Meest recente Eurobarometer-enquête (juli-augustus): In het licht van de coronapandemie is de economische situatie voor EU-burgers de grootste zorg

Met dank overgenomen van Europese Commissie (EC) i, gepubliceerd op vrijdag 23 oktober 2020.

In deze turbulente periode waarin de coronapandemie het leven beheerst, blijft het vertrouwen in de EU stabiel en vertrouwen burgers erop dat de EU in haar respons op de pandemie de juiste beslissingen zal nemen. Uit de nieuwe standaard-Eurobarometer-enquête die vandaag is verschenen, blijkt dat Europeanen zich op EU-niveau de meeste zorgen maken over de economische situatie, de toestand van de overheidsfinanciën in de lidstaten en immigratie. Ook op nationaal niveau baart de economische situatie mensen het meeste zorgen, gevolgd door gezondheid en werkloosheid.

In de nieuwe Eurobarometer, waarvoor in juli en augustus interviews zijn afgenomen, komt de bezorgdheid over de economische situatie tot uiting in de perceptie van de huidige toestand van de economie. 64 % van de Europeanen vindt de situatie “slecht” en 42 % van de Europeanen is van mening dat de economie van hun land zich “in 2023 of later” zal herstellen van de negatieve gevolgen van de uitbraak van het coronavirus.

Over de maatregelen van de EU in de strijd tegen de pandemie zijn de Europeanen verdeeld (45 % is “tevreden” terwijl 44 % “niet tevreden” is). 62 % zegt echter vertrouwen te hebben in de EU om in de toekomst de juiste beslissingen te nemen, en 60 % blijft optimistisch over de toekomst van de EU.

  • Vertrouwen in en beeld van de EU

Ondanks een schommelende publieke perceptie tijdens de pandemie is het vertrouwen in de Europese Unie sinds het najaar van 2019 stabiel gebleven op 43 %. Het vertrouwen in de nationale regeringen en parlementen is gegroeid (respectievelijk tot 40 %, + 6 procentpunt en 36 %, + 2 procentpunt).

In vijftien lidstaten zei het gros van de respondenten vertrouwen in de EU te hebben. Koplopers zijn Ierland (73 %), Denemarken (63 %) en Litouwen (59 %). De laagste vertrouwensniveaus werden opgetekend in Italië (28 %), Frankrijk (30 %) en Griekenland (32 %).

Er waren evenveel respondenten met een positief beeld van de EU als met een neutraal beeld (40 %). 19 % van de respondenten heeft dan weer een negatief beeld van de EU (- 1 procentpunt).

In dertien EU-lidstaten had een meerderheid van de respondenten een positief beeld van de EU, met Ierland op kop (71 %), gevolgd door Polen en Portugal (beide 55 %). In dertien andere lidstaten roept de EU bij de ondervraagden een overwegend neutraal beeld op, waarbij Malta (56 %), Spanje, Letland en Slovenië (alle 48 %) de hoogste percentages laten zien.

  • Belangrijkste zorgen op nationaal en EU-niveau

Burgers zien de economische situatie als het meest nijpende probleem voor de EU - meer dan een derde van alle respondenten (35 % - een sterke toename met 16 % ten opzichte van het najaar van 2019). Deze zorg stijgt daarmee van de derde naar de eerste plaats. De laatste keer dat de economische situatie zo veel zorgen baarde, was in het voorjaar van 2014.

Europeanen maken zich ook steeds meer zorgen om de toestand van de overheidsfinanciën in de lidstaten (23 %; + 6 procentpunt). Dit percentage bereikt zijn hoogste niveau sinds 2015 en stijgt daarmee van de vijfde naar de tweede plaats, waardoor het op gelijke hoogte komt te staan met de bezorgdheid over immigratie, die zich op het laagste peil sinds het najaar van 2014 bevindt (23 %; -13 procentpunt).

Nu de coronapandemie volop woedt, is gezondheid (22 %, nieuw element) op EU-niveau het op drie na meeste genoemde punt van zorg. Milieu en klimaatverandering hebben aan belang ingeboet en daalden tot 20 % (- 8 procentpunt), gevolgd door werkloosheid (17 %, + 5 procentpunt).

Evenzo heeft de economische situatie (33 %, + 17 procentpunt) gezondheid voorbijgestreefd als de belangrijkste bron van zorg op nationaal niveau, een sprong van de zevende naar de eerste plaats. Gezondheid komt nu pas tweede maar wordt sinds het najaar van 2019 wel aanzienlijk vaker vermeld (31 %, + 9 procentpunt) en bereikt daarmee het hoogste niveau van de afgelopen zes jaar.

Ook werkloosheid is een stuk belangrijker geworden (28 %, + 8 procentpunt), gevolgd door stijgende prijzen, inflatie en de kosten van levensonderhoud (18 %, - 2 procentpunt), het milieu en de klimaatverandering (14 %, - 6 procentpunt) en de overheidsschuld (12 %, + 4 procentpunt). Het aantal vermeldingen van immigratie (11 %, - 5 procentpunt) daalde naar het laagste niveau in de afgelopen zes jaar.

  • De huidige economische situatie

Het percentage Europeanen dat de huidige economische toestand van hun land als “goed” bestempelt, is sinds het najaar van 2019 sterk gedaald (34 %, - 13 procentpunt, terwijl het percentage respondenten dat de situatie als “slecht” beoordeelt sterk is gestegen (64 %, + 14 procentpunt).

