Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden - Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2017 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Dit verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden is onder nr. 3 toegevoegd aan wetsvoorstel 34730 XIII - Wijziging begroting Economische Zaken en het Diergezondheidsfonds 2017 (Voorjaarsnota).

1.

Kerngegevens

Officiële titel Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2017 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota); Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden; Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden
Document­datum 27-06-2017
Publicatie­datum 27-06-2017
Nummer KST34730XIII3
Kenmerk 34730 XIII, nr. 3
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

34 730 XIII Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2017 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Nr. 3 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 28 juni 2017

De vaste commissie voor Economische Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.

De vragen zijn op 14 juni 2017 voorgelegd aan de Minister van Economische Zaken. Bij brief van 27 juni 2017 zijn ze door de Minister van Economische Zaken beantwoord.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De fungerend voorzitter van de commissie, Ziengs

De griffier van de commissie, Nava

1

De bijdrage van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport voor de NVWA is verhoogd met € 3,8 miljoen naar € 6,6 miljoen in 2018. Welke uitbreiding van het takenpakket staat hier tegenover?

Antwoord

De bijdrage van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport voor de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) is verhoogd met € 3,8 miljoen in 2017 en met € 6,6 miljoen in 2018. Deze verhogingen passen binnen het nieuwe budgettaire kader NVWA, waarover uw Kamer is geïnformeerd door de Staatssecretaris van EZ bij brief van 27 mei 2016 (Kamerstuk 33 835, nr. 33). Deze bijdragen vormen onderdeel van de financiële dekking van de in deze brief vermelde budgettaire knelpunten. Het gaat om bijdragen in de kosten van de transitie van de NVWA. Hier staat dus geen uitbreiding van het takenpakket van de NVWA tegenover.

2

Welke tegenvallers worden voorzien bij de ontwerpbegroting voor 2018?

Antwoord

Over de precieze inzet van de reservering van € 7 miljoen op de EZ-begroting voor het opvangen van tegenvallers zal in aanloop naar de ontwerpbegroting 2018 worden besloten, bij het verwerken van diverse ramingsbijstellingen en in evenwicht brengen van het geheel van mee- en tegenvallers binnen de EZ-begroting. Zo moet onder meer € 18,5 miljoen, gespreid over meerdere jaren, beschikbaar worden gemaakt voor het onderdeel Verduurzaming van het Meerjarenprogramma Nationaal Coördinator Groningen (NCG). Deze middelen werden in 2016 niet benut en worden weer beschikbaar gemaakt binnen de EZ-begroting in de jaren waarin deze middelen benodigd zijn. Zie ook de toelichting in de 2e suppletoire begroting 2016 van EZ, blz. 15 (Kamerstuk 34 620 XIII, nr. 2).

3

Kunt u aangeven waarom het kabinet in de Voorjaarsnota geld uittrekt voor de projectontwikkeling van Invest-NL terwijl het onderwerp controversieel is verklaard door de Tweede Kamer?

Antwoord

In de brief over Invest-NL van 10 februari jl. (Kamerstuk 28 165, nr. 266) is aangekondigd dat het kabinet datgene zal doen wat nodig is om de instelling op 1 januari 2018 operationeel te laten zijn op die gebieden waar dat kan. Met inachtneming van het controversiële karakter is hiervoor, vooruitlopend op de oprichting van Invest-NL, bij de voorjaarsbesluitvorming geld vrijgemaakt. Hiervan staan de middelen met ingang van 2019 nog op de Aanvullende post geparkeerd tot het moment dat er concrete bestedingsplannen liggen.

4

Uit welke bestaande onderdelen bestaat Invest-NL en komt nieuw budget beschikbaar dat wordt gebruikt voor bedrijfsfinanciering?

Antwoord

In de brief over Invest-NL van 10 februari jl. (Kamerstuk 28 165, nr. 266) is aangegeven welke bestaande regelingen in ieder geval overgaan naar Invest-NL. Dit betreft de volgende regelingen:

Nationaal

    • Garantie Ondernemingsfinanciering
    • Borgstelling MKB
    • Groeifaciliteit
    • Innovatiekrediet
    • SEED Capital-regeling

Daarnaast wordt het aandeelhouderschap in het Dutch Venture Initiative (DVI) overgebracht van PPM Oost naar Invest-NL. Ook zal de uitoefening van het Rijksaandeelhouderschap van de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen bij Invest-NL worden belegd.

Internationaal

    • Dutch Good Growth Fund (DGGF)
    • Dutch Trade and Investment Fund (DTIF)
    • Development Related Infrastructure Investment Vehicle (DRIVE)

Daarnaast worden de activiteiten van Atradius Dutch State Business (exportkredietverzekering, exportkredietgarantie, investeringsverzekering) aangesloten op de internationale tak van Invest-NL. Ook wordt FMO NL Business via een joint venture aan Invest-NL verbonden.

Voor de financiering krijgt Invest-NL een kapitaalstorting van € 2,5 miljard. De vormgeving van de kapitaalstorting zal zodanig gekozen worden dat deze kwalificeert als financiële transactie, zodat het uitgavenkader en het EMU-saldo niet worden belast.

