Eén opvatting over Nederland

Met dank overgenomen van E.M. (Esther-Mirjam) Sent i, gepubliceerd op dinsdag 17 november 2020.

Zet twee economen bij elkaar en je hebt twee opvattingen. Behalve, zei Winston Churchill ooit, als een van die economen John Maynard Keynes is. Dan heb je met twee economen drie opvattingen.

Toch wist juist John Maynard Keynes de toenmalige minister van Financiën, Winston Churchill, ervan te overtuigen de gouden standaard te verlaten. En diezelfde Winston Churchill stond vervolgens zelf, in onze Ridderzaal, aan de wieg van de Raad van Europa, met als doel de democratie en mensenrechten te bevorderen. Uit die Raad van Europa had op den duur ook een soort Europese Unie kunnen voortkomen, ware het niet dat werd gekozen voor de economische route.

Zet twee economen bij elkaar en je hebt twee opvattingen. Desalniettemin blijkt uit een recent gehouden enquête onder 364 economen grote eensgezindheid over een aantal punten. Het overgrote deel van de Nederlandse economen vindt dat er na het tweede steunpakket een additionele begrotingsstimulans moet komen. En dan heb ik het over een meerderheid van 92 procent, een percentage waar Churchill alleen maar van kon dromen, die net als wij van mening zijn dat er maatregelen moeten komen gericht op werkgelegenheid.

Ook duurzaamheid en sociale gelijkheid worden door de economen geprioriteerd. Daarin vinden zij John Maynard Keynes aan hun zijde. Hij was een voorstander van gerichte overheidsinvesteringen in met name de economische infrastructuur. Daar komt bij dat Keynes erop aandrong de economie in tijden van hoogconjunctuur af te koelen middels belastingverhogingen. In lijn met het betoog van Keynes voor gerichte overheidsinvesteringen in economische infrastructuur stelt de regering een nationaal groeifonds voor. Tijdens het debat in de Tweede Kamer zijn veel vragen gesteld over de keuze voor projecten, de criteria en de methode van verantwoording daarvoor. Net als mijn collega in de Tweede Kamer, Henk Nijboer, en net als de economen die pleiten voor duurzaamheid en sociale gelijkheid, pleiten wij daarom niet voor een nationaal groeifonds, maar voor een nationaal breedwelvaartsfonds.

“Brede welvaart gaat namelijk over meer dan alleen ons inkomen, economie of groei.”

Brede welvaart gaat namelijk over meer dan alleen ons inkomen, economie of groei. Welvaart gaat ook over leefbaarheid en veiligheid, kwaliteit van de leefomgeving, sociale samenhang en voorzieningenniveau, onderwijs en arbeidsmarkt, klimaat en energie, natuur en landbouw, bereikbaarheid en woningmarkt. Al bij de introductie van bruto binnenlands product tachtig jaar geleden waarschuwde de uitvinder, Simon Kuznets, dat miljoenen mensen samenvatten in één cijfer geen exacte wetenschap kán zijn. De focus van het investeringsbeleid moet daarom verlegd wordt. Voor ons is groei een middel en brede welvaart het doel. Een extra procent economische groei is mooi, maar mensen verlangen vooral naar zekerheid. Iedereen moet zeker kunnen zijn van een baan, een betaalbaar huis en goede zorg.

Voor die brede welvaart spreekt de Studiegroep Begrotingsruimte haar zorgen uit over de collectieve uitgaven aan onderwijs. Investeren in onderwijs is nu belangrijk, want door de coronacrisis missen we kansen in het onderwijs en wordt de ongelijkheid groter. Te veel kinderen hebben tijdens de coronacrisis thuis niet het onderwijs kunnen krijgen dat zij nodig hebben en smachten naar een ‘persoonlijk groeifonds’ om die achterstanden weer in te lopen. Te veel jongeren worden hard geraakt door een stapeling van problemen: weinig buffers, onderwijsachterstanden, onzeker werk, duur wonen en schulden. Tegelijkertijd dient zich een alles overstijgend probleem aan: de klimaatcrisis. Nu is dan ook, meer dan ooit, het moment om te zorgen dat we onze jongeren perspectief bieden. Niet alleen door te investeren in onderwijs, wonen en werk, maar zeker ook door een mooie en leefbare planeet door te geven die niet bedreigd wordt door het opwarmen van de aarde. Investeren in de toekomst betekent richting geven aan een eerlijke, fatsoenlijke en duurzame economie. Dit moet het hart gaat vormen van beleid dat gericht is op economisch herstel na de coronacrisis.

