Duidelijke verbetering van de luchtkwaliteit in Europa in de afgelopen tien jaar, minder sterfgevallen in verband met luchtverontreiniging

Met dank overgenomen van Europese Commissie (EC) i, gepubliceerd op maandag 23 november 2020.

Dankzij de betere luchtkwaliteit is het aantal vroegtijdige sterfgevallen in Europa de afgelopen tien jaar aanzienlijk verminderd. De meest recente officiële gegevens van het Europees Milieuagentschap i (EEA) laten echter zien dat bijna alle Europeanen nog steeds last hebben van luchtverontreiniging, wat tot ongeveer 400 000 vroegtijdige sterfgevallen op het hele continent leidt.

Uit het EEA rapport over de luchtkwaliteit in Europa (Air quality in Europe - 2020 report) blijkt dat zes lidstaten de grenswaarde van de Europese Unie i voor fijnstof (PM2,5) in 2018 hebben overschreden: Bulgarije, Italië, Kroatië, Polen, Roemenië en Tsjechië.

Slechts in vier landen in Europa - Estland, Finland, Ierland en IJsland - lagen de fijnstofconcentraties onder de strengere richtwaarden van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). In het EEA rapport wordt opgemerkt dat er nog steeds een kloof bestaat tussen de wettelijke grenswaarden voor de luchtkwaliteit in de EU en de richtsnoeren van de WHO, een probleem dat de Europese Commissie probeert te verhelpen met een herziening van de EU-normen in het kader van het actieplan om alle verontreiniging tot nul terug te brengen[1].

Deze nieuwe analyse is gebaseerd op de meest recente officiële luchtkwaliteitsgegevens die in 2018 door meer dan 4 000 meetstations in Europa gemeld zijn.

Blootstelling aan fijnstof veroorzaakte volgens deze analyse in 2018 rond de 417 000 vroegtijdige sterfgevallen in 41 Europese landen. Pakweg 379 000 van deze sterfgevallen deden zich voor in de EU-28, terwijl 54 000 en 19 000 vroegtijdige sterfgevallen aan stikstofdioxide (NO2) respectievelijk ozon op leefniveau (O3) werden toegeschreven (bij de drie cijfers gaat het om afzonderlijke ramingen en de aantallen mogen niet bij elkaar worden opgeteld om dubbeltelling te voorkomen).

Beleidsmaatregelen op EU-, nationaal en lokaal niveau en emissiereducties in belangrijke sectoren hebben de luchtkwaliteit in heel Europa verbeterd, zo blijkt uit het EEA rapport. Sinds 2000 is de uitstoot van door het verkeer veroorzaakte luchtverontreinigende stoffen, waaronder stikstofoxiden (NOx) aanzienlijk gedaald, ondanks de groeiende vraag naar mobiliteit en de daarmee gepaard gaande toename van de uitstoot van broeikasgassen in deze sector.

De uitstoot van verontreinigende stoffen door de energievoorziening is ook aanzienlijk verminderd, terwijl de vooruitgang in het verminderen van de door gebouwen en de landbouw veroorzaakte uitstoot traag verloopt.

Dankzij de betere luchtkwaliteit zijn er in 2018 vergeleken met 2009 rond de 60 000 minder mensen vroegtijdig gestorven als gevolg van verontreiniging door fijnstof. Voor stikstofdioxide is de vermindering nog groter, aangezien het aantal vroegtijdige sterfgevallen in de afgelopen tien jaar met ongeveer 54 % is gedaald. De uitvoering van het huidige milieu- en klimaatbeleid in heel Europa is een bepalende factor voor deze verbeteringen.

“Dat de luchtkwaliteit verbetert dankzij het ingevoerde milieu- en klimaatbeleid is natuurlijk goed nieuws. Maar we mogen de keerzijde niet uit het oog verliezen: het aantal vroegtijdige sterfgevallen als gevolg van luchtverontreiniging is nog steeds veel te groot. Met de Europese Green Deal hebben we ons tot doel gesteld alle verontreiniging tot nul terug te dringen.

