Europese maatregelen coronacrisis

Met dank overgenomen van Europa Nu.
PEC at the European Parliament Presidents Conference
Bron: The Council of the European Union

De uitbraak en de verspreiding van het coronavirus in het begin van 2020 dwong de lidstaten van de Europese Unie om maatregelen te nemen. De Europese Unie i, met name de Europese Commissie i, ondersteunden de lidstaten op het gebied van volksgezondheid en economisch herstel. De Commissie streefde bovendien naar onderlinge coördinatie door de lidstaten.

Op het gebied van volksgezondheid ontwierp de Europese Commissie een vaccinstrategie om de ontwikkeling, productie en uitrol van coronavaccins te versnellen. Ter bevordering van het economisch herstel is het Herstelfonds i in het leven geroepen. Er was in totaal 750 miljard euro aan leningen en giften beschikbaar voor lidstaten om hun economie draaiende te houden. Over de omvang en de voorwaarden voor het Herstelfonds is hard onderhandeld.

Sinds het voorjaar van 2022 zijn er geen grote pieken in coronabesmettingen geweest en zijn de meeste coronamaatregelen in de lidstaten opgeheven. In december 2022 besliste de Raad i in een aanbeveling dat lidstaten geen reisbeperkingen meer mogen opleggen om redenen van volksgezondheid.

1.

Volksgezondheid

Volksgezondheid is in eerste instantie een zaak van de lidstaten. De EU geeft waar mogelijk ondersteuning. Zo hielp de Europese Unie tijdens de coronacrisis bij het coördineren van de aanpak van het virus.

Vaccinstrategie

De Europese vaccinstrategie was erop gericht de kwantiteit en de kwaliteit van vaccins voor de lidstaten te waarborgen. Met de strategie werden de ontwikkeling, de productie en de levering van vaccins ondersteund. De Commissie sloot namens de lidstaten aankoopovereenkomsten met individuele vaccinproducenten. Het Europees Geneesmiddelen Agentschap (EMA) i beoordeelde de werkzaamheid, kwaliteit en veiligheid van nieuwe coronavaccins.

De Europese Commissie zag erop toe dat de vaccinatiecampagnes in de lidstaten grotendeels gelijk verliepen. Hiertoe is samen met het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC) i een monitoringsysteem opgezet om een snelle en efficiënte uitrol van vaccins aan te moedigen.

Medische goederen

Tijdens de coronacrisis heeft de Commissie de gezondheidsstelsels van de EU-lidstaten ondersteund door het opzetten van een voorraad aan medisch materiaal in het kader van RescEU i, het EU-financieringsmechanisme voor 'civiele rampen'. EU-landen konden ook extra financiering aanvragen voor het vervoer van essentiële goederen, medische teams en coronapatiënten tussen EU-lidstaten wanneer hun gezondheidszorg overbelast dreigt te raken.

Geneesmiddelenstrategie

In het voorjaar van 2021 heeft de Europese Commissie een geneesmiddelenstrategie gepresenteerd, waarmee ontwikkeling en beschikbaarheid van COVID-19-medicijnen bevorderd moest worden. In de strategie werd zowel rekening gehouden met onderzoek en ontwikkeling, als met productie, inkoop en uitrol.

Testen en monitoren

De Commissie moedigde aan dat de lidstaten informatie over alle verschillende beschikbare COVID-19-testen delen en samen toezagen op de kwaliteit van bestaande en nieuwe testen. De Commissie investeerde daarnaast zelf ook in de aankoop van en onderzoek naar tests, die aan de lidstaten ter beschikking werden gesteld. Om de ontwikkelingen van het virus en de verspreiding te monitoren werden lidstaten verzocht om informatie over de verspreiding van het virus en varianten met elkaar te delen.

2.

Ondersteunen economie

Fondsen EU-instellingen

De EU ondersteunde bij het opvangen van de economische gevolgen van de coronacrisis. Zo ondersteunde de Europese Centrale Bank i de economie door meer geld voor banken beschikbaar te maken tegen lagere tarieven. Daarnaast was er een extra opkoopprogramma (Pandemic emergency purchase programme, PEPP) voor obligaties van overheden en bedrijven. Er was in totaal 1850 miljard beschikbaar voor dit opkoopprogramma dat is beëindigd in maart 2022.

Op 23 april 2020 keurden regeringsleiders een steunpakket goed van 540 miljard euro om de economische klappen van de coronacrisis te beperken. Hiervan werd 240 miljard bekostigd uit het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM) i. Over de inzet van dit noodfonds werden lidstaten het in eerste instantie niet eens. Er was bijvoorbeeld onenigheid over het wel of niet gezamenlijk uitgeven van obligaties, zogenaamde coronabonds. Het uiteindelijke pakket kan gezien worden als een compromis tussen de noordelijke en zuidelijke Eurolanden. Zo was er in het voordeel van Nederland geen sprake van eurobonds in het akkoord en moest de 240 miljard euro van het ESM worden gebruikt voor directe en indirecte kosten in de gezondheidszorg.

SURE

Dit programma was erop gericht om de impact van COVID-19 op de werkgelegenheid te verzachten. In totaal verstrekte de Commissie bijna 100 miljard euro aan goedkope leningen aan lidstaten. Dat ging naar herscholingsprojecten, tijdelijke werkverschaffing en andere maatregelen om mensen aan het werk te houden.

