Vrije nieuwsgaring versus journalistiek fatsoen: hoe de Volkskrant een embargo omzeilde (1973)

Met dank overgenomen van Centrum voor Parlementaire Geschiedenis van de Radboud Universiteit Nijmegen i, gepubliceerd op dinsdag 15 september 2020, 9:00.
Auteur: Hilde Lavell

Rond Prinsjesdag is het nooit de vraag of, maar wanneer de Miljoenennota wordt gelekt. Ook dit jaar lagen de stukken een week voor ‘de derde dinsdag’ op straat.1 Dit terwijl de overheid de stukken onder embargo verspreidt. Er zijn echter manieren om dit embargo “te omzeilen”. In 1973 speelde zich een interessante zaak af tussen de Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) en de Volkskrant. Hoewel het hierbij niet ging om Prinsjesdagstukken maar om de regeringsverklaring van kabinet-Den Uyl i, die op maandagmiddag 28 mei 1973 zou worden uitgesproken, laat deze kwestie zien hoe journalistiek en politiek naar het concept “embargo” keken.

De embargoregeling kende een lange traditie en was ingesteld om de media tijd te gunnen om alle informatie te verwerken, eigen onderzoek te doen en zo een stuk te schrijven dat de lezers op een gedegen manier zou informeren. Ten aanzien van de regeringsverklaring kwam de RVD op de vrijdag voorafgaand aan het uitspreken van de verklaring met een aantal journalisten overeen dat de tekst op zondag was af te halen. Het embargo zou duren tot maandag 28 mei, 13:00 uur. De afspraak werd via het ANP-net verspreid.

Tot grote verbazing van de RVD verscheen op maandagochtend 28 mei toch een artikel in de Volkskrant waarin letterlijke citaten van de regeringsverklaring in stonden.2 In het debat over de regeringsverklaring gingen verschillende partijen in op het voorval en hadden hierbij ook kritiek op het kabinet. Klaas Beuker i (RKPN) noemde het “gênant” voor de minister-president en Boer Koekoek i (Boerenpartij) vroeg zich af of er gelekt was of dat het een show van het kabinet was.3 Hans Wiegel i (VVD) sneerde dat het parlement de regeringsverklaring vanochtend al in de “tot Staatscourant ontpopt hebbende Volkskrant” had kunnen lezen.4 Den Uyl i verklaarde hierop dat de RVD een klacht had ingediend bij de Raad voor de Journalistiek.5 Breuker liet het hier echter niet bij zitten en stelde dat het feit dat de Volkskrant het stuk maandagochtend niet had afgehaald wellicht duidde op een lek in het kabinet. Den Uyl herhaalde zijn standpunt dat de kwestie eerst door de Raad voor de Journalistiek uitgezocht moest worden.6 De zaak lag op 15 november 1973 voor.

De zaak

Het viel volgens Gijs van der Wiel, hoofddirecteur en vertegenwoordiger van de RVD in de zaak, niet te ontkennen dat het artikel gebaseerd was op de officiële regeringsverklaring aangezien er letterlijke citaten werden gebruikt. Er was geen enkel document verspreid waar het embargo niet op vermeld stond en de afspraak was via het ANP-net onder de aandacht gebracht. Volgens de RVD wist de krant dus van het embargo en had zich uit journalistiek fatsoen daaraan moeten houden.

Hoofdredacteur Jan van der Pluijm en parlementair redacteur Kees Bastianen, vertegenwoordigers namens de Volkskrant, benadrukten dat hun krant niet betrokken was geweest bij de afspraken die de RVD had gemaakt met “een aantal journalisten”. Daarnaast stelden ze dat het de taak van de krant was, om haar lezers zo vroeg en zo goed mogelijk te informeren. Bastianen was daarom al eerder aan de slag gegaan en had al voordat over de embargoregeling werd gecommuniceerd, de redactie medegedeeld dat hij waarschijnlijk in het weekend betrouwbare informatie zou krijgen. De krant wilde eigenlijk al op zaterdag 26 mei publiceren maar omdat de regering nog tot laat in die avond aan het regeringsakkoord aan het schaven was, werd de publicatie uitgesteld tot maandag. Het argument was dus dat de krant al over informatie beschikte voordat de embargoregeling was vastgesteld.

Daarnaast kwam de krant met een principieel verweer. Volgens de Volkskrant waren journalisten niet onder alle omstandigheden gebonden aan het embargo. De krant noemde een embargo een afspraak tussen twee partijen waarbij van de zijde van de journalistiek akkoord werd gegaan door middel van het afhalen van de officiële tekst. Door de tekst niet af te halen en expliciet te laten weten de tekst niet af te halen, onttrok de Volkskrant zich aan het embargo. De krant was het niet eens met Van der Wiel die stelde dat het embargo eenzijdig kon worden opgelegd. Daarnaast ontkende de krant dat het überhaupt een exemplaar van de regeringsverklaring in handen had waar de term “embargo” op voorkwam. Volgens de vertegenwoordigers van de Volkskrant waren er ook andere opties waardoor de parlementair redacteur die term niet kon hebben gezien: bronnen konden telefonisch passages hebben doorgegeven of de redacteur had niet het volledige stuk in handen gekregen.

