Brief regering; Rapportage van fiscale knelpunten van grensarbeiders 2019 - Socialeverzekeringspositie van grensarbeiders - Hoofdinhoud

Deze brief is onder nr. 46 toegevoegd aan dossier 26834 - Socialeverzekeringspositie van grensarbeiders.

Officiële titel	Socialeverzekeringspositie van grensarbeiders; Brief regering; Rapportage van fiscale knelpunten van grensarbeiders 2019
Document­datum	27-09-2019
Publicatie­datum	30-09-2019
Nummer	KST2683446
Kenmerk	26834, nr. 46
Commissie(s)	Financiën (FIN)
Externe link	origineel bericht
Originele document in PDF

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2019-

2020

26 834

Socialeverzekeringspositie van grensarbeiders

Nr. 46

BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 27 september 2019

Ter uitvoering van de toezegging gedaan tijdens het Algemeen Overleg van 26 september 2018 over de belasting- en socialezekerheidspositie van grensarbeiders¹ zend ik u hierbij de rapportage van fiscale knelpunten van grensarbeiders 2019². Deze rapportage gaat in op onderwerpen die met name in het afgelopen jaar zijn gesignaleerd of onder de aandacht zijn gebracht.

Een onderwerp dat ik hier wil uitlichten, is een knelpunt bij het pensioen-artikel van het belastingverdrag tussen Nederland en Duitsland. Dat artikel is ook van toepassing op socialezekerheidsuitkeringen. Vanuit verschillende belangengroepen is kritiek gekomen op het effect van deze bepaling voor een tweetal specifieke Duitse (kortdurende) socialezekerheidsuitkeringen die worden betaald aan inwoners van Nederland die in Duitsland werken. Het gaat daarbij om het zogenoemde Krankengeld en Elterngeld. Indien deze Duitse uitkeringen op jaarbasis € 15.000 of lager zijn, zal het heffingsrecht aan de woonstaat (Nederland) toevallen. Doordat de arbeidsbeloning van een inwoner van Nederland die in Duitsland werkt doorgaans aan Duitsland ter heffing is, kan hierdoor dus een «verschuiving» van het heffingsrecht optreden. Anders dan het loon wordt de socialezekerheidsuitkering dan in Nederland en niet in Duitsland belast. Daarbij komt dat deze uitkeringen in Duitsland onbelast zijn en in Nederland in de heffing worden betrokken. Ik begrijp dat dit als onredelijk wordt ervaren.

Een oplossing voor deze situatie vergt een aanpassing van het belastingverdrag tussen Nederland en Duitsland. Ik ben hierover momenteel in constructief overleg met Duitsland. Ik merk daarbij wel op dat de aanpassing van een belastingverdrag zekere tijd in beslag kan nemen en dat ik voor overeenstemming uiteraard afhankelijk ben van Duitsland.

De Staatssecretaris van Financiën,

• M. 

  Snel

¹    Kamerstuk 26 834, nr. 41.

²    Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

kst-26834-46 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2019

Tweede Kamer, vergaderjaar 2019-2020, 26 834, nr. 46