Op nationaal niveau beschouwt een meerderheid van de respondenten in tien landen de economische situatie van hun land als goed, terwijl dat in het najaar van 2019 nog voor vijftien landen gold. Het percentage ondervraagden dat vindt dat het goed gaat met de nationale economie varieert van 83 % in Luxemburg tot 9 % in Griekenland.

  • De coronapandemie en de publieke opinie in de EU

Over de maatregelen van de EU-instellingen om de uitbraak van het coronavirus tegen te gaan, heerst verdeeldheid bij de Europeanen (45 % “tevreden” tegenover 44 % “niet tevreden”). De meerderheid van de ondervraagden in 19 lidstaten is echter tevreden met de maatregelen die de instellingen van de EU hebben genomen om de coronapandemie te bestrijden. De hoogste percentages worden opgetekend in Ierland (71 %); Hongarije, Roemenië en Polen (alle drie 60 %). In zeven landen was het gros van de ondervraagden “niet tevreden”, in het bijzonder in Luxemburg (63 %), Italië (58 %), Griekenland en Tsjechië (elk 55 %) en Spanje (52 %). In Oostenrijk waren er evenveel tevreden als ontevreden respondenten (elk 47 %).

Maar meer dan zes op de tien Europese burgers (62 %) zegt erop te vertrouwen dat de EU in de toekomst de juiste beslissingen zal nemen. De vaakst genoemde prioriteiten voor de EU-respons op de coronaviruspandemie waren een strategie voor de aanpak van toekomstige soortgelijke crises opstellen en financiering ontwikkelen om een behandeling of vaccin te vinden (elk 37 %). Volgens 30 % van de respondenten moet het ontwikkelen van een Europees gezondheidsbeleid een prioriteit zijn.

Europese burgers hebben de afzonderingsmaatregelen op uiteenlopende manieren ervaren. Over het algemeen kon bijna drie op de tien Europeanen de maatregelen gemakkelijk aan (31 %), terwijl een kwart (25 %) het vrij moeilijk had. Tot slot vond 30 % het “tegelijk gemakkelijk en moeilijk” ermee om te gaan.

  • Belangrijkste beleidsterreinen

Op de vraag welke doelstellingen van de Europese Green Deal i de grootste prioriteit moeten hebben, blijven Europeanen het volgende antwoorden: de ontwikkeling van hernieuwbare energie, de bestrijding van plastic afval en het voortouw nemen om plastic voor eenmalig gebruik uit te bannen. Meer dan een derde vindt dat de hoogste prioriteit moet worden gegeven aan het ondersteunen van landbouwers in de EU (38 %) of aan het bevorderen van de circulaire economie (36 %). Volgens iets meer dan drie op de tien (31 %) is het energieverbruik doen dalen de topprioriteit.

Het draagvlak voor de economische en monetaire unie en voor de euro blijft groot: drie vierde van de ondervraagden in de eurozone is voorstander van de eenheidsmunt van de EU. In de hele EU-27 is de steun voor de euro toegenomen tot 67 % (+ 5 procentpunt).

  • EU-burgerschap en Europese democratie

In 26 EU-lidstaten (met uitzondering van Italië) voelen de meeste mensen zich burger van de EU, en in de EU als geheel gaat het om 70 %. Op nationaal niveau zien we de hoogste scores in Ierland en Luxemburg (elk 89 %), Polen (83 %), Slowakije en Duitsland (elk 82 %), Litouwen (81 %), Hongarije, Portugal en Denemarken (elk 80 %).

Een meerderheid van de Europeanen (53 %) is tevreden over de manier waarop de democratie in de EU functioneert. Het aandeel van de respondenten die “niet tevreden” zijn, is sinds het najaar van 2019 met 3 procentpunt gestegen en bedraagt nu 43 %.

  • Optimisme over de toekomst van de EU

Tot slot is in deze turbulente periode 60 % van de Europese burgers optimistisch over de toekomst van de EU. In Ierland (81 %), Litouwen en Polen (elk 75 %) en Kroatië (74 %) is het optimisme het grootst. De optimismecijfers zijn het laagst in Griekenland (44 %) en Italië (49 %), waar pessimisme overheerst, en Frankrijk, waar de meningen gelijkmatig verdeeld zijn (49 % tegenover 49 %).

Achtergrond

De standaard-Eurobarometer zomer 2020 (EB 93) is gebaseerd op persoonlijke interviews die tussen 9 juli en 26 augustus 2020 in de 27 EU-lidstaten, het Verenigd Koninkrijk en de kandidaat-lidstaten[1] zijn afgenomen en uitzonderlijk zijn aangevuld met online-interviews. Er werden 26 681 interviews afgenomen in de 27 EU-lidstaten.

Meer informatie

Standaard-Eurobarometer 93

[1] De 27 lidstaten van de Europese Unie, het Verenigd Koninkrijk, vijf kandidaat-lidstaten (Albanië, Noord-Macedonië, Montenegro, Servië en Turkije) en de Turks-Cypriotische gemeenschap in het deel van het land dat niet door de regering van de Republiek Cyprus wordt gecontroleerd.