Het oordeel van de raad

Uiteindelijk oordeelde de Raad, in lijn met de Volkskrant, dat het embargo niet was geschonden omdat het vanuit de Volkskrant niet was aanvaard. Omdat de Volkskrant uitdrukkelijk had laten weten de stukken niet af te komen halen en was hij daarom niet gebonden aan het embargo. Toch had de Raad wel kritiek op de manier waarop de Volkskrant met de situatie om was gegaan. Het ging namelijk ook om het doel en de werking van het embargo. Het embargo bestond ook in het belang van de pers: het stelde redacties in staat om aan de taak van informatievoorziening te voldoen. Dit systeem hield echter geen stand als een van de twee partijen, in dit geval een journalist, zich niet aan de “spelregels” hield.

De Volkskrant bracht het hebben van een primeur als belangrijk argument in de zaak. Volgens de raad was hiervan echter nauwelijks sprake: voortijdig publiceren was wat anders dan ‘echt’ nieuws brengen door middel van journalistiek speurwerk. Daarbij vond de Raad dat het belang van een primeur niet opwoog tegen de schade die de Volkskrant toebracht aan het embargo-instituut. Het ging volgens de Raad daarnaast ook om de verhouding tussen de krant en andere persorganen: als andere publiciteitsmedia zich wel conformeren aan het embargo dient een journalist daar rekening mee te houden.

Het embargosysteem wordt binnen de journalistiek en politiek erg belangrijk geacht. Veelvuldig wordt er dan ook kritiek geuit op journalisten die met gelekte informatie naar buiten komen. Denk aan Volkrant-journalist Henri Faas die in 1957 de hoofdlijnen van een nieuwe begroting publiceerde waardoor hij tijdelijk niet meer de Kamergebouwen mocht komen.7 Meer recent: de afgelopen maanden kreeg Xander van der Wulp (NOS) behoorlijk wat kritiek toen hij nieuwe maatregelen ter bestrijding van het coronavirus al voor de persconferentie bekend maakte.8

Dit vraagstuk laat het dilemma van de journalistieke werkwijze zien: welke methodes zijn in de journalistiek geoorloofd? In dit geval oordeelde de Raad voor de Journalistiek dat het een persorgaan in principe vrij is om zich niet aan een embargo te binden, maar dat het dit wel dient te doen met mogelijke consequenties voor het gehele embargosyteem in het achterhoofd. Want, zo stelde de Raad: “Wie een embargo niet wil aanvaarden dient voor en tegen terdege af te wegen, en dat niet alleen met het oog op het onderhanden geval, maar tegen de achtergrond van de waarde van de embargopraktijk in het algemeen.”9

 

[1] Politieke redactie, “Prinsjesdagstukken uitgelekt: economie groeit volgend jaar met 3,5 procent,” in Algemeen Dagblad, 08-09-2020, beschikbaar via: https://www.ad.nl/politiek/prinsjesdagstukken-uitgelekt-economie-groeit-volgend-jaar-met-3-5-procent~a531626c8/ (geraadpleegd, 14 september 2020).

[2] Het gehele artikel is beschikbaar via Delpher: Kees Bastianen, “Regeringsverklaring kabinet den Uyl: Prijsstijging aan banden,” in De Volkskrant, 28 mei 1973. Beschikbaar via: https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ABCDDD:010849590:mpeg21:a0063 (geraadpleegd op 14 september 2020).

[3] Kamerstukken II, 1972-73, 29 mei 1973, p. 1644; Kamerstukken II, 1972-73, 30 mei 1973, p. 1690.

[4] Kamerstukken II, 1972-73, 28 mei 1973, p. 1574.

[5] Kamerstukken II, 1972-73, 30 mei 1973, p. 1699.

[6] Ibidem, p. 1701.

[7] Voor meer informatie zie: Montesquieu Instituut, “Een lek is niet altijd een lek: de zaak Faas,” beschikbaar via: https://www.montesquieu-instituut.nl/id/vk0xbht35zyi/een_lek_is_niet_altijd_een_lek_de_zaak (geraadpleegd op 14 september 2020).

[8] Zie onder andere: Trudy Brandenburg-Van der Ven, “Het lekken bij de corona-persconferenties van premier Rutte,” 18 mei 2020, beschikbaar via: https://www.villamedia.nl/artikel/het-lekken-bij-de-corona-persconferenties-van-premier-rutte (geraadpleegd op 14 september 2020).

[9] De uitspraak van de Raad voor de Journalistiek (Rijksvoorlichtingsdienst contra de Volkskrant, 15-11-1973) kunt u hier lezen: https://www.rvdj.nl/uitspraken/197316 (geraadpleegd op 14 september 2020).