5

Is in de begroting voor 2017 geld uitgetrokken voor Invest-NL? Zo ja, op de begroting van welk ministerie is dit terug te vinden en om welk bedrag gaat het? Zo niet, waarom heeft het kabinet dat toen niet gedaan in missionaire status en doet het kabinet dat nu wel in de demissionaire status?

Antwoord

In de ontwerpbegroting 2017 waren nog geen middelen uitgetrokken voor Invest-NL. In de 1e suppletoire begroting 2017 is voor het jaar 2017 € 15 miljoen gereserveerd voor Invest-NL. Dit betreft € 5,5 miljoen voor de nationale en internationale projectontwikkelingsactiviteiten van Invest-NL, € 5 miljoen voor de opstartkosten van Invest-NL en € 4,5 miljoen voor de transitiekosten die samenhangen met de overdracht van bestaande financieringsregelingen van RVO aan Invest-NL. Deze middelen zijn toegevoegd aan de EZ-begroting, beleidsartikel 2 Bedrijvenbeleid: Innovatie en duurzaam ondernemen. Uw Kamer wordt voor het zomerreces per brief geïnformeerd over Invest-NL.

Zie verder het antwoord op vraag 3.

6

Kunt u precies aangeven op welke wijze de € 20 miljoen wordt verdeeld ter versterking van de regionale economische structuur in Nederland?

Antwoord

De in de 1e suppletoire begroting 2017 aanvullend beschikbaar gestelde € 20 miljoen voor de versterking van de regionale economische structuur in Nederland worden bestemd aan de projecten Vierkant voor Werk in Drenthe (€ 2,0 miljoen), Snel internet op scholen (€ 2,75 miljoen), na-ijlende effecten van de steenkolenwinning in Limburg (€ 5 miljoen), wegwerken van wachtlijsten op internationale scholen (€ 5,4 miljoen), financiering van drie centers of expertise (€ 0,75 miljoen), Wageningen Campus (€ 1,0 miljoen) en de ontsluiting van een bedrijventerrein per spoor in Limburg (€ 3,1 miljoen).

7

Kunt u aangeven of het kabinet in de Voorjaarsnota geld uittrekt voor investeringsprogramma dat voortbouwt op het rapport Zeeland in Stroomversnelling? Zo ja, hoeveel miljoen? Zo niet, waarom niet?

8

Kunt u aangeven of het klopt dat het kabinet € 25 miljoen beschikbaar stelt voor uitwerking van zes concrete projecten uitgewerkt in het investeringsprogramma Zeeland in Stroomversnelling? Zo ja, uit welke middelen stelt het kabinet deze € 25 miljoen beschikbaar?

Antwoord 7 en 8

Het kabinet zal € 25 miljoen beschikbaar stellen voor het Investeringsprogramma Zeeland in Stroomversnelling, zoals ook blijkt uit de kabinetsreactie die een dezer dagen aan uw Kamer is verzonden. De helft van deze middelen komt beschikbaar uit bestaande regelingen en/of middelen binnen de begroting van EZ, te weten op artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en duurzaam ondernemen, op artikel 3 Toekomstfonds en op artikel 4 via de regeling Duurzame Energie-innovatie. De andere helft van de middelen staat nog gereserveerd op de aanvullende post van de rijksbegroting. Overheveling van deze middelen naar de begroting zal naar verwachting bij Miljoenennota 2018 plaatsvinden.

9

Wordt het budget dat wordt uitgetrokken onder regionale knelpunten ook besteed aan de knelpunten rond Thermphos? Zo nee, waarom niet?

10

In hoeverre wordt in de Voorjaarsnota middelen uitgetrokken om als Rijk bij te dragen om de sanering rond Thermphos rond te krijgen? Zou u kunnen toelichten waarom dit wel of niet wordt gedaan en om welk bedrag het gaat?

Antwoord 9 en 10

Nee, er zijn bij Voorjaarsnota 2017 geen middelen gereserveerd voor de sanering van het voormalige Thermphosterrein. In eerste instantie is Zeeland Seaports, als eigenaar van de grond, verantwoordelijk voor het terrein en de opstallen van het voormalige Thermphos.

Ik ben bekend met de zorg rond de sanering van het Thermphosterrein. Daarom heeft het Rijk de provincie geholpen met het vinden van deskundige ondersteuning bij het opstellen van een plan van aanpak voor de sanering. De provincie laat op dit moment een externe validatie uitvoeren van de kosten van de sanering alsook de mogelijke opbrengsten van het terrein. De provincie Zeeland heeft het kabinet benaderd voor hulp. Het kabinet beziet op dit moment mogelijke vervolgstappen. Het kabinet zal uw Kamer hier voor de zomer over informeren.

11

Waar stond de € 5 miljoen ingeboekt op de begroting van het Ministerie van Financiën die nu is overgeheveld naar de begroting van het Ministerie van Economische Zaken als bijdrage in de opstartkosten van Invest-NL?

