EP: internetbedrijven moeten terrorismepropaganda binnen één uur offline halen

Met dank overgenomen van Europees Parlement (EP) i, gepubliceerd op donderdag 29 april 2021.

Binnenkort kunnen het EP en de lidstaten gaan onderhandelen over regels om internetbedrijven te verplichten terrorismepropaganda binnen één uur na een verwijderingsbevel offline te halen.

Vóór de Europese verkiezingen van mei is het Parlement het eens geworden over nieuwe EU-regels tegen verspreiding van internetcontent die aanzet tot terrorisme. Op 24 september besloot de commissie LIBE op basis daarvan dat de onderhandelingen met de EU-ministers nu van start kunnen gaan.

Wat vindt het Parlement belangrijk?

Het Parlement wil iets doen tegen radicalisering via internet en vindt daarom dat internetproviders verplicht moeten worden om internetcontent die aanzet tot terrorisme binnen één uur na een verwijderingsbevel van de nationale autoriteiten offline te halen. Snelle verwijdering is nodig omdat deze content meestal binnen enkele uren wordt verspreid. Internetproviders die zich herhaaldelijk of structureel niet aan de wet houden, kunnen een boete krijgen die kan oplopen tot 4 % van hun wereldwijde omzet.

Maar de EP-leden vinden niet alleen de openbare veiligheid belangrijk: ook de vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid moeten beschermd worden. De nieuwe regels moeten daarom niet gelden voor prikkelende of controversiële meningen over politiek gevoelige onderwerpen die via internet worden verspreid. De EP-leden vinden het ook belangrijk dat internetproviders ervoor zorgen dat gebruikers gemakkelijk een klacht kunnen indienen en dat klachten snel en op transparante wijze worden afgehandeld.

Daarnaast willen zij dat platforms waarop gebruikers hun content plaatsen, zoals Facebook of YouTube, niet verplicht worden om zelf actief hun platform schoon te houden. Het beoordelen van de content en het actief zoeken naar illegale activiteiten op internet is een te zware belasting voor de platforms zelf en moet daarom de verantwoordelijkheid zijn van de nationale overheden.

Het Parlement is er geen voorstander van om platforms te verplichten om filters of andere geautomatiseerde tools te gebruiken, omdat dan het gevaar bestaat dat niet-schadelijke content ten onrechte wordt aangemerkt als terroristisch.

Hoe gaat het in zijn werk?

De EU-landen moeten bepalen welke nationale instantie met deze taak belast wordt en de naam van die instantie aan de Europese Commissie i doorgeven. De Commissie publiceert vervolgens een lijst met alle bevoegde nationale instanties.

Als een nationale instantie terroristische content signaleert, moet zij het internetplatform opdracht geven om die content offline te halen. Het platform heeft dan een uur de tijd om die content te verwijderen of de toegang tot die content in alle EU-lidstaten te blokkeren.

Voor kleinere platforms stelt het EP een andere regeling voor. Kleine platforms die nog nooit een dergelijke opdracht hebben gekregen, moeten twaalf uur voordat er een opdracht tot verwijdering wordt gegeven, worden gewaarschuwd. Bovendien moeten zij informatie krijgen over de procedure en deadlines.

Achtergrond

In juni 2018 riepen de EU-leiders voor het eerst op tot wetgeving op dit gebied, waarna de Europese Commissie in september 2018 met een voorstel kwam. In december 2018 bereikte de Raad een politiek akkoord en in april 2019 besloot het EP om het voorstel voor een verordening te steunen.

Hoe nu verder?

Het besluit van de commissie LIBE om onderhandelingen met de Raad te starten zal tijdens de volgende plenaire vergadering van het EP worden bekendgemaakt. Als er niet om stemming wordt gevraagd, wordt het onderhandelingsmandaat bevestigd en kunnen de onderhandelingen van start gaan. Naar verwachting zal dat in oktober zijn.

Meer lezen over de EU en de bestrijding van terrorisme?

Dat kan in de volgende artikelen:

Andere informatie

Productinformatie

REF.: 20190919STO61425