Vragen en antwoorden — Vierde verslag over de visumvrije regeling van de EU met de landen van de Westelijke Balkan en de landen van het Oostelijk Partnerschap

Met dank overgenomen van Europese Commissie (EC) i, gepubliceerd op woensdag 4 augustus 2021, 12:00.

Wat presenteert de Commissie vandaag precies?

De Commissie brengt vandaag verslag uit over de resultaten van haar monitoring van de visumvrije regeling van de EU met Albanië, Bosnië en Herzegovina, Montenegro, Noord-Macedonië, en Servië alsook met Georgië, Moldavië en Oekraïne. Het verslag van dit jaar bevat een meer gedetailleerde en systematische follow-up van de maatregelen die zijn genomen om gevolg te geven aan de aanbevelingen die de Commissie heeft gedaan in het derde verslag, dat in juli 2020 is gepubliceerd. Voor de landen die minder dan zeven jaar geleden visumvrijstelling hebben verkregen (Georgië, Moldavië en Oekraïne), bevat het verslag ook een meer gedetailleerde beoordeling van andere maatregelen die zijn genomen om de voortdurende naleving van de benchmarks te waarborgen.

Wat is de algemene beoordeling?

In het algemeen blijft het visumvrij verkeer economische, sociale en culturele voordelen opleveren voor de EU-lidstaten en de partnerlanden. De Commissie is van mening dat alle betrokken landen maatregelen hebben genomen om gevolg te geven aan de aanbevelingen in het vorige verslag en dat zij nog steeds voldoen aan de vereisten voor visumliberalisering. Alle acht landen moeten echter verdere maatregelen blijven nemen om verschillende kwesties in verband met de bestrijding van georganiseerde misdaad, financiële fraude en het witwassen van geld op te lossen en om corruptie op hoog niveau en irreguliere migratie aan te pakken. De betrokken landen moeten ook maatregelen nemen om burgerschapsregelingen voor investeerders daadwerkelijk af te bouwen of afzien van het systematisch toekennen van burgerschap in ruil voor investeringen.

Het is absoluut noodzakelijk dat het hervormingsproces dat tijdens de onderhandelingen over visumliberalisering is ondernomen, wordt voortgezet en dat de landen hun verwezenlijkingen niet terugdraaien.

Wat is een vereiste voor visumliberalisering (benchmark)?

Terwijl onderdanen van 61 landen over de hele wereld visumvrij naar de EU kunnen reizen, kan in sommige gevallen worden besloten tot visumvrije toegang na bilaterale onderhandelingen, de zogenaamde “visumliberaliseringsdialogen”. Deze zijn gebaseerd op de vooruitgang die de betrokken landen hebben geboekt bij de uitvoering van belangrijke hervormingen op gebieden als versterking van de rechtsstaat, bestrijding van georganiseerde misdaad en corruptie, migratiebeheer en verbetering van de bestuurlijke capaciteit op het gebied van grenscontrole en de beveiliging van documenten.

De visumliberaliseringsdialogen zijn met succes gevoerd tussen de EU en de acht landen waarop het verslag van vandaag betrekking heeft. Op basis hiervan heeft de EU voorzien in visumvrij reizen voor onderdanen van deze landen: voor Montenegro, Servië en Noord-Macedonië in december 2009, voor Albanië en Bosnië en Herzegovina eind 2010, voor Moldavië in april 2014, voor Georgië in maart 2017 en voor Oekraïne in juni 2017.

Deze dialogen waren gebaseerd op “routekaarten voor visumliberalisering” voor de landen van de Westelijke Balkan en op “actieplannen voor visumliberalisering” voor de landen van het Oostelijk Partnerschap.

Tijdens de visumliberaliseringsdialogen heeft de Commissie de uitvoering van de routekaarten en actieplannen nauwlettend gevolgd door middel van regelmatige voortgangsverslagen. Deze voortgangsverslagen werden vervolgens aan het Europees Parlement en de Raad toegezonden en zijn openbaar toegankelijk (zie hier voor de landen van de Westelijke Balkan en hier voor de landen van het Oostelijk Partnerschap).

Waarom worden in het verslag slechts acht landen beoordeeld van alle landen die visumvrije regelingen met de EU hebben?

Het verslag heeft alleen betrekking op landen die met succes een dialoog over visumliberalisering hebben afgerond: Albanië, Bosnië en Herzegovina, Montenegro, Noord-Macedonië, Servië, Georgië, Moldavië en Oekraïne.

