Terrorisme voortvarend bestrijden

Met dank overgenomen van L. (Louis) Bontes i, gepubliceerd op donderdag 10 april 2014, 2:34.

Voorzitter, de minister schrijft de Kamer dat het wetsvoorstel inzake de verruiming van de mogelijkheid tot ontneming van het Nederlanderschap bij terroristische activiteiten in consultatie is geweest. En de minister schrijft dat het voorstel, en ik citeer: “gereed gemaakt wordt voor verzending  naar de Raad van State.

Voorzitter, wat moet ik mij daarbij voorstellen, bij de woorden “gereed gemaakt voor verzending ? Wat moet er nu nog gebeuren? Moet er nog worden geprint? Moet er nog een envelop worden gepakt? Moet er nog een postzegel worden geplakt?

In alle ernst, Voorzitter, het gaat hier om een uitermate belangrijk wetsvoorstel. De brief is van eind februari. Ligt het voorstel inmiddels bij de Raad van State? En, zo vraag ik de minister, zijn er mogelijkheden om op dit dossier voortvarender te werk te gaan? Graag een reactie.

Verder, Voorzitter, schrijft de minister dat er politieonderzoeken lopen naar mogelijke ronselaars. Van enkele minderjarigen is op basis van het jeugdrecht een uitreis tegengehouden en sommigen zijn onder toezicht gesteld of gesloten geplaatst in een jeugdinrichting. Voorzitter, het gaat hier niet om zo maar wat kwajongens, maar om jihadisten. Het zijn extremisten die een islamitische rechtsorde willen creëren en daarbij geen enkel middel onbenut laten. Het zijn de voetsoldaten van de jihad. Is het mogelijk om in dit soort gevallen het volwassenstrafrecht toe te passen? Graag een reactie van de minister.

Verder, Voorzitter, schrijft de minister dat onder coördinatie van de NCTV stevig geïnvesteerd wordt in de lokale aanpak. Dat is natuurlijk goed. Ik vraag de minister of ook moskeeën hieraan meewerken. En dan bedoel ik ook die moskeeën die als radicaal te boek staan. In hoeverre hebben de autoriteiten zicht op wat zich precies in en rondom onze radicale moskeeën afspeelt?

Voorzitter, ik haal het niet uit de brieven van de minister, maar onlangs berichtte het Algemeen Dagblad dat vanwege de hoge aantallen jihadgangers en radicaliserende jongeren verschillende plaatsen in ons land zijn aangemerkt als zogenoemde ‘jihadsteden’. Het zou in elk geval gaan om de drie grote steden: Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. Maar ook Almere, Zoetermeer, Delft, Gouda, Zeist en Arnhem zijn genoemd. Ik vraag de minister of dit klopt; zijn er plaatsen in ons land aangemerkt als jihadsteden? En kan de minister aangeven om hoeveel ‘jihadsteden’ het precies gaat?

Voorzitter, tot slot, in België worden momenteel maar liefst 46 vermoedelijke leden van Sharia4Belgium vervolgd. Sharia4Belgium zou jongeren ronselen voor de jihad in Syrië. Zo’n grootschalige justitiële actie is opmerkelijk als er een parallel wordt getrokken met de situatie in ons land. In Nederland wordt er immers maar mondjesmaat vervolgd. Hoe verklaart de minister dit verschil? Zou de minister hierop in kunnen gaan?