Achtergrond: toespraak buitenlands staatshoofd in Tweede Kamer

dinsdag 3 augustus 2021, 10:31
Churchill in Ridderzaal tijdens rede - 8 mei 1946

Dagblad Trouw meldde dat de Surinaamse president Chandrikapersad Santokhi tijdens zijn bezoek aan Nederland een toespraak zou houden in de Tweede Kamer. Dit bericht leek bij nader inzien niet volledig juist te zijn, aangezien het niet om een toespraak zou gaan maar een gesprek met leden van de Eerste en Tweede Kamer.

Toch is het interessant om dit eerste scenario in iets meer detail na te lopen, want hoe zit het eigenlijk met de mogelijkheid voor buitenlandse leiders om het Nederlandse parlement toe te spreken?

Verenigde vergadering

In zeer uitzonderlijke gevallen nodigen de beide Kamers van de Staten-Generaal i een buitenlands staatshoofd of regeringsleider uit om een toespraak te houden tijdens een Verenigde Vergadering i.

Deze eer is in het verleden verleend aan een zeer select gezelschap wereldleiders. Zo sprak Winston Churchill op 8 mei 1946 de Eerste en Tweede Kamer toe vanuit de Ridderzaal en mochten koning Hoessein van Jordanië (1997) en de Israëlische president Shimon Peres (2013) de leden van beide Kamers toe spreken in de vergaderzaal van de Eerste Kamer.

Verder kreeg de Franse president François Mitterrand in 1984 het woord tijdens een bijeenkomst - geen formele vergadering - van de vaste commissies van Buitenlandse Zaken uit beide Kamers in de plenaire vergaderzaal van de Tweede Kamer.

Herziening Reglement van Orde 2021

Sinds 1 april 2021 is het ook mogelijk voor buitenlandse staatshoofden en regeringsleiders om op uitnodiging van de Tweede Kamervoorzitter te spreken in de plenaire vergaderzaal van de Tweede Kamer.

Deze mogelijkheid is gecreëerd door de recente herziening van het Reglement van Orde i van de Tweede Kamer. Specifiek gaat het hier om artikel 13.4