Volgens de EU-regels moet de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad verslag uitbrengen over de voortdurende naleving van de vereisten voor visumliberalisering door niet-EU-landen die minder dan zeven jaar geleden met succes een dialoog over visumliberalisering hebben afgesloten. De landen van het Oostelijk Partnerschap zijn nog niet langer dan zeven jaar vrijgesteld van de visumplicht. Daarom moet de Commissie verslag uitbrengen over de voortdurende naleving van de benchmarks. Met betrekking tot visumvrije landen in de Westelijke Balkan, die sinds 2009-2010 visumvrij zijn, kijkt de Commissie in het verslag vooral naar het gevolg dat is gegeven aan de specifieke aanbevelingen die zij in het derde verslag van juli 2020 heeft gedaan, en beoordeelt zij de maatregelen die zijn genomen om er gehoor aan te geven. Een beoordeling van de aspecten die verband houden met de benchmarks voor visumliberalisering voor de Westelijke Balkan is opgenomen in het jaarlijkse uitbreidingspakket van de Europese Commissie.

Wat doet de Commissie om partnerlanden te helpen bij het aanpakken van georganiseerde misdaad en irreguliere migratie, waaronder in de context van het coronavirus?

De Commissie, de EU-agentschappen en de lidstaten intensiveren de operationele samenwerking met de in het verslag beoordeelde landen om zowel georganiseerde criminaliteit als irreguliere migratie aan te pakken.

De partnerlanden worden aangemoedigd actief deel te nemen aan alle relevante operationele actieplannen die in het kader van de EU-beleidscyclus/EMPACT worden uitgevoerd ter bestrijding van zware en georganiseerde criminaliteit. Het gezamenlijk actieplan van de EU en de Westelijke Balkan inzake terrorismebestrijding is een belangrijke routekaart en een blijk van onze versterkte samenwerking bij het aanpakken van de belangrijkste prioritaire acties op het gebied van veiligheid, met inbegrip van de preventie van alle vormen van radicalisering en gewelddadig extremisme, en de uitdagingen van terugkerende buitenlandse terroristische strijders en hun gezinnen.

De EU heeft met de landen van de Westelijke Balkan een aantal statusovereenkomsten inzake samenwerking op het gebied van grensbeheer ondertekend. De overeenkomsten stellen het Europees Grens- en kustwachtagentschap (Frontex) in staat missies en gezamenlijke operaties uit te voeren op het grondgebied van naburige niet-EU-landen. Een aantal overeenkomsten is met succes ten uitvoer gelegd en de resterende overeenkomsten zouden snel moeten worden voltooid.

De samenwerking tussen Frontex en partnerlanden vindt plaats door middel van werkafspraken op verschillende niveaus, en omvat samenwerking bij terugkeeroperaties en informatie-uitwisseling, het delen van beste praktijken en het uitvoeren van gezamenlijke risicoanalyses.

De Commissie verleent ook aanzienlijke financiële steun aan partnerlanden ter ondersteuning van capaciteitsopbouw en hervormingen op het gebied van rechtshandhaving. In het kader van een bredere reactie op het coronavirus geeft de Commissie de bijstand uit het instrument voor pretoetredingssteun en het Europees nabuurschapsinstrument voor de partners van respectievelijk de Westelijke Balkan en het Oostelijk Partnerschap een andere oriëntatie, voor onmiddellijke behoeften en voor het aanpakken van de sociaal-economische gevolgen. Sinds het begin van de pandemie hebben de partners van de Westelijke Balkan en het Oostelijk Partnerschap uiteenlopende maatregelen genomen en hun onderdanen gerepatrieerd, onder meer uit de EU en het Schengengebied.

Wat zijn de volgende stappen?

Het verslag beschrijft de maatregelen die de partnerlanden moeten nemen om de duurzaamheid van de hervormingen te waarborgen. Het nauwlettend toezicht wordt ook voorgezet in de vorm van een continu proces, onder meer via bijeenkomsten van hoge ambtenaren, alsook via regelmatige vergaderingen van het subcomité Justitie, vrijheid en veiligheid en dialogen tussen de EU en visumvrije landen - en voor landen van de Westelijke Balken, via de reguliere verslagen over de uitbreiding, met inbegrip van, in voorkomend geval, onderhandelingen over toetreding tot de EU.

Wat is het herziene visumopschortingsmechanisme?

Het visumopschortingsmechanisme werd voor het eerst ingevoerd als onderdeel van het visumbeleid van de EU in 2013. Het mechanisme biedt de mogelijkheid om de visumvrijstelling voor een niet-EU-land tijdelijk op te schorten, voor een korte periode, in geval van een aanzienlijke toename van de irreguliere migratie uit de partnerlanden.