Antwoord

De € 5 miljoen bijdrage van het Ministerie van Financiën is afkomstig uit diverse ramingsbijstellingen op de Financiënbegroting. Bij Voorjaarsnota is dit bedrag overgemaakt naar de begroting van het Ministerie van Economische Zaken.

12

Kunt u een toelichting geven op de overschrijding van de apparaatsuitgaven in 2016?

Antwoord

In 2016 was na de 2e suppletoire begroting € 416,2 miljoen beschikbaar voor apparaatsuitgaven. De realisatie van de apparaatsuitgaven was € 423,6 miljoen. De apparaatsuitgaven zijn met € 7,4 miljoen overschreden. Dit komt overeen met een overschrijding van 1,8%. De overschrijding op apparaatsuitgaven in 2016 wordt in hoofdzaak verklaard door extra uitgaven bij externe inhuur (€ 2 miljoen) en in- en uitbesteding (€ 2,2 miljoen). Met de overschrijding bij externe inhuur blijft het kerndepartement wel ruimschoots binnen het normpercentage voor externe inhuur.

Bij de ontvangsten is de realisatie met € 1,5 miljoen achtergebleven bij het budget (van € 29,3 miljoen). De lagere ontvangsten hangen voornamelijk samen met de vertraagde binnenkomst van geraamde ontvangsten voor bij telecom- en postbedrijven in rekening gebrachte tarieven door de Autoriteit Consument en Markt.

13

Is er ruimte om verdere verlaging van de gaswinning op te vangen in de begroting?

Antwoord

In de systematiek van het trendmatig begrotingsbeleid worden de gasbaten behandeld als niet relevant voor het uitgavenkader. Dit betekent dat in geval van lagere dan geraamde gasbaten niet bezuinigd hoeft te worden op andere uitgaven en dat in geval van hogere dan geraamde gasbaten geen aanvullende, nieuwe uitgaven kunnen worden gedaan. Een verandering van de gasbaten heeft wel gevolgen voor het begrotingstekort van de overheid. Een daling van de gasbaten leidt, alle andere ontwikkelingen buiten beschouwing latend, tot een verslechtering van het EMU-saldo.

14

Aan hoeveel projecten voor aardwarmte wordt een verliesdeclaratie uitgekeerd? Hoeveel warmteprojecten waren er in totaal? Waarom is er een verliesdeclaratie uitgekeerd?

Antwoord

Er is in totaal aan twee projecten een verliesdeclaratie uitgekeerd. Tot nu hebben in totaal 20 projecten een beschikking ontvangen. Een verliesdeclaratie wordt uitgekeerd als bij vaststelling blijkt dat het gerealiseerde geothermisch vermogen lager is dan het vermogen dat vermeld stond in de verleningsbeschikking. In de verleningsbeschikking wordt het vermogen opgenomen dat vooraf, op grond van een onderbouwd rapport, met een kans van 90% verwacht wordt.

15

Valt de overheveling van budget van de beleidsvoorbereiding en evaluaties Frequenties en Veiligheid naar Agentschap Telecom volledig onder de noemer «ter dekking van de uitvoeringskosten van diverse projecten»?

Antwoord

Ja, de overheveling betreft 100% uitvoeringskosten voor diverse projecten. De projecten betreffen een onderzoek naar een meetmethode voor elektromagnetische stoorstraling van windturbines, een onderzoek naar de digitalisering van draadloze microfoons, de uitgifte van commerciële radiovergunningen, de voorbereiding van de multibandveiling in 2019 en een project voor de structurele en bredere implementatie van een online boekingssysteem voor gedeeld spectrumgebruik.

16

Welke projecten voert RVO uit voor dit aanvullende bedrag en komt dit ook deels uit het budget dat voor de beleidsvoorbereiding en evaluaties Frequenties en Veiligheid was bestemd?

Antwoord

Met ingang van 1 januari 2017 is PIANOo/TenderNed een onderdeel van RVO. Daarom is een deel van het resterende budget van PIANOo/TenderNed (€ 0,964 miljoen) structureel overgeboekt naar het RVO-budget. Daarnaast voert RVO werkzaamheden uit op het gebied van Conformité Européenne (CE) markering, die aangeeft of producten in overeenstemming zijn met Europese regelgeving, en de Raad van deskundigen voor de nationale meetstandaarden; hiervoor is € 0,113 miljoen toegevoegd aan het RVO-budget. Tenslotte wordt uit het budget van beleidsvoorbereiding en evaluaties Frequenties en Veiligheid een budget overgeboekt van € 0,03 miljoen voor werkzaamheden op grond van de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten (WION).

17

Waarom worden de uitgaven aan Beleidsvoorbereiding en evaluaties Frequenties en Veiligheid bijna gehalveerd?

Antwoord

Een groot deel van het budget voor Beleidsvoorbereiding en evaluaties en Veiligheid (€ 1,8 miljoen) wordt overgeboekt naar Agentschap Telecom voor de uitvoering van een aantal projecten.

Daarnaast is er een aantal kleinere overboekingen doorgevoerd, waaronder € 0,1 miljoen naar het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM) om bij te dragen in de subsidie ten behoeve van het Kennisplatform Elektromagnetische velden en gezondheid (Kennisplatform EMV).

