Laat studenten mee-beoordelen (met Stefan Wirken)

Met dank overgenomen van A.H.G. (Alexander) Rinnooy Kan i, gepubliceerd op maandag 28 augustus 2017, 2:45.

Het hoger onderwijs wordt massaler en massaler. De studentenaantallen op universiteiten en hogescholen blijven groeien; de rijksbijdrage blijft daar behoorlijk bij achter. Een van de consequenties daarvan is de gestage opmars van de multiple choice toets, die geheel geautomatiseerd valt te beoordelen en zo docententijd en dus docentenkosten bespaart. Van studenten wordt zo steeds minder vaak verlangd om een behoorlijk essay in te leveren, en de beschikbare tijd voor de beoordeling wordt bovendien steeds beperkter. En dat terwijl schriftelijk uitdrukkingsvermogen van oudsher toch al niet het sterkste punt van de Nederlandse afgestudeerden was.

Zouden studenten zelf bij elkaars beoordeling een rol kunnen spelen? “Peer review” is in de wetenschap een standaard proces. Maar het voegt alleen echt waarde toe als het met nauwgezette toewijding gebeurt, en er is weinig reden die toewijding te veronderstellen als er voor de beoordelende student niets op het spel staat. Eerder zal er terughoudendheid zijn om medestudenten te confronteren met scherp inhoudelijk commentaar. Wederzijdse bewondering is sneller te verwoorden en levert minder sociale risico’s op dan wederzijdse kritiek.

Ons voorstel is om wederzijdse beoordeling te ontdoen van zijn vrijblijvendheid door de kwaliteit ervan significant mee te laten wegen in het eindoordeel over een student. Elke student moet dan dus een of twee door medestudenten ingeleverde essays van inhoudelijk commentaar voorzien, en de docent verwerkt zijn eigen oordeel over de kwaliteit van dat commentaar in het eindcijfer van de student in kwestie. Dat creëert een stevige prikkel voor de student om het opstellen van zo’n commentaar serieus te nemen. Uiteraard blijft het inhoudelijk oordeel van de docent over elk essay zelf de belangrijkste determinant van elk eindcijfer.

Deze aanpak heeft twee voordelen. In de eerste plaats is te verwachten dat een fatsoenlijke terugkoppeling naar de essayschrijvers zo tot stand zal komen met een geringer tijdbeslag voor de docent: de studenten zullen vaak met hetzelfde inhoudelijk commentaar komen als de docent van plan was geweest. De ruimte voor essays en daarmee voor de bevordering van de schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid tijdens de studie zal daardoor kunnen toenemen.

In de tweede plaats, tenminste even belangrijk, stelt de rol als serieuze beoordelaar van andermans tekst studenten in staat om ervaring op te doen met een vaardigheid die in hun latere professionele leven met regelmaat van hen verlangd zal worden. Goed kunnen schrijven is belangrijk, een scherp en constructief oordeel kunnen formuleren over het werk van collega’s is dat evenzeer.

Een essayopdracht langs bovenstaande lijnen georganiseerd levert zo winst op voor student, docent en opleiding. Tijd voor een serieus experiment.