Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van het Protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Democratische Republiek Sao Tomé en Principe -Vaststelling - Hoofdinhoud

Raad van de Europese Unie Brussel, 21 januari 2015 (OR. en)

5262/15

Interinstitutioneel dossier: ADD 1 REV 1

2014/0115 (NLE) i

PECHE 18

NOTA I/A-PUNT van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: het Comité van permanente vertegenwoordigers/de Raad Betreft: Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van

het Protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Democratische Republiek Sao Tomé en Principe -Vaststelling

Verklaring van de Commissie

In zijn arrest van 24 november 2014 over de gevoegde zaken C-103/12 en C-165/12 (Europees

Parlement/Commissie tegen Raad) heeft het Hof van Justitie Besluit 2012/19 i/EU van de Raad van 16 december 2010 betreffende de verklaring inzake de toekenning van vangstmogelijkheden in wateren van de EU aan Venezolaanse vissersvaartuigen in de exclusieve economische zone voor de kust van Frans Guyana nietig verklaard. Het Hof van Justitie heeft duidelijk bevestigd dat besluiten betreffende de sluiting van externe visserijovereenkomsten volledig binnen het toepassingsgebied van artikel 43, lid 2, VWEU vallen (juncto de toepasselijke procedure van artikel 218 VWEU, d.w.z. artikel 218, lid 6, onder a), v), VWEU, voor de besluiten over de sluiting) en heeft het standpunt verworpen dat dergelijke besluiten binnen het toepassingsgebied van artikel 43, lid 3, VWEU, kunnen vallen.

Met betrekking tot het besluit betreffende de sluiting van het protocol bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Democratische Republiek Sao Tomé en Principe betreurt de Commissie derhalve de door de Raad aangebrachte wijziging van de rechtsgrondslag, waarbij artikel 43, lid 2, juncto artikel 218, lid 6, onder a), en lid 7, VWEU, is vervangen door artikel 43 (zonder verwijzing naar het desbetreffende lid), juncto artikel 218, lid 6, onder a), en lid 7, VWEU.

Verklaring van de Raad

De Raad is het niet eens met de verklaring van de Commissie volgens welke uit het arrest van

24 november 2014 in de gevoegde zaken C-103/12 en C-165/12 zou voortvloeien dat alle besluiten betreffende de sluiting van externe visserijovereenkomsten binnen het toepassingsgebied van artikel 43, lid 2, vallen.

De Raad is van oordeel dat een dergelijke conclusie niet uit dit arrest kan worden getrokken.

De keuze van de rechtsgrondslag voor een handeling van de Unie moet berusten op objectieve factoren die voor rechterlijke toetsing vatbaar zijn; daartoe behoren met name het doel en de inhoud van de betrokken maatregel. In het specifieke geval van de verklaring van de Europese Unie ten aanzien van Venezuela oordeelde het Hof dat de verklaring niet tot doel had vangstmogelijkheden vast te stellen en te verdelen. Dit protocol bevat evenwel een cruciaal element, namelijk de vaststelling van de vangstmogelijkheden van de Unie in de wateren waarover de Democratische Republiek Sao Tomé en Principe de soevereiniteit of de jurisdictie bezit.

Gezien het doel en de inhoud van het protocol, te weten onder meer de vaststelling en verdeling van de vangstmogelijkheden in de zin van artikel 43, lid 3, VWEU, is het derhalve passend dat de materiële rechtsgrondslag voor het besluit betreffende de sluiting van het protocol verwijst naar artikel 43 VWEU in zijn geheel.

Verklaring van het Verenigd Koninkrijk en Nederland

Het Verenigd Koninkrijk en Nederland onderkennen dat er in het voorstel - waarover onlangs is onderhandeld - tot hernieuwing van het protocol bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Democratische Republiek Sao Tomé en Principe vooruitgang is geboekt op een aantal belangrijke punten, zoals voordelen voor de plaatselijke visserij-industrie en economisch rendement voor de Europese Unie. Beide delegaties betreuren evenwel dat dit protocol geen duidelijk beheerssysteem omvat om in de noodzakelijke bescherming van haaien te voorzien.

Gerichte visserij op en bijvangsten van haai vormen een probleem bij de tonijnvisserij in de

Atlantische Oceaan.

Het Verenigd Koninkrijk en Nederland hebben besloten zich van stemming te onthouden en zouden graag zien dat de EU in toekomstige vergaderingen van het Gemengd Comité uit hoofde van dit protocol met maatregelen komt voor het beheer van het haaienbestand.

___________________

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.