18

Welke «diverse projecten» voert Agentschap Telecom uit voor dit aanvullende bedrag?

Antwoord

Zie het antwoord op vraag 15.

19

Welke posten zijn niet- of deels niet-juridisch verplicht?

Antwoord

In onderstaande tabel is per categorie van de uitgaven voor beleidsartikel 2 Bedrijvenbeleid: Innovatie en duurzaam ondernemen aangegeven welk deel niet-juridisch verplicht is, met tussen haken een duiding van de meest relevante onderdelen.

Beleidsartikel 2 Bedrijvenbeleid: Innovatie en duurzaam ondernemen

Categorie

Deel niet juridisch verplicht

Garanties

€ 0 miljoen

Subsidies

€ 18,9 miljoen (MIT € 9,6 miljoen, Eurostars € 1,7 miljoen, Innovatieprestatie-contracten € 3,5 miljoen, Regionale knelpunten € 3 miljoen)

Opdrachten

€ 15,8 miljoen (ICT-beleid € 5,5 miljoen, Invest-NL i.o. € 5 miljoen)

Bijdragen aan agentschappen

€ 10,1 miljoen (Invest-NL i.o. € 10 miljoen)

Bijdragen aan ZBO's

€ 0 miljoen

Bijdragen aan medeoverheden

€ 10,5 miljoen (Regionale knelpunten)

Bijdragen aan (internationale) organisaties

€ 31 miljoen (TKI-toeslag € 26,8 miljoen, Holst Centre € 1,5 miljoen)

20

Waaruit bestaat de verhoging van overige subsidies?

Antwoord

De € 5,7 miljoen verhoging van overige subsidies betreft:

    • € 4,5 miljoen voor de versterking van de regionale economische structuur in Nederland voor snel internet op scholen, Wageningen Campus en enkele Centers of Expertise.
    • € 0,7 miljoen voor de Green Deal Laadinfra.
    • € 0,5 miljoen voor een regionale IPC-regeling die uitgevoerd wordt in samenwerking met de provincie Zuid-Holland en de Metropoolregio Rotterdam Den Haag.

21

Waarom wordt minder uitgegeven aan ICT-beleid?

Antwoord

Er wordt niet minder uitgegeven aan ICT-beleid. Bij Voorjaarsnota hebben enkele budgetoverhevelingen plaatsgevonden vanuit de middelen voor ICT-beleid naar bijvoorbeeld RVO voor de uitvoering van diverse projecten en programma’s waaronder het digitaal Ondernemersplein, Mijn Overheid voor Ondernemers, Berichtenbox Bedrijven, eIDAS knooppunt en programmabureau e-factureren. Ook naar het CBS voor activiteiten op het gebied van Standard Business Reporting (SBR), naar DICTU voor het beheer van het Ondernemingsdossier en naar het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor het programma Regie op Gegevens zijn middelen overgeheveld.

22

Kunt u de uitgaven voor de post «regeldruk» specificeren? Wat is het budget voor Actal en haar opvolger in 2017, 2018 en de jaren erna?

Antwoord

De post «regeldruk» valt uiteen in een beleidsbudget met uitgaven voor onderzoek en opdrachten ten behoeve van vermindering regeldruk (doelstelling € 2,5 miljard lastenreductie), uitgaven ten behoeve van Actal en haar opvolger (Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR)) en een budget voor uitgaven van het (interdepartementale) programma Ruimte in Regels. De jaarlijkse programmabijdrage vanuit EZ aan Actal bedroeg € 400.000. De jaarlijkse programmabijdrage vanuit EZ voor haar opvolger ATR bedraagt € 470.000.

23

Waarom is voor 2018 een bezuiniging van € 475.000 op de post «regeldruk» ingeboekt?

Antwoord

Er is geen bezuiniging ingeboekt op de post regeldruk. Bij 1e suppletoire EZ-begroting 2017 heeft een budgetoverheveling plaatsgevonden aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland voor de uitvoering van activiteiten voor het programma Ruimte in regels (€ 115.000) en voor het programma Regelhulpen (€ 360.000).

24

Onder de eerste suppletoire begroting van beleidsartikel 2 krijgt de Kamer van Koophandel er bijna een half miljoen bij. Kunt u aangeven voor welke doelen dit bedrag aangewend wordt?

Antwoord

De toegevoegde middelen betreffen bijdragen van verschillende ministeries als gebruiker van het handelsregister, voor een betere ontsluiting van handelsregisterinformatie naar overheidspartijen.

25

Hoeveel personen heeft de Kamer van Koophandel in dienst met een persoonlijke dienstauto?

Antwoord

Medewerkers van de Kamer van Koophandel (KvK) die zakelijk meer dan 25.000 km op jaarbasis rijden, komen in aanmerking voor een dienstauto. Er zijn op dit moment elf medewerkers die van deze regeling gebruik hebben gemaakt. Deze auto mogen ze uitsluitend zakelijk gebruiken (inclusief woon-werkverkeer). Daarnaast heeft de KvK vier personen met een leaseauto (zakelijk en privégebruik). De KvK heeft geen dienstauto’s met chauffeur.

