We moeten iets!

Met dank overgenomen van M.C.G. (Mona) Keijzer i, gepubliceerd op donderdag 11 augustus 2016, 17:45.

Van het extra budget dat de regering voor de huishoudelijke hulp heeft geregeld, werd amper de helft besteed. Dat laat de Consumentenbond ons vandaag weten. Ben ik verbaasd? Is dit zorgelijk? Het antwoord hierop is twee keer volmondig ja.

Dit verhaal begint met het regeerakkoord van Rutte II uit 2012, ‘Bruggen slaan’. In dat regeerakkoord maakte het kabinet bekend dat 75% van het budget op huishoudelijke hulp werd wegbezuinigd. Dit klinkt meer als ‘Bruggen wegslaan’, dacht ik toen. Bruggen weg tussen zorgbehoevende ouderen en thuishulpen. Tussen zorginstellingen en de thuishulpen die ze in dienst hebben. Tussen het rijk en gemeenten. Ik was niet de enige met zorgen; er ontstond grote onrust, en terecht. Het bezuinigingspercentage werd uiteindelijk onder grote maatschappelijke druk afgezwakt tot 40%.

Dit was nog steeds een enorme korting en daarom werd in een vloek en een zucht de tijdelijke Huishoudelijke Hulp Toelage (HHT) uit de hoge hoed getoverd. Dat betekende dat er voor 2015 en 2016 extra geld kwam. Maar ook extra regels. De arbeidsmarktplannen van minister Asscher (waar dit er ook één van was) gaan altijd gepaard met extra regels. In dit geval was het ook nog eens contraproductief. Ten eerste zat er een eigen bijdrage aan vast van 10 euro per uur huishoudelijke zorg. Ongeveer 70% van de mensen die voor 1 januari 2015 huishoudelijke zorg van de gemeenten kregen, vallen echter onder de minima-inkomens. Die kunnen dergelijke eigen bijdragen helemaal niet betalen. Bij drie uur huishoudelijke hulp in de week ging iemand met een minimum inkomen van ongeveer 10 euro in de 4 weken, naar 120 euro in de vier weken. Die berekeningen heb ik in debatten met de staatssecretaris aan hem voorgelegd. Helaas was hij onvermurwbaar, waarbij zijn beleid op de steun kon rekenen van de meerderheid van de Tweede Kamer.

In maart 2015 werd na aanhoudende kritiek uit allerlei hoeken de HHT regeling versoepeld voor het jaar 2015. Het werkte namelijk niet. ‘We moeten iets’, zal men gedacht hebben. Maar het duurt even voordat zo’n versoepeling kan worden doorgevoerd. Het moet worden vastgelegd in regels en richtlijnen, en zowel de gebruikers als de uitvoerders van die regeling moeten op de hoogte worden gebracht. Voor de meeste gemeenten kon de regeling dus pas na de zomer van kracht worden. En omdat lang onzeker bleef of de regeling ook voor 2016 zou gaan gelden, stelden veel gemeenten zich afwachtend op. Het terugdraaien van de regeling op 1 januari 2016 zou immers ook veel extra werk kosten. Eind oktober 2015 werd echter bekend gemaakt dat de HHT versoepeling ook zou gelden voor 2016 en dat niet gebruikte middelen uit 2015 ook in 2016 ingezet konden worden.

Eind 2015 kwam regelmatig in het nieuws dat er een faillissement dreigde bij TSN. Als reactie daarop stuurde het ministerie van Volksgezondheid in december een persbericht de wereld in, waarin bekend werd gemaakt dat er afspraken gemaakt zijn over behoud van werkgelegenheid in de thuiszorg. De oorspronkelijke functie huishoudelijke hulp zou samengevoegd worden met de functies begeleiding en persoonlijke verzorging. Wat dat precies inhoudt, is voor velen nog onduidelijk.

Tussendoor is er ook nog werk gemaakt van een ‘Code verantwoord marktgedrag’. Die was bedoeld om kostendekkende tarieven in te voeren, waar gemeenten mee aan de slag konden gaan. Na twee eerdere versies is inmiddels een definitieve versie naar de Kamer gestuurd.

Er was een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep voor nodig om duidelijk te maken dat huishoudelijke zorg toch echt onderdeel uitmaakte van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015. Geholpen heeft die uitspraak nog niet overal. Opvallend was wel dat de PvdA opeens een advertentie in de landelijke media mede ondertekende, waarin de burgers opgeroepen werden de huishoudelijke zorg terug te claimen. Als de PvdA niet eerst met al het voorafgaande had ingestemd, was deze advertentie niet nodig geweest. Daarmee werd een beschamend vervolg van de zorghervormingsklucht geschreven.

"We moeten iets!" heeft men de afgelopen twee jaar vast vaak gedacht in dit kabinet. Telkens wanneer negatieve effecten van de veel te snel ingevoerde zorghervormingen weggepoetst of verzacht moesten worden. Ik heb deze strapatsen met een zwaar gemoed gevolgd. Het had zo anders gekund, zeker wat betreft de huishoudelijke zorg. Dat zou al die hoogbejaarde, zorgafhankelijke mensen en hun thuishulpen veel ellende bespaard hebben.