Amhaouch: leg nadruk op impact van bedrijven met voortrekkersrol, bij evaluatie convenanten - Hoofdinhoud
Op het gebied van Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO) zijn er een aantal convenanten gesloten tussen bedrijven (sectoren), maatschappelijke organisaties, vakbonden en de overheid. Bij de evaluatie van die convenanten moet de nadruk komen te liggen op bedrijven met een voortrekkersrol. Daar heeft CDA woordvoerder Mustafa Amhaouch voor gepleit tijdens een overleg met minister Kaag over IMVO. Amhaouch: “We kunnen de voortgang beter gaan afmeten aan de kwaliteit dan aan de kwantiteit. In deze fase liever een paar grote bedrijven met veel impact, dan duizend kleine bedrijven die er heel weinig aan (kunnen) doen.” De minister was het op dit punt eens met het CDA. Ook wilde Amhaouch dat de minister in haar beleidsnota de piketpaaltjes slaat voor IMVO met realistische verwachtingen en ambities, want IMVO is meer dan alleen convenanten.
Amhaouch pleitte ook voor een zo spoedig mogelijke evaluatie van de convenanten. Hij wilde graag van de minister weten waarom er pas in 2019 een evaluatie over de verschillende convenanten staat gepland. De minister gaf aan dat bij een evaluatie de effectiviteit en de efficiency van de convenanten wordt gemeten. De SER heeft aangegeven dat je pas na drie tot vijf jaar de impact van een convenant kunt meten. Vandaar dat er dit jaar alleen een procesevaluatie zal plaatsvinden, en pas volgend jaar een complete evaluatie.
Amhaouch vroeg ook aandacht voor de wildgroei aan keurmerken. Belangrijkste vraag is daarbij of ze hun oorspronkelijke doel bereiken en welke impact ze hebben. De consumenten kunnen inmiddels door de bomen het bos niet meer zien. Hij vroeg de minister om hier een analyse van te maken. De minister was het met Amhaouch eens dat de vele keurmerken verwarrend zijn en kostbaar zijn voor consument en extra administratieve lasten voor (MKB) bedrijven opleveren. Ze zegde toe dat ze dit punt zal bespreken met haar collega-minister van Economische Zaken en hier bij de Kamer op terug zal komen.