26

Onder de eerste suppletoire begroting van beleidsartikel 2 wordt de bijdrage aan «Topsectoren overig» verhoogd met bijna € 1,3 miljoen. Kunt u aangeven voor welke doelen dit bedrag aangewend wordt?

Antwoord

Dit betreft een verhoging van het budget met € 1,5 miljoen voor de publieke bijdrage aan het publiek-private cofinancieringsprogramma van het Holst Centre. Daarnaast is € 0,2 miljoen overgeheveld ten behoeve van het organiserend vermogen van de TKI’s van de Topsectoren Chemie en HTSM.

27

Waarom hevelt het Ministerie van Financiën nu al € 5 miljoen over voor de opstartkosten van Invest-NL en staat dit voor de Ministeries van Economische Zaken en Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking geraamd voor 2018?

Antwoord

Op basis van een globale raming van de kosten die samenhangen met de opstart van Invest-NL voor de jaren 2017 en 2018 is vastgesteld in welk tempo de middelen beschikbaar dienen te zijn. In dat kader is besloten dat het Ministerie van Financiën de bijdrage in 2017 beschikbaar stelt en de Ministeries van EZ en Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BHOS) hun bijdrage leveren in 2018. De bijdragen van EZ en BHOS zullen worden verwerkt in de ontwerpbegroting 2018.

28

Waarom draagt het Ministerie van Infrastructuur & Milieu niet bij aan de opstartkosten van Invest-NL?

Antwoord

Het kabinet heeft besloten dat de drie meest betrokken ministeries bijdragen aan de opstartkosten van Invest-NL. Dit zijn de Ministeries van Financiën, Economische Zaken en Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

Mede omdat, zoals aangegeven in de brief over Invest-NL van 10 februari jl. (Kamerstuk 28 165, nr. 266), Invest-NL regelingen zal gaan uitvoeren voor BHOS en EZ, en Financiën nauw betrokken is bij de oprichting van Invest-NL, dragen deze drie departementen ook bij aan de opstartkosten. Op basis van deze beoogde activiteiten van Invest-NL zullen er geen beleidsinstrumenten en -regelingen vanuit IenM worden overgeheveld naar Invest-NL, waardoor een bijdrage van IenM aan de opstartkosten niet in de rede ligt.

29

Kunt u aangeven hoeveel miljoen er specifiek wordt uitgetrokken voor snel internet op scholen? Wordt er nog meer budget uitgetrokken in de Voorjaarsnota voor het bevorderen van snel internet?

Antwoord

Er wordt in de Voorjaarsnota door de Ministeries voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en EZ samen € 5,5 miljoen uitgetrokken voor het bevorderen van snel internet op scholen, waarvan € 2,75 miljoen door EZ. De regeling wordt in juli van dit jaar opengesteld en richt zich op scholen die niet over snel internet kunnen beschikken. De overheid vergoedt een deel van de aanlegkosten voor deze scholen. Er worden in de Voorjaarsnota door EZ geen andere middelen uitgetrokken voor het bevorderen van snel internet.

30

Onder de eerste suppletoire begroting van beleidsartikel 3 is het volledige begrote budget van € 23 miljoen aan leningen voor «Start ups/MKB» geschrapt. Wat is de reden dat deze leningen niet zijn verstrekt?

Antwoord

Er is geen sprake van het schrappen of niet verstrekken van de middelen, die met ingang van 2017 zijn toegevoegd aan het Toekomstfonds voor startups/mkb (€ 23 miljoen per jaar).

Bij 1e suppletoire EZ-begroting 2017 zijn deze middelen voor de periode 2017-2021 grotendeels uitgewerkt en overgeboekt naar de desbetreffende instrumenten binnen het Toekomstfonds.

Hieronder vallen onder andere de bij Voorjaarsnota toegelichte Co-investment venture capital instrument/EIF, het NL-Californië Duurzaam E-mobility fund, de Co-investeringsregeling voor startups/mkb en de regeling voor startups in de agrifood en tuinbouw.

31

Welke posten zijn niet- of deels niet-juridisch verplicht?

Antwoord

Beleidsartikel 3 Toekomstfonds

Categorie

Deel niet juridisch verplicht

Leningen volledig revolverend

€ 12,4 miljoen (Kapitaalverstrekking ROM's € 2,3 miljoen, Co-investment venture capital instrument € 10 miljoen)

Leningen gedeeltelijk revolverend

€ 37,7 miljoen (Seed € 32,3 miljoen, Vroegefasefinanciering € 4,4 miljoen)

Investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek

€ 14,6 miljoen (Fundamenteel en toegepast onderzoek € 12,1 miljoen, Onco Research € 2,5 miljoen)

Subsidies

€ 5,7 miljoen (Smart Industry € 4,9 miljoen, Haalbaarheidsstudies TO2 innovatieve starters € 0,8 miljoen)

Bijdragen aan agentschappen

€ 0 miljoen

32

Kunt u aangeven met hoeveel miljoen euro het verplichtingenbudget in 2015 en 2016 is verhoogd? Indien er sprake is van een groot verschil, wat is hiervan de oorzaak?

