft ingetrokken, heeft het de bezwaren van de Commissie niet weggenomen: de vangstvergunningen voor het seizoen 2021 waren reeds afgegeven op basis van het ingetrokken kader van 2020, en er zijn snel nieuwe regels vastgesteld met slechts kleine wijzigingen ten opzichte van de vorige wettelijke regeling. Daarom acht de Commissie het antwoord van de Maltese autoriteiten op zowel de aanmaningsbrief als het met redenen omkleed advies onbevredigend en daagt zij Malta daarom voor het Hof van Justitie van de Europese Unie. Zie het persbericht voor meer informatie.

Visserij

Aanmaningsbrief

Visserij: Commissie stuurt aanmaningsbrieven aan BELGIË, IERLAND en NEDERLAND omdat zij hun verplichtingen inzake controle en handhaving van de aanlandingsverplichting niet zijn nagekomen

De Commissie heeft besloten een inbreukprocedure in te leden tegen België, Ierland en Nederland omdat zij hun verplichtingen inzake controle op en handhaving van de aanlandingsverplichting in het kader van de verordening inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) (Verordening (EU) nr. 1380/2013) en de visserijcontroleverordening (Verordening (EG) nr. 1224/2009). Deze verplichting is bij de laatste hervorming van het gemeenschappelijk visserijbeleid in 2013 ingevoerd om een einde te maken aan de verspillende en niet-duurzame praktijk van het in zee teruggooien van ongewenste vangsten. Voorts zijn er problemen in verband met de niet-naleving door Frankrijk en Spanje van de verplichtingen uit hoofde van de verordening inzake illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (IOO-verordening - Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad).https://eur-lex.europa.eu/legal-content/nlALL/?uri=CELEX:32008R1005

Frankrijk en Spanje hebben namelijk verzuimd te zorgen voor controle op en handhaving van de verplichting dat alle vangsten van soorten waarvoor vangstbeperkingen gelden, en, in de Middellandse Zee, van soorten waarvoor minimummaten gelden, aan boord van vissersvaartuigen worden gebracht en gehouden en vervolgens worden geregistreerd, aangeland en, in voorkomend geval, in mindering worden gebracht op het quotum. Doeltreffende controle en handhaving ten aanzien van visserijactiviteiten op zee en correcte registratie van vangsten en teruggegooide hoeveelheden zijn essentieel voor de uitvoering van de aanlandingsverplichting en voor de ondersteuning van de langetermijndoelstellingen inzake duurzaamheid van het gemeenschappelijk visserijbeleid. Zij zijn ook belangrijk om IOO-visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen. Daarom heeft de Commissie vandaag besloten de betrokken lidstaten een aanmaningsbrief te sturen, waarin zij twee maanden de tijd krijgen om op de argumenten van de Commissie te reageren. Doen zij dat niet, dan kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies uit te brengen.

Met redenen omkleed advies

Visserij: Commissie verzoekt MALTA de regels voor blauwvintonijn na te leven

De Commissie verzoekt Malta zijn verplichtingen uit hoofde van de controleverordening (Verordening (EG) nr. 1224/2009), de verordening inzake illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (IOO-verordening - Verordening (EG) nr. 1005/2008) en de verordening betreffende blauwvintonijn (Verordening (EU) 2016/1627). De Commissie is met name van mening dat Malta er niet is in geslaagd te zorgen voor de aanwezigheid van een doeltreffend monitoring-, controle- en inspectiesysteem voor blauwvintonijnkwekerijen. De Commissie is van oordeel dat Malta niet de nodige stappen heeft ondernomen om alle tekortkomingen aan te pakken die de Commissie tijdens verscheidene audit- en verificatiemissies heeft vastgesteld, waaronder het niet controleren van zendingen blauwvintonijn die Malta verlaten, vertraagde onderzoeken en het niet nemen van maatregelen tegen marktdeelnemers in geval van niet-naleving. De Commissie heeft daarom besloten Malta een met redenen omkleed advies te sturen, waarin het land twee maanden de tijd krijgt om op deze bezwaren te antwoorden; Doet het land dat niet, dan kan de Commissie besluiten de zaak aanhangig te maken bij het Hof van Justitie van de Europese Unie.

  • 2. 
    Interne markt, Industrie, Ondernemerschap en Midden- en Kleinbedrijf

(Voor meer informatie: Sonya Gospodinova — Tel.: +32 229 66953; Federica Miccoli — Tel.: +32 229 58300; Célia Dejond — Tel.: +32 229 88199)

Met redenen omklede adviezen en aanvullend met redenen omkleed advies

Vrij verkeer van diensten: Commissie verzoekt BELGIË, CYPRUS en IERLAND een goed functionerende eengemaakte markt voor beroepsbeoefenaren en diensten te waarborgen

De Commissie heeft vandaag besloten België, Cyprus en Ierland een met redenen omkleed advies te sturen omdat zij nog geen nationale maatregelen hebben aangenomen tot omzetting van Richtlijn 2018/0958 betreffende een evenredigheidsbeoordeling voorafgaand aan een nieuwe reglementering van beroepen. De uiterste datum voor omzetting van de richtlijn in nationaal recht was donderdag 30 juli 2020. Deze richtlijn heeft tot doel de eengemaakte markt voor diensten te versterken door de invoering van nieuwe discriminerende, ongerechtvaardigde of onevenredige beperkingen voor professionele diensten te voorkomen.

