Vragen en antwoorden over de richtsnoeren voor de toepassing van de regels voor kunststoffen voor eenmalig gebruik

Met dank overgenomen van Europese Commissie (EC) i, gepubliceerd op maandag 31 mei 2021.

Wat is de hoofddoelstelling van de richtlijn inzake kunststoffen voor eenmalig gebruik en van de richtsnoeren voor de toepassing ervan?

Richtlijn (EU) 2019/904 betreffende kunststoffen voor eenmalig gebruik is in juni 2019 aangenomen met als doel de effecten van bepaalde kunststofproducten op het milieu, met name het aquatische milieu, en op de menselijke gezondheid te voorkomen en te verminderen, en de overgang naar een circulaire economie met innovatieve en duurzame bedrijfsmodellen, producten en materialen te bevorderen. De richtlijn moet uiterlijk 3 juli 2021 in nationaal recht worden omgezet en toegepast worden.

De vandaag aangenomen richtsnoeren inzake kunststofvoorschriften voor eenmalig gebruik zullen een correcte en geharmoniseerde toepassing vergemakkelijken van de belangrijkste onderdelen van de richtlijn, met name wat betreft de definitie van kunststoffen en van kunststofproducten voor eenmalig gebruik die geheel of gedeeltelijk uit kunststoffen bestaan, en de verschillende voorwerpen die onder de richtlijn vallen.

Met deze richtlijn neemt de EU het voortouw in de wereldwijde strijd tegen zwerfvuil op zee. De richtlijn is een essentieel onderdeel van de kunststoffenstrategie van de Commissie en het actieplan voor een circulaire economie, aangezien zij de productie en het gebruik van duurzame alternatieven stimuleert, waardoor zwerfvuil op zee wordt voorkomen. Zij draagt ook bij aan het actieplan om de verontreiniging naar nul terug te brengen en pakt de bezorgdheid over meer duurzaamheid van de Europese burgers aan.

Waarom pakt de EU kunststofzwerfafval aan?

Meer dan 80 % van het zwerfvuil op zee bestaat uit kunststoffen. Kunststof stapelt zich op in zeeën en oceanen, en op stranden in de EU en de rest van de wereld. Kunststofresiduen zijn schadelijk voor het mariene leven en de biodiversiteit, en worden aangetroffen in mariene soorten zoals zeeschildpadden, zeehonden, walvissen en vogels, maar ook in vis en schaaldieren, en komen uiteindelijk in de menselijke voedselketen terecht.

Kunststoffen zijn handig, nuttig en waardevol, maar we moeten ze anders gaan gebruiken. Wanneer kunststoffen zwerfvuil worden, veroorzaken ze milieuschade en hebben ze negatieve gevolgen voor onze economie, zowel in termen van de economische waarde van het materiaal dat verloren gaat, als van de schoonmaakkosten en verliezen in de toerisme-, visserij- en scheepvaartsector. In het kader van de Europese Green Deal creëert de EU een circulaire economie waarin kunststoffen op duurzamere wijzen worden gebruikt, hergebruikt en gerecycled en geen afval of vervuiling veroorzaken.

Wat is de definitie van kunststof en kunststofproducten voor eenmalig gebruik in de richtlijn inzake kunststofproducten voor eenmalig gebruik?

In de richtlijn worden kunststoffen gedefinieerd als materialen die bestaan uit een polymeer waaraan eventueel additieven of andere stoffen zijn toegevoegd en die kunnen fungeren als een structureel hoofdbestanddeel van eindproducten, met uitzondering van natuurlijke polymeren die niet chemisch zijn gewijzigd. In de richtlijn worden verven, inkten en kleefstoffen hiervan uitgesloten. De richtsnoeren verduidelijken met name de termen “natuurlijke polymeer” en “chemische wijziging” om een consistente uitvoering in de hele EU te waarborgen.

Kunststofproducten voor eenmalig gebruik worden gedefinieerd als geheel of gedeeltelijk uit plastic vervaardigde producten die bestemd zijn om na eenmalig of kortstondig gebruik te worden weggegooid. Zij worden aangepakt met het oog op de verwezenlijking van de doelstellingen van milieubescherming en bevordering van de overgang naar een circulaire economie met innovatieve en duurzame bedrijfsmodellen, producten en materialen.

Geldt dit ook voor biologisch afbreekbaar plastic?

Biologisch afbreekbare/biogebaseerde kunststoffen worden in het kader van de SUP-richtlijn als kunststoffen beschouwd. Momenteel zijn er geen algemeen aanvaarde technische normen beschikbaar om te certificeren dat een specifiek kunststofproduct op korte termijn en zonder schade aan het milieu goed en biologisch afbreekbaar is in het mariene milieu.

