Winstwaarschuwing

Met dank overgenomen van H.G.J. (Hanke) Bruins Slot i, gepubliceerd op dinsdag 3 juni 2014, 15:35.

Winstwaarschuwing

Dit kabinet wil het voor ziekenhuizen mogelijk maken om winst uit te keren. Dat wetsvoorstel heet ‘Voorwaarden voor winstuitkering aanbieders medisch-specialistische zorg’. Er is iets geks met dat wetsvoorstel aan de hand dat ik hier met u wil delen. Dan doel ik er niet op dat bij het CDA weinig enthousiasme over dit wetsvoorstel bestaat. Voor ons staat voorop dat geld voor ziekenhuiszorg in de zorg moet blijven en niet mag wegvloeien naar risicovolle investeerders.

Nee, het gaat over de winstwaarschuwing die de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in januari 2014 onverwacht over dit wetsvoorstel heeft afgegeven. En de winstwaarschuwing wordt vier maanden later weer even onverwacht door de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ingetrokken.

Wat is er aan de hand? Een dag voor de geplande behandeling van het wetsvoorstel op 16 januari 2014 kreeg de Tweede Kamer een brief van de minister. En die was opvallend. Minister Schippers constateerde daarin dat het wetsvoorstel niet voldoet en dat de behandeling van het wetsvoorstel niet kan doorgaan. Er was volgens haar hoogstwaarschijnlijk een wijziging op het wetsvoorstel noodzakelijk. En dat terwijl dit wetsvoorstel al sinds 8 februari 2012 in de Tweede Kamer ligt! Twee jaar na dato.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport schrijft dat “in de aanloop naar een behandeling van een wetsvoorstel het zo is dat veldpartijen en andere betrokkenen nog eens kritisch naar een wetsvoorstel kijken.” De minister is daarop tot de conclusie gekomen dat onderdelen van het wetsvoorstel nog nader moet worden onderzocht. Hieruit kunnen een aantal wijzigingen voortvloeien, die zowel inhoudelijk als technisch van aard kunnen zijn.”

Daarna volgt een lange stilte van vier maanden. En op 22 mei wordt de Tweede Kamer, nou ja het CDA in elk geval, verrast met een 7 regelig briefje. De minister heeft alle aspecten van het wetsvoorstel nog eens onderzocht en is “alles overziende tot de conclusie gekomen dat het wetsvoorstel dat bij uw Kamer voorligt klaar is voor plenaire behandeling.”

Deze ommezwaai vraagt om nadere uitleg. Waarom was die winstwaarschuwing nodig? Waar ging dat precies over? En welke veldpartijen en andere betrokkenen hebben bij de minister aan de bel getrokken? Wat waren hun punten van kritiek op het wetsvoorstel?

Kortom; genoeg vragen! Een wetsvoorstel dat verstrekkende gevolgen kan hebben voor de organisatie van onder meer ziekenhuiszorg vereist een zorgvuldige behandeling. Daartoe behoort ook dat de minister open op tafel legt, waarom dit wetsvoorstel vier maanden in de wachtkamer is gezet en welke inhoudelijke afweging zij gemaakt heeft.

Hanke Bruins Slot

Tweede Kamerlid CDA