De Commissie richt zich ook tot Ierland met een aanvullend met redenen omkleed advies. In november 2019 heeft de Commissie Ierland een met redenen omkleed advies gestuurd omdat zijn nationale wetgeving en praktijk niet in overeenstemming waren met de EU-voorschriften inzake de erkenning van beroepskwalificaties (Richtlijn 2005/36/EG). Op basis van het antwoord van Ierland op het met redenen omkleed advies heeft de Commissie een nieuwe grief vastgesteld met betrekking tot de toepassing van Richtlijn 2005/36/EG voor de beroepen van installateurs van gas en elektriciens uit andere lidstaten.

Alle betrokken lidstaten hebben nu twee maanden de tijd om te reageren op de argumenten die de Commissie heeft aangevoerd. anders kan de Commissie besluiten de zaak aanhangig te maken bij het Hof van Justitie van de Europese Unie.

  • 3. 
    Migratie, Binnenlandse Zaken en Veiligheidsunie

(Voor meer informatie: Adalbert Jahnz — Tel.: + 32 229 53156; Laura Bérard — Tel.: + 32 229 55721; Ciara Bottomley — Tel.: +32 229 69971)

Aanmaningsbrieven

Terrorismebestrijding: Commissie dringt bij HONGARIJE, LETLAND, ROEMENIË, SLOVENIË, SLOWAKIJE en ZWEDEN aan op correcte omzetting van EU-voorschriften inzake terrorismebestrijding

De Commissie heeft vandaag besloten een inbreukprocedure in te leiden tegen Hongarije, Letland, Roemenië, Slovenië, Slowakije en Zweden wegens de onjuiste omzetting van bepaalde elementen van de EU-voorschriften inzake terrorismebestrijding (Richtlijn (EU) 2017/541). Deze voorschriften bevatten bepalingen die met terrorisme samenhangende misdrijven strafbaar stellen en bestraffen, zoals het reizen naar het buitenland om een terroristisch misdrijf te plegen, het terugkeren naar of reizen binnen de EU voor dergelijke activiteiten, het ontvangen van training voor terroristische doeleinden en het financieren van terrorisme. Tevens omvatten de voorschriften speciale bepalingen om ervoor te zorgen dat slachtoffers van terrorisme toegang hebben tot betrouwbare informatie en tot professionele en gespecialiseerde ondersteunende diensten, onmiddellijk na een aanslag en zolang dit nodig is. Zij vormen een belangrijk onderdeel van de EU-agenda inzake terrorismebestrijding. De lidstaten hadden uiterlijk tot 8 september 2018 de tijd om deze voorschriften in nationaal recht om te zetten. Hongarije, Letland, Roemenië, Slovenië, Slowakije en Zweden hebben nu twee maanden de tijd om te reageren op de argumenten van de Commissie. Anders kan de Commissie een met redenen omkleed advies sturen.

Met redenen omklede adviezen

Exclusieve externe bevoegdheid van de Unie: Commissie start inbreukprocedure tegen HONGARIJE wegens tegenstem tegen standpunt van de Unie in VN-Commissie Verdovende Middelen

De Commissie heeft vandaag besloten een inbreukprocedure in te leiden tegen Hongarije wegens het niet volgen van het standpunt van de Unie bij de stemming over de aanbevelingen van de Wereldgezondheidsorganisatie inzake cannabis en cannabisgerelateerde stoffen in de Commissie Verdovende Middelen van de Verenigde Naties in december 2020. Die aanbevelingen hebben betrekking op wijzigingen in de lijsten bij het VN-Verdrag inzake verdovende middelen en het VN-Verdrag inzake psychotrope stoffen, waarin de stoffen onder internationale controle zijn opgenomen. Besluiten over de internationale indeling van stoffen in de lijsten die onder die verdragen vallen, vallen onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie. Het in november 2020 door de Raad vastgestelde standpunt van de Unie is bindend voor de EU-lidstaten, die dienovereenkomstig moeten stemmen in de Commissie Verdovende Middelen, overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU. Hongarije heeft tijdens de stemming over de aanbevelingen van de WHO tweemaal tegen het standpunt van de Unie in gestemd. Cannabis blijft een drug die onder internationale controle staat. De aanbevelingen van de WHO hadden tot doel ervoor te zorgen dat cannabis en daarmee verband houdende stoffen onderworpen worden aan de meest relevante internationale controle, in overeenstemming met de huidige wetenschappelijke en medische kennis. De Commissie heeft de inbreukprocedure tegen Hongarije ingeleid met een aanmaningsbrief in februari 2021. Het antwoord van de Hongaarse autoriteiten op de aanmaningsbrief heeft de beoordeling van de Commissie niet gewijzigd. Hongarije heeft nu twee maanden de tijd om te reageren op de argumenten van de Commissie; Doet het land dat niet, dan kan de Commissie besluiten de zaak aanhangig te maken bij het Hof van Justitie van de Europese Unie.

