Brief regering; Reactie op het rapport van de rapporteurs voor de Operatie Inzicht in Kwaliteit over de toepassing van artikel 3.1 van de Comptabiliteitswet 2016 - Verbetering verantwoording en begroting

Deze brief is onder nr. 155 toegevoegd aan dossier 31865 - Verbetering verantwoording en begroting.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Verbetering verantwoording en begroting; Brief regering; Reactie op het rapport van de rapporteurs voor de Operatie Inzicht in Kwaliteit over de toepassing van artikel 3.1 van de Comptabiliteitswet 2016
Document­datum 30-09-2019
Publicatie­datum 01-10-2019
Nummer KST31865155
Kenmerk 31865, nr. 155
Commissie(s) Financiën (FIN)
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2019-2020

31 865

Verbetering verantwoording en begroting

Nr. 155    BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 30 september 2019

Middels deze brief reageer ik op het rapport van de rapporteurs voor de Operatie Inzicht in Kwaliteit over de toepassing van artikel 3.1 van de Comptabiliteitswet 2016 dat op woensdag 11 september openbaar gemaakt is.

Ik wil allereerst mijn waardering uitspreken voor het initiatief van de rapporteurs Sneller en Snels om zelf onderzoek te doen naar de onderbouwing van beleidsvoorstellen en bij te dragen aan bewustwording in de Kamer over artikel 3.1 uit de Comptabiliteitswet (hierna: CW3.1). Zoals de rapporteurs zelf aangeven in het rapport, draagt aandacht van Kamerleden voor een goede onderbouwing van beleidsvoorstellen bij aan het gewenste leerproces, betere controle van de Kamer op de regering en daarmee aan de verbetering van de kwaliteit van beleid en de overheidsuitgaven.

De bevindingen van de rapporteurs komen op hoofdlijnen overeen met de bevindingen in mijn eerste en tweede monitor van CW3.11 In de eerste monitor concludeerde ik dat er ruimte voor verbetering zat in de onderbouwing van beleidsvoorstellen. In de tweede monitor concludeer ik dat de meeste voorstellen inmiddels een toelichting bevatten op doelstellingen, doeltreffendheid, doelmatigheid, beleidsinstrumentarium en financiële gevolgen, maar dat een evaluatieparagraaf in iets minder dan de helft van de gevallen nog ontbreekt. Ook blijft er ruimte voor verbetering van de kwaliteit van de toelichtingen, met name als het gaat om doeltreffendheid en doelmatigheid.

Het rapport van de rapporteurs bevat in totaal negen verbetersuggesties voor de Tweede Kamer en het kabinet. In mijn brief van 3 juni2 heb ik reeds uiteengezet dat ik de toepassing van CW3.1 gaandeweg wil verbeteren door extra toezicht op voorstellen met significante financiële gevolgen en door interdepartementale kennisdeling. In wat volgt geef ik

1    Kamerstuk 31 865, nr. 126, bijlage 4 en bijlage 2 van Voortgangsrapportage Operatie Inzicht in Kwaliteit die tegelijkertijd met deze brief aan de Tweede Kamer wordt toegezonden (Kamerstuk 31 865, nr. 156).

2    Kamerstuk 31 865, nr. 145.

kst-31865-155 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2019

een korte reactie op de specifieke verbetersuggesties van de rapporteurs, die gedeeltelijk overlappen met de ontwikkellijnen voor het evaluatie-stelsel zoals beschreven in de tweede voortgangsrapportage operatie Inzicht in Kwaliteit.

De eerste drie verbetersuggesties gaan over het verbeteren van de vindbaarheid van de vereiste toelichting in beleidsvoorstellen, wetsvoorstellen en begrotingsstukken. Ik onderschrijf het belang van vindbaarheid en zal de komende periode samen met de vakdepartementen verkennen op welke wijze dit kan worden verbeterd, zowel in individuele voorstellen als in begrotingsstukken. Ik wijs erop dat de Schrijfwijzer memorie van toelichting reeds aandacht vraagt voor de gevraagde toelichting.3 De komende maanden verken ik ook mogelijkheden voor verbetering van het (gebruik van het) Integraal afwegingskader voor beleid- en regelgeving, waarin naar aanleiding van CW3.1 extra informatie is opgenomen over nagestreefde doeltreffendheid, doelmatigheid en de evaluatieparagraaf. De vierde en vijfde verbetersuggestie gaan over verbetering van de evaluatieparagraaf en die te koppelen aan een evaluatieoverzicht per departement in een bijlage bij de begroting. Ik onderken het belang van een duidelijke evaluatieparagraaf bij substantiële beleidswijzigingen. Van belang daarbij is dat evaluaties proportioneel en toepasselijk zijn voor de aard en omvang van het voorstel. De planning van evaluaties en monitors wordt conform de Rijksbegrotingsvoorschriften al opgenomen in de Bijlage «Evaluatie- en overig onderzoek» van de begroting. Eén van de ontwikkellijnen binnen de operatie is gericht op het verbeteren van de strategische evaluatie- en onderzoeksplanning van departementen.

De zesde, zevende en achtste verbetersuggestie betreffen de oproep tot het duidelijk maken van gelaagdheid van doelstellingen en het formuleren van SMART-doelstellingen op verschillende niveaus. Zoals ik ook constateer in beide monitors worden doelen van beleidsvoorstellen in verschillende mate gespecificeerd. Ik zie de meerwaarde van zo scherp mogelijke doelstellingen op verschillende niveaus, maar wil ook pleiten voor maatwerk. Niet voor alle beleidsvoorstellen zijn op alle niveaus SMART doelstellingen mogelijk. Ik zal in mijn toezicht op de naleving van CW3.1 aandacht blijven besteden aan zo scherp mogelijke doelstellingen, rekening houdend met wat mogelijk is per voorstel.

De negende verbetersuggestie vraagt aandacht voor nagestreefde doelmatigheid van beleidsvoorstellen. In beide monitors is dit ook benoemd als aandachtspunt en ik blijf hier aandacht aan besteden in mijn toezicht en kennisdeling.

Concluderend wil ik benadrukken dat een goede toepassing van CW3.1 een belangrijke, maar geen eenvoudige opgave is. Welke mate van detail mogelijk is bij een toelichting op bijvoorbeeld de doeltreffendheid en doelmatigheid van een beleidsvoorstel verschilt per situatie. Ik wil ervoor waken dat dit artikel verwordt tot een «afvinkexercitie», waarbij de vraag wanneer een toelichting inhoudelijk goed genoeg is naar de achtergrond verdwijnt. Het laatste oordeel hierover is uiteindelijk aan de Kamer. Ik dank de rapporteurs dan ook voor de aandacht die zij hiervoor vragen vanuit de Kamer.

De Minister van Financiën,

W.B. Hoekstra

3 https://www.kcwj.nl/kennisbank/schrijfwijzer-memorie-van-toelichting

Tweede Kamer, vergaderjaar 2019-2020, 31 865, nr. 155 2


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.