“Waar sommige sectoren weinig hinder ondervinden van Corona of zelfs extra omzet halen, zijn andere sectoren keihard geraakt.”

Dit beleid moet sectorspecifiek zijn. Waar sommige sectoren namelijk weinig hinder ondervinden van Corona of zelfs extra omzet halen, zijn andere sectoren keihard geraakt. Per sector moet worden gekeken of de schade tijdelijk of permanent is en welke waarde zij heeft voor de samenleving en de economie. Extra steun is nodig om de bouw en de cultuur overeind te houden, omdat de maatregelen dreigen onherstelbare schade toe te brengen aan de culturele sector. Extra steun is ook nodig voor onderzoekers en kleine ondernemers die samen gebruik zouden willen maken van het Groeifonds, die - anders dan grote bedrijven - niet beschikken over ondersteunend personeel dat helpt bij de aanvraag. Een aanvraag doen kost daardoor relatief veel tijd en geld. Het risico dat deze moeite voor niets is, kan hen ervan weerhouden een aanvraag te dienen. En dat terwijl we de afgelopen jaren meer dan ooit hebben gezien hoe startups onze economie en onze wereld kunnen veranderen.

In de tijden dat het wél goed ging hebben veel bedrijven die nu steun ontvangen te weinig financiële buffers aangelegd, vaak in het voordeel van het uitkeren van veel dividend aan aandeelhouders. Ook hebben ze vaak, onder druk van diezelfde aandeelhouders, zoveel mogelijk vermeden dat ze belasting moeten betalen aan de Nederlandse staat. En als er dan crisis is, zowel nu als na de bankencrisis, dan houden deze bedrijven als eerste de hand op bij de overheid. Dan hebben ze geen eigen buffers en krijgen ze dus overheidssteun, zonder zelf bij te hebben gedragen, via belastingen, aan voldoende publieke overheidsbuffers. En als de staatsschuld moet worden afgelost, draaien daar zorg en onderwijs en belastingen op gewone inkomens voor op en willen bedrijven nog steeds niet dat alsnog hun belastingen omhoog gaan.

“We moeten juist nu investeren om te voorkomen dat de werkloosheid oploopt.”

Dat terwijl door de coronacrisis loopt de werkloosheid nu in ongekend tempo op in onder meer de horeca en het toerisme. Als we niks doen dreigt hier een domino-effect: door de oplopende werkloosheid besteden mensen minder, wat weer voor meer werkloosheid zorgt en zijn economie en samenleving klaar voor de toekomst. Daarom moeten we juist nu investeren om te voorkomen dat de werkloosheid oploopt. De Europese begrotingsregels blijken te weinig ruimte te geven om als overheid een belangrijke rol in een crisis te kunnen vervullen. Nieuwe afspraken in Europa over verantwoorde overheidsfinanciën zijn nodig om overheden de ruimte te geven om te investeren in een eerlijke en fatsoenlijke economie met voldoende banen. En dan met Brede Welvaart voorop.

Brede Welvaart is ons doel, daarom riep Senator Vos de minister-president op om ons land groener, gelijker en eerlijker te maken. En daarom vroeg Senator Koole aandacht voor Europa als waardengemeenschap, precies in lijn met de inzet van Winston Churchill. Een Europa dat beschermt, maar niet knelt; Een sociaal en democratisch Europa. En waar Churchill nog de grootst mogelijke moeite had om de inzichten van John Maynard Keynes te ontwarren, krijgt de minister eensgezinde economische inzichten op een presenteerblaadje. Aan hem is de keus: staat hij aan de zijde van slimme economen of voelt hij zich meer op zijn gemak bij domme politici?