Green Deal: EU-investeringen moeten naar duurzame activiteiten gaan

Met dank overgenomen van Europees Parlement (EP) i, gepubliceerd op vrijdag 13 november 2020.

Het Parlement heeft zijn voorstellen uit de doeken gedaan voor de financiering van de groene transitie naar duurzame, koolstofneutrale economische activiteiten.

De leden van het Europees Parlement (EP) hebben een niet-bindende resolutie aangenomen over het investeringsplan voor een duurzaam Europa en de financiering van de Green Deal. Er waren 471 stemmen voor, 134 tegen en 83 onthoudingen. De EP-leden benadrukken dat het investeringsplan onder meer moet zorgen voor een verschuiving naar duurzame economische activiteiten. Ze dringen erop aan dat de groene transitie bedoeld is om de bestaande, mogelijk grote ongelijkheden tussen de lidstaten te verminderen en het concurrentievermogen te bevorderen, om zo te zorgen voor duurzame en hoogwaardige banen.

Investeringsbeginselen

De EP-leden zijn overeengekomen dat overheidsinvesteringen in overeenstemming moeten zijn met het beginsel “geen ernstige schade berokkenen”. Dit beginsel geldt voor zowel maatschappelijke als milieudoelstellingen. Alleen nationale en regionale programma’s die de meeste kans maken om deze doelstellingen te verwezenlijken, moeten in aanmerking komen voor overheidsinvesteringen. Daarom dringen de EP-leden aan op geharmoniseerde duurzaamheidsindicatoren en een methode om effecten te meten. Verder moeten ook de in de taxonomieverordening vastgestelde criteria in aanmerking worden genomen, zodat investeringen voldoen aan de criteria voor een groene transitie.

De EP-leden zijn verheugd dat het herstelplan voor Europa in verband met COVID-19 en de daaropvolgende nationale plannen voor herstel en veerkracht op de rails zijn gezet. De plannen effenen de weg voor de EU om in 2050 klimaatneutraal te zijn, zoals vastgelegd in de klimaatwetgeving van de EU. Onderdeel van deze plannen zijn tussentijdse doelstellingen voor 2030 en de transitie naar een circulaire en klimaatneutrale economie.

De EP-leden dringen aan op de geleidelijke afschaffing van particuliere en overheidsinvesteringen in schadelijke en vervuilende economische activiteiten waarvoor economisch haalbare alternatieven beschikbaar zijn. Tegelijkertijd eerbiedigen ze het recht van de lidstaten om hun eigen energiemix te kiezen. Tot slot benadrukken de leden dat bij de transitie naar klimaatneutraliteit een gelijk speelveld voor EU-bedrijven moet blijven gelden. Deze bedrijven moeten ook concurrerend blijven, met name in het geval van oneerlijke concurrentie uit derde landen.

Financiering van het investeringsplan voor een duurzaam Europa

De EP-leden betwijfelen dat met het investeringsplan 1 biljoen EUR zal kunnen worden vrijgemaakt tot 2030, gezien de sombere economische vooruitzichten naar aanleiding van de coronacrisis. Ze willen weten hoe de nieuwe langetermijnbegroting van de EU (het “meerjarig financieel kader” - MFK) kan bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van het investeringsplan. De leden maken zich zorgen over een mogelijke groene investeringskloof aan het eind van de volgende MFK-periode. Daarom roepen ze ertoe op plannen te maken om deze kloof te dichten via particuliere en overheidsinvesteringen.

Ze benadrukken dat particuliere en overheidsinvesteringen elkaar moeten aanvullen en dat de particuliere sector niet buitenspel mag worden gezet. Daarnaast zijn ze ingenomen met het besluit van de Europese Investeringsbank (EIB) om 50 % van haar verrichtingen vanaf 2025 te besteden aan klimaatactie en milieuduurzaamheid. De leden stellen een bottom-upbenadering voor. Ze zijn van mening dat de EIB een dialoog moet bevorderen tussen de particuliere en overheidssector en moet samenwerken met verschillende belanghebbenden.

Citaten

Paul Tang (S&D, Nederland), rapporteur namens de commissie Economische en monetaire zaken, zei tijdens het debat voorafgaand aan de stemming: “Dit rapport gaat over het haalbaar maken van de klimaatdoelen. We bouwen een brug tussen ambitie en de realiteit. Er zijn vier pilaren: ten eerste, alle EU-uitgaven moeten voldoen aan het beginsel “geen ernstige schade berokkenen”; ten tweede, de monetaire en financiële instellingen van de EU moeten garanderen dat deze doelen gefinancierd worden; ten derde, private investeringen in schadelijke activiteiten moeten uitgefaseerd worden; en tot slot, publiek geld moet duurzaam besteed worden. Bovenal moeten we belastingontwijking tegengaan om de overheidsinkomsten te verhogen.”

Siegfried Mureşan (EVP, Roemenië), rapporteur namens de Begrotingscommissie, zei tijdens hetzelfde debat: “We hebben passende financiële middelen nodig om de doelen van de Green Deal te halen. Om deze doelen tot een waarheid te maken moeten we weten hoe wij deze in de huidige context kunnen financieren, samenwerkend met de EU-economieën en het bedrijfsleven, niet tegen hen. Om deze doelen te halen moeten we €1 biljoen mobiliseren in de komende tien jaar. We erkennen de rol van de EU-begroting, regionaal beleid, cohesie- en landbouwbeleid en het Fonds voor een rechtvaardige transitie. Tenslotte beschouwen we nieuwe eigen middelen een toekomstige bron van inkomsten en een hulpmiddel om te vergroenen op EU-niveau.”


1.

Relevante EU dossiers