Vragen en antwoorden over het akkoord over het begrotingspakket van 1,8 biljoen euro voor een groener, digitaler en veerkrachtiger Europa

Met dank overgenomen van Europese Commissie (EC) i, gepubliceerd op woensdag 11 november 2020.

Bijgewerkt en aangepast op 11.11.2020 om 15.09 uur, na een technisch probleem.

Wat is het verschil tussen dit akkoord en dat van 21 juli 2020?

Het politieke akkoord van 10 november tussen het Europees Parlement i en de Raad i is gebaseerd op het voorstel van de Commissie van 27 mei 2020, de conclusies van de Europese Raad i van 21 juli 2020 en de voorstellen van het Europees Parlement. Het waarborgt dat de EU-instellingen nog beter samenwerken om ervoor te zorgen dat het pakket van 1,8 biljoen euro tijdig en op transparantie manier terechtkomt waar de middelen het hardst nodig zijn.

De belangrijkste elementen van de overeenkomst zijn:

  • 15 miljard euro extra voor de prioritaire programma's ten opzichte van het akkoord met de Europese Raad van 21 juli, om ervoor te zorgen dat de EU-begroting een belangrijke rol blijft spelen in het herstel en dat de begunstigden van EU-middelen voldoende middelen krijgen om hun activiteiten in deze voor iedereen zeer moeilijke tijden voort te zetten.
  • In het akkoord is bepaald dat die 15 miljard euro extra wordt toegewezen aan een aantal prioritaire gebieden:
  • Horizon Europa: 4 miljard (tot 79,9 miljard in prijzen van 2018);
  • Erasmus+: 2,2 miljard (tot 23,4 miljard in prijzen van 2018);
  • EU4Health: 3,4 miljard (tot 5,07 miljard in prijzen van 2018);
  • Fonds voor geïntegreerd grensbeheer: 1 miljard (tot 6,5 miljard in prijzen van 2018);
  • Europees Grens- en kustwachtagentschap (Frontex): 0,5 miljard (tot 5,6 miljard in prijzen van 2018);
  • Rechten en waarden: 0,8 miljard (tot 1,6 miljard in prijzen van 2018);
  • Creatief Europa: 0,6 miljard (tot 2,2 miljard in prijzen van 2018);
  • InvestEU-fonds: 1 miljard (tot 3,8 miljard in prijzen van 2018);
  • Instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking (NDICI): 1 miljard (tot 71,8 miljard in prijzen van 2018);
  • Humanitaire hulp: 0,5 miljard (tot 10,26 miljard in prijzen van 2018).
  • Extra flexibiliteitsmechanismen om te waarborgen dat de EU-begroting over de capaciteit beschikt om in te spelen op onvoorziene behoeften en dus niet alleen is afgestemd op de huidige realiteit maar op de onzekerheden van morgen.
  • Een duidelijke toezegging dat 30 % van de EU-begroting, zowel in het MFK als NextGenerationEU, zal worden besteed aan de strijd tegen de klimaatverandering. Nooit eerder ging een zo groot aandeel van de EU-begroting naar klimaatbeleid. Het pakket besteedt ook bijzondere aandacht aan de bescherming van de biodiversiteit en gendervraagstukken.
  • Betere mechanismen voor de bescherming van de begroting om te waarborgen dat elke euro terechtkomt waar er reële behoeften zijn. Het gaat onder meer om een conditionaliteitsmechanisme en een nieuw instrument om transparante en vergelijkbare informatie over de eindbegunstigden van EU-financiering te verzamelen.
  • Een gedetailleerde routekaart naar nieuwe eigen middelen voor de terugbetaling van leningen. In het kader van deze routekaart verbindt de Commissie zich ertoe uiterlijk in juni 2021 met voorstellen te komen voor een mechanisme voor koolstofcorrectie aan de grens, een digitale heffing en nieuwe eigen middelen op basis van het emissiehandelssysteem. Zij zal ook aanvullende nieuwe eigen middelen voorstellen, waaronder eventueel een belasting op financiële transacties en een aan de bedrijfssector gekoppelde financiële bijdrage of een nieuwe gemeenschappelijke heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting.

Met deze elementen zullen de volgende langetermijnbegroting en het herstelinstrument NextGenerationEU bijdragen aan het herstel van Europa na COVID-19. De Unie zal groener, digitaler en veerkrachtiger worden en beter gewapend zijn tegen de huidige en toekomstige uitdagingen.

Waar komt die extra 15 miljard euro vandaan?

