Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende pakketreizen en geassisteerde reisarrangementen, houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 en van Richtlijn 2011/83/EU, en intrekking van Richtlijn 90/314/EEG van de Raad

1.

Kerngegevens

Document­datum 12-07-2013
Publicatie­datum 01-11-2013
Kenmerk 12257/13
Van Secretary-General of the European Commission, signed by Mr Jordi AYET PUIGARNAU, Director
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

RAAD VAN Brussel, 12 juli 2013

DE EUROPESE UNIE (OR. en)

12257/13

Interinstitutioneel dossier: 2013/0246 (COD) i

CONSOM 140 MI 635 TOUR 3

VOORSTEL

van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

ingekomen: 9 juli 2013

aan: de heer Uwe CORSEPIUS, secretaris-generaal van de Raad van de

Europese Unie

Nr. Comdoc.: COM(2013) 512 final i

Betreft: Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende pakketreizen en geassisteerde reisarrangementen,

houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 i en van Richtlijn 2011/83 i/EU, en intrekking van Richtlijn 90/314/EEG i van de Raad

Hierbij gaat voor de delegaties document COM(2013) 512 final i.

Bijlage: COM(2013) 512 final i

DG G 3A NL

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 9.7.2013 COM(2013) 512 final i

2013/0246 (COD) i

Voorstel voor een

RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende pakketreizen en geassisteerde reisarrangementen, houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 i en van Richtlijn 2011/83 i/EU, en intrekking van

Richtlijn 90/314/EEG i van de Raad

{SWD(2013) 263 final} {SWD(2013) 264 final} {SWD(2013) 266 final}

NL NL

TOELICHTING

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

1.1. Algemene context

Toerisme speelt een centrale rol in de Europese economie van vandaag. Met zo’n 1,8 miljoen ondernemingen, waarvan de meeste tot het mkb behoren, en waar 5,2% van de beroepsgeschikte bevolking werkt, is de Europese toerisme-industrie een motor voor groei in de EU. De Europese reis- en tourismesector, inclusief aanverwante sectoren, is goed voor

ongeveer 10% van het bbp van de EU 1 .

Met de goedkeuring van Richtlijn 90/314/EEG i betreffende pakketreizen 2 in 1990 kregen

Europese kopers van vakantiepakketten bestaande uit personenvervoer en accommodatie

belangrijke rechten. In een arrest van 2002 heeft het Europese Hof van Justitie 3 verduidelijkt

dat de term “van tevoren georganiseerde combinatie” ook betrekking heeft op gecombineerde reisdiensten die door een reisbureau op uitdrukkelijk verzoek van de klant worden geleverd vlak voordat de overeenkomst tussen beide partijen wordt gesloten.

Richtlijn 90/314/EEG i waarborgt dat klanten essentiële informatie krijgen voor- en nadat zij een pakketreisovereenkomst ondertekenen. De richtlijn stelt organisatoren en/of doorverkopers aansprakelijk voor de goede uitvoering van de pakketreis, ook als de diensten worden verricht door onderaannemers, en regelt de gang van zaken bij een wijziging van de pakketreisovereenkomst. De richtlijn bepaalt ook dat reizigers in geval van insolventie van de organisator en/of de doorverkoper reeds betaalde bedragen terugbetaald moeten krijgen en moeten worden gerepatrieerd.

De structuur van de reismarkt was in 1990 echter veel eenvoudiger dan nu en internet bestond nog niet. Ondanks bovengenoemd arrest van het Hof van Justitie is nog steeds niet duidelijk welke moderne combinaties van reisdiensten onder de richtlijn vallen en welke niet.

Zoals uit het verslag van de Commissie 4 van 1999 over de uitvoering van de richtlijn naar

voren komt, bestaan er nog aanzienlijke verschillen tussen de wetten ter omzetting van de richtlijn. Dit is het gevolg van het streven naar een minimale harmonisatie, de grote speelruimte die aan de lidstaten is gelaten, bijvoorbeeld ten aanzien van de aansprakelijke partij(en), en de onduidelijkheden in de tekst.

De modernisering van Richtlijn 90/314/EEG i strookt met de wensen van de medewetgevers,

het Europees Economisch en Sociaal Comité en de Europese Consumenten Adviesgroep 5 .

Ook vanuit de branche- en consumentenorganisaties is aangedrongen op een herziening. In

1 Mededeling van de Commissie “Europa, toeristische topbestemming in de wereld – een nieuw

beleidskader voor het toerisme in Europa”, COM(2010) 352 definitief i van 30.6.2010.

2 Richtlijn 90/314/EEG i van de Raad van 13 juni 1990 betreffende pakketreizen, met inbegrip van

vakantiepakketten en rondreispakketten.

3 Zaak Club-Tour, C-400/00 van 30 april 2002.

4 SEC(1999) 1800 definitief.

5 Zie bijvoorbeeld de conclusies van de 2255e bijeenkomst van de Raad Consumentenzaken van 13 april

2000, de resolutie van het Europees Parlement van 16 januari 2002 (2001/2136(INI)), het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 11.5.2011 (PB C 132) en de adviezen van de Europese

Consumenten Adviesgroep van 21 april 2010 en 8 februari 2013.

het verslag over het EU-burgerschap 6 , de Europese consumentenagenda 7 en de akte voor de interne markt II 8 wordt de herziening expliciet aangekondigd.

1.2. Motivering van het voorstel

1.2.1. Opkomst van distributie via internet en liberalisering van de luchtvaartsector

In 2011 had 73% van de huishoudens in de EU internetaansluiting 9 . Bijna twee derde van de

EU-burgers gebruikt internet minstens een keer per week, meer dan de helft doet dat dagelijks of bijna dagelijks. Reisdiensten behoren tot de meest populaire online producten.

Door de opkomst van online verkoop en de liberalisering van de luchtvaartsector zijn consumenten hun vakanties anders gaan organiseren; daardoor zijn handelaars consumenten ook op andere manieren assisteren bij het combineren van reisdiensten, met name online. Bij “handelaars” moet worden gedacht aan reisbureaus, touroperators, luchtvaart- en cruismaatschappijen, enz. In veel lidstaten is het onduidelijk of dergelijke combinaties onder de richtlijn vallen of niet, en of handelaars die dergelijke combinaties samenstellen aansprakelijk zijn voor de uitvoering van de betrokken diensten, met name als het samenstellen online gebeurt.

Dit brengt onzekerheid met zich voor handelaars en consumenten.

Het heeft ook tot gevolg dat marktdeelnemers die zonder meer onder de richtlijn vallen, met andere regels en kosten te maken hebben dan ondernemingen die niet onder de richtlijn vallen of vinden dat zij niet onder de richtlijn vallen, hoewel zij om de gunsten van dezelfde klanten dingen.

1.2.2. Onnodige nalevingskosten en belemmeringen voor grensoverschrijdende handel

Sommige bepalingen van de richtlijn zijn achterhaald of brengen onnodige lasten voor ondernemingen met zich, zoals de verplichte informatieverstrekking via brochures en de toepasselijkheid op zakenreizen die worden verzorgd door gespecialiseerde ondernemingen.

Door de juridische versnippering die het gevolg is van de vele verschillen in de wetgeving van de lidstaten krijgen ondernemingen die grensoverschrijdend zaken willen doen, te maken met extra kosten.

1.2.3. adelen voor de consument - onduidelijke en verouderde regels

In de "Consumer Detriment Study in the area of Dynamic Packages" 10 is de jaarlijkse consumentenschade 11 geschat in verband met gecombineerde reisarrangementen waarvan niet

duidelijk is of de richtlijn erop van toepassing is. De studie wees uit dat zich bij dit soort reizen vaker problemen voordoen, die over het algemeen ook meer consumentenschade

6 COM(2010) 603 definitief i en COM(2013) 269 final i.

7 COM(2012) 225 definitief i.

8 COM(2012) 573 final i, bijlage II.

9 Eurostat, Data in focus, 66/2011.

10 http://ec.europa.eu/consumers/strategy/docs/study_consumer_detriment.pdf

11 Consumentenschade wordt gedefinieerd als de negatieve gevolgen voor individuele consumenten,

afgemeten aan bepaalde benchmarks, zoals redelijke verwachtingen. De studie is met name gebaseerd op evaluaties achteraf van consumenten met negatieve ervaringen. Het gaat om financiële schade of om

schade van andere aard, zoals tijdverlies.

veroorzaken dan problemen in verband met klassieke pakketreizen, die duidelijk onder de richtlijn vallen.

Tot op zekere hoogte lijden ook consumenten die klassieke kant-en-klare pakketreizen kopen schade, omdat een aantal bepalingen van de richtlijn verouderd, onduidelijk of onvolledig is; zo ontbreekt het recht van consumenten om het pakket voor vertrek te annuleren.

1.3. Doelstellingen van het voorstel

In overeenstemming met artikel 114 van het Verdrag is de algemene doelstelling van het herziene voorstel de werking van de interne markt te verbeteren en een hoog niveau van consumentenbescherming te verwezenlijken. Hiertoe wordt de regelgeving inzake pakketreizen en andere combinaties van reisdiensten geharmoniseerd.

Het voorstel moet een gelijk speelveld voor touroperators tot stand brengen, de juridische belemmeringen voor grensoverschrijdende handel wegnemen en de nalevingskosten van ondernemingen terugdringen.

Daarnaast is het voorstel erop gericht een hoog niveau van consumentenbescherming te verwezenlijken en de consumentenschade te verminderen door te verduidelijken welke combinaties van reisdiensten uit hoofde van de EU-regelgeving inzake pakketreizen beschermd zijn en onduidelijke en verouderde bepalingen te vervangen. Het voorstel bevat dwingende regels voor de bescherming van reizigers: lidstaten noch handelaars mogen de consument schade berokkenen door van deze regels af te wijken.

1.4. Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de Unie

De laatste tien jaar heeft de Commissie het consumentenacquis aan een algehele herziening onderworpen, waarna Richtlijn 2008/122/EG i betreffende gebruik in deeltijd en Richtlijn 2011/83 i/EU betreffende consumentenrechten zijn vastgesteld. De herziening van Richtlijn 90/314/EEG i maakt deel uit van dezelfde exercitie.

Het voorstel vormt een aanvulling op bestaande EU-wetgeving, en met name op de richtlijn betreffende oneerlijke bedingen (93/13/EEG), de richtlijn betreffende oneerlijke handelspraktijken (2005/29/EG), de richtlijn betreffende consumentenrechten (2011/83/EU), de verordeningen inzake passagiersrechten (Verordeningen (EG) nrs. 2004/261, 1371/2007, 1177/2010 i en 181/2011 i) alsook de richtlijnen betreffende elektronische handel (2000/31/EG) en de richtlijn betreffende diensten op de interne markt (2006/123/EG).

Het voorstel vormt ook een aanvulling op Verordening (EG) nr. 593/2008 i inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (Rome I) en op Verordening (EG) nr. 44/2001 i betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (Brussel I).

2. RESULTATEN VAN RAADPLEGINGEN VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELINGEN

2.1. Raadpleging van belanghebbenden

In 2008 ontving de Commissie bij een raadpleging over haar werkdocument uit 2007 meer dan 80 bijdragen van belanghebbende bedrijven, consumentenorganisaties, juristen, wetenschappers en veertien lidstaten. In januari 2009 startte de Commissie de studie naar consumentenschade, die 17 EU-landen bestreek en werd gebaseerd op vraaggesprekken met een steekproef van 500 consumenten.

