‘Wil je een dierbaar bezit behouden, dan zal je het regelmatig moeten onderhouden’ - Hoofdinhoud
Voorzitter, de PvdA-fractie is trots op onze democratische rechtsstaat. Dat unieke stelsel van macht en tegenmacht, controle, hoor en wederhoor en dat stelsel waarin iedere groepering redelijk makkelijk in de volksvertegenwoordiging een plek kan krijgen.
We zijn trots op ons stelsel waarin een overheid ombudsmannen instelt om kritiek te leveren, we zijn trots op ons stelsel dat minderheden beschermt en de meerderheid, althans volgens het SCP, tevreden is. Maar wil je dierbaar bezit behouden, dan zal je het regelmatig moeten onderhouden. De verf bladdert na zoveel jaar af, een dakkapel voor wat meer licht en extra ruimte voor de pubers zou wel helpen om de sfeer in huis te verbeteren, en de keuken blijkt niet meer de gezellige verzamelplek die het vroeger was, de kinderen zitten vooral op de bank op hun schermpjes te kijken. Dan moet je renoveren. Dat is ook de oproep van de commissie Remkes: onze democratische rechtsstaat zit goed in elkaar, maar is toe aan een renovatie om ook in de 21e eeuw te staan als een stevig huis.
De PvdA-fractie wil de commissie Remkes hartelijk danken voor het grondige werk, de manier waarop de commissie de vraag om het functioneren van ons parlementair stelsel te onderzoeken heeft ingevuld en het zeer toegankelijk geschreven advies. Op de site van de commissie zijn met animaties de conclusies weergegeven, zodat iedereen de kern van het rapport kan kennen. Dat raakt namelijk aan een van de belangrijkste conclusie van het rapport: het gevaar dreigt dat mensen met een laag inkomen en een praktische opleiding afhaken van onze democratie.
Mijn fractie vindt dat dit advies niet in de diepe lade mag verdwijnen.
Mijn fractie vindt dat dit advies niet in de diepe lade mag verdwijnen zoals eerdere adviezen over ons parlementair stelsel. Het is een antwoord op een vraag uit beide Kamers, en staat in onze traditie dat we kritisch zijn op onszelf. De analyse van de toestand van de democratische rechtsstaat, het parlementair stelsel en maatschappelijke ontwikkelingen hebben mijn fractie overtuigd dat er echt een aantal zaken moet veranderen willen we dat land blijven waar we in vrijheid en welvaart leven.
Voorzitter, als we de analyse naast het sociaaldemocratisch adagium ‘spreiding van kennis, inkomen en macht’ leggen zijn er ontwikkelingen die onze fractie zorgen baren. De boel bij elkaar houden betekent permanent onderhoud, omdat de samenleving continu verandert.
Dat praktisch opgeleiden, jongeren, mensen met migratie-achtergrond, mensen met onzeker werk en lage inkomens dreigen af te haken baart ons zorgen.
Een specifieke ontwikkeling baart de PvdA-fractie grote zorgen. Namelijk de ontwikkeling dat praktisch opgeleiden, jongeren, mensen met migratie-achtergrond, mensen met onzeker werk en lage inkomens dreigen af te haken. Dat betekent dat hun stem niet goed wordt vertegenwoordigd, dat zij niet meedoen in onze democratie en niet voldoende meedelen in de macht. Dat betekent dat ze weinig kans hebben om erbij te horen.
Het kan niet zo zijn dat alleen mensen met een goede opleiding en inkomenszekerheid het parlementair stelsel zoals het nu is wel ok vinden. Er moet iets veranderen. Vaak is de tegenvraag ‘Wat is het probleem? Het gaat toch goed zo?’ Diezelfde opmerkingen werd gehoord toen er geknokt werd voor het vrouwenkiesrecht. Destijds vonden politici die tegen het vrouwenkiesrecht waren dat het toch goed zo ging? Maar het gaat volgens de PvdA niet goed als bepaalde groepen niet meedoen, zich vervreemd voelen en dreigen af te haken. De spreiding van macht gaat niet goed als bepaalde groepen zich niet vertegenwoordigd voelen, en laten we wel wezen, ook niet zijn, en het idee gaan krijgen dat hun stem er niet toe doet. Of überhaupt de interesse voor de democratie verliezen. Herkent de minister deze ontwikkeling, dat mensen afgehaakt zijn en meer mensen dreigen af te haken? Baart hem dat zorgen? En wat wil hij er aan doen om deze mensen weer bij de democratie te betrekken?
