Scorebord voor justitie - Vragen en antwoorden

Met dank overgenomen van Europese Commissie (EC) i, gepubliceerd op vrijdag 26 april 2019.

Vandaag publiceert de Europese Commissie i het EU-scorebord voor justitie 2019. Het biedt een vergelijkend overzicht van de onafhankelijkheid, kwaliteit en efficiëntie van de rechtsstelsels in de lidstaten van de EU. Het gaat om de zevende editie van het scorebord voor justitie.

Wat is het EU-scorebord voor justitie?

Het EU-scorebord voor justitie is een vergelijkend informatie-instrument dat als doel heeft de EU en de lidstaten bij te staan in hun streven naar efficiëntere nationale rechtsstelsels. Daartoe verstrekt het scorebord objectieve, betrouwbare en vergelijkbare gegevens over de kwaliteit, onafhankelijkheid en efficiëntie van rechtsstelsels in alle lidstaten.

Het scorebord draagt bij tot het inventariseren van goede praktijken, verbeteringen en mogelijke tekortkomingen. Het geeft weer hoe het functioneren van nationale rechtsstelsels zich in de loop der tijd ontwikkelt. Het scorebord geeft geen algemene rangschikking, maar wel een overzicht van de werking van alle rechtsstelsels. Het is gebaseerd op verschillende indicatoren die van gemeenschappelijk belang zijn voor alle lidstaten.

Uit het scorebord spreekt geen voorkeur voor een bepaald soort rechtsstelsel en ongeacht de vorm ervan of de rechtstraditie waarin het verankerd is, zijn snelheid, onafhankelijkheid, betaalbaarheid en gebruikersvriendelijkheid enkele essentiële kenmerken van een doeltreffend nationaal rechtsstelsel.

Waarom zijn nationale rechtsstelsels van belang voor de EU?

De rechtsstelsels spelen een cruciale rol bij de handhaving van de rechtsstaat en de kernwaarden van de Unie. Ze zorgen ervoor dat individuen en bedrijven hun rechten volledig kunnen uitoefenen, versterken het wederzijdse vertrouwen en dragen bij tot een bedrijfs- en investeringsvriendelijker klimaat in de interne markt. Een van de prioriteiten van het Europees semester, de jaarlijkse cyclus van economische beleidscoördinatie van de EU, bestaat er dan ook in de nationale rechtsstelsels doeltreffender te maken. Het EU-scorebord voor justitie helpt lidstaten om deze prioritaire doelstelling te bereiken.

Wat zijn de voornaamste nieuwe elementen van de zevende editie van het EU-scorebord voor justitie?

De editie van 2019 gaat nader in op bepaalde aspecten van de werking van de rechtsstelsels:

  • de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht: nieuwe indicatoren voor de autoriteiten die betrokken zijn bij tuchtprocedures voor rechters, bij de belangrijkste beheersbevoegdheden ten aanzien van nationale vervolgingsinstanties, en bij de benoeming en het ontslag van nationale aanklagers;
  • investeringen in rechtsstelsels: een nieuw overzicht van de wijze waarop financiële middelen in elk rechtsstelsel worden besteed;
  • kwaliteit van de rechtsbedeling: een nieuw overzicht van de normen die in de hoogste rechtbanken worden gebruikt om de kwaliteit van rechterlijke beslissingen te verbeteren, in samenwerking met de Europese justitiële netwerken (de Vereniging van de Raden van State en Hoge Administratieve Rechtscolleges van de EU en het netwerk van voorzitters van de Hoge Rechtscolleges van de EU).

Ook laat het scorebord zien:

  • hoe burgers en bedrijven aankijken tegen de onafhankelijkheid van rechters, in vergelijking met eerdere jaren (zie de Eurobarometer-enquête van 2019 over de perceptie van de onafhankelijkheid van de rechtsstelsels in de EU-lidstaten bij het grote publiek en de Eurobarometer-enquête van 2019 over de perceptie van de onafhankelijkheid van de rechtsstelsels in de EU-lidstaten bij bedrijven).
  • hoe rechtsbijstand en gerechtskosten van invloed zijn op de toegang tot de rechter;
  • hoe kwetsbaarder groepen toegang hebben tot de rechter, zoals kinderen, personen met een visuele of auditieve beperking, slachtoffers van gendergerelateerd geweld en niet-moedertaalsprekers.

Wat zijn de belangrijkste bevindingen van het EU-scorebord voor justitie 2019?