In oktober 2009 werd een tweede openbare raadpleging gehouden met vijf online vragenlijsten voor consumenten, consumentenorganisaties, bedrijven, bedrijfsorganisaties en lidstaten/overheden. Daarbij sprak 89% van de overheden, 70% van de bedrijfsorganisaties, 64% van de bedrijven en 96% van de consumentenorganisaties zich uit voor een herziening van de richtlijn.

Op een workshop voor de lidstaten zijn op 27 oktober 2009 specifieke problemen en beleidsopties besproken. Op 21 april 2010 stelde een subgroep van de Europese Consumenten Adviesgroep (ECCG) zijn advies vast.

Op 22 april 2010 werd de impact van de geïnventariseerde beleidsopties besproken op een workshop met belanghebbenden. Van september 2009 tot en met oktober 2010 zijn meer dan 15 vraaggesprekken gevoerd met belangrijke vertegenwoordigers van de sector.

In maart 2012 gaf de Commissie opdracht voor een testonderzoek naar het pakketreis-label en consumentengedrag bij de aanschaf van zogenaamde "dynamic packages”. In juni 2012 organiseerde de Commissie een workshop voor lidstaten en een conferentie van belanghebbenden, waarop het herzieningsproces nader is besproken. Op 8 februari 2013 vroeg de ECCG opnieuw om een herziening van de richtlijn.

2.2. Effectbeoordeling

De effectbeoordeling spitste zich toe op acht beleidsopties en enkele subopties.

Optie 1 – handhaven van de status quo, d.w.z. de richtlijn niet aanpassen.

Optie 2 – richtsnoeren, de richtlijn niet aanpassen en richtsnoeren opstellen met verwijzingen naar arresten van het Hof van Justitie en met verduidelijkingen inzake toepassingsgebied en aansprakelijkheid.

Optie 3 – pakketreis-label en/of vereiste dat handelaars die geassisteerde reisarrangementen verkopen, vermelden dat de betrokken diensten géén pakketreis vormen (aanvullende opties).

Suboptie A – invoering van een pakketreis-label – een verplicht logo waarop consumenten moeten worden gewezen wanneer zij een pakketreis kopen.

Suboptie B – invoering van een verplichting voor handelaars die gecombineerde reisarrangementen aanbieden die geen pakketreis vormen, om consumenten erop te wijzen dat zij hen geen pakketreis verkopen.

Optie 4 – intrekking van de richtlijn en zelfregulering.

Optie 5 – modernisering van de richtlijn en dekking van pakketreizen van één handelaar.

Optie 5 omvat een herziening van de wetgeving waarbij de hoofdstructuur van de huidige richtlijn bewaard blijft, maar het toepassingsgebied wordt verduidelijkt door pakketreizen van één handelaar er uitdrukkelijk in op te nemen en meerdere bepalingen te herzien. De herziene richtlijn geldt voor reisdiensten die worden gecombineerd voor een en dezelfde reis of vakantie op één website of bij één klassiek reisbureau.

Optie 6 – geleidelijke aanpak: modernisering van de richtlijn en dekking van zowel pakketreizen van één handelaar als pakketreizen van meerdere handelaars, en een lichtere regeling voor geassisteerde reisarrangementen van meerdere handelaars.

Deze optie komt overeen met optie 5, aangevuld met een geleidelijke uitbreiding van het toepassingsgebied van de richtlijn tot:

  • pakketreizen van meerdere handelaars, ofwel combinaties van reisdiensten waarbij verschillende handelaars betrokken zijn en met typische kenmerken van pakketreizen, vallen onder dezelfde regeling als andere pakketreizen (met inbegrip van volledige contractuele aansprakelijkheid voor de uitvoering en de verplichting om voor bescherming bij insolventie te zorgen),
  • geassisteerde reisarrangementen van meerdere handelaars, ofwel combinaties van reisdiensten zonder de typische kenmerken van pakketreizen, waardoor consumenten minder snel zullen worden misleid. Hiervoor geldt een lichtere regeling, bestaande uit bescherming bij insolventie en de verplichting om op duidelijke en opvallende manier te vermelden dat elke afzonderlijke dienstverlener aansprakelijk is voor de correcte uitvoering van zijn eigen diensten.

Optie 7: modernisering van de richtlijn en dekking van zowel pakketreizen van één handelaar als alle samengestelde reizen van meerdere handelaars.

Deze optie omvat optie 5 en 6, terwijl voor alle geassisteerde reisarrangementen van meerdere handelaars dezelfde verplichtingen gelden als voor pakketreizen.

Optie 8 – reisrichtlijn

Deze optie omvat optie 7 plus een uitbreiding van het toepassingsgebied tot op zichzelf staande reisdiensten, zoals autohuur, accommodatie of vluchten, waarbij in principe dezelfde regels gelden voor alle reisdiensten, ongeacht of zij deel uitmaken van een pakketreis of niet.

De effectbeoordeling wijst uit dat de vastgestelde problemen het best kunnen worden opgelost met optie 6, waarop dit voorstel dan ook is gebaseerd.

3. JURIDISCHE ASPECTEN VAN HET VOORSTEL

3.1. Samenvatting van de voorgestelde maatregelen

De voorgestelde richtlijn verduidelijkt en moderniseert de reikwijdte van de bescherming van reizigers die combinaties van reisdiensten kopen voor dezelfde reis of vakantie. Daartoe wordt het toepassingsgebied uitgebreid tot online pakketreizen en geassisteerde reisarrangementen.

Het voorstel zorgt ervoor dat reizigers beter worden geïnformeerd over de diensten die zij kopen en biedt hun duidelijker recht op oplossingen als er iets misgaat.

Door de versnippering van de wetgeving te verminderen en de onderlinge erkenning van bescherming bij insolventie te versterken, minimaliseert het voorstel bovendien de belemmeringen voor grensoverschrijdende handel, verlaagt het de nalevingskosten voor handelaars die grensoverschrijdend willen opereren en zorgt het voor een gelijk speelveld op de reismarkt.

3.2. Rechtsgrondslag

Het voorstel is gebaseerd op artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

Het voorziet in grotendeels uniforme regels inzake pakketreizen en geassisteerde reisarrangementen in de Unie. Zo wordt handelaars en reizigers zekerheid geboden over hun rechten en plichten, ongeacht het nationale recht dat op de overeenkomst van toepassing is. Ook komt een einde aan onnodige kosten voor grensoverschrijdende transacties en krijgt de consument meer keuze.

In overeenstemming met artikel 114, lid 3, VWEU waarborgt het voorstel een hoog niveau van consumentenbescherming. De bescherming uit hoofde van Richtlijn 90/314/EEG i wordt namelijk gehandhaafd of versterkt.

3.3. Subsidiariteitsbeginsel

Het voorstel is in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel dat is neergelegd in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU).

De doelstelling om de werking van de interne markt te verbeteren door verschillen tussen de wetgevingen van de lidstaten weg te nemen en om consumenten betere toegang tot diensten van andere lidstaten te geven, kan niet voldoende worden verwezenlijkt als de lidstaten op ongecoördineerde wijze optreden.

De Unie is dan ook het best in staat om de vastgestelde problemen aan te pakken door een wetgevingsmaatregel die de nationale regels onderling aanpast.

3.4. Evenredigheidsbeginsel

Het voorstel is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel dat is neergelegd in artikel 5 VEU.

Net als Richtlijn 90/314/EEG i bestrijkt het voorstel niet alle aspecten van de reiswetgeving, maar slechts bepaalde aspecten van pakketreizen en andere combinaties van reisdiensten, voor zover gecoördineerd optreden van de Unie nodig wordt geacht. Zo laat het voorstel het algemene nationale verbintenissenrecht, erkenningsregelingen of eisen inzake vergunningen onverlet.

Volgens de effectbeoordeling kunnen voornoemde doelstellingen niet worden verwezenlijkt met niet-dwingende maatregelen zoals aanbevelingen, richtsnoeren of zelfregulering.

Een richtlijn waarborgt een samenhangend pakket rechten en plichten en stelt de lidstaten in staat om deze regels in hun nationale verbintenissenrecht te integreren.

Bovendien kunnen de lidstaten zo de meest geschikte handhavingsmethode toepassen en de nodige sancties vaststellen voor overtredingen van hun regels. Op bepaalde gebieden biedt het voorstel de lidstaten de mogelijkheid om striktere regels op te leggen.

3.5. Gevolgen voor de grondrechten

Overeenkomstig de strategie voor een doeltreffende tenuitvoerlegging van het Handvest van

de grondrechten door de Europese Unie 12 heeft de Commissie ervoor gezorgd dat het voorstel

strookt met de rechten die in het Handvest zijn vastgelegd en de toepassing van die rechten verder bevordert. Het voorstel eerbiedigt in het bijzonder de in artikel 16 van het Handvest neergelegde vrijheid van ondernemerschap en draagt overeenkomstig artikel 38 van het Handvest zorg voor een hoog niveau van consumentenbescherming.

3.6. Evaluatieclausule

Het voorstel verplicht de Commissie ertoe om uiterlijk vijf jaar de inwerkingtreding een verslag over de toepassing van de richtlijn uit te brengen en dit, indien nodig vergezeld van wetgevingsvoorstellen, aan het Europees Parlement en de Raad voor te leggen.

3.7. Europese Economische Ruimte

De voorgestelde richtlijn betreft een onderwerp dat onder de EER-overeenkomst valt en moet bijgevolg worden uitgebreid tot de Europese Economische Ruimte.

3.8. Toelichtende stukken

Gelet op de complexiteit van het voorstel en de verschillende manieren waarop de lidstaten Richtlijn 90/314/EEG i hebben omgezet, acht de Commissie het gerechtvaardigd om te vragen om toezending van documenten waarin het verband tussen de componenten van deze richtlijn en de overeenkomstige onderdelen van de nationale omzettingsinstrumenten wordt uitgelegd.

4. T OELICHTING BIJ HET VOORSTEL

Het voorstel bestaat uit 29 artikelen en twee bijlagen (een tabel die artikelen van Richtlijn 90/314/EEG i koppelt aan artikelen van dit voorstel en een financieel memorandum).

4.1. Onderwerp, toepassingsgebied en definities (artikelen 1 tot 3)

Artikel 1 omschrijft het onderwerp van de richtlijn. In combinatie met de definitie van pakketreis en geassisteerd reisarrangement in artikel 3 bepaalt artikel 2 het toepassingsgebied van het voorstel. Daarbij wordt rekening gehouden met de verschillende manieren waarop reisdiensten kunnen worden gecombineerd.

Gelet op de manier waarop reisdiensten aan de reiziger worden gepresenteerd, gelden combinaties die voldoen aan een van de alternatieve criteria van artikel 3, lid 2, als pakketreizen, met de daaraan verbonden rechtsgevolgen op het gebied van informatieverplichtingen, aansprakelijkheid en bescherming bij insolventie.