Als we hierin willen slagen en de gezondheid van mens en milieu volledig willen beschermen, moeten we de luchtverontreiniging verder verminderen en onze luchtkwaliteitsnormen beter afstemmen op de aanbevelingen van de Wereldgezondheidsorganisatie. We zullen hieraan aandacht besteden in ons komende actieplan”, verklaarde Virginijus Sinkevičius i, commissaris voor Milieu, Oceanen en Visserij

“De EEA-gegevens bewijzen dat investeren in een betere luchtkwaliteit een investering in een betere gezondheid en productiviteit voor alle Europeanen inhoudt. Richtsnoeren en maatregelen die stroken met de ambitie van Europa om alle verontreiniging tot nul terug te dringen, leiden tot een langer en gezonder leven en veerkrachtiger samenlevingen,” aldus Hans Bruyninckx, de uitvoerend directeur van het EEA.

De Europese Commissie heeft onlangs een routekaart gepubliceerd voor het EU-actieplan met de ambitie om alle verontreiniging tot nul terug te brengen, dat deel uitmaakt van de Europese “Green Deal”.

Luchtkwaliteit en COVID-19

Het EEA-verslag bevat ook een overzicht van de verbanden tussen de COVID-19-pandemie en de luchtkwaliteit. Een meer gedetailleerde analyse van de voorlopige EEA-gegevens voor 2020, gestaafd door de modellering van de atmosferische monitoringdienst van Copernicus (CAMS), bevestigt eerdere analyses, waaruit blijkt dat de uitstoot van bepaalde luchtverontreinigende stoffen in veel Europese landen tijdens de lockdownmaatregelen in het voorjaar van 2020 met tot wel 60 % is afgenomen. Het EEA beschikt nog niet over ramingen van de mogelijke positieve gezondheidseffecten van de schonere lucht in 2020.

In het verslag wordt eveneens opgemerkt dat de blootstelling aan luchtverontreinigende stoffen op lange termijn hart- en vaatziekten en ademhalingsziekten veroorzaakt, die beide zijn geïdentificeerd als risicofactoren voor overlijden bij COVID-19 patiënten. Het oorzakelijk verband tussen luchtverontreiniging en de ernst van de COVID-19 infecties is echter onduidelijk en daarvoor is verder epidemiologisch onderzoek nodig.

Achtergrond

De EEA-briefing over de beoordeling van de risico's van luchtverontreiniging voor de gezondheid (EEA's health risk assessments of air pollution) biedt een overzicht van de manier waarop het EEA zijn ramingen van de gezondheidseffecten van een slechte luchtkwaliteit berekent.

De gezondheidseffecten van blootstelling aan luchtverontreiniging lopen uiteen van longontsteking tot vroegtijdige sterfte. De Wereldgezondheidsorganisatie evalueert het toenemende wetenschappelijke bewijs waaruit een verband blijkt tussen luchtverontreiniging en verschillende gezondheidseffecten, om nieuwe richtsnoeren voor te stellen.

Bij de beoordeling van de gezondheidsrisico's heeft het EEA mortaliteit als gekwantificeerd gezondheidsresultaat gekozen, aangezien het wetenschappelijk bewijs hiervoor het sterkst is. De mortaliteit als gevolg van langdurige blootstelling aan luchtverontreiniging wordt bepaald aan de hand van twee verschillende meetmethoden: “vroegtijdige sterfgevallen” en “verloren levensjaren”. Deze ramingen geven een maatstaf voor het algemene effect van luchtverontreiniging op een bepaalde bevolkingsgroep; de aantallen kunnen bijvoorbeeld niet worden toebedeeld aan individuele personen die in een bepaald geografisch gebied wonen.

De gezondheidseffecten worden voor de drie verontreinigende stoffen (PM2,5, NO2 en O3) afzonderlijk geraamd. Deze aantallen kunnen niet bij elkaar worden opgeteld om de totale gezondheidseffecten te bepalen, aangezien dit zou kunnen leiden tot dubbeltelling van mensen die worden blootgesteld aan hoge concentraties van meer dan één verontreinigende stof.

[1] Zero Pollution Action Plan