Troonrede 1951 (volledige tekst)

De troonrede van 1951 stond in het teken van de Korea-oorlog en de economische gevolgen daarvan.

In de integrale tekst van de troonrede 1951 is door de redactie structuur aangebracht, zodat u snel tussen de onderdelen kunt navigeren.

1.

Inleiding

Leden der Staten-Generaal,

Weer ligt een jaar achter ons van scherpe tegenstellingen in de wereld en van toenemende zorgen van ons volk. De internationale spanningen duren voort en werken ongunstig in op de economische en sociale verhoudingen. Geestelijke zowel als materiële waarden worden bedreigd.

Daartegenover zijn echter ook bemoedigende verschijnselen waar te nemen. Het besef wint veld, dat voor de bescherming van vrede, vrijheid en welvaart een nauwe internationale samenwerking geboden is, waarbij staten en volkeren zich bereid moeten tonen collectief offers te brengen.

2.

Korea-oorlog

De strijdkrachten der Verenigde Naties hebben in Korea het hoofd geboden aan agressie en bewezen, dat een politiek van geweld niet straffeloos kan worden voortgezet. Met trots denk ik aan onze landszonen, die deelnemen aan de vervulling van deze gemeenschappelijke taak.

Het Nederlandse detachement, waarvan ook strijders uit Suriname deel uitmaken, heeft zich bijzonder onderscheiden, maar ook smartelijke verliezen geleden. Eerbiedige dankbaarheid zijn wij verschuldigd aan wie vielen.

3.

Defensie

Ingrijpende defensiemaatregelen, ook in regionaal verband, zijn nodig gebleken en komen tot stand allereerst in het kader van het Noord-Atlantisch Verdrag. De vorderingen, die gemaakt zijn met de opbouw van een gemeenschappelijk defensiestelsel geven goede hoop, dat voldoende paraatheid, die kan bijdragen tot het voorkomen van een nieuwe wereldramp, tijdig kan worden bereikt.

Ook aan de burgerlijke verdediging wordt volle aandacht geschonken.

4.

Europese samenwerking

De samenwerking, zowel in Atlantisch als in Europees verband, zal ook worden gericht op het waarborgen van een redelijk welvaartspeil en op de geleidelijke verhoging daarvan en zal ook op cultureel gebied de volkeren nader tot elkaar kunnen brengen.

Een eerste belangrijk voorbeeld van functionele integratie is het 18 april j.l. te Parijs ondertekend verdrag tot oprichting van de Europese gemeenschap voor kolen en staal. Aan de spoedige behandeling van het voorstel, dat daaromtrent bij de Staten-Generaal aanhangig is gemaakt, hecht de Regering grote waarde.

Het beëindigen van de staat van oorlog met Duitsland en het totstandkomen van het vredesverdrag met Japan openen de weg deze landen op voet van gelijkheid in de gemeenschap der volkeren te doen medewerken.

5.

Indonesië

De Regering van de Republiek Indonesië heeft verzocht overleg te plegen over wijziging van de ter Ronde Tafel Conferentie gesloten overeenkomsten, Zij heeft daarbij doen blijken, dat zij de samenwerking met Nederland niet wenst te verbreken, maar veeleer meent, dat de belangen van beide landen door een samenwerking op een andere basis dan de bestaande op betere wijze kunnen worden gediend.

Hoewel de Regering betreurt, dat thans dit overleg over verbintenissen, die nog zo kort geleden zijn tot stand gekomen, wordt gevraagd, hoopt zij, dat een gezamenlijke bestudering van dit vraagstuk, waarbij het belang van een goede samenwerking op de voorgrond moet staan, tot een voor beide partijen bevredigende oplossing kan leiden.

Het ten vorigen jare uitgesproken vertrouwen, dat de handelsbetrekkingen tussen Nederland en Indonesië zich in toenemende mate zullen blijven ontplooien, is in vervulling gegaan.

Grote waardering verdienen de moed en de volharding, die door Nederlandse werkers in Indonesië, in het bijzonder op ondernemingen, worden betoond bij hun arbeid, die veelal in zeer moeilijke omstandigheden wordt verricht.

6.