Onder geassisteerde reisarrangementen worden combinaties verstaan waarbij doorverkopers via onderling verbonden online boekingsprocedures reizigers gerichte assisteren bij de afname van aanvullende reisdiensten of waarbij de reiziger overeenkomsten afsluit met de afzonderlijke dienstverleners en het essentiële kenmerk van een pakketreis, namelijk een inclusieve of totaalprijs, ontbreekt. Doorverkopers die de koop van geassisteerde reisarrangementen faciliteren, zijn verplicht om reizigers duidelijk uit te leggen dat alleen de

12 Mededeling van de Commissie COM(2010) 573 definitief i van 19.10.2010.

afzonderlijke dienstverleners aansprakelijk zijn voor de uitvoering van de betrokken reisdiensten. Om naast de regels inzake passagiersrechten en het algemene consumentenacquis in de hele Unie te zorgen voor extra bescherming, ook voor reizigers die meer dan één reisdienst kopen via hen, is het dienstig om te bepalen dat dergelijke doorverkopers moeten waarborgen dat bij insolventie van henzelf of van een dienstverlener reizigers hun vooruitbetalingen krijgen terugbetaald en zo nodig worden gerepatrieerd.

Voor zakelijke reizigers wier reizen worden geregeld op grond van een kaderovereenkomst tussen hun werkgevers en gespecialiseerde touroperators, hoeft dit beschermingsniveau niet te worden gewaarborgd. Aangezien deze touroperators hun klanten als onderneming vaak een beschermingsniveau bieden dat vergelijkbaar is met dat van deze richtlijn (regelen van zakenreizen), vallen deze reizen buiten het toepassingsgebied van dit voorstel.

Andere beperkingen van het toepassingsgebied worden gehandhaafd, bv. voor zogeheten incidenteel georganiseerde pakketreizen.

In artikel 3 worden naast “pakketreizen” en “geassisteerde reisarrangementen” nog enkele belangrijke termen van de richtlijn gedefinieerd, waaronder “reiziger”, “organisator”, “doorverkoper” en “onvermijdbare en buitengewone omstandigheden”. Onder “organisator” wordt een handelaar verstaan die pakketreizen samenstelt en deze rechtstreeks dan wel via of samen met een andere handelaar verkoopt of te koop aanbiedt. Organisatoren zijn aansprakelijk voor de uitvoering van de pakketreis (artikelen 11 en 12), voor het verlenen van bijstand aan de reiziger (artikel 14) en voor het regelen van bescherming bij insolventie (artikel 15). Zowel doorverkopers als organisatoren zijn aansprakelijk voor het verschaffen van precontractuele informatie (artikel 4). De doorverkopers zijn aansprakelijk voor boekingsfouten (artikel 19). Doorverkopers die de aankoop van geassisteerde reisarrangementen faciliteren, zijn verplicht om bescherming bij insolventie te regelen (artikel 15).

4.2. Informatieverplichtingen, sluiting en inhoud van de pakketreisovereenkomst (artikelen 4-6)

Artikel 4 bevat een lijst met precontractuele informatie die organisatoren en eventueel doorverkopers onder de aandacht moeten brengen van reizigers die een pakketreis willen kopen. Deze vereisten komen bovenop de informatievereisten op grond van andere toepasselijke richtlijnen of verordeningen.

Artikel 5 regelt de sluiting van de pakketreisovereenkomst.

Artikel 6 bevat bepalingen over de inhoud en presentatie van de overeenkomst of de bevestiging daarvan en over de documenten en informatie die moeten worden verstrekt vóór het begin van de pakketreis.

4.3. Wijziging van de overeenkomst voor het begin van de pakketreis (artikelen 7- 10)

Evenals artikel 4, lid 3, van Richtlijn 90/314/EEG i bepaalt artikel 7 onder welke voorwaarden de reiziger zijn recht om de pakketreis over te dragen aan iemand anders, kan uitoefenen.

Uitgaande van het beginsel dat overeengekomen prijzen bindend zijn, regelt artikel 8 de mogelijkheden en gevolgen van prijswijzigingen, rekening houdend met het feit dat pakketreisovereenkomsten vaak lang van tevoren worden gesloten. Deze regels zijn gebaseerd op dezelfde beginselen als artikel 4, leden 4 tot 6 van Richtlijn 90/314/EEG i.

Artikel 8, lid 2, handhaaft het recht om de prijs te verhogen op basis van schommelingen in de brandstofprijzen, belastingen en wisselkoersen, maar verduidelijkt de voorwaarden ten opzichte van Richtlijn 90/314/EEG i. Organisatoren die zich het recht voorbehouden de prijs te verhogen, zijn nu ook verplicht prijsverlagingen door te berekenen aan de reiziger. De prijs mag met niet meer dan 10% van de prijs van de pakketreis worden verhoogd.

Voor andere wijzigingen zijn afzonderlijke regels geformuleerd voor onbeduidende (artikel 9, lid 1) en ingrijpende wijzigingen (artikel 9, leden 2 en 3).

In vergelijking met Richtlijn 90/134/EEG bevat artikel 10 extra opzeggingsrechten voor de reiziger vóór het begin van de pakketreis. Het recht van de reiziger om de overeenkomst op te zeggen tegen betaling van een passende vergoeding (artikel 10, lid 1) sluit aan bij de regels en gebruiken in de lidstaten. Artikel 10, lid 2, geeft reizigers het recht de overeenkomst zonder schadeloosstelling op te zeggen indien sprake is van onvermijdbare en buitengewone omstandigheden.

4.4. Uitvoering van de pakketreis (artikelen 11-14)

Deze artikelen bevatten regels voor de aansprakelijkheid van de organisator voor de uitvoering van de pakketreis (artikelen 11-13) en de verplichting om de reiziger bijstand te bieden (artikel 14).

Anders dan in Richtlijn 90/314/EEG i, is alleen de organisator aansprakelijk voor de uitvoering van de pakketreis. Dit om dubbele kosten en geschillen te voorkomen. Tegelijkertijd zullen uniforme aansprakelijkheidsregels grensoverschrijdende transacties van organisatoren en doorverkopers vergemakkelijken.

De artikelen 11 en 12 beschrijven de middelen die de reiziger kan aanwenden in geval van niet-nakoming, bijvoorbeeld als de diensten niet of niet correct worden geleverd. Deze regels zijn op dezelfde beginselen gebaseerd als de artikelen 5 en 6 van Richtlijn 90/314/EEG i, maar worden hier op systematischer wijze gepresenteerd, waarbij de nodige verduidelijking wordt geboden en in een aantal leemten wordt voorzien.

Artikel 11 bevat de verplichtingen om de niet-nakoming te verhelpen en om een geschikt alternatief te regelen voor de voortzetting van de pakketreis indien een significant deel van de diensten niet kan worden geleverd overeenkomstig de overeenkomst. Laatstgenoemde verplichting geldt ook indien de terugkeer van de reiziger naar de plaats van vertrek niet op de overeengekomen manier verloopt. Indien de reiziger als gevolg van onvermijdbare en buitengewone omstandigheden niet tijdig kan terugkeren, betaalt de organisator de kosten van het verlengde verblijf van de reiziger echter slechts tot een maximum van 100 EUR per nacht gedurende drie nachten; deze beperking sluit aan bij de voorgestelde wijziging van Verordening nr. 261/2004 i.

Artikel 12 bevat bepalingen over prijsverlagingen als gevolg van niet-nakoming en van alternatieven die tot gevolg hebben dat de kwaliteit van de pakketreis vermindert, alsook over schadeloosstellingen. In overeenstemming met het arrest van het Hof in zaak C-168/00 (Simone Leitner), bepaalt lid 2 dat ook immateriële schade moet worden vergoed. Lid 4 regelt het verband met schadeloosstellingen op grond van andere rechtsgronden.

Omdat voor veel reizigers de doorverkoper het eerste contactpunt is voor de geboekte pakketreis, bepaalt artikel 13 dat reizigers boodschappen, klachten of vorderingen ook kunnen richten tot de doorverkoper, waarbij het tijdstip van inontvangstneming door de doorverkoper bepaalt of de boodschap, klacht of vordering binnen de gestelde termijn of de verjaringstermijn is ingediend.

Op grond van artikel 14 zijn organisatoren verplicht bijstand te bieden aan reizigers die in moeilijkheden verkeren.

4.5. Bescherming bij insolventie (artikelen 15 en 16)

Richtlijn 90/314/EEG i schiep een algemene verplichting voor "de organisator en/of de doorverkoper" om bescherming te bieden bij insolventie teneinde de repatriëring van de reizigers en de terugbetaling van vooruitbetalingen bij insolventie te waarborgen. Vanwege de verschillende wettelijke regelingen die de lidstaten hiervoor hebben gekozen, leidde dit vaak tot dubbele kosten voor organisatoren en doorverkopers. Volgens artikel 15 van dit voorstel zijn alleen organisatoren van pakketreizen en doorverkopers die de aankoop van "geassisteerde reisarrangementen" faciliteren, verplicht een dergelijke zekerheid te stellen. Daarnaast zijn specifiekere criteria inzake de doeltreffendheid en de reikwijdte van de vereiste bescherming vastgesteld.

Om grensoverschrijdende transacties te vergemakkelijken voorziet artikel 16, lid 1, uitdrukkelijk in de wederzijdse erkenning van de bescherming bij insolventie die wordt geboden op grond van de nationale wetgeving van de lidstaat waar de organisator/doorverkoper is gevestigd. Ter bevordering van de administratieve samenwerking verplicht artikel 16 de lidstaten een centraal contactpunt aan te wijzen.

4.6. Informatieverplichtingen voor geassisteerde reisarrangementen (artikel 17)

Met het oog op de rechtszekerheid en de transparantie voor de partijen, moeten doorverkopers die geassisteerde reisarrangementen aanbieden, reizigers er op een duidelijke en opvallende manier op wijzen dat alleen de betrokken dienstverleners aansprakelijk zijn voor de verlening van hun diensten, en dat de reiziger geen aanspraak kan maken op de EU-rechten die aan kopers van pakketreizen worden toegekend, behalve het recht op terugbetaling van vooruitbetalingen en, in voorkomend geval, op repatriëring, indien de doorverkoper zelf of een van de dienstverleners insolvent wordt verklaard.

4.7. Algemene bepalingen (artikelen 18 - 26)

Artikel 18 bevat specifieke regels voor pakketreizen waarvan de organisator buiten de EER is gevestigd.

Volgens artikel 19 zijn doorverkopers die zijn betrokken bij de boeking van pakketreizen en geassisteerde reisarrangementen aansprakelijk voor boekingsfouten.

Artikel 20 verduidelijkt dat deze richtlijn het recht van de organisator om verhaal te halen op derden, onverlet laat.

Artikel 21 bevestigt het dwingende karakter van de richtlijn.

Artikel 22 is een standaardbepaling over handhaving in het consumentenacquis.

Artikel 23 is een standaardbepaling over sancties bij inbreuken op de nationale bepalingen ter omzetting van deze richtlijn. De richtlijn consumentenrechten (2011/83/EU) en de richtlijn oneerlijke handelspraktijken (2005/29/EG) bevatten vergelijkbare bepalingen.

Artikel 24 verplicht de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in te dienen over de toepassing van de richtlijn.