Antwoord

Het verplichtingenbudget is bij 1e suppletoire begroting 2015 met € 157 miljoen verhoogd en bij 1e suppletoire begroting 2016 met € 146 miljoen. Dit is het gevolg van een groot aantal verschillende (relatief kleine) mutaties en herschikkingen. Voor een nadere toelichting verwijs ik naar de desbetreffende toelichtingen in de 1e suppletoire begrotingen van 2015 respectievelijk 2016.

33

Kunt u aangeven waar de ijklijn aardgasbaten voor het eerst in gaat in het jaar 2021? Wat is de verklaring voor het verschil in gasbaten tussen het jaar 2020 en 2021 in de ijklijn aardgasbaten Voorjaarsnota 2016 van € 2,4 miljard als genoemd in de begroting voor 2017 (Kamerstuk 34 550 XIII, nr. 2, p. 70)?

Antwoord

In de 1e suppletoire EZ-begroting 2016 is de ijklijn aardgasbaten voor het jaar 2021 voor het eerst opgenomen.

De ijklijn voor de aardgasbaten in 2021 is in de Ontwerpbegroting 2017 gedaald naar € 1,8 miljard. Deze ijklijn is berekend door de stand van de ijklijn 2021 bij 1e suppletoire begroting 2016 (€ 2,15 miljard) te corrigeren voor beleidsmatige aanpassingen. De beleidsmatige aanpassing betreft een correctie van € 350 miljoen vanwege het besluit om het winningsplafond voor het Groningenveld te beperken tot 24 miljard m3 met ingang van oktober 2016 (Kamerstuk 33 529, nr. 278).

34

Kunt u het verschil in gasbaten tussen 2020 en 2021 (€ 4,950 miljard ten opzichte van € 1,550 miljard) in de ijklijn gasbaten voor het Toekomstfonds verklaren?

Antwoord

De ijklijn voor de aardgasbaten voor 2020 is voor het eerst bepaald bij 1e suppletoire EZ-begroting 2015. De ijklijn aardgasbaten voor het jaar 2021 is in de 1e suppletoire begroting 2016 voor het eerst opgenomen, zoals ook toegelicht bij vraag 33. Er zit dus geen direct verband tussen de ijklijn voor 2020 en 2021. De verklaring voor de grote daling ligt in het feit dat de ijklijn 2020 oorspronkelijk gebaseerd is op de gasbaten raming uit de zomer van 2015 (toen was het winningsplafond voor het Groningenveld 39,4 miljard m3) en de ijklijn 2021 op de gasbaten raming uit de zomer van 2016 (toen was het winningsplafond voor het Groningenveld gedaald naar 27 miljard m3).

35

Kunt u aangeven waarom de kosten voor de uitvoering van de Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE+) en Investeringssubsidie Duurzame Energie (ISDE) door RVO hoger uitvallen dan eerder begroot? Om welk bedrag gaat dit precies?

Antwoord

De uitvoeringskosten van RVO voor de SDE+ en de ISDE vallen in 2017 € 2,5 miljoen hoger uit dan eerder begroot. Deze hogere uitvoeringslasten worden veroorzaakt door de hogere subsidieplafonds voor deze regelingen in 2017. Daardoor kunnen en zullen er meer aanvragen ingediend worden, met een navenant hogere werklast voor RVO.

36

Voor welke activiteiten van RVO zijn de kosten van € 10 miljoen in 2018 voor de uitvoering van het Energieakkoord?

Antwoord

De € 10 miljoen waaraan gerefereerd wordt, is het totale budget dat in 2018 beschikbaar is voor de uitvoering van het Energieakkoord. De afgelopen jaren is hier ook € 10 miljoen voor beschikbaar gemaakt. Hieruit worden, in aanvulling op de algemene regelingen die bijdragen aan het realiseren van de Energieakkoord-doelen, activiteiten gefinancierd die goede uitvoering van het Energieakkoord mogelijk maken. Activiteiten die naar verwachting vanuit dit budget worden bekostigd zijn onder andere de ondersteuning van de Borgingscommissie Energieakkoord, onderzoek ten behoeve van nadere monitoring van de Energieakkoord-doelen en ondersteuning van ad-hoc projecten rond het Energieakkoord. Daarnaast wordt een aanzienlijk deel van dit budget ter beschikking gesteld om de extra werkzaamheden die het gevolg zijn van het Energieakkoord uit te voeren. Het gaat dan onder andere om het intensiveringsprogramma energieuitdagingen 2020, de ondersteuning van de versnellingstafels rond hernieuwbare energie, gerichte communicatieactiviteiten om benutting van regelingen die volgen uit het Energieakkoord te optimaliseren en activiteiten ten behoeve van de Nationale Energieverkenning.