Zoals hierboven toegelicht, worden de fondsen gebruikt om een aantal belangrijke begrotingsprogramma's te versterken.

Deze versterkingen zullen worden gefinancierd door middel van:

  • Een in de MFK-verordening omschreven specifiek mechanisme voor een vast bedrag van 11 miljard euro in de periode 2022-2027; met jaarlijkse bedragen van 1,5 tot 2,0 miljard euro voor de jaren 2022-2026 en het saldo van het totaal van 11 miljard voor 2027. Het exacte jaarlijkse bedrag zal afhangen van de in het voorgaande jaar opgelegde mededingingsboetes, maar het totaal van 11 miljard euro staat vast. Dit betekent dat er een notioneel verband is tussen de mededingingsboetes en het specifieke mechanisme aangezien de werkelijke boetes in het jaar waarin ze in de begroting worden opgenomen nog steeds tot een verlaging van de bijdrage van de lidstaten leiden. Er is geen rechtstreeks verband tussen de omvang van de geïnde mededingingsboetes in een bepaald jaar en de bijdragen van de lidstaten aan het specifieke mechanisme
  • 2,5 miljard euro uit de marges beneden de MFK-maxima.
  • Voorts is overeengekomen dat maximaal 0,5 miljard euro aan vrijmakingen beschikbaar zal worden gesteld in het kader van Horizon Europa en dat 1,0 miljard euro terugvloeiende middelen van de ACS-investeringsfaciliteit (Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan) wordt uitgetrokken voor het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking (NDICI).

Wat zijn de flexibiliteitsmechanismen waarnaar u verwijst?

De begroting zal beschikken over sterkere flexibiliteitsmechanismen om te garanderen dat zij in onvoorziene behoeften kan voorzien. Dit moet ervoor zorgen dat de begroting niet alleen afgestemd is op de realiteit van vandaag, maar ook op de onzekerheden van morgen. Deze mechanismen omvatten diverse instrumenten die voortbouwen op de structuur waarover de Europese Raad op 21 juli 2020 overeenstemming heeft bereikt:

  • Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering: er is maximum 186 miljoen euro per jaar beschikbaar als steun voor de re-integratie op de arbeidsmarkt van personen die hun baan verliezen door onverwachte gebeurtenissen die tot grote veranderingen leiden, zoals een financiële of economische crisis.
  • Reserve voor solidariteit en noodhulp: met een maximumbedrag van 1,2 miljard euro per jaar stelt deze reserve de EU in staat snel de nodige financiële steun te verlenen, bijvoorbeeld na een grote ramp. In het licht van de groeiende humanitaire behoeften wordt 35 % van het instrument bovendien voorbehouden voor het externe onderdeel.
  • Reserve voor aanpassing aan de brexit: er is in totaal 5 miljard euro beschikbaar om de negatieve gevolgen in de zwaarst getroffen lidstaten en sectoren op te vangen.
  • Een enkelvoudig marge-instrument om een efficiënt beheer van de marges in het kader van het MFK mogelijk te maken .
  • Flexibiliteitsinstrument: met een jaarlijks budget van 0,915 miljard euro, een stijging ten opzichte van het bedrag in het akkoord van juli tussen de Raad en de Commissie.

Hoe zal u ervoor zorgen dat de EU-begroting goed wordt besteed en dat de middelen terechtkomen waar ze het hardst nodig zijn?

De EU-begroting beschikt al over een solide systeem om ervoor te zorgen dat de EU-middelen niet alleen goed worden besteed conform de financiële regels, maar dat elk uit de EU-begroting gefinancierd project ook toegevoegde waarde oplevert. De Commissie zal dit systeem in de toekomst blijven gebruiken.

Daarnaast wordt de toolbox ter bescherming van de EU-begroting in de overeenkomst aangevuld met twee aanvullende elementen:

  • Een rechtsstaatmechanisme om ervoor te zorgen dat de EU-financiering voor het eerst, ook preventief, wordt beschermd tegen algemene tekortkomingen op het gebied van de rechtsstaat. De eindbegunstigden van EU-financiering in de betrokken lidstaat zullen evenwel geen negatieve gevolgen van dit mechanisme ondervinden.
  • Een geïntegreerd en interoperabel informatie- en monitoringsysteem met een nieuw instrument om transparante en vergelijkbare informatie over de eindbegunstigden van EU-financiering te verzamelen. Dit systeem zal zorgen voor efficiënte controles op belangenconflicten, onregelmatigheden, dubbele financiering en crimineel misbruik van middelen.

