In memoriam Ruud Lubbers

Met dank overgenomen van A.H.G. (Alexander) Rinnooy Kan i, gepubliceerd op woensdag 25 juli 2018, 3:02.

Ruud Lubbers was een onvergetelijke man. Hij was een van die mensen die bij binnentreden een hele ruimte vulde, iemand met een nooit te negeren aanwezigheid. Hij schiep alleen al verwachtingen door ergens te zijn, hij kreeg overal onmiddellijk aandacht als hij het woord nam. In zijn immense loopbaan verkeerde hij met alle machtigen der aarde, en wist hij ook in de indrukwekkendste kring een effectief vertegenwoordiger te zijn van een klein land met grote ideeën.

Arrogantie was hem vreemd. Het ontbrak hem niet aan zelfverzekerdheid; een mening had hij over alles, en hij aarzelde niet om die uit te dragen. Maar inhoudelijke opponenten waren voor hem in de eerste plaats verkeerd geïnformeerden die te overtuigen zouden moeten zijn van hun ongelijk. Daar zette hij zich voor in, met onstuitbare energie. En als de kern van de onenigheid niet een recht te zetten misverstand betrof maar een fundamenteel verschil in uitgangspunt, dan respecteerde hij dat met een hoffelijkheid die ontwapende en verbond. Boos was hij bijna nooit.

Taal was zijn wapen. Er is veel geschreven over de wonderbaarlijke rijkdom van zijn woordgebruik en over zijn vermogen om zinnen te construeren waarin iedereen wel iets van zijn gading kon vinden. Ruud Lubbers verpakte zijn ideeën zo elegant en feestelijk dat de verleiding veelal onweerstaanbaar was om hem maar direct het voortouw te gunnen bij een nadere uitwerking. Die nam hij dan onmiddellijk ter hand, en voordat de luchtige verwarring die zijn woorden hadden aangericht was omgeslagen in wantrouwen, lag er een plan dat zo plausibel was dat onmiddellijke adoptie ervan voor de hand lag. Inmiddels was Ruud onderweg naar zijn volgende karwei.

Veel van die karweien heeft hij afgemaakt, en zolang dat ergens nog niet helemaal was gelukt gaf hij niet op. Zijn zorgen over de toekomst van de planeet waren volstrekt authentiek, en ook toen zijn energie enigszins terug begin te lopen, bleef hij beschikbaar om mee te denken en mee te doen aan alle pogingen om daarvoor aandacht te vragen. Ontelbaar zijn de deuren die hij wist te openen, ook als ze hermetisch gesloten leken te zijn. Zijn beroemde bereidheid om “even mee te denken” gaf op vele momenten net het duwtje dat nodig was. De tijd drong. In zijn leven moest het onmogelijke tot stand komen.

Ruud Lubbers was een man met een groot hart. Hartelijk was hij naar oude vrienden, maar ook naar nieuwe bondgenoten. Naar een nieuwe voorzitter van VNO bijvoorbeeld, die in 1990 als buitenstaander belandde in Den Haag en een plek moest veroveren in een wereld die Ruud Lubbers kende als weinig anderen. Het ging hem allemaal gemakkelijk af. Hij gunde eenieder de ruimte, was gul met zijn ideeën, liet anderen het krediet. Hij incasseerde tegenvallers zonder te klagen en deelde meevallers in de ruimst mogelijke kring.

Het was een voorrecht om te verkeren in de ban van zijn uitstraling, om weggespoeld te worden door zijn charme, om hem bij voorbaat het voordeel van de twijfel te gunnen, en om hem te volgen op de vele wegen die hij in een rusteloos tempo bewandelde, voortdurend onderweg naar een betere wereld.