Verwijzingen naar het Hof van Justitie

Migratie: Commissie besluit HONGARIJE voor het Hof van Justitie van de Europese Unie te dagen wegens niet-nakoming van eerder arrest van het Hof

De Commissie heeft besloten Hongarije voor het Hof van Justitie van de Europese Unie te dagen en het Hof te verzoeken de betaling van financiële sancties te gelasten wegens niet-naleving van een arrest van het Hof over de EU-regels inzake asiel en terugkeer. In zijn arrest van 17 december 2020 (zaak C-808/18, Commissie tegen Hongarije) heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie geoordeeld dat de Hongaarse wetgeving inzake de regels en praktijken in de transitzones aan de Servisch-Hongaarse grens in strijd was met het EU-recht. Het Hof heeft met name inbreuken vastgesteld op de richtlijn asielprocedures (Richtlijn 2013/32/EU) de richtlijn opvangvoorzieningen (Richtlijn 2013/33/EU) en de terugkeerrichtlijn (Richtlijn 2008/115/EG). Tot op heden heeft Hongarije verschillende aspecten van het arrest niet behandeld. Hongarije heeft met name niet de nodige maatregelen genomen om daadwerkelijke toegang tot de asielprocedure te waarborgen. Hongarije heeft de voorwaarden voor het recht om op het grondgebied te blijven in geval van een beroep in een asielprocedure niet verduidelijkt wanneer er geen sprake is van een “crisissituatie als gevolg van massale immigratie”. Omdat Hongarije het arrest van het Hof naast zich blijft neerleggen, heeft de Commissie het land op 9 juni 2021 een aanmaningsbrief aan het land gestuurd op grond van artikel 260, lid 2, VWEU. Vandaag verzoekt de Commissie het Hof financiële sancties op te leggen in de vorm van een forfaitaire som en een dagelijkse dwangsom. Een volledig persbericht is online beschikbaar.

  • 4. 
    Justitie

(Voor meer informatie: Christian Wigand — Tel.: +32 229 62253; Katarzyna Kolanko - tel. +32 229-63444) Jordis Ferroli — Tel. + 32 229 92729)

Aanmaningsbrieven

Rechten in strafprocedures: Commissie verzoekt ESTLAND, GRIEKENLAND, HONGARIJE, LITOUWEN, LUXEMBURG en PORTUGAL te zorgen voor correcte omzetting van de EU-regels inzake het recht op toegang tot een advocaat en het recht om te communiceren vanaf de aanhouding

De Commissie heeft besloten een inbreukprocedure tegen Estland, Griekenland, Hongarije, Litouwen, Luxemburg en Portugal in te leiden door een aanmaningsbrief te sturen wegens onjuiste omzetting van de EU-regels inzake toegang tot een advocaat en het recht om te communiceren vanaf de aanhouding (Richtlijn (EU) 2013/48). De richtlijn is een van de belangrijkste elementen in het rechtskader van de EU inzake gemeenschappelijke minimumnormen voor een eerlijk proces dat ervoor zorgt dat de rechten van verdachten en beklaagden voldoende worden beschermd. De Commissie is van mening dat bepaalde nationale omzettingsmaatregelen die door de vier lidstaten zijn meegedeeld, niet aan de vereisten van de richtlijn voldoen. Het betreft met name mogelijke afwijkingen van het recht op toegang tot een advocaat en van het recht om een derde op de hoogte te laten brengen van de vrijheidsbeneming. Er zijn ook problemen vastgesteld met betrekking tot de voorwaarden waaronder afstand kan worden gedaan van het recht op toegang tot een advocaat en met betrekking tot het recht op toegang tot een advocaat in de uitvaardigende lidstaat van een Europees aanhoudingsbevel. De zes lidstaten hebben nu twee maanden de tijd om te antwoorden en de nodige maatregelen te nemen om de door de Commissie vastgestelde tekortkomingen te verhelpen. Anders kan de Commissie besluiten de volgende stap in de inbreukprocedure te zetten door een met redenen omkleed advies te sturen. Meer informatie over de richtlijn is te vinden in de factsheet.https://ec.europa.eu/info/policies/justice-and-fundamental-rights/criminal-justice/rights-suspects-and-accused_nl

Met redenen omklede adviezen

Gegevensbescherming: Commissie stuurt BELGIË een met redenen omkleed advies wegens gebrek aan onafhankelijkheid van zijn gegevensbeschermingsautoriteit