Internationale handel

De ongunstige situatie, ontstaan als gevolg van het conflict in Korea, dat tot sterke stijging van de prijzen der grondstoffen heeft geleid, heeft belemmerend gewerkt op de voortgang van de liberalisatie van de handel.

Aanvankelijk is Nederland daarin voorgegaan, maar tengevolge van hoge invoerrechten elders en van het inkoopbeleid in landen, waar de staatshandel een grote piaats inneemt, zag het zijn uitvoer niet in dezelfde mate werkelijk vrij worden als zijn invoer. Bovendien werd de ruilvoet aanzienlijk slechter.

Onder deze omstandigheden kan ons land voorlopig niet overgaan tot verhoging van het liberalisatiepercentage in de Europese Betalingsunie van 60 tot 75%.

Ook in het Beneluxverband moesten enige maatregelen van tijdelijke aard worden overeengekomen. Tijdens de jongste ministersconferentie is gestreefd naar een constructieve oplossing. Vertrouwd mag worden, dat ons land binnen afzienbare tijd op verstevigde basis zijn bijdrage aan verdere vrijmaking van de Europese handel zal kunnen leveren.

Voor het verkrijgen van evenwicht in de betalingsbalans waren voorts, zoals in de Regeringsverklaring van Maart in uitzicht werd gesteld, maatregelen nodig tot beperking van consumptie en investeringen.

7.

Economische situatie

Naast deze op zichzelf negatieve methode dient het positieve element te staan van actieve bevordering van verdere verhoging van de productie en van de uitvoer op agrarisch zowel als industrieel gebied.

Alleen langs deze weg immers kan op langere termijn zonder aantasting van het levenspeil der bevolking een meer stabiele situatie worden bereikt. De volle medewerking van heel ons volk is hierbij dringend geboden.

De werkgelegenheid heeft zich in het afgelopen jaar in het algemeen op een bevredigend peil gehandhaafd. Vooral de industrie heeft hierin een groot aandeel gehad. De terwille van uitvoer en werkgelegenheid noodzakelijke investeringen zullen dan ook mogelijk moeten blijven.

In enkele bedrijfstakken, waar de afzet tijdelijk was toegenomen, is enige teruggang merkbaar. De Regering ziet er echter scherp op toe, dat geen algemene verlaging van het niveau der bedrijvigheid plaats vindt, ook door bij het geven van militaire opdrachten met dit grote belang rekening te houden.

Voor gebieden waar structurele tekorten aan werkgelegenheid bestaan zullen aan de Staten-Generaal soortgelijke voorstellen worden aangeboden als het reeds aanvaarde ontwerp betreffende het ontwikkelingsplan voor Z.O. Drenthe.

8.

Prijsbeleid en middenstand

De algemene prijsontwikkeling is de laatste maanden van dien aard, dat, zolang de huidige omstandigheden voortduren, geen grond bestaat voor verdergaand ingrijpen op dit gebied. Wel zal het toezicht op de ontwikkeling van het binnenlandse prijsniveau onverzwakt worden gehandhaafd. Dat in de totale kosten van het levensonderhoud sinds april een zekere stabilisatie is ingetreden, komt aan de rust in het bedrijfsleven ten goede.

De middenstand heeft echter gedurende de afgelopen maanden een moeilijke tijd doorgemaakt, terwijl ook thans nog in vele bedrijven, in het bijzonder door stagnatie van de afzet bij sterk gestegen inkoopprijzen, ernstige liquiditeitsmoeilijkheden worden ondervonden.

Het grillige prijsverloop, dat in het bijzonder voor duurzame consumptiegoederen gedurende de afgelopen maanden viel waar te nemen, heeft het risico in het bedrijfsleven in het algemeen en in de detailhandel niet in de laatste plaats sterk doen toenemen.

De Regering gaat in overleg met het betrokken bedrijfsleven na, welke maatregelen, gegeven de algemene financieel-economische politiek, kunnen worden genomen teneinde aan de liquiditeitsmoeilijkheden in de middenstand zoveel mogelijk het hoofd te bieden.

Een ontwerp van een nieuwe vestigingswet, waarin rekening is gehouden met de bezwaren, die in en buiten de middenstandskringen tegen de wet van 1937 bestaan, zal nog in dit jaar aan de Staten-Generaal worden aangeboden.