Kort gezegd, mensen met onzekere contracten durven minder mondig te zijn naar hun werkgever.
Ik maak een uitstapje naar een ander onderzoeksgebied, de wereld van de arbeidsverhoudingen. Agnes Akkerman, hoogleraar aan de Radboud Universiteit, doet met een onderzoeksteam onderzoek naar de gevolgen van onzeker werk voor politieke betrokkenheid. Kort gezegd, mensen met onzekere contracten durven minder mondig te zijn naar hun werkgever, en hebben minder vertrouwen in het nut van politieke participatie, aldus Akkermans en haar mede-onderzoekers.
Gestraft worden voor je mondigheid, of genegeerd worden op je werk leidt ertoe dat mensen de wereld gaan indelen in goede en slechte mensen, een wij en een zij. Dit geldt trouwens voor mensen die toch al moeite hebben met grote machtsverschillen in de samenleving. Ze zijn daardoor ook vatbaarder voor populisme, dat immers de wereld indeelt in een wij en zij, zo blijkt het uit onderzoek van Akkerman.
Dat vindt de PvdA uitermate zorgelijk. Dat het vertrouwen in onze instituties vermindert, dat mensen die in onzekerheid leven eerder neigen naar autocraten en populisme aantrekkelijker vinden. De democratische rechtsstaat zou hen juist de zekerheid moeten geven dat hun situatie kan worden verbeterd, dat er wel naar hen geluisterd wordt, dat ze toegang hebben tot de macht. Als dat niet zo wordt ervaren moeten het stelsel verbeterd worden.
De PvdA vindt het zorgelijk dat het vertrouwen in onze instituties vermindert.
Voorzitter, terug naar het advies van de staatscommissie Parlementair stelsel. Ze stelt een aantal maatregelen voor om de representativiteit en de zeggenschap van alle kiezers te verbeteren. Drie daarvan zijn behoorlijk stevige maatregelen: de hervorming van het kiesstelsel, een bindend correctief referendum en de gekozen formateur.
Een daarvan heeft de regering een A gegeven, namelijk hervorming van het kiesstelsel. Daar voegt de regering echter wel een aantal ideeën aan toe, onduidelijk is wat de regering precies gaat overnemen. Kan de minister daar al enige duidelijkheid over scheppen? Het denkproces en wellicht ook de nieuwe ideeën?
De gekozen formateur vindt de regering geen goed idee, maar ze denkt wel na over andere maatregelen om de kiezer meer invloed te geven. Wij zijn uiteraard razend benieuwd met welke ideeën de regering komt, die de Staatscommissie niet heeft bedacht.
De PvdA-fractie is benieuwd naar de opvatting van de regering over het middel bindend correctief referendum. Volgens de staatscommissie is dat een goede manier om de representatieve democratie aan te vullen en een belangrijke tekortkoming aan te pakken, namelijk dat een groep burgers afhaakt, omdat zij te weinig hun belangen kunnen uiten. Uit onderzoek van SCP blijkt al jaren structureel steun voor het referendum, met name onder meer praktische opgeleiden en lagere inkomensgroepen. Onder deze groepen steunt 67% het referendum.
De juiste vorm van referendum is altijd een instrument in handen van het volk.
Als we het over referenda hebben is het wel van belang om het belangrijkste verschil scherp te hebben: referenda als middel van het volk of als middel van de regering. Het Brexit-referendum een voorbeeld van een ‘fout’ referendum, een instrument in handen van de machthebbers, top-down, in plaats van bottom-up. De juiste vorm van referendum is altijd een instrument in handen van het volk.
De Staatscommissie heeft het over het bindend correctief referendum, een initiatief vanuit het volk om een aangenomen wetsvoorstel terug te kunnen draaien. Het gebeurt immers wel eens dat wetsvoorstellen worden aangenomen die slechts een kleine minderheid echt wil. Dat is de Ostrogorski-paradox: de stem van de kiezer raakt afgezwakt in de opeenvolgende vertaalslagen tussen verkiezingscampagne en regeerakkoord.
In het Nederlandse stelsel met coalitieregeringen wordt dat effect zelfs versterkt. Volgens de Staatscommissie kan dat effect worden verzacht door mensen de mogelijkheid te geven een besluit terug te draaien. Het is een advies dat de regering een B heeft gegeven, ‘gaan we nog over nadenken’. Willen we de voor- en nadelen en de risico’s van dit type referendum goed kunnen doordenken dan helpt het als de regering hier ook haar mening over geeft. Wanneer zal de regering haar gedachten met het parlement delen?
