Zolang Gambianen geen uitzicht hebben, lonkt Europa

Met dank overgenomen van J. (Judith) Sargentini i, gepubliceerd op vrijdag 23 september 2016.

Europarlementariër Judith Sargentini is met de mensenrechtencommissie van het Europarlement op werkbezoek in Gambia.

Onder de Baobab zaten acht dorpsvrouwen op van die plastic tuinstoelen op een rijtje. Ze vertelden hoe ze met een microkrediet een bedrijfje in cement waren begonnen. Ze deden ook in verhuur van plastic tuinstoelen voor feesten en partijen in de buurt. Het waren alleenstaande moeders.

Weduwe, gescheiden of gewoon single mum. Dat zijn de meest kwetsbare mensen in de gemeenschap. Ze onderhielden grote gezinnen van hun zaakjes en stonden tussendoor ook op de rijstakkers. Het streven is hun kinderen - ook de meisjes - naar school te laten gaan. Zelf waren ze niet geweest.

Familie in het buitenland

Opeens kwam het gesprek op migratie. Hoeveel van de vrouwen hier hadden familie in het buitenland, vroeg ik. Zeven van de acht handen gingen omhoog. Een van de vrouwen vertelde dat haar oudste zoon net in Libië was aangekomen. 'Taking the backway' noemen ze dat in Gambia. Op irreguliere manier, via de achterdeur, naar Europa reizen.

Er wonen maar 1,8 miljoen mensen in Gambia, maar op de Italiaanse ranglijst van arriverende migranten neemt Gambia de vierde plaats in. Nigeria, Eritrea, Soedan en dan Gambia. In de kleine dorpjes die ik bezocht waren duidelijk meer jonge vrouwen dan jonge mannen aanwezig.

Via Libië

Voorheen namen de mannen de boot naar de Canarische eilanden, maar die route is afgesloten. En de nieuwe route nu is het dus de zeker zo gevaarlijke reis via de woestijn van Libië. Gambia is een zeer arm land en er is niets dat die mannen bindt. De verhalen van jongens en mannen die onderweg omkomen worden gecompenseerd door die verhalen van mannen die het wél halen en kleine beetjes geld naar huis terug sturen.

Jongen mannen gaan in militaire dienst om goed te eten en sterk te worden als voorbereiding op de zware reis. Na een maand of negen dienst, verdwijnen ze via de backway.

“I want to go back to my asylum”, zei een terugstuurde Gambiaan tegen de Duitse consul in Banjul. Beter in een vluchtelingenkamp in Duitsland, in juridisch limbo, maar wel voor het eerst in je leven met een beetje privacy en een toelage, dan in Gambia.

Er zijn mensen die uit Gambia vluchten om politieke redenen. Dat zijn vooral de goed opgeleide mensen uit de stad. Oppositie, journalisten, mensen die uit de gratie zijn gevallen, zelfs oud-ministers, maar de mensen uit de dorpen vluchten voor armoede en uitzichtloosheid. Ze noemen dat de 'root cause of migration', maar het is gewoon armoede en kansloosheid. We kunnen moeders met een microkrediet hun kinderen naar school laten gaan, maar wat doen we om jonge mannen en vrouwen een echt bestaan te geven? Zolang daar niet iets aan verbetert, blijft the backway lonken.