9.

Bedrijfsorganisatie

Het verheugt de Regering, dat in bepaalde sectoren van het bedrijfsleven plannen zijn voorbereid om te komen tot publiekrechtelijke organen en dat de Sociaal-Economische Raad deze voorbereiding krachtig steunt.

Het zal voor organische verhoudingen in de Nederlandse volkshuishouding van grote betekenis zijn als in de naaste toekomst bedrijf- en productschappen tot ontwikkeling komen, ook in die delen van het bedrijfsleven waar de voorbereidende werkzaamheden thans nog niet zijn aangevangen.

10.

Begroting

Dat de begroting voor het jaar 1952 niet alleen sluitend is, maar zelfs in een dekking van een deel der uitgaven van de kapitaaldienst door middelen van de gewone dienst voorziet, moet onder de huidige omstandigheden als het voldoen aan een gebiedende eis worden gezien. Militaire werken zijn niet rendabel.

De staatsschuld is reeds abnormaal hoog. Bovendien is het wenselijk de krappe kapitaalmarkt zoveel mogelijk voor dringende behoeften van de lagere publiekrechtelijke lichamen en van het particuliere bedrijfsleven te reserveren. Geschiedde zulks niet, dan zou niet alleen de financiering van primaire belangen als de bouw van woningen en scholen en de industrialisatie in gevaar komen, maar zou bovendien het herstel van het monetaire evenwicht worden bemoeilijkt.

De bijdrage, die van ons land in het kader van de militaire inspanning van de Westerse wereld wordt verwacht, stelt zware eisen aan de schatkist en noopt tot beperking van uitgaven, die onder normale omstandigheden als wenselijk zouden worden geschouwd.

Hoe groot echter ook de offers zijn, welke ons volk bereid is hiervoor te brengen, vast staat dat in het bijzonder met het oog op de betalingsbalans de verdere uitvoering van het militaire vierjarenplan zonder buitenlandse financiële hulp bezwaarlijk zou zijn te volbrengen.

Waar grote krachtsinspanning wordt gevraagd voor de verdediging van onze beschaving zullen ook de geestelijke waarden zelf levend moeten worden gehouden. Dit geldt in het bijzonder voor de jeugd, die ook in deze verwarde tijd haar vertrouwen in de toekomst niet mag verliezen.

11.

Onderwijs, justitie

Vernieuwing van ons onderwijsstelsel dient met bekwame spoed te worden bevorderd. De vootzieningen, die in een algemene nota hierover zijn geschetst, zullen nader worden ontwikkeld en in wettelijke regelingen worden belichaamd.

Met het oog op de toegenomen betekenis van de techniek in onze beschaving zullen meer dan voorheen de algemene vorming, de bevordering van de handvaardigheid en het technisch onderwijs nauwlettende zorg vereisen. Aan de wetenschap zal bijzondere aandacht worden geschonken, ook om de internationale positie van ons land te versterken.

Bevordering van hetgeen kan strekken tot bescherming van het hoge goed der rechtshandhaving heeft de bijzondere aandacht der Regering.

12.

Sociale Zaken en Volksgezondheid

Op sociaal terrein is het nauwe contact tussen de overheid en de organisaties van werkgevers en arbeiders, dat sinds de bevrijding zo goede vruchten heeft gedragen, ook dit jaar van betekenis geweest.

De Sociaal-Economische Raad heeft op verzoek van de Regering advies uitgebracht over de economische gevolgen van de invoering der Werkloosheidswet. Dit advies is thans in overweging. De organisatie van de uitvoering dezer wet zal worden vergemakkelijkt indien het ontwerp Reorganisatiewet Sociale Verzekering, dat bij de Staten-Generaal aanhangig is, spoedig tot stand zal kunnen komen.

In verband met de snelle bevolkingsgroei is naast de industrialisatie toeneming van de emigratie zeer gewenst. Zij vertoont reeds een sterk stijgende lijn. Met het oog daarop dient de organisatie van de emigratie te worden verbeterd, mede door regeling van de samenwerking tussen het Rijk en daartoe gedigende maatschappelijke organisaties. Een daartoe strekkend wetsontwerp is bij de Staten-Generaal ingediend.

