Handel/mensenrechten: Commissie besluit tot gedeeltelijke intrekking preferentiële toegang van Cambodja tot EU-markt

Met dank overgenomen van Europese Commissie (EC) i, gepubliceerd op woensdag 12 februari 2020.

De Europese Commissie i heeft besloten een deel van de tariefpreferenties die in het kader van de EBA-handelsregeling van de EU aan Cambodja zijn toegekend, in te trekken wegens de ernstige en systematische schendingen van de mensenrechtenbeginselen die in het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten zijn neergelegd.

De intrekking van tariefpreferenties - en de vervanging ervan door de standaardtarieven van de EU voor de meestbegunstigde handelspartners (de zogenoemde MFN-tarieven) - zal gevolgen hebben voor bepaalde kleding en schoeisel, voor alle reisproducten en voor suiker. De intrekking heeft betrekking op ongeveer een vijfde van de jaarlijkse uitvoer van Cambodja naar de EU, ten belope van ongeveer 1 miljard euro. Tenzij het Europees Parlement i en de Raad i ertegen bezwaar maken, wordt deze maatregel op 12 augustus 2020 van kracht.

De hoge vertegenwoordiger voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid/vicevoorzitter van de Europese Commissie, Josep Borrell i, zei het volgende: “De duur, omvang en impact van Cambodja's schendingen van het recht op politieke participatie en op vrijheid van meningsuiting en vereniging hebben de Europese Unie geen andere keuze gelaten dan de handelspreferenties gedeeltelijk in te trekken. De Europese Unie zal de zaken niet op hun beloop laten wanneer de democratie wordt uitgehold, de mensenrechten worden ingeperkt en het vrije debat wordt belemmerd. Het besluit van vandaag weerspiegelt ons sterke engagement voor het Cambodjaanse volk, zijn rechten en de duurzame ontwikkeling van het land. De handelspreferenties kunnen enkel opnieuw worden ingesteld indien de Cambodjaanse autoriteiten de nodige maatregelen nemen.”

Commissaris voor Handel Phil Hogan i zei: “De Europese Unie is vastbesloten de economische en sociale ontwikkeling van Cambodja door middel van handelspreferenties te ondersteunen. Over de eerbiediging van de mensenrechten kan voor ons evenwel niet worden onderhandeld. Wij erkennen de vooruitgang die Cambodja heeft geboekt, maar er blijft ernstige bezorgdheid bestaan. Ons doel is dat de Cambodjaanse autoriteiten een einde maken aan de schendingen van de mensenrechten, en wij zullen met hen blijven samenwerken om dat te bereiken.”

Met het besluit van de Commissie wordt enerzijds een antwoord geboden op de mensenrechtenschendingen op basis waarvan de procedure is ingeleid, maar wordt anderzijds ook de ontwikkelingsdoelstelling van de EU-handelsregeling in stand gehouden. In het besluit wordt de noodzaak erkend om de ondersteuning van de economische ontwikkeling van Cambodja en de diversificatie van de Cambodjaanse uitvoer voort te zetten. Alle opkomende industrieën in Cambodja zullen blijven beschikken over rechten- en contingentvrije toegang tot de EU-markt. Kleding met hoge toegevoegde waarde en bepaalde soorten schoeisel zullen in de toekomst ook rechten- en contingentvrije toegang tot de EU-markt blijven genieten.

Het besluit van de Commissie is er gekomen na diepgaande interactie met de Cambodjaanse regering en belanghebbenden. In de afgelopen twaalf maanden hebben de Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden i met name onderzoeksmissies naar Cambodja gestuurd en zowel op technisch als op politiek niveau verschillende vergaderingen met de Cambodjaanse autoriteiten gehouden.

Wat de burgerlijke en politieke rechten betreft, is er sinds de start van de EBA-intrekkingsprocedure in februari 2019 geen significante vooruitgang geboekt.

De Commissie erkent niettemin de stappen die de Cambodjaanse autoriteiten hebben genomen, met name op het gebied van arbeidsrechten en landrechten. Er blijft echter ernstige bezorgdheid bestaan, met name over onder meer de onopgeloste burgerlijke en strafzaken tegen vakbondsleden.

De Europese Unie herhaalt haar oproep aan de regering van Cambodja om de politieke ruimte in het land te heropenen, de nodige voorwaarden te scheppen voor het herstel van een geloofwaardige oppositie en via een echte en inclusieve dialoog een democratisch proces van nationale verzoening op gang te brengen. Dit omvat het herstel van de politieke rechten van de leden van de oppositie en de intrekking/herziening van bepaalde wetten, zoals de wet inzake politieke partijen en de wet inzake verenigingen en niet-gouvernementele organisaties.

De Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden zullen blijven samenwerken met de Cambodjaanse autoriteiten en zullen de situatie aangaande de mensenrechten en de arbeidsrechten in het land op de voet blijven volgen. In het geval dat Cambodja aanzienlijke vooruitgang boekt, met name op het gebied van burgerrechten en politieke rechten, kan de Commissie haar besluit herzien en de tariefpreferenties in het kader van de EBA-regeling opnieuw invoeren.

Achtergrond

De EU is de grootste handelspartner van Cambodja, goed voor 45 % van de Cambodjaanse uitvoer in 2018. In datzelfde jaar liep de uitvoer van Cambodja naar de EU op tot 5,4 miljard euro, meer dan het dubbele van de 2,5 miljard euro die in 2013 werd geregistreerd. 95,7 % van deze uitvoer (d.w.z. 5,2 miljard van de 5,4 miljard euro in totaal) is onder de preferentiële EBA-tariefregeling in de EU ingevoerd.

De EBA-regeling is een van de preferentiële handelsregelingen in het kader van het stelsel van algemene preferenties (SAP) van de EU. Onder deze regeling wordt aan landen die door de Verenigde Naties als minst ontwikkelde landen zijn aangemerkt voor alle producten, met uitzondering van wapens en munitie, volledige rechten- en contingentvrije toegang tot de EU-markt verleend. Landen hebben toegang tot deze preferenties op voorwaarde dat zij de mensenrechten en de arbeidsrechten eerbiedigen.

Meer informatie

Gedelegeerde Verordening van de Commissie

Memo

EU-procedure voor de intrekking van handelspreferenties

Preferentiële EBA-handelsregeling van de EU

Handelsbetrekkingen tussen de EU en Cambodja