Verslag van een schriftelijk overleg inzake dataretentie - JBZ-Raad - Hoofdinhoud

Dit verslag van een schriftelijk overleg is onder nr. IG toegevoegd aan dossier 32317 - JBZ-raad i.

Officiële titel	JBZ-Raad; Verslag van een schriftelijk overleg inzake dataretentie
Document­datum	09-11-2017
Publicatie­datum	09-11-2017
Nummer	KST32317IG
Kenmerk	32317, nr. IG
Externe link	origineel bericht
Originele document in PDF

32 317 JBZ-Raad

IG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 9 november 2017

De leden van de vaste commissies voor Immigratie & Asiel / JBZ-Raad¹ en voor Justitie en Veiligheid² hebben kennisgenomen van het verslag van de JBZ-Raad van 6-7 juli 2017 waarin de toenmalige Minister van Veiligheid en Justitie reageert op de verzoeken van de commissies inzake dataretentie.³ De leden van de GroenLinks-fractie hebben naar aanleiding hiervan bij brief van 5 oktober 2017 een aantal vragen gesteld aan de Minister van Veiligheid en Justitie en enige opmerkingen gemaakt. De leden van de D66-fractie hebben zich hierbij aangesloten.

De huidige Minister van Justitie en Veiligheid heeft op 8 november 2017 gereageerd.

De commissies brengen bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier voor dit verslag, Van Dooren

BRIEF VAN DE VOORZITTERS VAN DE VASTE COMMISSIES VOOR IMMIGRATIE EN ASIEL /JBZ-RAAD EN VOOR VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Minister van Veiligheid en Justitie

Den Haag, 5 oktober 2017

De leden van de vaste commissies voor Immigratie & Asiel / JBZ-Raad en voor Veiligheid en Justitie hebben met belangstelling kennisgenomen van het verslag van de JBZ-Raad van 6-7 juli 2017 waarin u reageert op de verzoeken van de commissies inzake dataretentie.⁴ De leden van de GroenLinks-fractie hebben naar aanleiding hiervan de volgende vragen en opmerkingen. De leden van de D66-fractie sluiten zich hierbij aan.

De leden van de GroenLinks-fractie volgen met belangstelling de besprekingen binnen de Raad over de gevolgen van de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: HvJ EU) over dataretentie, in het bijzonder het arrest Tele2 Sverige AB.⁵ Uit het verslag van de JBZ-raad van 6 en 7 juli 2017 blijkt dat u het standpunt naar voren heeft gebracht dat het bewaren van gebruikersgegevens verenigbaar zou zijn met de uitspraak van het HvJ EU.⁶ Hoe beoordeelt u het HvJ EU Tele2 arrest in het licht van het arrest Digital Rights Ireland⁷? In beide arresten lezen deze leden namelijk dat ook gebruikersgegevens beperkt kunnen worden bewaard in doel (alleen voor de bestrijding van ernstige misdrijven), in tijd, geografisch gebied en in personele reikwijdte en alleen van personen die waarschijnlijk betrokken zijn bij ernstige criminaliteit. Erkent u dat de retentie eveneens beperkt moet zijn tot het strikt noodzakelijke ten aanzien van de categorieën van data en de soort communicatiemiddelen? Erkent u tevens dat het HvJ EU procedurele voorwaarden stelt zoals voorafgaande toestemming door een rechter of onafhankelijke autoriteit, alleen toegang tot gegevens van verdachten van een ernstig misdrijf, de verplichting om de betreffende personen te informeren over de retentie en/of gebruik van gegevens, de verplichting om de gegevens binnen de EU te bewaren en houden, en de verplichting tot vernietiging van de gegevens aan het eind van de dataretentie periode? Zo ja, welke mogelijkheden ziet u dan nog concreet voor dataretentie op EU of landelijk niveau en in het kader van EU-overeenkomsten met derde landen? In hoeverre bent u van mening dat de dataretentie weer mogelijk wordt door middel van aanpassing van secundaire EU-wetgeving, gelet op de grenzen die artikel 7, 8 en 11 van het Handvest van de grondrechten van de EU stellen aan dataretentie en het gebruik van bewaarde gegevens? Welke aanpassingen acht u wenselijk in dat opzicht? Wat is precies de Nederlandse inbreng (welke voorstellen maar ook welke bezwaren) bij de besprekingen binnen de ad-hoc groep en de JBZ-Raad?

Tot slot vragen de leden van de GroenLinks-fractie voor welke wetgeving of wetgevingsvoorstellen op nationaal niveau de jurisprudentie van het HvJ EU over dataretentie gevolgen heeft? Op welke punten is er sprake van spanning of schending met deze jurisprudentie en op welke wijze lost u dit op?

