Brief regering; Rapportage Rijkswegennet T1 2021 - Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2021 - Hoofdinhoud

Deze brief is onder nr. 97 toegevoegd aan wetsvoorstel 35570 A - Vaststelling begroting Infrastructuurfonds 2021 i.

Officiële titel	Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2021; Brief regering; Rapportage Rijkswegennet T1 2021
Document­datum	20-08-2021
Publicatie­datum	01-09-2021
Nummer	KST35570A97
Kenmerk	35570 A, nr. 97
Commissie(s)	Infrastructuur en Waterstaat (IW)
Externe link	origineel bericht
Originele document in PDF

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2020-

2021

35 570 A

Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2021

Nr. 97

BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 20 augustus 2021

Bijgaand ontvangt u de eerste Rapportage Rijkswegennet van 2021¹. Deze rapportage bevat de cijfers van januari tot en met april 2021 over het gebruik van het Rijkswegennet, de filezwaarte, de filetop-10 en het reistijdverlies.

De rapportage geeft feitelijke informatie weer en doet geen uitspraken over de ontwikkeling van het verkeer in de toekomst. Het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) heeft in juni 2021 een raming op basis van CPB-scenario's gepubliceerd over de ontwikkeling van het wegverkeer tot en met 2026. De verwachting van het KiM is dat het verkeer na de coronacrisis weer zal groeien, met de inschatting dat in 2026 de verkeers-prestatie op het hoofdwegennet 8,1 procent hoger ligt dan voor de coronacrisis (2019).

Belangrijkste bevindingen in deze rapportage

De effecten van de coronamaatregelen op het verkeersbeeld zijn, net als in

2020, zichtbaar in de cijfers. Ten opzichte van eind 2020:

• • 

  is het aantal voertuigkilometers dat in een jaar tijd is afgelegd met 5,8 procent afgenomen tot 57,5 miljard voertuigkilometers.

• • 

  is de jaarfilezwaarte met 37,9 procent afgenomen naar 2,6 miljoenkilo-meterminuten. De belangrijkste file-oorzaak zijn incidentele files (ongevallen en pechgevallen), gevolgd door hoge intensiteit (reguliere spitsfiles). Voorheen waren de reguliere spitsfiles de grootste file-oorzaak.

• • 

  is het aantal uren dat alle weggebruikers gezamenlijk extra hebben moeten reizen, onder andere doordat ze in de file stonden, afgenomen

¹ Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

kst-35570-A-97 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2021

met 24,2 procent. Hiermee komt het reistijdverlies op 26,0 miljoen voertuigverliesuren op jaarbasis. Reistijdverlies treedt op wanneer de weggebruiker niet de referentiesnelheid van 100 kilometer per uur kan rijden. Dit betekent niet per se dat de weggebruiker in de file staat.

• • 

  is het aandeel files door werkzaamheden tussen mei 2020 en eind april 2021 gestegen tot 17,2 procent (aanleg en gepland onderhoud 10,0 procent, ongepland onderhoud 7,2 procent). Eind april 2020 bedroeg het aandeel files door werkzaamheden nog 4,2 procent (aanleg en gepland onderhoud 3,1 procent, ongepland onderhoud 1,1 procent). Deze stijging is een gevolg van de afname van het totaal aan files sinds de start van de coronapandemie, waardoor het aandeel files als gevolg van werkzaamheden is gestegen. Daarnaast is het aandeel files door ongeplande werkzaamheden gestegen in verband met vorstschades.

• • 

  staat de A20 bij Rotterdam tussen Crooswijk en het Terbregseplein opnieuw op de eerste plaats in de filetop-10. Dit traject staat sinds medio 2013 op de eerste plaats, met uitzondering van de laatste vier maanden van 2016.

• • 

  is het totale economische reistijdverlies op het hoofdwegennet over de afgelopen twaalf maanden gedaald met 36%. Er zijn drie nieuwe trajecten in de top-20 voor economische reistijdverliezen. Dit betreffen de A4 tussen Kethelplein en Benelux, de A12 tussen Waterberg en Oud Dijk en de A4 tussen Kethelplein en Prins Clausplein. Het traject A20 bij Rotterdam tussen de knooppunten Kleinpolderplein en het Terbregseplein heeft nog altijd de hoogste economische verlieskosten.

In de periode januari tot en met april 2021 zijn twee nieuwe wegdelen geopend. De eerste betreft de openstelling van de nieuwe aansluiting Lelystad Airport op de A6. Daarnaast is de nieuwe gemeentelijke Rotterdamsebaan in Den Haag opengesteld waarvoor een aansluiting op de afrit van de A13 is gemaakt.

Elke rapportage bevat specifieke thema's. In deze rapportage zijn dat, naast de gemeten effecten van de coronamaatregelen op het verkeersbeeld, de cijfers m.b.t. de gladheidsbestrijding en de vorstschade van afgelopen winter, en de ontwikkelingen die spelen op het gebied van Smart Mobility.

Specifiek thema: Gladheidsbestrijding en vorstschade

Het verkeer heeft afgelopen winterseizoen beperkt hinder ondervonden van het winterse weer. Met de inzet van 546 strooiwagens, 353 sneeuwschuivers en 3 ijsbestrijdingsmachines op basis van hitte is de gladheid afgelopen winter bestreden. De strooiwagens van Rijkswaterstaat zijn veel vaker uitgerukt dan vorig jaar. Met iets meer dan 135 miljoen kilo zout is er 1,5 keer meer gestrooid dan het tienjarig gemiddelde van 90 miljoen kilo per jaar. Er is als gevolg van sneeuwstorm Darcy in korte tijd ongeveer 74 miljoen kilo zout gestrooid. In totaal heeft Rijkswaterstaat 954 meldingen van vorstschade geregistreerd.

Specifiek thema: Smart Mobility

Smart Mobility wordt gedreven door technologische ontwikkelingen en biedt kansen om veiliger, sneller, comfortabeler en efficiënter te reizen.

Het Ministerie van lenW heeft ambities benoemd op een viertal thema's binnen Smart Mobility: data, infrastructuur, gebruiker & gedrag en vaar-en voertuigen. Door meer data te delen, op te halen en beschikbaar te stellen, streven we naar optimaal verkeersmanagement. Met toekomstbe-stendige infrastructuur richt het Ministerie van lenW zich op de nieuwe generatie vaar- en voertuigen met als inzet het stimuleren van veilig gebruik van rij-/vaartaakondersteuning en slim gebruik van informatiediensten door (vaar)weggebruikers.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

• C. 

  van Nieuwenhuizen Wijbenga

Tweede Kamer, vergaderjaar 2020-2021, 35 570 A, nr. 97 3