Een andere constatering van de staatscommissie gaat over de bedreigingen van onze democratische rechtsstaat.
Voorzitter, een andere constatering van de staatscommissie gaat over de bedreigingen van onze democratische rechtsstaat. Sommige bedreigingen lijken nog ver weg. Dat in Polen de rechterlijke macht langzaamaan wordt uitgekleed en gepolitiseerd. Dat in Hongarije de vrije pers aan banden is gelegd. Hoe het referendum over de Brexit is beïnvloed door geavanceerde kiezersmanipulatie waarbij gebruik werd gemaakt van illegaal verkregen gegevens van mensen. De commissie noemt ook rechts-, links- en religieus extremisme en ondermijning door criminelen als bedreiging.
Andere bedreiging van de democratische rechtsstaat kunnen ontwikkelingen in de informatietechnologie zijn. Wie een aantal afleveringen van de serie Black Mirror heeft gezien krijgt een beetje gevoel bij de horrorscenario’s. Als technologie wordt gebruikt om ons te controleren en manipuleren. Het lijkt hier ver weg, maar de commissie maakt zich zorgen en meent dat politieke partijen transparant moeten worden over het gebruik van data en algoritmes. Een nieuwe wet op de politieke partijen zou waarborgen tegen bedreigingen moeten vormen. De PvdA-fractie wil graag de discussie voeren over deze nieuwe wet, en is dan ook benieuwd wanneer de regering deze naar de kamers zal sturen. Kan de minister daar uitsluitsel over geven?
We mogen van de regering serieuze inzet verwachten op zo’n belangrijk advies.
Voorzitter, in een gesprek met de commissie Binnenlandse Zaken verzuchtte de heer Remkes op een vraag of hij de regering ook zo traag vond reageren, dat het parlement zelf aan zet is en wat hem betreft niet hoefde te wachten op een Kabinetsreactie. De Tweede Kamer kan, gebruikmakend van haar recht op initiatief, alle voorstellen die wetswijzigingen vergen zelf uitwerken. Maar we weten allemaal hoe intensief zo’n traject is. We mogen van de regering serieuze inzet verwachten op zo’n belangrijk advies. Mijn fractie heeft echter niet de indruk dat de regering de uitwerking van de adviezen als topprioriteit heeft bestempeld, maar de regering moet me corrigeren als ik dat verkeerd zie.
Willen we het momentum houden dan is de PvdA-fractie van mening dat nog voor het einde van deze kabinetsperiode in ieder geval de zeven belangrijkste voorstellen van de commissie uitgewerkt moeten worden zodat beide Kamers daar richtinggevende debatten over kunnen voeren.
Sommige voorstellen vereisen een grondwetswijziging in twee lezingen. Wanneer die voorstellen niet voor de volgende verkiezingen in maart 2021 door beide Kamers zijn behandeld worden deze voorstellen wel heel erg op de lange baan geschoven. Welke voorstellen die de regering wil indienen vereisen een grondwetswijziging en kunnen die voorstellen nog voor de verkiezingen van maart 2021 worden behandeld?
Is de regering bereid toe te zeggen dat zij voor het meireces dit jaar de nog niet uitgewerkte punten van categorie B uitwerkt, en de voorstellen die zij wel overneemt in de vorm van een wetsvoorstel naar de Kamer stuurt? De regering heeft aangegeven niet het advies over de gekozen formateur over te nemen, maar wel alternatieven te bezien die burgers meer invloed geven op het formatieproces. Daar zijn we uiteraard razend benieuwd naar, zeker omdat de commissie daar zelf niet mee kwam. De PvdA kijkt reikhalzend uit naar de brille van de regering.
Voorzitter, tot slot. Onze democratie en onze rechtsstaat zijn de grond waarop de Nederlandse samenleving is gebouwd. Laten we haar koesteren en onderhouden. Niets doen 101 jaar na invoering van het algemeen kiesrecht en de boel laten afbladderen is wat de PvdA betreft geen optie. De PvdA fractie roept de regering op om in het jaar dat haar nog rest de adviezen van de staatscommissie uit te werken. En, indien er een grondwetswijziging nodig is dit jaar nog de wetsvoorstellen naar de Kamer te sturen.
Dank u wel.