37

Kunt u aangeven wanneer de begrotingsreserve voor duurzame energie, die inmiddels is opgelopen tot € 1,7 miljard en waaraan € 77 miljoen wordt onttrokken in 2017 ten behoeve van zaken die niet gerelateerd zijn aan duurzame energie, ingezet gaat worden voor het ondersteunen van de opwek van duurzame energieprojecten?

Antwoord

Volgens de huidige ramingen zal de begrotingsreserve aan het einde van 2017 € 1,7 miljard bedragen. Naar de huidige inzichten zou met ingang van 2021 een beroep op de begrotingsreserve moeten worden gedaan voor uitgaven in het kader van de productie van duurzame energie.

Overigens is het zo dat het volgende kabinet bij het sluiten van een nieuw regeerakkoord een geactualiseerde raming van de uitgaven voor duurzame energieproductie zal opstellen. De middelen in de begrotingsreserve duurzame energie zullen op basis daarvan weer toegevoegd worden aan de meerjarenraming van de begroting.

38

Waarom moet in 2017 en de jaren erna extra geld gereserveerd worden op de begrotingspost «FAO en overige contributies»?

Antwoord

De verhoging is noodzakelijk om gelijke tred te houden met de hoogte van de contributies. Daarnaast worden sommige contributies in andere valuta verstrekt en leidt het koersverschil tot verschillen. Op basis van de koers van de afgelopen drie jaren is berekend wat het verwacht benodigde budget is en dit vertaalt zich in een verhoging van het budget.

39

Kunt u aangeven waarom het bedrag van € 8 miljoen opeens niet nodig is voor de NVWA? Voor welke opdracht was de € 8 miljoen eerst bedoeld, en waarom is deze opdracht niet nodig?

40

Kunt u aangeven waarom er € 8 miljoen nodig is om het budget voor RVO op orde te brengen? Waar is deze € 8 miljoen concreet voor nodig? Gaat het hier op een structureel tekort in het budget van RVO?

Antwoord 39 en 40

Het budget van € 8 miljoen was in 2017 gereserveerd voor mogelijke transitiekosten voor ZBO-dier. De verwachting is dat deze kosten niet in 2017 worden gemaakt. Daarom wordt dit budget in het kader van het oplossen van de mee- en tegenvallers binnen de EZ-begroting ingezet voor hogere uitvoeringskosten van RVO als gevolg van het fosfaatdossier.

41

Wat is het minimumbedrag dat aanwezig moet zijn in de begrotingsreserve apurement?

Antwoord

De reserve is ingesteld om budgettaire risico’s af te dekken die zich moeilijk laten voorspellen. Het kan zich daarom voordoen dat de reserve incidenteel extra voeding nodig heeft of incidenteel verlaagd kan worden in het licht van bijgestelde prognoses. EZ beoordeelt bij het opstellen van de (suppletoire) begroting de omvang van de reserve in relatie tot de correctievoorstellen en definitieve correctiebesluiten van de Europese Commissie in het kader van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). In overleg met het Ministerie van Financiën bepaalt EZ bij het opstellen van de begroting of de omvang van deze reserve proportioneel is in relatie tot de financiële dreigingen uit lopende onderzoeken. Bij Voorjaarsnota 2016 is besloten geen jaarlijkse toevoegingen aan de reserve meer te doen zolang het saldo boven de € 90 miljoen is.

In bijlage 2 bij de Nationale Verklaring, die de Minister van Financiën opstelt ten behoeve van de verantwoording aan de Europese Commissie, wordt ingegaan op de stand van zaken met betrekking tot opgelegde correctiebesluiten en lopende onderzoeken die verband houden met het aanhouden van de (risico)reserve apurement.

42

Wat is de reden dat een lening aan de Internationale School Eindhoven is kwijtgescholden?

Antwoord

De reden voor kwijtschelding van de lening aan de Internationale School Eindhoven is vorig jaar in de ontwerpbegroting 2017 op pagina 50 en 51 toegelicht (Kamerstuk 34 550 XIII, nr. 2). De internationaal opererende en snel groeiende maakindustrie in Brainport Eindhoven (onder andere ASML, Philips, NXP en VDL) is van bijzondere waarde voor het verdienvermogen van Nederland. De aanwezigheid van (internationale) kenniswerkers is een cruciale factor. Om daarvoor aantrekkelijk te blijven is een impuls in het voorzieningenniveau nodig. De fondsbeheerders hebben de stuurgroep herziening financiële verhoudingen ingesteld om op basis van de Studiegroep Openbaar Bestuur en op verzoek van uw Kamer voor de langere termijn te bezien wat de rol van economische groei in de verhoudingen van het Gemeentefonds kan zijn. Om ook een kortetermijnoplossing aan te reiken scheldt het kabinet een eerdere lening van € 7 miljoen aan de Internationale School Eindhoven kwijt.

De budgettaire verwerking van deze afspraken kon toen echter niet meer plaatsvinden, waardoor dit bij 1e suppletoire begroting 2017 is gebeurd.

43

Wat is de reden dat Veronica te veel heeft betaald bij de veiling voor haar FM-frequentie?

Antwoord

In 2011 zijn de analoge vergunningen van de landelijke partijen tot 1 september 2017 verlengd en hebben partijen een daaraan gekoppelde vergunning voor digitale radio-omroep gekregen.