Europees Herstelfonds

Voor het economisch herstel op de langere termijn is het Europees Herstelfonds in het leven geroepen, dat bestond uit een pakket leningen van 360 miljard en subsidies ter hoogte van 390 miljard euro. Over de hoogte en voorwaarden van dit Herstelfonds is hard onderhandeld. Nederland wilde dat het hele fonds uit leningen zou bestaan. Lidstaten kregen de subsidies en leningen alleen wanneer ze voldoen aan een aantal voorwaarden, en lidstaten moesten hun plannen ter goedkeuring voorleggen aan de Europese Commissie en de andere lidstaten.

Begrotingsregels en staatssteun

De lidstaten spraken af dat extra steunmaatregelen buiten de regels van het begrotingspact i vallen. Lidstaten konden overheidstekorten laten oplopen als dat nodig was, en de begrotingsafspraken waren vanwege de coronacrisis van maart 2020 tot eind 2022 tijdelijk opgeschort. Die deadline werd toen vanwege de oorlog in Oekraïne opnieuw verlengd. Bovendien hanteerde de Commissie de strenge regels voor staatssteun veel soepeler bij Europese of nationale steun aan sectoren die in de problemen zijn gekomen door de uitbraak van het coronavirus, zoals de vervoerssector en de toeristische sector.

3.

Reizen en vervoer

Gesloten grenzen voor niet-EU-burgers

Op 18 maart 2020 besloten EU-leiders dat grenzen voor personen van buiten de EU werden gesloten in de hele Schengenzone i om de verspreiding van het virus te beperken. Vanaf juli 2020 opende de EU geleidelijk weer haar grenzen voor sommige derde landen. Veel lidstaten hadden op het hoogtepunt van de crisis ook reisbeperkingen opgelegd aan personen en goederen uit andere Schengenlanden, of sloten geheel hun grenzen. Sinds maart 2022 zijn deze reisbeperkingen volledig afgeschaft.

De Raad bepaalde in december 2022 dat lidstaten geen reisbeperkingen meer mogen opleggen om redenen van volksgezondheid. Wel zijn er een aantal waarborgen voorzien voor het geval de epidemiologische situatie verslechtert. Lidstaten mogen in dat geval maatregelen nemen waaraan reizigers uit derde landen moeten voldoen, zoals een vaccinatie, herstelbewijs of tests. Als een zorgwekkende variant in een land buiten de EU opduikt kunnen de lidstaten uitzonderlijke maatregelen nemen zoals een tijdelijke reisbeperking van maximum 21 dagen.

Coronapaspoort

Om het vrije verkeer van personen i zoveel mogelijk te garanderen heeft de EU op 1 juli 2021 het EU Digitaal Corona Certificaat ingevoerd, in de volksmond ook bekend als het Europees coronapaspoort. Het coronapaspoort maakte vrij reizen voor burgers binnen de EU weer mogelijk. Het gestandaardiseerde certificaat werd in digitale of papieren vorm door de nationale autoriteiten van de EU-lidstaten zelf afgegeven en was voorzien van een QR-code. Deze code dient als bewijs dat de houder tegen COVID-19 gevaccineerd, recent negatief getest of van de ziekte hersteld was. De Europese Commissie heeft bepaald dat vanaf 1 februari 2022 het coronapaspoort negen maanden na de laatste prik zal vervallen. Op 26 juni 2022 heeft de Raad ingestemd met een verlenging van het coronapaspoort tot 1 juli 2023, dit houdt in dat lidstaten er tot die tijd voor konden kiezen het paspoort weer in te zetten.

4.

EU in de wereld

Humanitaire hulp

De COVID-19-pandemie heeft vooral de armste landen getroffen en hun humanitaire behoeften verergerd. Daarom verleende de EU specifieke humanitaire steun aan derde landen om de gevolgen van de coronacrisis op te vangen. Een groot deel van de hulp hiervan kwam voort uit het partnerschap 'Team Europe'. De steun betrof voornamelijk:

  • humanitaire noodhulp
  • betere sanitaire, water- en gezondheids­systemen
  • het verlichten van de sociale en economische gevolgen van de pandemie
  • bijdrage van coronavaccins aan COVAX. Dit wereldwijde initiatief zorgde ervoor dat ook lage- en middeninkomenslanden over vaccins kunnen beschikken.

Buurlanden

Om buurlanden te ondersteunen stelde de EU leningen beschikbaar. Deze boden steun aan de gezondheidssector en ondersteunen sociaal en economisch herstel. Zo zijn er pakketten samengesteld voor de zuidelijke buurlanden en de Westelijke Balkan. De leningen moeten binnen 15 jaar worden terugbetaald.

5.

Wie doet wat?

De Commissie had voor de aanpak van het coronavirus een responsteam samengesteld. Dit team bestond uit de Commissarissen voor de beleidsterreinen die het meest bij de crisis betrokken zijn. Dit waren destijds:

 

Functie

Naam

Voorzitter van de Europese Commissie

Ursula von der Leyen i

Commissaris voor Crisisbeheer

Janez Lenarcic i

Commissaris voor Gezondheid en Voedselveiligheid

Stella Kyriakides i

Commissaris voor Binnenlandse Zaken

Ylva Johansson i

Commissaris voor Vervoer

Adina Valean i

Commissaris voor Economie

Paolo Gentiloni i

De meest betrokken instituties zijn:

6.

Meer informatie