Artikel 25, lid 2, wijzigt richtlijn 2011/83 i betreffende consumentenrechten om ervoor te zorgen dat die richtlijn van toepassing is op geassisteerde reisarrangementen en dat bepaalde algemene consumentenrechten ook van toepassing zijn op pakketreizen.

4.8. Slotbepalingen (artikelen 27 - 29)

Artikel 26 voorziet in de intrekking van Richtlijn 90/314/EEG i. Artikel 27 is een standaardbepaling over omzetting en stelt een omzettingstermijn vast van 18 maanden. De artikelen 28 en 29 zijn standaardbepalingen.

5. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Dit voorstel heeft slechts zeer beperkte gevolgen voor de begroting. De operationele kosten houden verband met de opstelling van het verslag over de toepassing van deze richtlijn, zoals het voorbereidende werk van een externe contractant, waarmee beleidskredieten van 0,2 miljoen EUR zijn gemoeid in het kader van het programma “Grondrechten en burgerschap”, en voorts administratieve uitgaven van ongeveer 0,184 miljoen EUR gedurende zeven jaar na de goedkeuring van de richtlijn. Deze uitgaven zullen worden gedekt door middel van een interne herschikking, waardoor er geen extra middelen nodig zijn.

2013/0246 (COD) i

Voorstel voor een

RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende pakketreizen en geassisteerde reisarrangementen, houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 i en van Richtlijn 2011/83 i/EU, en intrekking van

Richtlijn 90/314/EEG i van de Raad

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité 13 ,

Gezien het advies van het Comité van de Regio's 14 ,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Richtlijn 90/314/EEG i van de Raad van 13 juni 1990 betreffende pakketreizen, met

inbegrip van vakantiepakketten en rondreispakketten 15 geeft consumenten een aantal

belangrijke rechten op het gebied van pakketreizen, in het bijzonder met betrekking tot informatieverstrekking, aansprakelijkheid van handelaars voor de uitvoering van een pakketreis en bescherming bij insolventie van een organisator of een doorverkoper. Het rechtskader moet echter worden aangepast aan de marktontwikkelingen om de wetgeving geschikter te maken voor de interne markt, onduidelijkheden weg te nemen

en in juridische leemten te voorzien.

(2) Toerisme speelt een belangrijke rol in de economieën van de Unie, en pakketreizen beslaan een significant deel van die markt. De reismarkt is erg veranderd sinds de goedkeuring van Richtlijn 90/314/EEG i. Naast de traditionele distributiekanalen wordt internet een steeds belangrijker medium voor het aanbieden van reisdiensten. Reisdiensten worden niet alleen gecombineerd in de vorm van de klassieke, kant-enklare pakketreizen, maar ook tot op maat gesneden vakanties. Veel van deze reisproducten bevinden zich in een juridisch grijs gebied of vallen duidelijk niet onder Richtlijn 90/314/EEG i. De nieuwe richtlijn moet de bescherming uitbreiden tot deze nieuwe producten, zorgen voor meer transparantie, en reizigers en handelaars meer rechtszekerheid bieden.

13 PB C [...] van [...], blz. [...].

14 PB C [...] van [...], blz. [...].

15 PB L 158 van 23.6.1990, blz. 59.

(3) In artikel 169 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (“het Verdrag”) wordt bepaald dat de Unie moet bijdragen tot de verwezenlijking van een hoog niveau van consumentenbescherming door middel van maatregelen die op grond van artikel 114 van het Verdrag worden genomen.

(4) Richtlijn 90/314/EEG i geeft de lidstaten veel speelruimte ten aanzien van de omzetting; daardoor bestaan er nog steeds grote verschillen tussen de nationale wetgevingen. Juridische versnippering leidt voor ondernemingen tot hogere kosten en tot belemmeringen als zij grensoverschrijdend zaken willen doen, waardoor de keuze voor de consument wordt beperkt.

(5) De interne markt moet volgens artikel 26, lid 2, van het Verdrag een ruimte zonder binnengrenzen omvatten waarin het vrije verkeer van goederen en diensten en de vrijheid van vestiging zijn gewaarborgd. Harmonisatie van bepaalde aspecten van pakketovereenkomsten en geassisteerde reisarrangementen is noodzakelijk voor de totstandkoming van een echte interne markt voor de consument, met het juiste evenwicht tussen een hoog beschermingsniveau voor de consument en concurrentie in het bedrijfsleven.

(6) De grensoverschrijdende mogelijkheden van de pakketreizenmarkt in de Unie worden momenteel niet volledig benut. De verschillen in de regels ter bescherming van de reiziger in de lidstaten weerhouden reizigers in de ene lidstaat ervan pakketreizen en geassisteerde reisarrangementen in een andere lidstaat te kopen; tegelijkertijd weerhouden die verschillen organisatoren en doorverkopers in de ene lidstaat ervan dergelijke diensten in een andere lidstaat te verkopen. Om consumenten en ondernemingen in staat te stellen optimaal van de interne markt te profiteren en tegelijkertijd een hoog niveau van consumentenbescherming te waarborgen in de gehele Unie, moeten de wettelijke regels van de lidstaten inzake pakketreizen en geassisteerde reisarrangementen op elkaar worden afgestemd.

(7) De meeste kopers van pakketreizen zijn consumenten in de zin van het consumentenrecht van de Unie. Tegelijkertijd is het onderscheid tussen consumenten en vertegenwoordigers van kleine ondernemingen of zakenlieden die een zaken- of dienstreis boeken niet altijd even duidelijk, omdat zij gebruikmaken van dezelfde boekingskanalen. Die reizigers hebben vaak een vergelijkbaar beschermingsniveau nodig. Grotere ondernemingen of organisaties daarentegen boeken reizen voor hun werknemers vaak op basis van een kaderovereenkomst met ondernemingen die gespecialiseerd zijn in zakenreizen. Voor dergelijke zakenreizen is niet hetzelfde beschermingsniveau vereist als voor consumenten. Daarom dient deze richtlijn alleen van toepassing te zijn op zakelijke reizen die niet worden geboekt op basis van een kaderovereenkomst. Om verwarring met de term “consument” in andere consumentenbeschermingsrichtlijnen te voorkomen, dienen de personen die in het kader van deze richtlijn bescherming genieten, “reizigers” te worden genoemd.

(8) Daar reisdiensten op veel verschillende manieren kunnen worden gecombineerd, dienen alle combinaties van reisdiensten met kenmerken die door reizigers worden geassocieerd met pakketreizen, als pakketreizen te worden beschouwd; het gaat daarbij met name om afzonderlijke reisdiensten die worden gebundeld tot één enkel reisproduct dat onder verantwoordelijkheid van de organisator wordt uitgevoerd.

Volgens de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie 16 mag het geen

verschil maken of reisdiensten worden gecombineerd voorafgaand aan enig contact met de reiziger danwel op diens verzoek of overeenkomstig de door hem gemaakte selectie. Dezelfde principes dienen te gelden ongeacht of de reis via een klassiek

reisbureau of online wordt geboekt.

(9) Met het oog op de transparantie moet een onderscheid worden gemaakt tussen pakketreizen en geassisteerde reisarrangementen, waarbij klassieke of online reisbureaus reizigers helpen reisdiensten te combineren en reizigers overeenkomsten sluiten met verschillende aanbieders van reisdiensten, bijvoorbeeld via onderling verbonden boekingsprocedures; hierbij ontbreken de hierboven bedoelde kenmerken en het zou niet passend zijn hierop alle verplichtingen toe te passen die voor pakketreizen gelden.

(10) Gezien de marktontwikkelingen dient het begrip “pakketreis” nader te worden gedefinieerd op basis van alternatieve objectieve criteria die in de eerste plaats betrekking hebben op de manier waarop de reisdiensten worden aangeboden of gekocht, en op basis waarvan reizigers redelijkerwijs mogen verwachten onder de bescherming van de richtlijn te vallen. Dat geldt bijvoorbeeld wanneer verschillende reisdiensten voor één reis of vakantie door middel van één boekingsprocedure worden gekocht bij één verkooppunt of wanneer deze diensten worden aangeboden of gefactureerd voor een gezamenlijke prijs of een totaalprijs. Reisdiensten moeten worden geacht door middel van één boekingsprocedure te zijn gekocht indien zij worden geselecteerd voordat de reiziger met de betaling heeft ingestemd.

(11) Voorts moeten geassisteerde reisarrangementen worden onderscheiden van reisdiensten die door reizigers zelf worden geboekt, vaak op verschillende tijdstippen, ook al gebeurt dat voor dezelfde reis of vakantie. Online geassisteerde reisarrangementen moeten ook worden onderscheiden van links die reizigers naar algemene informatie over andere reisdiensten leiden; daarbij kan worden gedacht aan een hotel of een organisator van evenementen die een lijst op zijn website plaatst van alle aanbieders van vervoersdiensten naar zijn adres, zonder dat dit gekoppeld is aan een boeking, of aan cookies of metadata die worden gebruikt om advertenties op websites te plaatsen.

(12) Een losse vlucht die wordt geboekt als op zichzelf staande reisdienst is geen pakketreis en ook geen geassisteerd reisarrangement.

(13) Er dienen specifieke regels te worden vastgesteld voor klassieke en online doorverkopers die reizigers tijdens één bezoek of contactmoment assisteren bij het sluiten van afzonderlijke overeenkomsten met verschillende dienstverleners, en voor online doorverkopers die via onderling verbonden online boekingsprocedures de aankoop van aanvullende reisdiensten van een andere handelaar gericht faciliteren via onderling verbonden online boekingsprocedures, ten laatste wanneer de boeking van de eerste dienst wordt bevestigd. Deze regels zouden bijvoorbeeld moeten gelden wanneer een reiziger samen met de bevestiging van een eerste reisdienst zoals een vlucht of een treinreis, een uitnodiging ontvangt om een aanvullende reisdienst te boeken op de gekozen bestemming, bijvoorbeeld hotelaccommodatie, met een link naar de boekingssite van een andere dienstverlener of tussenpersoon. Dergelijke

16 Zie het arrest in zaak C-400/00 Club Tour, Viagens e Turismo SA tegen Alberto Carlos Lobo

Gonçalves Garrido en Club Med Viagens Ld, Jurispr. 2002, I-04051.

geassisteerde reisarrangementen vormen geen pakketreis in de zin van deze richtlijn, daar het duidelijk is dat de aansprakelijkheid voor de reisdiensten niet bij één organisator berust, maar zijn een alternatief bedrijfsmodel dat vaak scherp concurreert

met pakketreizen.

(14) Met het oog op eerlijke mededinging en ter bescherming van de consument moet ook bij geassisteerde reisarrangementen de verplichting gelden dat moet worden aangetoond dat voldoende zekerheden zijn gesteld voor de terugbetaling van vooruitbetalingen en de repatriëring van reizigers in geval van insolventie.

(15) Om reizigers meer duidelijkheid te bieden en in staat te stellen met kennis van zaken een keuze te maken uit het reisaanbod, dienen handelaars te worden verplicht de aard van de aangeboden reis duidelijk te omschrijven en de reizigers te wijzen op hun rechten. In de verklaring van de handelaar omtrent de juridische aard van het aangeboden reisproduct dient de werkelijke juridische aard van het betrokken product te worden vermeld. De handhavingsinstanties dienen op te treden tegen handelaars die reizigers onjuiste informatie verschaffen.