Aangezien dit een snel evoluerend gebied is, zal de herziening van de richtlijn in 2027 een beoordeling omvatten van de wetenschappelijke en technische vooruitgang met betrekking tot criteria of een norm voor biologische afbreekbaarheid in het mariene milieu die van toepassing is op kunststofproducten voor eenmalig gebruik. In het kader van het nieuwe actieplan voor een circulaire economie is de Commissie van plan in 2022 een beleidskader te ontwikkelen voor het gebruik van biologisch afbreekbare of composteerbare kunststoffen, op basis van een beoordeling van de toepassingen die gunstig kunnen zijn voor het milieu, en van de criteria voor dergelijke toepassingen.

Worden producten op basis van papier met kunststofbekleding of -coating beschouwd als kunststofproducten voor eenmalig gebruik in de zin van de richtlijn?

De richtlijn bepaalt uitdrukkelijk dat het toepassingsgebied ervan betrekking heeft op producten voor eenmalig gebruik die geheel of gedeeltelijk uit kunststof zijn vervaardigd. Het meenemen van papieren producten voor eenmalig gebruik met kunststofbekleding of -coating is in overeenstemming met de belangrijkste doelstellingen van de richtlijn, namelijk het verminderen van kunststofzwerfvuil en het bevorderen van een meer circulaire economie waarin afvalpreventie van het allergrootste belang is. Wanneer dergelijke met plastic beklede en gecoate bekers, voedselverpakkingen of -borden zwerfvuil worden, kan het papier relatief snel oplossen, maar het kunststofgedeelte kan nog vele jaren in het milieu blijven en eventueel verder uiteenvallen in microplastics.

Als deze producten niet onder het toepassingsgebied van de richtlijn zouden vallen, zou dat de vermindering van zwerfvuil op zee en de bevordering van een meer circulaire economie aanzienlijk verzwakken, niet in de laatste plaats omdat het risico bestaat dat bekers die volledig van kunststof zijn gemaakt, eenvoudigweg worden vervangen door papierproducten met kunststofbekleding of -coating, zonder dat de desbetreffende verspillende consumptiepatronen worden gewijzigd.

Op welke kunststofproducten voor eenmalig gebruik zijn de nieuwe regels van toepassing?

Uiterlijk op 3 juli van dit jaar moeten de lidstaten maatregelen hebben genomen om ervoor te zorgen dat bepaalde kunststofproducten voor eenmalig gebruik niet langer in de EU in de handel kunnen worden gebracht. Het gaat hierbij om producten waarvoor al betaalbare alternatieven bestaan en in de handel zijn: wattenstaafjes, bestek, borden, rietjes, roerstaafjes, ballonstokjes, bekers en voedsel- en drankverpakkingen van geëxpandeerd polystyreen en alle producten van kunststoffen die onder invloed van zuurstof afbreekbaar zijn. Voor andere kunststofproducten voor eenmalig gebruik zoals vistuig en vochtige doekjes is besloten andere maatregelen te nemen, zoals het gebruik ervan te beperken, de consumptie ervan te verminderen en zwerfafval daarvan te voorkomen door etiketteringsvoorschriften, regelingen voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (het beginsel “de vervuiler betaalt”), bewustmakingscampagnes en voorschriften inzake productontwerp.

De lidstaten zijn ook verplicht ervoor te zorgen dat bepaalde kunststofproducten voor eenmalig gebruik of hun verpakking worden voorzien van een merkteken om consumenten te wijzen op de aanwezigheid van kunststoffen in het product, geschikte manieren voor de verwijdering na gebruik, en de noodzaak om zwerfvuil te voorkomen. Deze eis geldt voor maandverbanden, tampons en inbrenghulzen voor daarvoor, vochtige doekjes (d.w.z. voorbevochtigde doekjes voor persoonlijke verzorging en huishoudelijk gebruik), tabaksproducten met filters en filters die in de handel worden gebracht voor gebruik in combinatie met tabaksproducten, en bekers voor dranken.

Daarnaast moeten de lidstaten maatregelen nemen om zwerfvuil van voedselverpakkingen, drankverpakkingen, pakjes en wikkels, bekers voor dranken, lichte plastic draagtassen, vochtige doekjes, ballonnen, tabaksproducten met filters en filters die in de handel worden gebracht voor gebruik in combinatie met tabaksproducten, alsook vistuig te voorkomen en op te ruimen.

