Vrijheid is een plicht

Met dank overgenomen van A.M.C. (Anne-Marie) Mineur i, gepubliceerd op donderdag 5 mei 2011, 15:11.

Deze speech hield de burgemeester van De Bilt gisteren om even over acht bij het oorlogsmonument in Bilthoven. Uiteraard struikelde de partij van de lange tenen erover — PVV-statenlid Han IJssenagger, tevens fractievoorzitter van Bilts Belang in de gemeenteraad van De Bilt, deed zijn beklag. Dat doet de speech geen recht. Lees hem, en oordeel zelf.

Dames en heren,

Het zal iedereen goed doen dat zich hier vanavond opnieuw, net als vorige jaren, zoveel mensen hebben verzameld voor de gemeentelijke dodenherdenking. Als het goed is, en dat bedoel ik letterlijk, beleven wij hier met elkaar, maar ook in verbondenheid met landgenoten elders, het besef van wat vrijheid werkelijk waard is.

Dat begint met het gedenken van al die mannen en vrouwen die het leven werd ontnomen omwille van de vrijheid.

De mannen van mei 1940, die ons land verdedigden tegen de overval van Duitsland.

De mannen en vrouwen, die alles wat ze liefhadden, zelfs hun leven, in de waagschaal stelden bij het verzet tegen de onderdrukking die volgde.

De honderdduizenden mannen, vrouwen en kinderen die tot tweederangsburger werden gedegradeerd, ontdaan werden van hun positie in de samenleving en uiteindelijk werden weggevoerd en vermoord vanwege hun ras, hun afkomst of hun geaardheid.

De duizenden Nederlanders, Britten, Amerikanen en Polen die sneuvelden toen ze onze vrijheid wilden herwinnen.

De net zovelen die na de Tweede Wereldoorlog het leven lieten toen ze in opdracht van de Regering vrede en veiligheid bevochten in Nederlands-Indie, Korea, Nederlands-Nieuw-Guinea, Libanon, Joegoslavië, Irak en Afghanistan.

Jaarlijks persen we die ontelbare levens, hun gedachten, hun lach, hun liefde, wie ze waren en hoe ze waren, in twee minuten stilte.

En die ontzagwekkende herinnering, dat enorme herdenken van verdriet, van leed, van doodsangst, daarmee begint het. Met het doorleven en het doorzien van die gigantische zwarte wolk begint het besef van wat vrijheid werkelijk waard is.

Hoe vaak staan we er bij stil dat het niet vanzelfsprekend is

  • dat we naar een school van onze keuze kunnen gaan;
  • dat we naar de kerk kunnen gaan en zelfs op straat of op tv mogen vertellen dat we geloven in God;
  • dat we kunnen vertellen dat we juist niet in God geloven;
  • dat we in kranten en op internet kunnen schrijven wat we van onze politieke leiders vinden;
  • dat we een vrije stem kunnen uitbrengen bij verkiezingen;
  • dat we niet ’s nachts van ons bed worden gelicht en verdwijnen omdat we iets anders vinden dan de rest.

Ik weet wel dat we ons dagelijkse leven niet kunnen belasten met die vragen. Maar er af en toe bij stilstaan is zo slecht nog niet.

Weet u waarom? Omdat het ons waakzaam maakt. Waakzaam tegen wat vrijheid bedreigt.

De kiem van die bedreiging zit in de onredelijkheid en de onverdraagzaamheid waarmee we elkaar vaak tegemoet treden. We hebben de onstilbare behoefte alle vrijheid voor onszelf te willen, maar we realiseren ons niet dat we daarmee de vrijheid van een ander beknotten.

Een Russische filosoof zei: ‘Vrijheid is geen recht, maar een plicht’ en ik denk dat hij daarmee de spijker op de kop sloeg. Vrijheid verplicht tot delen, tot het waarderen van wat anders is, tot het verdragen van wíe anders is. Vrijheid verplicht tot inzet, zelfs tot strijd.

De mannen en de vrouwen die sneuvelden in het Verzet zagen dat in. Van elf van hen staan de namen hier achter mij op het monument. Ze werden vermoord vanwege hun moed om te strijden voor vrijheid.

Dat offer zal hopelijk nooit van ons gevraagd worden. Wij hoeven aanzienlijk minder te doen, maar dat is nog steeds niet weinig.

Onze vrijheid is geboren uit de nood en de ellende van wie we vanavond herdenken. Onze vrijheid is hún vrijheid, zou je kunnen zeggen. En door alle tijden heen bevat onze herinnering aan hen een opdracht voor het leven van alledag.

En daarin komen we nogal wat tegen. Zinloze discussies over hoofddoekjes, mensen die zich cabaretier noemen, maar eigenlijk hun brood verdienen met het beledigen van andere mensen, politieke leiders die geen rust brengen, maar juist onrust wekken, mensen die ’s avonds uit angst niet meer over straat durven, een overheid die klakkeloos allerlei informatie over ons doen en laten mag verzamelen, jongeren die we aan hun lot overlaten en de wereld op eigen houtje laten ontdekken, schoppen tegen het geweten van een ander.

Op de dag dat we die en andere dingen aanvaarden in ons leven, is de dood van die velen die wij vanavond herdenken tevergeefs geweest. Op die dag hebben we onze vrijheid verloren. Wij moeten ons verstand bewaren en onszelf leren wat vrijheid is voor onszelf en voor onze medemens. ‘Vrijheid is geen recht, vrijheid is een plicht’!