De Commissie heeft besloten België een met redenen omkleed advies te sturen omdat het de volledige onafhankelijkheid van zijn gegevensbeschermingsautoriteit niet heeft gewaarborgd. De Commissie is van mening dat België artikel 52 van de algemene verordening gegevensbescherming (AVG) schendt, dat bepaald dat de toezichthoudende autoriteit voor gegevensbescherming haar taken en haar bevoegdheden onafhankelijk uitoefent. De onafhankelijkheid van de gegevensbeschermingsautoriteiten vereist dat hun leden vrij zijn van beïnvloeding of onverenigbaarheden van buitenaf. Sommige leden van de Belgische gegevensbeschermingsautoriteit kunnen momenteel echter niet als vrij van invloed van buitenaf worden beschouwd, omdat zij ofwel verslag uitbrengen aan een beheerscomité afhankelijk van de Belgische regering, hebben deelgenomen aan overheidsprojecten voor de opsporing van COVID-19-contacten, ofwel lid zijn van het Comité voor informatiebeveiliging. De Commissie heeft op 9 juni 2021 een aanmaningsbrief aan België gestuurd waarin het land twee maanden de tijd kreeg om corrigerende maatregelen te nemen. Het antwoord van België ging niet in op de in de aanmaningsbrief aan de orde gestelde kwesties en de betrokken leden zijn in hun functie gebleven. België heeft nu twee maanden de tijd om passende maatregelen te nemen; anders kan de Commissie de zaak voorleggen aan het Hof van Justitie van de EU. Online vindt u meer informatie over de EU-regels voor gegevensbescherming.https://ec.europa.eu/info/law/law-topic/data-protection_nl

  • 5. 
    Energie en klimaat

(Voor meer informatie: Tim McPhie - Tel.: +32 229 58602; Ana Crespo Parrondo — Tel.: +32 229 81325)

Met redenen omklede adviezen

Radioactief afval: Commissie verzoekt IERLAND om vaststelling van nationaal programma voor beheer van radioactief afval in overeenstemming met EU-voorschriften

De Commissie heeft vandaag besloten Ierland een met redenen omkleed advies te sturen omdat dit land een nationaal programma voor het beheer van radioactief afval heeft vastgesteld dat niet geheel in overeenstemming is met de richtlijn inzake het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval (Richtlijn 2011/70/Euratom van de Raad). Radioactief afval ontstaat bij de productie van elektriciteit in kerncentrales of bij niet aan elektriciteitsproductie gerelateerd gebruik van radioactieve stoffen voor medische, industriële, agrarische en onderzoeksdoeleinden. Dit betekent dat alle lidstaten radioactief afval produceren. De richtlijn stelt een communautair kader vast voor een verantwoord en veilig beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval om een hoog niveau van veiligheid te waarborgen en te voorkomen dat toekomstige generaties onnodige lasten worden opgelegd. De richtlijn vereist met name dat de lidstaten nationale programma's opstellen en uitvoeren voor het beheer van alle verbruikte splijtstof en radioactief afval die op hun grondgebied worden geproduceerd, van productie tot berging. Het doel is werknemers en de bevolking te beschermen tegen de gevaren van ioniserende straling. Het door Ierland meegedeelde nationale programma bleek niet aan bepaalde voorschriften van de richtlijn te voldoen. Ierland heeft nu twee maanden de tijd om de door de Commissie geconstateerde tekortkomingen aan te pakken. Als er geen bevredigend antwoord komt, kan de Commissie de zaak voorleggen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie.

  • 6. 
    Belastingen en douane-unie

(Meer informatie: Veerle Nuyts — Tel.: +32 229 96302, Francesca Dalboni - Tel.: +32 229 88170)

Aanmaningsbrieven

Belastingen: Commissie verzoekt DENEMARKEN, KROATIË en LITOUWEN uit te leggen hoe zij het btw-pakket e-commerce in nationaal recht hebben omgezet

De Commissie heeft besloten inbreukprocedures in te leiden tegen Denemarken, Kroatië en Litouwen wegens niet-mededeling van de toelichtende documenten betreffende de omzetting van nieuwe EU-brede btw-regels inzake elektronische handel (Richtlijnen (EU) 2017/2455 van de Raad in het geval van Denemarken en Litouwen, en (EU) 2019/1995 in het geval van Denemarken en Kroatië). De nieuwe regels zijn bedoeld om de btw te vereenvoudigen voor bedrijven en consumenten die betrokken zijn bij grensoverschrijdende onlineverkoop binnen de EU en om een eerlijker klimaat te creëren voor verkopers in de EU door de btw-vrijstelling voor laagwaardige invoer van buiten de Europese Unie te schrappen. Volgens jurisprudentie van het Hof van Justitie moeten de lidstaten op voldoende duidelijke en nauwkeurige wijze aangeven met welke nationale maatregelen zij verplichtingen uit hoofde van een EU-richtlijn hebben omgezet. Aangezien Denemarken, Kroatië en Litouwen geen duidelijke uitleg hebben verstrekt over de wijze waarop zij deze richtlijnen hebben omgezet, kan de Commissie niet controleren of deze lidstaten de desbetreffende bepalingen volledig en correct in nationaal recht hebben omgezet. Denemarken, Kroatië en Litouwen hebben nu twee maanden de tijd om actie te ondernemen. Doen zij dat niet, dan kan de Commissie besluiten met redenen omklede adviezen te sturen.