  • Positieve trend inzake de efficiëntie van rechtsstelsels: uit gegevens over efficiëntie over een periode van acht jaar (2010-2017) blijkt dat er sprake is van positieve ontwikkelingen in de meeste lidstaten waarvan in het Europees semester is vastgesteld dat ze met specifieke problemen kampen.
  • Stabiel gebleven investeringen in justitie: over het geheel genomen, zijn de totale algemene overheidsuitgaven voor rechtbanken in 2017 in de meeste lidstaten stabiel gebleven. De uitsplitsing van deze uitgaven in verschillende categorieën, zoals salarissen, gerechtsgebouwen, software, huur van gebouwen of rechtsbijstand, vertoont echter aanzienlijke verschillen in de bestedingspatronen tussen de lidstaten.
  • Er blijven uitdagingen op het gebied van de perceptie van de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht: in ongeveer twee derde van de lidstaten is de perceptie van de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht positiever geworden ten opzichte van 2016. Ten opzichte van vorig jaar is die perceptie bij het grote publiek echter negatiever geworden in meer dan twee derde van de lidstaten waarvan in het Europees semester is vastgesteld dat ze met specifieke problemen kampen. De meest genoemde reden voor het gepercipieerde gebrek aan onafhankelijkheid van rechtbanken en rechters is de inmenging of druk van regeringen en politici.
  • De meeste lidstaten zorgen voor kwalitatief hoogstaande rechterlijke beslissingen door opleiding van rechters: wat betreft de normen die in de hoogste rechtbanken worden gebruikt om de kwaliteit van rechterlijke beslissingen te verbeteren, bieden de meeste rechtbanken rechters een specifieke opleiding aan over de structuur, de redeneerstijl en de formulering van rechterlijke beslissingen. In sommige lidstaten hebben gebruikers van rechtbanken toegang tot mechanismen om verduidelijking te krijgen over rechterlijke beslissingen, wat een interessante praktijk is om de rechtsstelsels burgervriendelijker te maken.
  • Uiteenlopende waarborgen voor nationale vervolgingsinstanties en tuchtprocedures: wat de nationale vervolgingsinstanties betreft, blijkt uit het EU-scorebord voor justitie dat er in een aantal lidstaten sprake is van een zekere mate van concentratie van de belangrijkste beheersbevoegdheden bij één enkele autoriteit. Bovendien is in de meeste landen de raad voor de rechtspraak of de raad voor rechtsvervolging betrokken bij de benoeming en het ontslag van nationale aanklagers. Wat tuchtprocedures voor rechters betreft, is de autoriteit die over tuchtsancties beschikt, in de meeste lidstaten een onafhankelijke autoriteit, zoals een rechtbank of een raad voor de rechtspraak. In sommige lidstaten is het een speciale rechtbank waarvan de leden specifiek door de raad voor de rechtspraak, door rechters of, in één lidstaat, door de minister van Justitie worden geselecteerd of benoemd.
  • De werklast op het gebied van mededinging neemt af: de totale werklast van de rechtbanken in de lidstaten is aanzienlijk afgenomen, waardoor de duur van de rechterlijke toetsing in zeven lidstaten aanzienlijk is afgenomen.
  • Beperkt gebruik van ICT-hulpmiddelen in bepaalde landen: in veel lidstaten is het potentieel van ICT-systemen voor dossierbeheer nog niet volledig benut en is er in vergelijking met voorgaande jaren geen vooruitgang geboekt. In sommige lidstaten is het nog steeds niet mogelijk om landelijke gegevens over alle rechtsgebieden te verzamelen.
  • Beperkte toegang tot de rechter voor minder draagkrachtige burgers: in sommige lidstaten krijgen burgers met een inkomen onder de armoedegrens in bepaalde soorten geschillen geen rechtsbijstand. In vergelijking met vorig jaar hebben twee van die lidstaten rechtsbijstand toegankelijker gemaakt. De moeite om voor rechtsbijstand in aanmerking te komen in combinatie met de soms aanzienlijke gerechtskosten in sommige lidstaten kan mensen in armoede er echter van weerhouden een beroep op de rechter te doen.
  • De duur van procedures tegen witwassen blijft een uitdaging: uit gegevens blijkt dat in ongeveer de helft van de lidstaten de gerechtelijke procedures ter bestrijding van witwassen in eerste aanleg gemiddeld tot een jaar duren. In sommige lidstaten die met problemen worden geconfronteerd, kunnen deze gemiddeld twee of meer jaar duren.

Wat is het verband tussen het EU-scorebord voor Justitie en de EU-instrumenten op het gebied van rechtsstaat?

Het EU-scorebord voor justitie is een van de EU-instrumenten op het gebied van de rechtsstaat.