De leden van de vaste commissies voor Immigratie & Asiel / JBZ-Raad en voor Veiligheid en Justitie zien uw reactie met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag binnen vier weken na dagtekening van deze brief.

De voorzitter van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel / JBZ-Raad, R.G.J. Dercksen

De voorzitter van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie, A.W. Duthler

BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 november 2017

Bij brief van 20 juli 2017 heeft uw Kamer het verslag van de bijeenkomst van de informele Raad van Justitie en Binnenlandse Zaken van 6 en 7 juli te Tallinn aangeboden gekregen (Kamerstukken I 2016/17, 32 317, HZ). Bij brief van 5 oktober 2017 (kenmerk 161394.03u) heeft u namens de vaste commissies voor Immigratie & Asiel / JBZ-Raad en voor Veiligheid en Justitie een aantal vragen over het onderwerp dataretentie gesteld. Deze vragen hebben onder meer betrekking op de verenigbaarheid van het bewaren van zogenoemde gebruikersgegevens met de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof) over dataretentie, in het bijzonder het arrest Tele2 Sverige AB, de daarin gestelde voorwaarden, de mogelijkheden voor dataretentie op EU of nationaal niveau, de Nederlandse inbreng bij de besprekingen binnen de ad-hoc raadswerkgroep en de JBZ-Raad en de gevolgen van voornoemd arrest voor de wetgeving of wetgevingsvoorstellen op nationaal niveau.

Zoals eerder aan het parlement bericht worden de consequenties van het arrest van het Hof van 21 december 2016 thans nader onderzocht (Kamerstukken II 2016/17, 34 537, nr. 6). Ik ben voornemens op korte termijn een brief aan beide Kamers der Staten-Generaal te sturen waarin zal worden ingegaan op de gevolgen van het arrest van het Hof in de gevoegde zaken Tele2 Sverige AB en Watson (zaken C-203/15 en C-698/15) voor het wetsvoorstel met Kamerstuk 34 537, mede in het licht van hetgeen met betrekking tot het bewaren van telecommunicatiegegevens (dataretentie) in het Regeerakkoord «Vertrouwen in de toekomst» is aangekondigd.

Vanwege de inhoudelijk nauwe samenhang met de vragen van de vaste commissies voor Immigratie & Asiel / JBZ-Raad en voor Veiligheid en Justitie zaken Tele2 Sverige AB en Watson zal ik de beantwoording van die vragen in deze brief betrekken.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Noot ¹

Samenstelling Immigratie en Asiel / JBZ-Raad:

Engels (D66), Nagel (50plus), Van Bijsterveld (CDA), Duthler (VVD), Ten Hoeve (OSF), Schaap (VVD), Strik (GL) (vice-voorzitter), Knip (VVD), Barth (PvdA), Beuving (PvdA), Faber-van de Klashorst (PVV), Schouwenaar (VVD), Gerkens (SP), Bredenoord (D66), Dercksen (PVV) (voorzitter), D.J.H. van Dijk (SGP), Van Hattem (PVV), Knapen (CDA), Nooren (PvdA), Oomen-Ruijten (CDA), Rombouts (CDA), Stienen (D66), Teunissen (PvdD), Wezel (SP), Bikker (CU), Overbeek (SP).

Noot ²

Samenstelling Justitie en Veiligheid:

Engels (D66), Ruers (SP), Van Bijsterveld (CDA) (vice-voorzitter), Duthler (VVD) (voorzitter), Ten Hoeve (OSF), Koffeman (PvdD), Strik (GL), Knip (VVD), Backer (D66), Barth (PvdA), Beuving (PvdA), Schouwenaar (VVD), Van Strien (PVV), Kok (PVV), Gerkens (SP), Vlietstra (PvdA) Lokin-Sassen (CDA), Bredenoord (D66), Dercksen (PVV), D.J.H. van Dijk (SGP), Van Rij (CDA), Rombouts (CDA), Van de Ven (VVD), Wezel (SP), Bikker (CU), Baay-Timmerman (50PLUS).

Noot ³

Kamerstukken I 2016/17, 32 317, HZ.

Noot ⁴

Kamerstukken I 2016/17, 32 317, HZ.

Noot ⁵

HvJ EU 21 december 2016 C-203/15.

Noot ⁶

Kamerstukken I 2016/17, 32 317, HZ, p. 5.

Noot ⁷

HvJ EU 8 april 2014 C-293/12.