Het streven van de Regering is er op gericht de Noodwet Ouderdomsvoorziening te vervangen door een wettelijke verzekering. De Regering hoopt eerlang een voorontwerp dienaangaande om advies naar de Sociaal-Economische Raad te zenden.

Een voorontwerp Ziekenfondswet is reeds bij die Raad aanhangig gemaakt. Ook overigens heeft de zorg voor de volksgezondheid bijzondere aandacht. In het algemeen blijft deze zich gunstig ontwikkelen.

13.

Verkeer en Volkshuisvesting

Ten aanzien van voorzieningen in de sector van het verkeer en de waterstaat dwingen de tijdsomstandigheden tot verdere beperking van investeringen, die nog uitstel gedogen. Naast de uitgebreide normale arbeid op deze gebieden vinden echter ook belangrijke nieuwe werken, als b.v. de drooglegging van de Oosterpolder, voortgang.

Ook de omvang der bouwbedrijvigheid ondervindt de terugslag van de noodzaak om investeringen te beperken. In het bouwprogram voor het komende jaar is gerekend op de bouw van 40.000 woningen. Het zal van het grootste belang zijn indien binnen het kader der financieringsmogelijkheden het aantal kan worden opgevoerd.

Dit onderstreept de noodzakelijkheid om te blijven streven naar verdere verlaging van de bouwkosten en om een zo groot mogelijk aantal woningen als duplex-woningen in te richten teneinde met de beperkte middelen, die ter beschikking staan, een hoger nuttig effect te bereiken.

14.

'de West'

Aangaande de voorbereiding van het overleg voor de vestiging van de nieuwe rechtsorde van het Koninkrijk heeft de Nederlandse Regering contact opgenomen met de Landsregeringen van Suriname en de Nederlandse Antillen. Voor dit overleg zal een conferentie worden bijeengeroepen zo spoedig als een deugdelijke voorbereiding dit toelaat.

In de Nederlandse Antillen is de Interimregeling in werking getreden, alsook de Eilandenregeling, waardoor de eilandgebieden zelfstandigheid verkrijgen ten aanzien van de verzorging van eigen locale aangelegenheden. Aan de opstelling van een ontwikkelingsplan voor Suriname wordt met voortvarendheid gewerkt.

Het stemt tot voldoening, dat met de uitvoering van de plannen tot inpoldering van een gedeelte van het kustgebied van het district Nickerie zomede met de uitvoering van de projecten van het Welvaartsfonds goede vorderingen worden gemaakt. Uit hoofde van zijn verantwoordelijkheid voor Nieuw-Guinea zal Nederland zijn plichten nakomen ten aanzien van de geestelijke en materiële verheffing en de politieke ontwikkeling der bevolking.

15.

Slot

Ook dit jaar wacht U een uitgebreide taak. Naast de reeds aanhangige en in uitzicht gestelde wetsontwerpen, de veeleisende begrotingsarbeid en de internationale vraagstukken, waarmede de Staten-Generaal meer dan vroeger in aanraking komen, zal een herziening van de Grondwet, zij het van beperkte strekking, Uw aandacht vragen.

Gij zult bij Uw werk staan voor menige moeilijke beslissing, omdat velerlei belangen zijn af te wegen, die in deze tijdsomstandigheden niet alle kunnen worden behartigd op de wijze, die ons lief zou zijn.

Veel ook wordt gevraagd van heel ons volk, veel aan persoonlijke en financiële lasten, veel tevens aan bereidheid tot nieuwe krachtsinspanning. lk doe daarvoor een dringend beroep op de eensgezindheid der Natie.

Als onze democratie zich in haar bestuursorganen en vertegenwoordigende lichamen krachtig, besluitvaardig en rechtvaardig toont, als in ons volk een ieder naar vermogen medewerkt aan het beschermen van de vrede en het handhaven van de vrijheid, aan het versterken van onze geestelijke krachten en aan de versteviging van onze economie en de verbetering van onze sociale verhoudingen, mogen wij de toekomst met vertrouwen tegemoet zien.

Met de bede, dat God Uw arbeid en ons volk moge zegenen, verklaar ik deze zitting van de Staten-Generaal voor geopend.

18 september 1951