Het Europees Parlement en de Raad hebben een herzien mechanisme goedgekeurd, dat in 2017 in werking is getreden. In het kader van het herziene mechanisme kan de Commissie het opschortingsmechanisme activeren, terwijl voorheen alleen de lidstaten dat konden doen. Daarnaast is in het herziene mechanisme een verplichting voor de Commissie ingevoerd om:

  • de voortdurende naleving te monitoren van de vereisten inzake visumliberalisering die werden gebruikt om aan een niet-EU-land visumvrij reizen toe te staan als gevolg van een succesvolle voltooiing van een visumliberaliseringsdialoog;
  • regelmatig verslag uit te brengen aan het Europees Parlement en de Raad, ten minste eenmaal per jaar, gedurende een periode van zeven jaar na de datum van inwerkingtreding van de visumliberalisering voor dat niet-EU-land.

De nieuwe maatregelen stellen de Europese Unie in staat sneller en flexibeler te reageren wanneer zij geconfronteerd wordt met een plotselinge toename van irreguliere migratie of interne veiligheidsrisico's met betrekking tot onderdanen van een bepaald niet-EU-land.

Wanneer kan het opschortingsmechanisme worden geactiveerd?

Het opschortingsmechanisme kan in de volgende omstandigheden worden geactiveerd:

  • een aanzienlijke toename (meer dan 50 %) van het aantal personen dat irregulier binnenkomt uit visumvrije landen, met inbegrip van personen van wie wordt vastgesteld dat zij irregulier verblijven, en personen aan wie de toegang aan de grens wordt geweigerd;
  • een aanzienlijke toename (meer dan 50 %) van het aantal asielaanvragen uit landen met een laag erkenningspercentage (ongeveer 3-4 %);
  • een afname van de samenwerking op het gebied van overname;
  • een verhoogd risico voor de veiligheid van de lidstaten.

De Commissie kan het mechanisme ook activeren indien niet langer wordt voldaan aan bepaalde vereisten met betrekking tot de naleving van de benchmarks voor visumliberalisering door niet-EU-landen die een dialoog over visumliberalisering hebben doorlopen.

Is het visumopschortingsmechanisme doeltreffend?

Het visumopschortingsmechanisme heeft nog nooit tot de opschorting van een visumvrijstelling geleid, maar het bestaan ervan heeft de aanzet gegeven voor belangrijke hervormingen in visumvrije niet-EU-landen op het gebied van migratiebeheer, veiligheid, de rechtsstaat en de mensenrechten.

In het verslag van vandaag over de doeltreffendheid van het visumopschortingsmechanisme en over de delegatie van bevoegdheden in het kader van dat mechanisme wordt geconcludeerd dat dit effect bijzonder relevant is geweest in de Westelijke Balkan en het Oostelijk Partnerschap, waar de vooruitgang met betrekking tot de benchmarks voor visumliberalisering en de opvolging van de aanbevelingen van de Commissie is doorgegaan na de succesvolle afronding van de dialogen over visumliberalisering en lang na de start van de visumvrijstelling.

Positieve resultaten zijn onder meer hervormingen en samenwerking op het gebied van migratie en veiligheid, zoals samenwerking bij terrorismebestrijding, strengere controles aan grensdoorlaatposten of de organisatie van bewustmakingscampagnes over de rechten en plichten van visumvrij reizen om misbruiken van de visumvrije regeling te voorkomen.

Deze vooruitgang kan weliswaar niet uitsluitend aan het visumopschortingsmechanisme worden toegeschreven, maar het mechanisme heeft voor extra stimulans gezorgd.

De mogelijkheid van een snelle tijdelijke en gedeeltelijke herinvoering van de visumplicht heeft mogelijk ook niet-EU-landen ervan weerhouden beleid te blijven voeren dat een negatief effect zou kunnen hebben op hun visumvrije regelingen met de EU. Dit resultaat is zichtbaar als het gaat om burgerschapsregelingen voor investeerders. Zo heeft Moldavië in 2020 zijn burgerschapsregeling voor investeerders beëindigd en heeft Montenegro besloten zijn regeling niet te verlengen na eind 2021.

Meer informatie

Persbericht: Visumliberalisering: Commissie laat zien dat landen Westelijke Balkan en Oostelijk Partnerschap nog steeds voldoen aan vereisten

Vierde verslag in het kader van het visumopschortingsmechanisme

Werkdocument van de diensten van de Commissie

Verslag over de doeltreffendheid van het visumopschortingsmechanisme en over de bevoegdheidsdelegatie in het kader van dat mechanisme