Tot slot zal de Commissie blijven samenwerken met het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en het Europees Openbaar Ministerie (EOM), die hun controle- en onderzoeksbevoegdheden in verband met de EU-begroting blijven uitoefenen.

Wat omvat de routekaart voor de invoering van nieuwe eigen middelen?

Zoals voorgesteld in mei 2020 en goedgekeurd door de EU-leiders op 21 juli 2020 zal de EU, om het herstel te financieren, op de markten leningen aangaan tegen gunstigere tarieven dan vele lidstaten dat zouden kunnen doen, en de bedragen herverdelen.

Die leningen zullen deels worden terugbetaald met nieuwe eigen middelen als aanvulling op de bijdragen van de lidstaten aan de EU-begroting. De routekaart waarover op 10 november 2020 overeenstemming is bereikt, bevat duidelijke afspraken over de aard van die nieuwe eigen middelen en het tijdschema voor de indiening van een voorstel en de invoering ervan:

  • De Commissie heeft zich ertoe verbonden uiterlijk in juni 2021 met voorstellen te komen voor een mechanisme voor koolstofcorrectie aan de grens en een digitale heffing als nieuwe eigen middelen, zodat die voorstellen uiterlijk 1 januari 2023 kunnen worden ingevoerd.
  • Daarnaast zal zij in het voorjaar van 2021 het EU-emissiehandelssysteem opnieuw bezien, en nagaan of het kan worden uitgebreid tot de lucht- en zeevaart. Zij zal uiterlijk in juni 2021 een voorstel doen voor eigen middelen op basis van het emissiehandelssysteem.
  • Voorts zal de Commissie extra nieuwe eigen middelen voorstellen, waaronder mogelijk een belasting op financiële transacties (rekening houdend met de lopende werkzaamheden inzake nauwere samenwerking) en een aan de bedrijfssector gekoppelde financiële bijdrage of een nieuwe gemeenschappelijke heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting. De Commissie streeft ernaar hierover uiterlijk in juni 2024 voorstellen in te dienen.

Zal er een tussentijdse evaluatie/herziening plaatsvinden, zoals voor de EU-begroting 2014-2020?

De EU-begroting voor 2021-2027 is onder buitengewone omstandigheden tot stand gekomen en heeft tot doel Europa na de COVID-19-crisis groener, digitaler en veerkrachtiger te maken. Deze crisis heeft net als andere crises in het verleden aangetoond dat Europa behoefte heeft aan een begroting waarmee het snel kan inspelen op onvoorziene omstandigheden en waarmee het kan helpen om in moeilijke tijden een Europese respons te bieden.

In dit verband heeft de Commissie zich er, in overeenstemming met het akkoord van 10 november, in een verklaring toe verbonden uiterlijk 1 januari 2024 een evaluatie van de langetermijnbegroting in te dienen en eventueel een voorstel voor een herziening te doen. Op die manier zal de EU haar begroting kunnen aanpassen om beter te kunnen inspelen op nieuwe uitdagingen die zich tussen nu en eind 2023 aandienen.

Wat zijn de volgende stappen?

De verordening inzake het meerjarig financieel kader (MFK-verordening) en het interinstitutioneel akkoord dat op 10 november 2020 is goedgekeurd, moeten nu formeel door het Europees Parlement en de Raad worden aangenomen volgens hun eigen regels en procedures.

Parallel daarmee moet worden voortgewerkt met het oog op de definitieve aanneming van alle andere elementen van het pakket, met inbegrip van de sectorale wetgeving en het eigenmiddelenbesluit.

Voorts moet het eigenmiddelenbesluit, dat de Commissie in staat stelt leningen aan te gaan, worden geratificeerd door alle lidstaten, overeenkomstig hun grondwettelijke vereisten. Het Europees Parlement heeft tijdens de plenaire vergadering van september al een positief advies over deze wetgeving uitgebracht. De aanneming door de Raad is de volgende stap.

Tegelijk moeten de onderhandelingen over de jaarlijkse begroting voor 2021 plaatsvinden. De bemiddelingsperiode van 21 dagen, waarin het Europees Parlement en de Raad tot een akkoord moeten komen, loopt van 17 november tot en met 7 december 2020.

De Commissie blijft zich ten volle inzetten om het proces te begeleiden. Wij verwachten dat het Europees Parlement, de Raad en de nationale parlementen alles in het werk zullen stellen om ervoor te zorgen dat het proces snel kan worden afgerond. In deze ongeziene crisisperiode zijn wij het aan onze burgers verschuldigd om snel resultaten te boeken.

Meer informatie

Persbericht

Factsheet

Meerjarig Financieel Kader