Belastingen: Commissie verzoekt SPANJE de aftrek van rechtstreeks daarmee verband houdende kosten toe te staan bij de berekening van bronbelasting op grensoverschrijdende royaltybetalingen

De Commissie heeft besloten een inbreukprocedure in te leiden tegen Spanje en het land te verzoeken zijn regeling inzake bronbelasting op door niet-ingezeten belastingplichtigen ontvangen royaltybetalingen in overeenstemming te brengen (artikel 56 VWEU). De Spaanse regeling bepaalt dat de bronbelasting wordt geheven over het brutobedrag van de inkomsten, zonder mogelijkheid om rechtstreeks daarmee verband houdende kosten af te trekken. Volgens jurisprudentie van het Hof van Justitie van het Hof van Justitie van de Europese Unie mag een lidstaat weliswaar een bronbelasting heffen op grensoverschrijdende royaltybetalingen, ook al heft hij geen bronbelasting op zuiver binnenlandse betalingen, maar moet hij de aftrek van rechtstreeks daarmee verband houdende kosten toestaan bij de vaststelling van de verschuldigde belasting. Spanje heeft nu twee maanden de tijd om op de argumenten van de Commissie te antwoorden; daarna kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies uit te brengen.

  • 7. 
    Mobiliteit en vervoer

(Voor meer informatie: Stefan de Keersmaecker — Tel.: +32 229 84680; Anna Wartberger — Tel.: +32 229 82054)

Aanmaningsbrieven

Luchtvervoer: Commissie verzoekt BELGIË EU-regels op gebied van vliegvergunningen naar behoren ten uitvoer te leggen

De Commissie heeft besloten een inbreukprocedure tegen België in te leiden met het verzoek de vereisten van Verordening (EU) 2018/1139 en Verordening (EU) 1178/2011 van de Commissie betreffende de instelling en het onderhoud van een beheersysteem op het gebied van de afgifte van vergunningen voor de bemanning van luchtvaartuigen juist toe te passen. Volgens deze verordeningen moet de bevoegde luchtvaartautoriteit over voldoende personeel beschikken om haar taken uit te voeren. Het personeel moet ook gekwalificeerd zijn om zijn toegewezen taken uit te voeren en over de nodige kennis, ervaring en opleiding beschikken. Het Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart heeft bij opeenvolgende inspecties in België van 2018 tot 2021 een ernstig tekort aan dergelijk personeel vastgesteld. De situatie heeft rechtstreeks gevolgen voor de veiligheid van het Belgische luchtvaartsysteem. België heeft nu twee maanden de tijd om op de bezwaren van de Commissie te reageren, anders kan de Commissie besluiten de Belgische autoriteiten een met redenen omkleed advies te sturen.

Vervoer per spoor: Commissie verzoekt BULGARIJE en DUITSLAND om correcte omzetting van EU-voorschriften voor marktopenstelling en infrastructuurbeheer

De Commissie heeft besloten tegen Bulgarije en Duitsland inbreukprocedures in te leiden in verband met de onjuiste omzetting van Richtlijn (EU) 2016/2370. Deze richtlijn wijzigt Richtlijn 2012/34/EU, met betrekking tot de openstelling van de markt voor het binnenlands passagiersvervoer per spoor en het beheer van de spoorweginfrastructuur. De richtlijn voorziet in een algemeen recht voor spoorwegondernemingen die in één lidstaat zijn gevestigd om overal in de EU alle soorten passagiersdiensten te exploiteren, en versterkt de voorschriften inzake de onpartijdigheid van infrastructuurbeheerders. Bulgarije en Duitsland hebben nu twee maanden de tijd om te reageren op de door de Commissie opgeworpen bezwaren. Anders kan de Commissie een met redenen omkleed advies sturen.

Wegvervoer: Commissie verzoekt FRANKRIJK de EU-voorschriften voor de interne markt na te leven

De Commissie heeft besloten een inbreukprocedure tegen Frankrijk in te leiden met betrekking tot zijn nationale wetgeving die dagelijkse en wekelijkse rusttijden in lichte bedrijfsvoertuigen verbiedt. De Commissie is van mening dat de Franse wetgeving waarbij een verbod wordt ingesteld op het doorbrengen van dagelijkse en wekelijkse rusttijden in lichte bedrijfsvoertuigen, d.w.z. voertuigen van meer dan 2,5 ton maar minder dan 3,5 ton, een inbreuk vormt op het EU-recht, met name Verordening (EG) nr. 1072/2009. De Commissie is van mening dat de Franse regeling het vrij verrichten van wegvervoersdiensten in Frankrijk op ongerechtvaardigde en onevenredige wijze beperkt en in strijd is met de doelstellingen van de interne markt. Frankrijk heeft nu twee maanden de tijd om op de bezwaren van de Commissie te reageren. Anders kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies te sturen.