(16) Alleen combinaties van verschillende reisdiensten zoals accommodatie, personenvervoer per bus, trein, boot of vliegtuig, en autoverhuur, komen in aanmerking om te worden beschouwd als een pakketreis of een geassisteerd reisarrangement. Accommodatie die dient als woonruimte, bijvoorbeeld voor langlopende taalcursussen, mag niet worden beschouwd als accommodatie in de zin van deze richtlijn.

(17) Andere toeristische diensten, zoals toegangskaarten voor concerten, sportevenementen, excursies of evenementenparken zijn diensten die in combinatie met personenvervoer, accommodatie en/of autoverhuur, in aanmerking komen om als pakketreis of geassisteerd reisarrangement te worden beschouwd. Dergelijke pakketreizen vallen echter alleen onder de richtlijn als de betrokken toeristische dienst een significant deel van de pakketreis uitmaakt. In het algemeen is dat het geval als de toeristische dienst meer dan 20% van de totale prijs uitmaakt of anderszins een wezenlijk kenmerk van de reis of vakantie vormt. Aanvullende diensten zoals reisverzekeringen, bagagevervoer, maaltijdverstrekking en schoonmaakdiensten als onderdeel van de accommodatie, mogen op zichzelf niet als toeristische dienst worden beschouwd.

(18) Voorts moet worden verduidelijkt dat overeenkomsten waarbij de handelaar de reiziger na het sluiten van het contract een keuze laat maken uit een selectie van verschillende soorten reisdiensten, zoals bij een reiscadeaubon, moeten worden beschouwd als een pakketreis. Ook een combinatie van reisdiensten waarbij de naam en andere voor de boeking benodigde gegevens ten laatste wanneer de boeking van de eerste dienst wordt bevestigd tussen de handelaars worden doorgegeven, moet worden beschouwd als een pakketreis. Bij voor de boeking benodigde gegevens gaat het om creditcardgegevens of andere voor de betaling benodigde gegevens. Het doorgeven van gegevens zoals de reisbestemming of de reistijden is niet voldoende.

(19) Omdat reizigers bij korte reizen minder bescherming behoeven en omdat handelaren niet onnodig moeten worden belast, dienen reizen die korten dan 24 uur duren en waarbij geen accommodatie nodig is, alsook incidenteel georganiseerde pakketreizen niet onder de richtlijn te vallen.

(20) Het belangrijkste kenmerk van pakketreizen is dat ten minste één handelaar als organisator aansprakelijk is voor de correcte uitvoering van het gehele pakket. Daarom moet een handelaar, meestal een klassiek of online reisbureau, alleen als louter doorverkoper of tussenpersoon kunnen optreden, zonder aansprakelijk te zijn als organisator, wanneer een andere handelaar optreedt als organisator van een pakket . Of een handelaar optreedt als organisator van een bepaalde pakketreis dient af te hangen van de mate waarin hij betrokken is bij de opzet van de pakketreis in de zin van deze richtlijn, en niet van de noemer waaronder hij zijn activiteiten verricht. Wanneer twee of meer handelaars voldoen aan de voorwaarden waaronder een combinatie van reisdiensten als pakketreis wordt beschouwd en deze handelaars de reiziger niet hebben laten weten wie van hen de organisator van de pakketreis is, dienen alle betrokken handelaars als organisator te worden beschouwd.

(21) Bij pakketreizen dienen doorverkopers samen met de organisator aansprakelijk te zijn voor het verstrekken van precontractuele informatie. Maar ook moet duidelijk zijn dat beiden aansprakelijk zijn voor boekingsfouten. Om de communicatie gemakkelijker te laten verlopen, vooral bij grensoverschrijdende gevallen, moeten reizigers ook via de doorverkoper bij wie zij de pakketreis hebben gekocht contact kunnen opnemen met de organisator.

(22) De reiziger dient alle nodige informatie te krijgen voordat hij een pakketreis koopt, ongeacht of die wordt verkocht met behulp van telecommunicatie, over de toonbank of via andere distributiekanalen. Bij het verstrekken van deze informatie dient de handelaar rekening te houden met de specifieke behoeften van reizigers die vanwege hun leeftijd of een lichamelijke handicap bijzonder kwetsbaar zijn op een manier die de handelaar redelijkerwijs kon voorzien.

(23) Belangrijke informatie, bijvoorbeeld over de hoofdkenmerken van de reisdiensten of de prijzen, die in advertenties, op de website van de organisator of in brochures wordt verstrekt als onderdeel van de precontractuele informatie, moet bindend zijn, tenzij de organisator zich het recht voorbehoudt deze elementen te wijzigen en deze wijzigingen duidelijk en op opvallende wijze worden meegedeeld aan de reiziger voordat de overeenkomst wordt gesloten. Met de huidige communicatietechnologieën hoeven er echter niet langer specifieke voorschriften voor brochures te worden vastgesteld; wel moet ervoor worden gezorgd dat de partijen in bepaalde omstandigheden via een duurzame gegevensdrager communiceren over wijzigingen die van invloed zijn op de uitvoering van de overeenkomst, zodat de informatie bewaard blijft voor de toekomst. Deze informatie moet altijd kunnen worden gewijzigd wanneer beide partijen daar expliciet mee instemmen.

(24) De informatievereisten van deze richtlijn zijn volledig, maar dienen de

informatievereisten die in andere toepasselijke wetgeving van de Unie 17 zijn

vastgelegd, onverlet te laten.

(25) Rekening houdend met de specifieke kenmerken van pakketreisovereenkomsten moet worden vastgelegd welke rechten en verplichtingen de partijen hebben voor en na het begin van de pakketreis, met name wanneer de pakketreis niet naar behoren wordt uitgevoerd of wanneer bepaalde omstandigheden veranderen.

17 Zie de richtlijnen 2000/31/EG i en 2006/123/EG, alsook de verordeningen (EG) nr. 1107/2006 i, (EG) nr.

1008/2008, (EG) nr. 1371/2007, (EG) nr. 181/2011, (EG) nr. 1177/2010 en (EG) nr. 2111/2005.

(26) Daar pakketreizen vaak lang van tevoren worden gekocht, kunnen zich onvoorziene omstandigheden voordoen. Daarom moet een reiziger onder bepaalde voorwaarden een pakketreis kunnen overdragen aan een andere reiziger. In dergelijke gevallen moet de organisator zijn onkosten kunnen terugvorderen, bijvoorbeeld wanneer een onderaannemer een vergoeding vraagt voor het wijzigen van de naam van de reiziger of voor het annuleren en vervangen van een reisbiljet. Reizigers moeten de overeenkomst ook voor het begin van de pakketreis tegen betaling van een redelijke schadeloosstelling kunnen opzeggen en het recht hebben dit zonder schadeloosstelling te doen wanneer onvoorziene en onvermijdbare omstandigheden zoals oorlog of een natuurramp aanzienlijke gevolgen hebben voor de pakketreis. Er dient van te worden uitgegaan dat van onvermijdbare en buitengewone omstandigheden sprake is wanneer in betrouwbare en openbare verslagen, zoals aanbevelingen van autoriteiten van de lidstaten, wordt afgeraden naar de plaats van bestemming te reizen.

(27) In specifieke gevallen moet ook de organisator voor het begin van de pakketreis de overeenkomst zonder schadeloosstelling kunnen opzeggen, bijvoorbeeld wanneer het minimumaantal deelnemers niet is bereikt en dit voorbehoud in de overeenkomst is gemaakt.

(28) In bepaalde omstandigheden moet de organisator de pakketreisovereenkomst eenzijdig kunnen wijzigen. Reizigers moeten dan echter het recht hebben de overeenkomst op te zeggen als de voorgestelde wijzigingen een wezenlijke verandering van de belangrijkste kenmerken van de reisdiensten inhouden. Prijsverhogingen dienen alleen mogelijk te zijn indien er veranderingen zijn opgetreden in de brandstofkosten voor het personenvervoer, in belastingen of vergoedingen die worden geheven door niet direct bij de uitvoering van de reisdiensten betrokken derden, of in de wisselkoersen die van belang zijn voor de pakketreis, mits de overeenkomst expliciet voorziet in prijsverhogingen en prijsverlagingen. Prijsverhogingen mogen maximaal 10% van de prijs van een pakketreis bedragen.

(29) Er dienen specifieke regels te worden vastgesteld voor oplossingen als sprake is van niet-nakoming van de pakketreisovereenkomst. De reiziger dient erop te kunnen rekenen dat problemen worden opgelost en dient een alternatief te krijgen aangeboden wanneer een significant deel van de overeengekomen reisdiensten niet kan worden geleverd. Reizigers dienen ook aanspraak te kunnen maken op een prijsverlaging en/of schadeloosstelling. Ook immateriële schade dient te worden vergoed, in het bijzonder als de vakantie is bedorven, evenals, in gemotiveerde gevallen, kosten die de reiziger maakt bij het zelf oplossen van een probleem.

(30) Met het oog op de samenhang dienen de bepalingen van deze richtlijn te worden afgestemd op de internationale verdragen over reisdiensten en op de wetgeving van de Unie inzake rechten van passagiers. Wanneer de organisator aansprakelijk is voor het niet of niet correct verlenen van de diensten waarop de pakketreisovereenkomst betrekking heeft, dient de organisator zich te kunnen beroepen op de beperking van de aansprakelijkheid van dienstverleners zoals die is geregeld bij internationale verdragen zoals het verdrag van Montreal tot het brengen van eenheid in enige bepalingen inzake

het internationale luchtvervoer (1999) 18 , het verdrag betreffende het internationale

18 2001/539/EG: Besluit van de Raad van 5 april 2001 inzake de sluiting door de Europese Gemeenschap

van het Verdrag tot het brengen van eenheid in enige bepalingen inzake het internationale luchtvervoer (Verdrag van Montreal) (PB L 194 van 18.7.2001, blz. 38).

spoorwegvervoer (COTIF, 1980) 19 , en het verdrag van Athene inzake het vervoer van passagiers en hun bagage over zee (1974) 20 . Wanneer het als gevolg van

onvermijdbare en buitengewone omstandigheden onmogelijk is ervoor te zorgen dat de reiziger kan terugkeren naar de plaats van vertrek, dient de verplichting van de organisator om de kosten van het verlengde verblijf van de reiziger op de plaats van bestemming voor zijn rekening te nemen, te worden afgestemd op het voorstel van de

Commissie 21 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 261/2004 i van het Europees

Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en

annulering of langdurige vertraging van vluchten 22 .

(31) Deze richtlijn mag geen afbreuk doen aan de rechten van reizigers om vorderingen in te dienen op grond van deze richtlijn en op grond van andere toepasselijke wetgeving van de Unie; reizigers behouden de mogelijkheid om vorderingen in te dienen bij de organisator, de vervoerder of enig andere aansprakelijke partij, of eventueel bij meerdere partijen. Het moet duidelijk zijn dat reizigers geen rechten uit hoofde van verschillende rechtsgronden mogen cumuleren als die rechten dezelfde belangen beschermen of hetzelfde doel dienen. De aansprakelijkheid van de organisator laat het recht om verhaal te halen op derden, zoals dienstverleners, onverlet.