In het jaarlijkse EU-scorebord voor justitie wordt gekeken naar een aantal indicatoren om de onafhankelijkheid, de kwaliteit en de efficiëntie van nationale rechtsstelsels te beoordelen. Dit vergelijkende instrument wordt aangevuld met landspecifieke beoordelingen, die in de landverslagen van het Europees semester worden gepresenteerd. Dit maakt een diepgaandere analyse op basis van de nationale juridische en institutionele context mogelijk.

Het instrumentarium van de EU op het gebied van de rechtsstaat bestaat uit een breed scala aan instrumenten om problemen op het gebied van de rechtsstaat in de lidstaten zorgvuldig te monitoren, te beoordelen en aan te pakken, waaronder inbreukprocedures, het Europees semester, het EU-scorebord voor justitie, het mechanisme voor samenwerking en toetsing (CVM), het kader voor de rechtsstaat en de procedure van artikel 7 VEU.

In haar op 3 april gepubliceerde mededeling over de verdere versterking van de rechtsstaat heeft de Commissie de EU-instellingen en de lidstaten, evenals andere belanghebbenden, verzocht om mee te denken over de manier waarop de instrumenten op het gebied van de rechtsstaat in de toekomst verder kunnen worden ontwikkeld.

Voortbouwend op deze denkoefening en het lopende debat zal de Commissie in juni 2019 op deze kwestie terugkomen met haar eigen conclusies en voorstellen.

Wat is het Europees semester?

Het Europees semester is de jaarlijkse cyclus voor de coördinatie van het economisch, sociaal en budgettair beleid van de EU. Elk jaar verricht de Europese Commissie een gedetailleerde analyse van de programma's voor economische en structurele hervormingen van de EU-lidstaten en doet zij hun aanbevelingen voor de komende 12-18 maanden, die moeten worden vastgesteld door de Raad. De cyclus van het Europees semester begint in november met de publicatie van de jaarlijkse groeianalyse van de Commissie en het voorstel van de Commissie voor een aanbeveling over het economisch beleid van de eurozone. De jaarlijkse groeianalyse bevat algemene economische en sociale prioriteiten voor de EU en biedt de lidstaten algemene beleidsrichtsnoeren voor het volgende jaar. De aanbeveling voor de eurozone biedt de lidstaten van de eurozone maatadvies over kwesties die van belang zijn voor de werking van de eurozone als geheel.

Zoals de Commissie in de jaarlijkse groeianalyse 2019 benadrukt, dragen “[g]oed functionerende openbare instellingen bij tot een hogere groei en zijn zij een eerste vereiste om andere hervormingen met succes uit te voeren” en omvat “[d]it […] de eerbiediging van de rechtsstaat”. Ook wordt benadrukt dat “[d]e rechtsstaat, doeltreffende rechtsstelsels en solide corruptiebestrijdingskaders [...] cruciaal [zijn] om ondernemingen aan te trekken en economische groei mogelijk te maken. Dit houdt met name verband met de onafhankelijkheid en de efficiëntie van de rechterlijke macht, alsook met een ruime benadering van corruptiebestrijding, waarbij preventie, doeltreffende vervolging en sancties worden gecombineerd”.

In de Aanbeveling voor de eurozone van 2019, zoals goedgekeurd door de Europese Raad van 21-22 maart 2019, wordt benadrukt dat de kwaliteit van de instellingen en met name de doeltreffendheid van de rechtsstelsels moet worden verbeterd.

Hoe draagt het EU-scorebord voor justitie bij aan het Europees Semester?

In het scorebord wordt gekeken naar een aantal indicatoren om de onafhankelijkheid, de kwaliteit en de efficiëntie van nationale rechtsstelsels te beoordelen. Het helpt ook bij de beoordeling van de gevolgen van justitiële hervormingen in de lidstaten. Indien een rechtsstelsel volgens het scorebord slecht presteert, vereisen de oorzaken daarvan altijd nadere analyse van de nationale juridische en institutionele context. Deze landspecifieke beoordeling wordt in het kader van het Europees semester uitgevoerd door middel van een bilaterale dialoog met de betrokken autoriteiten en belanghebbenden.

Bij deze landspecifieke beoordeling wordt rekening gehouden met de kenmerken van het rechtsstelsel en de context van de betrokken lidstaat. Dit kan ertoe leiden dat de Commissie de Raad voorstelt landspecifieke aanbevelingen te doen om nationale rechtsstelsels te verbeteren.

Hoe kunnen effectieve rechtsstelsels bijdragen tot groei?