  • 8. 
    Werkgelegenheid en sociale rechten

(Voor meer informatie: Veerle Nuyts — Tel.: +32 229 96302; Flora Matthaes — Tel.: +32 229 83951)

Aanmaningsbrieven

Coördinatie van de sociale zekerheid: Commissie verzoekt DUITSLAND de EU-voorschriften inzake coördinatie van sociale zekerheid en vrij verkeer van werknemers na te leven

De Commissie heeft besloten een inbreukprocedure tegen Duitsland in te leiden wegens niet-naleving van de EU-voorschriften inzake de coördinatie van de sociale zekerheid (Verordening (EG) nr. 883/2004) en vrij verkeer van werknemers (Verordening (EU) nr. 492/2011). De Duitse deelstaat Beieren heeft een nieuwe regeling ingevoerd voor gezinstoelagen voor inwoners van Beieren met jonge kinderen (tot 3 jaar). EU-burgers die in Beieren werken, hebben recht op deze uitkering onder dezelfde voorwaarden als Duitse onderdanen, ongeacht of hun kinderen samen met hen of in het buitenland in Beieren wonen. EU-onderdanen van wie de kinderen in een van de 15 lidstaten wonen waar de kosten van levensonderhoud lager zijn dan in Beieren, ontvangen echter slechts een lager bedrag van de uitkering. De Commissie maakt zich zorgen dat deze wetgeving in strijd is met het EU-recht, aangezien zij EU-burgers niet gelijk behandelt en dus discriminatie vormt. Bovendien is deze wetgeving in strijd met de EU-regels inzake het vrije verkeer van werknemers en de coördinatie van de sociale zekerheid, die woonplaatsvereisten verbieden. Duitsland heeft nu twee maanden de tijd om op de opmerkingen van de Commissie in te gaan. Anders kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies te sturen.

Arbeidsrecht: Commissie verzoekt PORTUGAL EU-wetgeving inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd om te zetten

De Commissie heeft besloten een inbreukprocedure tegen Portugal in te leiden wegens niet-naleving van het EU-recht inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd (raamovereenkomst in bijlage bij Richtlijn 1999/70/EG van de Raad). De Portugese wetgeving bevat minder gunstige arbeidsvoorwaarden voor leraren met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd op Portugese openbare scholen in vergelijking met leraren in vaste dienst, met name wat salaris en anciënniteit betreft. De Commissie maakt zich zorgen over het beginsel van non-discriminatie. Volgens de raamovereenkomst zijn verschillen in behandeling alleen toegestaan wanneer zij op objectieve gronden gerechtvaardigd zijn. Een dergelijke rechtvaardiging ontbreekt in het Portugese recht. Bovendien bevat het Portugese recht geen passende maatregelen ter voorkoming van mogelijke misbruiken die zouden kunnen voortvloeien uit het gebruik van opeenvolgende arbeidsovereenkomsten of arbeidsverhoudingen voor bepaalde tijd die op het grondgebied van de Azoren van toepassing zijn. Portugal heeft nu twee maanden de tijd om de door de Commissie geconstateerde tekortkomingen aan te pakken. Anders kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies te sturen.

Met redenen omklede adviezen

Vrij verkeer van werknemers: De Commissie verzoekt GRIEKENLAND het vereiste van Griekse nationaliteit om toegang te krijgen tot hoge posten in overheidsdienst te schrappen

De Commissie heeft besloten Griekenland een met redenen omkleed advies te sturen wegens niet-naleving van het EU-recht wat betreft de toegang tot hoge posten in overheidsdienst. De Griekse wet beperkt de toegang tot hoge functies in het Griekse openbaar bestuur en in een aantal overheidsinstanties tot Griekse staatsburgers. Het betreft de posten van directeur-generaal, directeur en afdelingshoofd. Deze wetgeving is in strijd met de EU-regels inzake het vrije verkeer van werknemers en het verbod op discriminatie op grond van nationaliteit tussen werknemers in de EU. Op grond van artikel 45 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) mag er geen sprake zijn van discriminatie op grond van nationaliteit tussen werknemers uit verschillende lidstaten. Voor de openbare dienst geldt een uitzondering die het Hof van Justitie van de Europese Unie restrictief heeft uitgelegd. Het Hof heeft bevestigd dat de lidstaten een ambt in hun overheidsdienst uitsluitend aan hun eigen onderdanen kunnen voorbehouden in gevallen waarin de functie een directe of indirecte deelname aan de uitoefening van openbaar gezag impliceert, en taken ter bescherming van de algemene belangen van de staat of van andere overheidsinstanties. Hierover moet per geval worden beslist op basis van de aard en de verantwoordelijkheden van de functie. Een algemene uitsluiting van EU-werknemers van overheidsfuncties op basis van hun hiërarchisch niveau is in strijd met het EU-recht. Griekenland heeft nu twee maanden de tijd om de maatregelen te nemen die nodig zijn om aan het met redenen omklede advies te voldoen. Doen zij dat niet, dan kan de Commissie besluiten de zaak aanhangig te maken bij het Hof van Justitie van de Europese Unie.