(32) De organisator dient verplicht te zijn onmiddellijk bijstand te verlenen als de reiziger in moeilijkheden verkeert tijdens de reis of vakantie. Bij deze bijstand moet het voornamelijk gaan om informatie over bijvoorbeeld lokale medische diensten, plaatselijke autoriteiten en consulaire bijstand, en om praktische bijstand, zoals bij communicatie vanuit het buitenland en het regelen van reisalternatieven.

(33) In haar mededeling over passagiersbescherming in geval van insolventie van

luchtvaartmaatschappijen 23 stelt de Commissie dat een betere handhaving van

Verordening (EG) nr. 1008/2008 i inzake gemeenschappelijke regels voor de exploitatie

van luchtdiensten in de Gemeenschap 24 en van Verordening nr. 261/2004 i inzake

passagiersrechten, in combinatie met een nauwere samenwerking met de sector, kunnen leiden tot een betere bescherming van reizigers; als dit niet blijkt te werken, zal zij nieuwe wetgeving voorstellen. Die mededeling heeft betrekking op de aankoop van een afzonderlijke component, namelijk een vliegreis; zij heeft dus geen gevolgen voor de bestaande regels inzake pakketreizen en belet de wetgever niet om ook voor kopers van andere moderne combinaties van reisdiensten bescherming bij insolventie

te regelen.

19 2013/103/EU: Besluit van de Raad van 16 juni 2011 betreffende de ondertekening en sluiting van de

Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Intergouvernementele Organisatie voor het internationale spoorwegvervoer tot toetreding van de Europese Unie tot het Verdrag betreffende het internationale

spoorwegvervoer (COTIF) (PB L 51 van 23.2.2013, blz. 1).

20 2012/22/EU: Besluit van de Raad van 12 december 2011 betreffende de toetreding van de Europese

Unie tot het Protocol van 2002 bij het Verdrag van Athene inzake het vervoer van passagiers en hun bagage over zee van 1974, met uitzondering van de artikelen 10 en 11 (PB L 8 van 12.1.2012, blz. 1).

21 Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van

Verordening (EG) nr. 261/2004 i tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en Verordening (EG) nr. 2027/97 i betreffende de aansprakelijkheid van luchtvervoerders met betrekking tot

het luchtvervoer van passagiers en hun bagage (COM(2013)130 final i).

22 PB L 46 van 17.2.2004, blz. 1.

23 COM(2013) 129 final i van 18.3.2013.

24 PB L 293 van 31.10.2008, blz. 3.

(34) De lidstaten dienen ervoor te zorgen dat reizigers die een pakketreis of een geassisteerd reisarrangement kopen, volledig beschermd zijn tegen insolventie van de organisator, de doorverkoper die het geassisteerde reisarrangement heeft gefaciliteerd, of een van de andere aanbieders van reisdiensten. De lidstaten waar organisatoren van pakketreizen en doorverkopers die geassisteerde reisarrangementen faciliteren, zijn gevestigd, dienen ervoor te zorgen dat handelaars die dergelijke combinaties van reisdiensten aanbieden, zekerheden stellen voor de terugbetaling van alle reeds betaalde bedragen en de repatriëring van reizigers in geval van insolventie. De lidstaten zijn vrij om te bepalen hoe zij de bescherming tegen insolventie willen regelen, maar zij moeten er wel op toezien dat hun nationale beschermingsregelingen doeltreffend zijn en voor alle getroffen reizigers zowel een snelle repatriëring als terugbetaling garanderen. De vereiste bescherming bij insolventie dient te zijn gebaseerd op het werkelijke financiële risico van de activiteiten van de organisator, de doorverkoper of de dienstverlener, waarbij moet worden gekeken naar het soort combinaties van reisdiensten dat zij verkopen, voorzienbare seizoensfluctuaties en het bedrag van de vooruitbetalingen alsook de manier waarop deze worden gegarandeerd. Overeenkomstig richtlijn 2006/123/EG i van het Europees Parlement en de Raad van 12

december 2006 betreffende diensten op de interne markt 25 , mag in gevallen waarin

insolventiebescherming de vorm kan aannemen van een garantie of een verzekering, deze zekerheid niet worden beperkt tot attesten van financiële instellingen in een

bepaalde lidstaat.

(35) Om het vrije verkeer van diensten te bevorderen, dienen de lidstaten verplicht te zijn de bescherming bij insolventie volgens het recht van de lidstaat van vestiging te erkennen. Om de administratieve samenwerking en het toezicht op ondernemingen die actief zijn in verschillende lidstaten op het gebied van bescherming bij insolventie te vergemakkelijken, moeten de lidstaten verplicht zijn centrale contactpunten aan te wijzen.

(36) Voor geassisteerde reisarrangementen geldt niet alleen de verplichte bescherming bij insolventie en de verplichting om reizigers mee te delen dat de afzonderlijke aanbieders van reisdiensten uitsluitend contractueel aansprakelijk zijn voor de verlening van hun eigen diensten, de betrokken overeenkomsten vallen ook onder de algemene consumentenbeschermingswetgeving en de sectorspecifieke wetgeving van de Unie.

(37) Reizigers moeten bescherming genieten wanneer een doorverkoper bij het boeken van een pakketreis of een geassisteerd reisarrangement een fout maakt.

(38) Tevens moet duidelijk zijn dat reizigers geen afstand kunnen doen van rechten die voortvloeien uit deze richtlijn en dat handelaars die de aankoop van een geassisteerd reisarrangement faciliteren, zich niet aan hun verplichtingen kunnen onttrekken met het argument dat zij slechts optreden als dienstverlener, tussenpersoon of in een andere hoedanigheid.

(39) Het is noodzakelijk dat de lidstaten sancties vaststellen voor inbreuken op nationale bepalingen ter omzetting van deze richtlijn en erop toezien dat ze worden toegepast. De sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.

25 PB L376 van 27.12.2006, blz. 36.

(40) Door de vaststelling van deze richtlijn moeten bepaalde besluiten op het gebied van consumentenbescherming worden aangepast. Daar Richtlijn 2011/83 i/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende

consumentenrechten 26 in haar huidige vorm niet van toepassing is op overeenkomsten

die onder Richtlijn 90/314/EEG i vallen, moet Richtlijn 2011/83 i/EU worden gewijzigd om ervoor te zorgen dat zij van toepassing is op geassisteerde reisarrangementen en dat bepaalde bij die richtlijn geregelde consumentenrechten ook van toepassing zijn op

pakketreizen.

(41) Deze richtlijn dient Verordening (EG) nr. 593/2008 i van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit

overeenkomst (Rome I) 27 onverlet te laten, evenals het nationale verbintenissenrecht

voor de aspecten die niet onder die verordening vallen. Daar deze richtlijn ten doel heeft bij te dragen tot de goede werking van de interne markt en tot de verwezenlijking van een hoog niveau van consumentenbescherming, kunnen de doelstellingen ervan niet door de lidstaten afzonderlijk maar beter op het niveau van de Unie worden verwezenlijkt. De Unie kan derhalve overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel maatregelen nemen. Overeenkomstig het in datzelfde artikel vervatte evenredigheidsbeginsel, gaat deze

richtlijn niet verder dan wat nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.

(42) Deze richtlijn eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen in acht die met name in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie worden erkend. Het voorstel eerbiedigt in het bijzonder de in artikel 16 van het Handvest neergelegde vrijheid van ondernemerschap en zorgt in overeenstemming met artikel 38 van het Handvest voor een hoog niveau van consumentenbescherming.

(43) Overeenkomstig de gezamenlijke politieke verklaring van de lidstaten en de Commissie van 28 september 2011 over toelichtende stukken hebben de lidstaten zich ertoe verbonden om in gerechtvaardigde gevallen de kennisgeving van hun omzettingsmaatregelen vergezeld te doen gaan van één of meer stukken waarin het verband tussen de onderdelen van een richtlijn en de overeenkomstige delen van de nationale omzettingsinstrumenten wordt toegelicht. Met betrekking tot deze richtlijn acht de wetgever de toezending van dergelijke stukken gerechtvaardigd,

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Hoofdstuk I

Onderwerp, toepassingsgebied en definities

Artikel 1 Onderwerp

Deze richtlijn moet bijdragen tot de goede werking van de interne markt en tot de verwezenlijking van een hoog niveau van consumentenbescherming door de onderlinge aanpassing van bepaalde aspecten van de wettelijke en bestuursrechtelijke

26 PB L 304 van 22.11.2011, blz. 64.

27 PB L 177 van 4.7.2008, blz. 6.

bepalingen van de lidstaten inzake tussen reizigers en handelaars gesloten

overeenkomsten betreffende pakketreizen en geassisteerde reisarrangementen.

Artikel 2 Toepassingsgebied

  • 1. 
    Deze richtlijn is, met uitzondering van artikel 17, van toepassing op pakketreizen die door handelaars worden aangeboden of verkocht aan reizigers, en, met uitzondering van de artikelen 4 tot en met 14, artikel 18 en artikel 21, lid 1, op geassisteerde reisarrangementen.
  • 2. 
    Deze richtlijn is niet van toepassing op:

    (a) pakketreizen en geassisteerde reisarrangementen die een periode van minder dan 24 uur beslaan, tenzij zij een overnachting omvatten;

    (b) aanvullende overeenkomsten inzake financiële diensten;

    (c) pakketreizen en geassisteerde reisarrangementen die worden gekocht op basis van een kaderovereenkomst tussen de werkgever van de reiziger en een handelaar die zich toelegt op het regelen van zakenreizen;

    (d) pakketreizen waarbij slechts één van de in artikel 3, lid 1, onder a), b), en c) genoemde reisdiensten wordt gecombineerd met een in artikel 3, lid 1, onder d) bedoelde reisdienst indien laatstgenoemde reisdienst geen significant deel van de pakketreis uitmaakt; of

(e) afzonderlijke overeenkomsten voor een op zichzelf staande reisdienst.

Artikel 3 Definities

Voor de toepassing van deze richtlijn gelden de volgende definities:

(2) Reisdienst:

(a) personenvervoer,

(b) niet-residentiële accomodatie,

(c) autoverhuur, of

(d) andere, niet met personenvervoer, accommodatie of autoverhuur verband houdende toeristische diensten;

(3) pakketreis: een combinatie van ten minste twee verschillende soorten reisdiensten voor dezelfde reis of vakantie, wanneer:

(a) deze diensten worden gecombineerd door één handelaar, eventueel op verzoek of overeenkomstig de keuze van de reiziger, voordat er een overeenkomst betreffende alle diensten wordt gesloten; of

(b) deze diensten, ongeacht of er afzonderlijke overeenkomsten worden gesloten met verschillende aanbieders van reisdiensten, worden:

(i) gekocht bij één verkooppunt via dezelfde boekingsprocedure,

(ii) aangeboden of gefactureerd voor een gezamenlijke prijs of een totaalprijs,

(iii) onder de term "pakketreis" of een vergelijkbare term worden aangeprezen of verkocht,

(iv) gecombineerd nadat er een overeenkomst is gesloten waarbij de handelaar de reiziger laat kiezen uit een selectie van verschillende soorten reisdiensten, of

(v) gekocht van verschillende handelaars via onderling verbonden online boekingsprocedures, waarbij de naam en andere gegevens van de reizigers die nodig zijn om een boekingstransactie te kunnen afsluiten, ten laatste wanneer de boeking van de eerste dienst wordt bevestigd, tussen de handelaren worden uitgewisseld;

(4) “pakketreisovereenkomst”: een overeenkomst inzake de gehele pakketreis of, indien de pakketreis uit hoofde van verschillende overeenkomsten wordt geleverd, alle overeenkomsten die betrekking hebben op de diensten die deel uitmaken van de pakketreis;

(5) “begin van de pakketreis”: begin van de uitvoering van de pakketreis;

(6) “geassisteerd reisarrangement”: een combinatie van ten minste twee verschillende soorten reisdiensten voor dezelfde reis of vakantie, die geen pakketreis vormt en waarvoor afzonderlijke overeenkomsten worden gesloten met de verschillende aanbieders van reisdiensten, waarbij de combinatie door een doorverkoper wordt gefaciliteerd:

(a) op basis van afzonderlijke boekingen tijdens één bezoek aan of contactmoment met het verkooppunt; of

(b) door middel van de gerichte aankoop van aanvullende reisdiensten van een andere handelaar via onderling verbonden online boekingsprocedures, ten laatste wanneer de boeking van de eerste dienst wordt bevestigd.