Reeds lange tijd wordt vastgesteld dat een doeltreffende rechtspleging die de rechtsstaat eerbiedigt, positieve gevolgen voor de economie sorteert. Wanneer het rechtsstelsel garandeert dat rechten worden gehandhaafd, zijn kredietverleners eerder geneigd leningen te verstrekken, worden bedrijven weerhouden van opportunistisch gedrag, nemen de transactiekosten af en zijn innovatieve bedrijven eerder bereid om te investeren.

De positieve impact van goed functionerende nationale rechtsstelsels op de economie wordt ondersteund door veel studies en academische literatuur, onder andere van Europese Centrale Bank, het Internationaal Monetair Fonds, de OESO, het Economisch Wereldforum en de Wereldbank.

Hoe onderzoekt het EU-scorebord voor justitie 2019 de efficiëntie van rechtsstelsels?

Het scorebord maakt gebruik van indicatoren voor de drie voornaamste kenmerken van een effectief rechtsstelsel: efficiëntie, kwaliteit en onafhankelijkheid.

  • Efficiëntie

De indicatoren in verband met de efficiëntie van de procedures betreffen onder meer: de werklast, de duur van de gerechtelijke procedures (beslissingstermijn); het afhandelingspercentage (de verhouding van het aantal afgehandelde zaken tot het aantal binnenkomende zaken) en het aantal aanhangige zaken; Het scorebord geeft ook de gemiddelde duur weer van procedures op specifieke gebieden waarop het EU-recht van toepassing is.

  • Kwaliteit

Eenvoudige toegang tot de rechter, toereikende middelen, doeltreffende beoordelingsinstrumenten en passende normen dragen in hoge mate bij aan de kwaliteit van de rechtsstelsels. Het scorebord meet deze factoren aan de hand van diverse indicatoren, zoals elektronische indiening van vorderingen, communicatie tussen het gerecht en de partijen, opleiding van rechters, financiële middelen, ICT-systemen voor dossierbeheer en ICT-normen.

  • Onafhankelijkheid

Het scorebord onderzoekt de perceptie van de rechterlijke onafhankelijkheid bij het algemene publiek en in het bedrijfsleven. Ook bevat het informatie over juridische waarborgen in de lidstaten voor bepaalde situaties waarin de rechterlijke onafhankelijkheid in het geding zou kunnen zijn, en overzichten van de organisatie van de nationale vervolgingsinstanties.

Hoe komt het EU-scorebord voor justitie tot stand?

Het scorebord maakt gebruik van verscheidene informatiebronnen. Een groot deel van de kwantitatieve gegevens wordt verstrekt door de Commissie voor efficiëntie in justitie van de Raad van Europa (CEPEJ), waarmee de Commissie een overeenkomst heeft gesloten om een specifieke jaarlijkse studie uit te voeren. Deze gegevens betreffen de periode 2010-2017 en zijn door de lidstaten verstrekt overeenkomstig de CEPEJ-methodologie. De studie bevat tevens nadere toelichtingen en landspecifieke factsheets die een bredere context geven en in samenhang met de grafieken moeten worden gelezen.

De andere gegevensbronnen zijn de groepen van contactpersonen inzake de nationale rechtsstelsels, het Europees netwerk van de Raden voor de rechtspraak (ENCJ), het netwerk van voorzitters van de Hoge Rechtscolleges van de EU, de Vereniging van Raden van State en Hoogste Administratieve Rechtscolleges van de Europese Unie (ACA), het Europees Concurrentienetwerk, het Comité voor communicatie, het Europees Waarnemingscentrum voor inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten, de Deskundigengroep witwassen en terrorismefinanciering, Eurostat, het Europees netwerk voor justitiële opleiding (EJTN), en het Economisch Wereldforum.

Waarom ontbreekt een aantal gegevens?

Hoewel er nog gegevens ontbreken voor bepaalde lidstaten, wordt de gegevenskloof steeds kleiner. De resterende problemen op het gebied van gegevensverzameling zijn vaak te wijten aan de onvoldoende statistische capaciteit of het feit dat de nationale categorieën waarvoor gegevens worden verzameld, niet exact overeenstemmen met de categorieën van het scorebord. In een zeer klein aantal gevallen is de gegevenskloof het gevolg van een gebrek aan medewerking van de nationale autoriteiten. De Commissie zal de lidstaten blijven aanmoedigen om die gegevenskloof verder te verkleinen.

Voor meer informatie

Persbericht

MEMO/19/2233

 

Contactpersoon voor de pers:

Voor het publiek: Europe Direct per telefoon 00 800 67 89 10 11 of e-mail