  • 9. 
    Financiële Stabiliteit, Financiële Diensten en Kapitaalmarktenunie

(Voor meer informatie: Veerle Nuyts — Tel.: +32 229 96302, Aikaterini Apostola - Tel.: +32 229 87624)

Aanmaningsbrieven

Bestrijding van witwassen van geld: Commissie roept TSJECHIË op omzetting van vijfde antiwitwasrichtlijn te wijzigen

De Commissie heeft besloten een inbreukprocedure tegen Tsjechië in te leiden omdat het de vijfde antiwitwasrichtlijn onjuist heeft omgezet. De uiterste datum voor omzetting van de richtlijn was 10 januari 2020 en Tsjechië had gedeeltelijke omzetting verklaard. De Commissie heeft de aangemelde nationale maatregelen beoordeeld en geconcludeerd dat er verschillende gevallen van onjuiste omzetting (non-conformiteit) van de richtlijn in nationaal recht zijn die van invloed zijn op onder meer een aantal fundamentele aspecten, zoals de definitie van uiteindelijk begunstigden en de goede werking van de registers van uiteindelijk begunstigden. Zonder de goede werking van openbaar toegankelijke registers van uiteindelijk begunstigden kan de persoon die daadwerkelijk eigenaar is van of zeggenschap heeft over een actief, gemakkelijk achter de schermen blijven door anonieme ondernemingen of trusts op te zetten in rechtsgebieden waar de registratie van de uiteindelijke begunstigde van de onderneming niet vereist is, of door nominees of proxy's in te huren om de documenten te ondertekenen. Deze praktijk zet de deur open voor corruptie, witwassen en andere illegale financiële praktijken. De EU-antiwitwasregels maken deel uit van de verbintenis die de Commissie is aangegaan om EU-burgers en het financiële stelsel van de EU te beschermen tegen witwassen en terrorismefinanciering. De schandalen van het witwassen van geld in de afgelopen jaren hebben eens te meer het belang onderstreept van een goede uitvoering en efficiënt toezicht. Lacunes in de wetgeving in een lidstaat hebben gevolgen voor de EU als geheel. Als Tsjechië binnen vier maanden geen bevredigend antwoord verstrekt, kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies uit te brengen.

Controle: Commissie dringt bij ITALIË aan op voltooiing van omzetting van auditregels

De Commissie heeft besloten een inbreukprocedure tegen Italië in te leiden wegens niet-mededeling van een aantal maatregelen tot omzetting van Richtlijn 2014/56/EU tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen (auditrichtlijn). De diensten van de Commissie hebben geconcludeerd dat de omzetting van verscheidene bepalingen van de auditrichtlijn nog steeds onvolledig lijkt. De omzetting lijkt onvolledig te zijn wat betreft fundamentele aspecten van de EU-auditwetgeving, zoals: I) de regels ter voorkoming van belangenconflicten van beoordelaars en tussen de deskundigen die specifieke opdrachten uitvoeren en de auditors, ii) de aanwijzing van slechts één bevoegde autoriteit die de eindverantwoordelijkheid draagt voor de toezichtstaken, en iii) de voorwaarden voor de registratie van auditors en auditorganisaties uit derde landen in Italië en voor de uitwisseling van controlewerkdocumenten wanneer de audit wordt uitgevoerd in het kader van samenwerking met bevoegde autoriteiten van derde landen. De volledigheid van de omzetting van de auditrichtlijn zou de toepassing van uniforme en verbeterde auditregels in alle lidstaten van de EU garanderen en bijdragen tot het herstel van het vertrouwen van beleggers in financiële informatie van ondernemingen. Als Italië binnen vier maanden geen bevredigend antwoord verstrekt, kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies uit te brengen.