(7) “reiziger”: iedere persoon die een overeenkomst wenst te sluiten die binnen het toepassingsgebied van deze richtlijn valt, of die het recht heeft op grond van een dergelijke overeenkomst te reizen, met inbegrip van zakenreizigers, voor zover zij niet reizen op basis van een kaderovereenkomst met een handelaar die zich toelegt op het regelen van zakenreizen;

(8) “handelaar”: iedere persoon die handelt in het kader van zijn handels-, bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit;

(9) “organisator”: een handelaar die pakketreizen samenstelt en deze rechtstreeks danwel via of samen met een andere handelaar verkoopt of te koop aanbiedt; indien meerdere handelaars beantwoorden aan de in punt 2), onder b), genoemde criteria worden al deze handelaars beschouwd als organisatoren, tenzij één van hen is aangewezen als organisator en dit aan de reiziger is meegedeeld;

(10) “doorverkoper”: een handelaar, anders dan de organisator, die:

(a) pakketreizen verkoopt of te koop aanbiedt, of

(b) de aankoop faciliteert van reisdiensten die deel uitmaken van een geassisteerd reisarrangement door reizigers te helpen met het sluiten van afzonderlijke overeenkomsten met verschillende aanbieders van reisdiensten;

(11) “duurzame gegevensdrager”: ieder hulpmiddel dat de reiziger of de handelaar in staat stelt om persoonlijk aan hem gerichte informatie op te slaan op een wijze die deze informatie toegankelijk maakt voor toekomstig gebruik gedurende een periode die is afgestemd op het doel waarvoor de informatie kan dienen, en die een ongewijzigde reproductie van de opgeslagen informatie mogelijk maakt;

(12) “onvermijdbare en buitengewone omstandigheden”: een situatie die zich onafhankelijk van de wil van de handelaar voordoet en waarvan de gevolgen ondanks alle voorzorgsmaatregelen niet konden worden vermeden;

(13) "niet-nakoming": het niet- of niet correct verlenen van de reisdiensten die deel uitmaken van een pakketreis.

Hoofdstuk II

Informatieverplichtingen en inhoud van de

pakketreisovereenkomst

Artikel 4 Precontractuele informatie

  • 1. 
    De lidstaten zien erop toe dat de organisator en, indien de pakketreis wordt verkocht via een doorverkoper, ook de doorverkoper, de reiziger, voordat deze is gebonden door een pakketreisovereenkomst of een daarmee overeenstemmend aanbod de volgende informatie verstrekt voor zover deze van toepassing is op de betrokken pakketreis:

    (a) belangrijkste kenmerken van de reisdiensten:

    (i) de reisbestemming(en), de route en de verblijfsperioden, met data;

    (ii) de te gebruiken vervoermiddelen, kenmerken en categorieën van deze vervoermiddelen, plaatsen, data en tijdstippen van vertrek en terugkeer of, wanneer het exacte tijdstip nog niet vaststaat, tijdstip van vertrek en terugkeer bij benadering, duur en plaats van tussenstops, en aansluitingen;

    (iii) de ligging, de belangrijkste kenmerken en de toeristische categorie van de accommodatie;

    (iv) of maaltijden worden verstrekt en zo ja, het maaltijdschema;

    (v) bezoeken, excursies of andere diensten die zijn begrepen in de overeengekomen totale pakketprijs;

    (vi) de taal of talen waarin de activiteiten worden verricht, en

    (vii) of voor personen met beperkte mobiliteit de toegang wordt gegarandeerd gedurende de gehele reis of vakantie;

    (b) de handelsnaam en het geografische adres van de organisator en, indien van toepassing, van de doorverkoper, alsook hun telefoonnummer en e-mailadres;

    (c) de totaalprijs van de pakketreis, inclusief belastingen en, indien van toepassing, alle bijkomende vergoedingen, toeslagen en andere kosten, of, indien deze niet goed van tevoren kunnen worden berekend, het feit dat de reiziger mogelijk bijkomende kosten moet maken;

    (d) de betalingsregelingen en, indien van toepassing, het bestaan van en de voorwaarden voor waarborgsommen of andere financiële garanties die de reiziger moet betalen of leveren;

    (e) het minimumaantal personen dat nodig is om de pakketreis uit te voeren en een termijn van ten minste 20 dagen voor het begin van de pakketreis waarbinnen de reis kan worden geannuleerd als dat aantal niet wordt bereikt;

    (f) algemene informatie betreffende paspoorten en visa, zoals de termijn die ongeveer nodig is voor het verkrijgen van visa, voor de onderdanen van de betrokken lidstaat of lidstaten en informatie over de vereiste formaliteiten op gezondheidsgebied;

    (g) de bevestiging dat de diensten een pakketreis vormen in de zin van deze richtlijn.

  • 2. 
    De in lid 1 bedoelde informatie wordt op een duidelijke en opvallende manier verstrekt.

    Artikel 5 Bindend karakter van de precontractuele informatie en sluiting van de overeenkomst

  • 1. 
    De lidstaten zien erop toe dat de organisator de informatie die op grond van artikel 4, onder a), c), d), e) en g) aan de reiziger is verstrekt, niet mag veranderen, tenzij de organisator zich dit recht voorbehoudt en eventuele wijzigingen op duidelijke en opvallende wijze aan de reiziger meedeelt voordat de overeenkomst wordt gesloten.
  • 2. 
    Indien de in artikel 4, lid 1, onder c) bedoelde informatie over bijkomende vergoedingen, toeslagen en andere kosten niet wordt verstrekt voordat de overeenkomst wordt gesloten, hoeft de reiziger dezen vergoedingen, toeslagen of andere kosten niet te betalen.
  • 3. 
    Op of onmiddellijk na het moment dat de overeenkomst wordt gesloten verstrekt de organisator de reiziger een kopie van de overeenkomst of een bevestiging van de overeenkomst op een duurzame gegevensdrager.

    Artikel 6 Inhoud van de pakketreisovereenkomst en documenten die moeten worden overgelegd voor

het begin van de pakketreis

  • 1. 
    De lidstaten zien erop toe dat pakketreisovereenkomsten in heldere en begrijpelijke taal worden gesteld en, voor zover zij schriftelijk worden vastgelegd, leesbaar zijn.
  • 2. 
    De overeenkomst of de bevestiging van de overeenkomst bevat alle in artikel 4 bedoelde informatie. Daarnaast bevat de overeenkomst de volgende aanvullende informatie:

(a) bijzondere wensen van de reiziger waarop de organisator is ingegaan;

(b) het feit dat de organisator:

(i) aansprakelijk is voor de correcte uitvoering van alle onder de overeenkomst vallende reisdiensten;

(ii) verplicht is bijstand te bieden wanneer de reiziger in moeilijkheden

verkeert, zoals bepaald is in artikel 14;

(iii) verplicht is bescherming te regelen bij insolventie en terugbetaling en repatriëring te garanderen overeenkomstig artikel 15, en de naam, de contactgegevens en het geografische adres moet verstrekken van de instantie die de insolventiebescherming biedt;

(c) de gegevens betreffende een contactpunt waar de reiziger een klacht kan indienen over eventuele niet-nakoming ter plaatse;

(d) de naam, het geografische adres, het telefoonnummer en het e-mailadres van de plaatselijke vertegenwoordiger van de organisator of van een contactpunt waarop een reiziger in moeilijkheden een beroep kan doen of, wanneer er geen vertegenwoordiger of contactpunt is, een noodnummer of informatie over andere manieren om contact op te nemen met de organisator;

(e) het feit dat de reiziger de overeenkomst op elk gewenst moment voor het begin van de pakketreis kan opzeggen tegen betaling van een passende schadeloosstelling of een redelijke standaardopzegvergoeding, mits een dergelijke vergoeding wordt gespecificeerd overeenkomstig artikel 10, lid 1;

(f) indien minderjarigen deelnemen aan een pakketreis waar accommodatie bij is inbegrepen, informatie waardoor rechtstreeks contact mogelijk is met de minderjarige of met de persoon die ter plaatse verantwoordelijk is voor de minderjarige;

(g) informatie over alternatieve en online geschillenbeslechtingsregelingen.

  • 3. 
    De in lid 2 bedoelde informatie wordt op een duidelijke en opvallende manier verstrekt.
  • 4. 
    Ruim voor het begin van de pakketreis verstrekt de organisator de reiziger de nodige ontvangstbewijzen, waardebonnen of toegangsbewijzen met informatie over de precieze tijdstippen van vertrek, tussenstops, aansluitingen en aankomst.

Hoofdstuk III

Wijziging van de overeenkomst voor het begin van de pakketreis

Artikel 7 Overdracht van de overeenkomst aan een andere reiziger

  • 1. 
    De lidstaten zien erop toe dat reizigers die de organisator binnen een redelijke termijn voor het begin van de pakketreis via een duurzame gegevensdrager op de hoogte stellen, de overeenkomst kunnen overdragen aan iemand die voldoet aan alle voorwaarden die voor die overeenkomst gelden.
  • 2. 
    Degene die de overeenkomst overdraagt en degene die de overeenkomst overneemt zijn hoofdelijk en gezamenlijk aansprakelijk voor de betaling van het nog verschuldigde bedrag en voor eventuele bijkomende vergoedingen, toeslagen en andere kosten die voortvloeien uit de overdracht. Deze kosten mogen niet onredelijk zijn en in geen geval meer bedragen dan de werkelijke kosten voor de organisator.

    Artikel 8 Prijswijzigingen

  • 1. 
    De lidstaten zien erop toe dat de prijs van pakketreizen niet wordt gewijzigd, tenzij de overeenkomst uitdrukkelijk in de mogelijkheid van een prijsverhoging voorziet en de organisator verplicht is de prijs evenredig te verlagen als er veranderingen optreden:

    (a) in de brandstofkosten voor het personenvervoer;

    (b) in de hoogte van belastingen of vergoedingen die worden geheven door niet direct bij de uitvoering van de pakketreis betrokken derden, zoals toeristenbelastingen, landingsrechten en belastingen in verband met het in- of uitstappen in havens en op vliegvelden; of

    (c) in de wisselkoersen die van belang zijn voor het pakket.