Op grond van (toenmalig) artikel 3.3a van de Telecommunicatiewet moesten deze landelijke partijen hiervoor een verlengingsprijs betalen, om te voorkomen dat er sprake zou zijn ongeoorloofde staatssteun. Partijen konden zich echter niet met de hoogte van het bedrag verenigen en zijn daar tegen in beroep gegaan. In de uitspraak van 8 januari 2015 heeft het College voor Beroep van het bedrijfsleven bepaald dat het bedrag dat Veronica (kavel A2) heeft betaald, op verkeerde wijze is vastgesteld. Deze uitspraak betrof overigens alleen het bedrag dat Veronica moest betalen. De rechter heeft vastgesteld dat de bedragen die de andere landelijke partijen hebben betaald wel juist zijn vastgesteld.

Op basis van de uitspraak van 8 januari 2015 is het bedrag dat Veronica verschuldigd is voor de verlenging van de vergunning voor FM-kavel A2 en de verlening van de daaraan gekoppelde vergunning voor digitale radio-omroep over de periode 2011-2017 met terugwerkende kracht opnieuw berekend en naar beneden bijgesteld. Het bedrag dat Veronica teveel heeft betaald, is verrekend.

44

Waardoor wordt de latere uitrol van de nieuwe infrastructuur veroorzaakt? Heeft het BIT over dit project een advies afgegeven? Zo ja, hoe luidde dit, zo nee, waarom is dit niet gedaan?

Antwoord

De bouw van de DICTU-Cloudinfrastructuur is begin 2016 afgerond. Dit was later dan oorspronkelijk gepland (medio 2015) in verband met enkele aanpassingen rond de onderliggende netwerkstructuur. De realisatie hiervan is een complexe operatie gebleken, omdat de nieuwste technieken geïmplementeerd werden, waarbij oplossingen voor aanloopproblemen niet meteen voorhanden zijn. Vervolgens is gestart met het overzetten van applicaties van de klassieke infrastructuur naar de nieuwe Cloudinfrastructuur. Het bestaande applicatielandschap van EZ bleek complexer en meer gedateerd dan voorzien. Ook zijn applicaties met elkaar vervlochten. Dit bemoeilijkt en vertraagt het overzetten van applicaties naar de Cloudinfrastructuur.

Er is geen BIT-toets uitgevoerd omdat dit project al gaande was voordat het BIT werd opgericht. Het BIT heeft aangegeven in eerste instantie alleen nieuwe projecten te gaan toetsen.

45

Waarom vallen de kosten voor werkplekbeheer en applicatiebeheer zoveel hoger uit dan verwacht?

Antwoord

De omzet op applicatiebeheer valt hoger (€ 4,8 miljoen) uit dan begroot door een hogere afname van het aantal te beheren applicatieservices door het moederdepartement. Tenslotte is er een verwachte hogere omzet (€ 4,2 miljoen) op werkplekservices. Deze hogere omzet wordt onder andere veroorzaakt door de ontwikkeling van de Cloudwerkplek voor EZ.

46

Zijn de diensten die door Dienst ICT Uitvoering uit de markt worden gehaald onderdeel van externe inhuur of van overige personele kosten? Hoe hoog zou de post externe inhuur uitvallen indien dit niet het geval is en deze kosten wel onder externe inhuur zouden vallen?

Antwoord

Indien de diensten, die door Dienst ICT Uitvoering uit de markt worden gehaald, betrekking hebben op het ontwikkelen, bouwen en aanleggen van ICT, alsmede het onderhoud en beheer daarvan, valt dit conform de Rijksbegrotingsvoorschriften niet onder externe inhuur, maar wordt dit verantwoord onder overige personele kosten. Inhuurkosten waarbij geen directe relatie met ICT aanwezig is, worden verantwoord bij externe inhuur.

Zoals aangegeven in het jaarverslag wordt dit jaar bezien op welke wijze de rubricering tussen externe inhuur en overige personele kosten verder kan worden verduidelijkt. De resultaten en het benodigde onderzoek zijn nog niet beschikbaar en daarom is het nog niet mogelijk om aan te geven hoe hoog het bedrag aan externe inhuur uitvalt als overige personele kosten hier ook onder valt.

47

Welke pogingen worden ondernomen om de externe inhuur bij RVO terug te dringen?

Antwoord

Vanwege het wisselende opdrachtpakket voor een groot aantal verschillende opdrachtgevers, met de daarbij behorende verschillende benodigde expertises, biedt het gebruik van externe inhuur RVO de flexibiliteit om efficiënt met vraag en aanbod om te gaan. Om de externe inhuur terug te dringen streeft RVO ernaar om alleen in geval van piekmomenten, ziektegevallen of specifieke expertisebehoefte de capaciteitsvraag op te vangen met extern personeel. Daarbuiten, indachtig fluctuatie van opdrachten, zet RVO zo veel mogelijk in op tijdelijke ambtelijke contracten voor de periode van 1 tot 3 jaar.


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.