Hoe moeten de producten worden gemarkeerd?

Het merken van bepaalde kunststofproducten voor eenmalig gebruik moet voldoen aan de voorschriften van de uitvoeringsverordening van de Commissie van 17 december 2020 betreffende geharmoniseerde markeringsspecificaties op kunststofproducten voor eenmalig gebruik die zijn opgenomen in deel D van de bijlage bij Richtlijn (EU) 2019/904.

De gevectoriseerde pictogrammen zijn in de volgorde waarin zij voorkomen in de bijlagen I tot en met IV bij de uitvoeringsverordening, in alle officiële talen van de EU-lidstaten en het Iers hier te vinden.

Waarom heeft de richtlijn inzake kunststofproducten voor eenmalig gebruik specifiek betrekking op vistuig?

Vistuig en visserijtoebehoren leveren een aanzienlijke bijdrage aan het marine zwerfvuil; zij maken 27 % uit van het kunststofzwerfvuil dat op stranden wordt aangetroffen. De herziene richtlijn havenontvangstvoorzieningen ontmoedigt het dumpen van vistuig op zee door het afschaffen van financiële sancties voor het aan land brengen ervan. De richtlijn inzake kunststofproducten voor eenmalig gebruik zorgt ervoor dat deze producten naar behoren worden verwerkt als zij eenmaal op land zijn aangekomen.

In overeenstemming met het beginsel dat de vervuiler betaalt, legt de richtlijn inzake kunststofproducten voor eenmalig gebruik uitgebreide producentenverantwoordelijkheid op. Dit betekent dat de producenten van het vistuig verantwoordelijk zijn voor de inzameling en milieuvriendelijke verwijdering ervan, met inbegrip van gebroken en afgedankt vistuig, alsook voor verloren vistuig dat tijdens visserijactiviteiten uit zee wordt opgevist.

Vanaf 2022 zullen de lidstaten verplicht verslag moeten uitbrengen over kunststofhoudend vistuig dat in de handel is gebracht en over vistuig dat op zee is ingezameld.

Waarom moeten de lidstaten verslag uitbrengen over in de handel gebracht kunststofhoudend vistuig en over ingezameld vistuigafval?

De richtlijn inzake kunststofproducten voor eenmalig gebruik voorziet in een eenvoudige, uniforme en consistente wijze om verslag uit te brengen. De richtlijn zal het mogelijk maken de hoeveelheden in de handel gebracht vistuig te vergelijken met de hoeveelheden ingezameld vistuig. Zo zal de recyclingsector een duidelijk beeld krijgen van de mogelijkheden en zal de Commissie de input krijgen die zij nodig heeft om in de toekomst bindende EU-inzamelingsdoelstellingen vast te stellen.

Welke gevolgen heeft de COVID-crisis gehad op het gebruik van kunststofproducten voor eenmalig gebruik?

Bepaalde kunststofproducten voor eenmalig gebruik spelen een cruciale en praktische rol in de huidige pandemie, met name in de gezondheids-, voedings- en levensmiddelensector. Persoonlijke beschermingsmiddelen zoals mondmaskers of handschoenen voor eenmalig gebruik, die wegens de strijd tegen COVID meer worden gebruikt en meer zwerfvuil veroorzaken, vallen niet onder de richtlijn inzake kunststofproducten voor eenmalig gebruik. Dergelijke afvalstoffen vallen echter wel onder meer algemene bepalingen van de afvalwetgeving van de EU (Richtlijn 2008/98/EG betreffende afvalstoffen), die een goed afvalbeheer vereisen en zwerfafval verbieden.

Bij hun maatregelen tot omzetting en uitvoering van de richtlijn moeten de lidstaten voldoen aan de EU-levensmiddelenwetgeving om ervoor te zorgen dat de levensmiddelenhygiëne en de voedselveiligheid niet in het gedrang komen, en waar mogelijk het gebruik van duurzame alternatieven voor kunststoffen voor eenmalig gebruik aanmoedigen voor materialen die bestemd zijn om met levensmiddelen in contact te komen. Alternatieven voor eenmalig gebruik blijven echter ook onder de richtlijn inzake kunststofproducten voor eenmalig gebruik een optie, aangezien de betrokken kunststofproducten voor eenmalig gebruik (met name voedselverpakkingen) nog steeds in de handel mogen worden gebracht, hoewel de totale consumptie ervan moet worden verminderd. Dit is met name van belang in gevallen waarin de veiligheid en de hygiëne van producten voor meervoudig gebruik niet kunnen worden gegarandeerd.

Nadere informatie

Persbericht - IP/21/2710