Met redenen omklede adviezen

Betalingen Commissie verzoekt ZWEDEN richtlijn betalingsdiensten volledig om te zetten

De Commissie heeft besloten Zweden een met redenen omkleed advies te sturen wegens niet-volledige omzetting van Richtlijn 2015/2366 of de richtlijn betalingsdiensten (PSD2), die uiterlijk op 13 januari 2018 moest zijn omgezet. Het doel van PSD2 is ervoor te zorgen dat consumenten gemakkelijker en veiliger gebruik kunnen maken van internetbetalingsdiensten door de consumentenrechten te versterken en consumenten beter te beschermen tegen fraude, misbruik en betalingsproblemen. PSD2 bevordert ook innovatieve mobiele en internetbetalingsdiensten. Na beoordeling van de aangemelde maatregelen en van de toelichtingen van de Zweedse nationale autoriteiten hebben de diensten van de Commissie geconcludeerd dat de omzetting van verscheidene bepalingen van PSD2 nog steeds onvolledig lijkt. De volledige omzetting houdt onder meer in dat ervoor wordt gezorgd dat de bewijslast bij de betalingsdienstaanbieders ligt. Dit is een fundamenteel aspect van de consumentenbescherming in het rechtskader van PSD2. Zweden heeft nu twee maanden de tijd om PSD2 volledig om te zetten, anders kan de Commissie de zaak aanhangig maken bij het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU).

Bestrijding van witwassen van geld: Commissie verzoekt IERLAND omzetting van vijfde antiwitwasrichtlijn te voltooien

De Commissie heeft besloten een inbreukprocedure tegen Ierland in te leiden omdat het de vijfde antiwitwasrichtlijn onvolledig heeft omgezet. Niettegenstaande de uiterste datum voor omzetting van de vijfde antiwitwasrichtlijn 10 januari 2020 was, had Ierland op de datum van goedkeuring van het met redenen omkleed advies slechts gedeeltelijke omzetting van de richtlijn meegedeeld. De Commissie heeft de aangemelde nationale maatregelen beoordeeld en geconcludeerd dat Ierland de verplichting om volledig vast te stellen wie daadwerkelijk betaalrekeningen en bankrekeningen en kluizen aanhoudt of controleert, niet volledig had omgezet. Vertraagde toegang door FIE's en andere bevoegde autoriteiten tot informatie over de identiteit van houders van bank- en betaalrekeningen en kluizen, en met name anonieme bank- en betaalrekeningen en anonieme kluizen, belemmert de opsporing van terrorismegerelateerde overmakingen. De EU-antiwitwasregels maken deel uit van de verbintenis die de Commissie is aangegaan om EU-burgers en het financiële stelsel van de EU te beschermen tegen witwassen en terrorismefinanciering. Lacunes in de wetgeving in een lidstaat hebben gevolgen voor de EU als geheel. Als Cyprus niet binnen twee maanden met een bevredigend antwoord komt, kan de Commissie besluiten de zaak voor te leggen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie.https://curia.europa.eu/jcms/jcms/j_6/en/

  • 10. 
    Digitale economie

(Voor meer informatie: Johannes Bahrke — Tel.: +32 229 58615; Charles Manoury - Tel.: +32 229 13391)

Met redenen omklede adviezen

Digitaal: De Commissie roept vier lidstaten op de EU-wetgeving inzake digitalisering en media volledig na te leven

De Commissie heeft besloten met redenen omklede adviezen te sturen aan Roemenië en Frankrijk waarbij deze worden verzocht de omzetting van de richtlijn audiovisuele mediadiensten te voltooien, en aan België en Tsjechië om het Europees wetboek voor elektronische communicatie volledig om te zetten in hun nationale wetgeving. De richtlijn audiovisuele mediadiensten, die in 2018 is herzien, heeft tot doel te zorgen voor een eerlijke interne markt voor omroepdiensten die gelijke tred houdt met de technologische ontwikkelingen, wat leidt tot een veiliger, eerlijker en diverser audiovisueel landschap, met inbegrip van zowel traditionele televisieomroepen, videodiensten op aanvraag en videoplatforms. Het Europees wetboek voor elektronische communicatie moderniseert de EU-telecomregels om consumenten meer rechten en keuzemogelijkheden te bieden, evenals een betere kwaliteit van elektronische-communicatiediensten, waarbij aan exploitanten voorspelbaarheid van de regelgeving wordt gewaarborgd en investeringen in betere en snellere netwerken worden aangemoedigd. De twee richtlijnen beogen een regelgevingskader te creëren dat geschikt is voor het digitale tijdperk en moest in het laatste kwartaal van 2020 worden omgezet. De vandaag verstuurde met redenen omklede adviezen volgen op de aanmaningsbrieven die de Commissie in november 2020 aan 23 lidstaten heeft gezonden omdat zij de nodige maatregelen tot omzetting van de richtlijn audiovisuele mediadiensten niet hebben vastgesteld, en de aanmaningsbrieven die op 4 februari 2021 aan 24 lidstaten zijn gezonden omdat zij het Europees wetboek voor elektronische communicatie niet in hun wetgeving hebben opgenomen. Aangezien de autoriteiten nationale wetgeving hebben aangemeld die onvolledig is, hebben de betrokken lidstaten twee maanden de tijd om de situatie te verhelpen en de nationale omzettingsmaatregelen voor deze onderdelen van de EU-wetgeving vast te stellen en mee te delen. Anders kan de Commissie besluiten om hun zaak door te verwijzen naar het Hof van Justitie van de Europese Unie.