  • 2. 
    De in lid 1 bedoelde prijsverhoging mag maximaal 10% van de prijs van een pakketreis bedragen.
  • 3. 
    De in lid 1 bedoelde prijsverhoging geldt alleen indien de organisator de reiziger er door middel van een duurzame gegevensdrager uiterlijk 20 dagen voor het begin van de pakketreis van in kennis stelt met een motivering en berekening.

    Artikel 9 Wijziging van andere voorwaarden van de overeenkomst

  • 1. 
    De lidstaten zien erop toe dat de organisator voor het begin van de pakketreis andere voorwaarden van de overeenkomst dan de prijs niet eenzijdig verandert, tenzij:

(a) de organisator zich dit recht heeft voorbehouden in de overeenkomst,

(b) het om een onbeduidende verandering gaat, en

(c) de organisator de reiziger er op een duidelijke en opvallende manier door middel van een duurzame gegevensdrager van in kennis stelt.

  • 2. 
    Indien de organisator zich vóór het begin van de pakketreis genoodzaakt ziet een van de belangrijkste kenmerken van de reisdiensten in de zin van artikel 4, onder a), of de bijzondere wensen in de zin van artikel 6, lid 2, onder a), ingrijpend te wijzigen, stelt hij de reiziger onverwijld op een duidelijke en opvallende manier door middel van een duurzame gegevensdrager in kennis van:

    (a) de voorgestelde wijzigingen en

    (b) het feit dat de reiziger de overeenkomst binnen een nader bepaalde redelijke termijn zonder boete kan opzeggen en dat anders de voorgestelde wijziging als aanvaard wordt beschouwd.

  • 3. 
    Wanneer de in lid 2 bedoelde wijzigingen van de overeenkomst tot gevolg hebben dat de kwaliteit van de pakketreis vermindert of dat de kosten ervan omlaag gaan, heeft de reiziger recht op een passende prijsverlaging.
  • 4. 
    Indien de overeenkomst op grond van lid 2, onder b) wordt opgezegd, betaalt de organisator alle bedragen die hij van de reiziger heeft ontvangen, binnen veertien dagen nadat de overeenkomst is opgezegd terug aan de reiziger. De reiziger heeft eventueel recht op schadeloosstelling in de zin van artikel 12.

    Artikel 10 Opzegging van de overeenkomst voor het begin van de pakketreis

  • 1. 
    De lidstaten zien erop toe dat de reiziger vóór het begin van de pakketreis de overeenkomst kan opzeggen tegen betaling van een passende schadeloosstelling aan de organisator. In de overeenkomst kunnen redelijke standaardopzegvergoedingen worden bepaald op basis van het tijdstip van de opzegging en de normale kostenbesparingen en inkomsten uit alternatief gebruik van de reisdiensten. Indien er geen standaardopzegvergoedingen zijn vastgesteld, moet het bedrag van de schadeloosstelling gelijk zijn aan de prijs van de pakketreis minus de kosten die de organisator heeft bespaard.
  • 2. 
    De reiziger heeft het recht de overeenkomst voor het begin van de pakketreis zonder schadeloosstelling op te zeggen wanneer zich op de plaats van bestemming of in de onmiddellijke omgeving daarvan onvermijdbare en buitengewone omstandigheden voordoen die aanzienlijke gevolgen hebben voor de pakketreis.
  • 3. 
    De organisator kan de overeenkomst zonder schadeloosstelling aan de reiziger opzeggen indien:

    (a) het aantal personen dat zich heeft ingeschreven voor de pakketreis kleiner is dan het minimumaantal dat in de overeenkomst staat vermeld en de organisator de reiziger uiterlijk 20 dagen voor het begin van de pakketreis ervan in kennis stelt dat de overeenkomst wordt opgezegd; of

    (b) de organisator de overeenkomst niet kan uitvoeren als gevolg van onvermijdbare en buitengewone omstandigheden en hij de reiziger er onverwijld voor het begin van de pakketreis van in kennis stelt dat de overeenkomst wordt opgezegd.

  • 4. 
    Wanneer de overeenkomst op grond van de leden 1, 2 en 3 wordt opgezegd, betaalt de organisator de reiziger binnen veertien dagen alle eventuele onverschuldigd betaalde bedragen terug.

Hoofdstuk IV

Uitvoering van de pakketreis

Artikel 11 Aansprakelijkheid voor de uitvoering van de pakketreis

  • 1. 
    De lidstaten zien erop toe dat de organisator aansprakelijk is voor de uitvoering van de reisdiensten waarop de overeenkomst betrekking heeft, ongeacht of deze diensten door de organisator zelf of door andere dienstverleners worden verricht.
  • 2. 
    Indien een of meer diensten niet overeenkomstig de overeenkomst worden uitgevoerd, zorgt de organisator dat de niet-nakoming wordt verholpen, tenzij dit een onevenredig grote inspanning vergt.
  • 3. 
    Indien een significant deel van de diensten niet volgens de overeenkomst kan worden uitgevoerd, regelt de organisator een geschikt alternatief, zonder extra kosten voor de reiziger, bijvoorbeeld wanneer de reiziger niet volgens de afspraken kan terugkeren naar de plaats van vertrek.
  • 4. 
    Indien de organisator geen geschikt alternatief kan bieden of indien de reiziger het voorgestelde alternatief niet aanvaardt omdat het niet vergelijkbaar is met wat in de overeenkomst was afgesproken, biedt de organisator, voor zover de pakketreis personenvervoer omvat, de reiziger zonder extra kosten gelijkwaardig vervoer naar de plaats van vertrek of naar een andere met hem overeengekomen plaats en stelt hij in voorkomend geval de reiziger schadeloos overeenkomstig artikel 12.
  • 5. 
    Indien de reiziger als gevolg van onvermijdbare en buitengewone omstandigheden niet tijdig kan terugkeren, betaalt de organisator de kosten van het verlengde verblijf van de reiziger tot een maximum van 100 EUR per nacht gedurende drie nachten.
  • 6. 
    De in lid 5 beschreven beperking van de kosten is niet van toepassing op personen met beperkte mobiliteit in de zin van Verordening (EG) nr. 1107/2006 i van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 inzake de rechten van gehandicapten

    en personen met beperkte mobiliteit die per luchtvervoer reizen 28 , noch op personen

    die hen begeleiden, zwangere vrouwen en alleenreizende kinderen, en personen die specifieke medische bijstand behoeven, mits de organisator ten minste 48 uur voor het begin van de pakketreis in kennis is gesteld van hun bijzondere behoeften. De organisator mag zich niet beroepen op onvermijdbare en buitengewone omstandigheden om de in lid 5 bedoelde kosten te beperken als de betrokken vervoerder dat krachtens het toepasselijke recht van de Unie niet mag.

    • 7. 
      Wanneer de geboden alternatieven tot gevolg hebben dat de kwaliteit van de pakketreis vermindert of dat de kosten ervan omlaag gaan, heeft de reiziger recht op een prijsverlaging en eventueel op een schadeloosstelling in de zin van artikel 12.

      Artikel 12 Prijsverlaging en schadeloosstelling

  • 1. 
    De lidstaten zien erop toe dat de reiziger recht heeft op een passende prijsverlaging:

    (a) voor elke periode waarin sprake was van niet-nakoming; of

    (b) indien de in artikel 11, leden 3 en 4, bedoelde alternatieven tot gevolg hebben dat de kwaliteit van de pakketreis vermindert of dat de kosten ervan omlaag gaan.

    • 2. 
      De reiziger heeft recht op schadeloosstelling van de organisator voor elke schade, met inbegrip van immateriële schade, die hij oploopt als gevolg van niet-nakoming.
    • 3. 
      De reiziger heeft geen recht op prijsverlaging of schadeloosstelling indien:

      (a) de organisator aantoont dat de niet-nakoming te wijten is aan:

      (i) de reiziger,

      (ii) een derde die niet bij de levering van de bij de overeenkomst bedoelde diensten is betrokken en de niet-nakoming niet kon worden voorzien of vermeden;

      (iii) onvermijdbare en buitengewone omstandigheden, of

      (b) hij nalaat de organisator onverwijld op de hoogte te stellen van enige vorm van niet-nakoming ter plaatse, indien deze verplichting duidelijk en uitdrukkelijk wordt vermeld in de overeenkomst en redelijk is in de gegeven omstandigheden.

    • 4. 
      Indien internationale verdragen waarbij de Unie partij is grenzen stellen aan de voorwaarden waaronder dienstverleners die diensten verlenen die deel uitmaken van een pakketreis schadeloosstelling moeten betalen of aan de hoogte van die schadeloosstelling, gelden die grenzen ook voor de organisator. Indien internationale verdragen waarbij de Unie geen partij is, grenzen stellen aan schadeloosstellingen die moeten worden betaald door een dienstverlener, kunnen de lidstaten overeenkomstige grenzen stellen aan de schadeloosstelling die door de organisator

NL 30 NL

moet worden betaald. In andere gevallen kunnen in de overeenkomst grenzen worden gesteld aan de schadeloosstelling die de organisator moet betalen, behalve voor persoonlijk letsel en opzettelijk of door grove nalatigheid veroorzaakte schade, en met dien verstande dat de grenzen niet lager mogen liggen dan driemaal de totaalprijs van de pakketreis.

  • 5. 
    Elk recht op schadeloosstelling of prijsverlaging uit hoofde van deze richtlijn laat de

    rechten van reizigers uit hoofde van Verordening (EG) nr. 261/2004 i 29 , Verordening (EG) nr. 1371/2007 i 30 , Verordening (EU) nr. 1177/2010 i 31 en Verordening (EU) nr. 181/2011 i 32 onverlet. Reizigers hebben het recht vorderingen in te dienen krachtens

    deze richtlijn en die verordeningen, maar mogen voor dezelfde feiten geen rechten cumuleren uit hoofde van verschillende rechtsgronden als deze rechten dezelfde belangen beschermen of hetzelfde doel hebben.

    • 6. 
      De verjaringstermijn voor het indienen van vorderingen op grond van dit artikel moet minimaal een jaar zijn.

      Artikel 13 Mogelijkheid om contact op te nemen met de organisator via de doorverkoper

      De lidstaten zien erop toe dat de reiziger boodschappen, klachten of vorderingen in verband met de uitvoering van de pakketreis rechtstreeks kan richten tot de doorverkoper van wie hij de reis heeft gekocht. De doorverkoper geeft deze boodschappen, klachten of vorderingen onverwijld door aan de organisator. Om te beoordelen of de berichten binnen de gestelde termijn of de verjaringstermijn zijn ingediend, wordt de inontvangstneming door de doorverkoper beschouwd als inontvangstneming door de organisator.

      Artikel 14 Verplichting bijstand te bieden

      De lidstaten zien erop toe dat de organisator verplicht is onmiddellijk bijstand te bieden aan reizigers die in moeilijkheden verkeren, met name door:

      (a) goede informatie te verstrekken over lokale medische diensten, plaatselijke autoriteiten en consulaire bijstand, en

      (b) de reiziger te helpen bij communicatie op afstand en het regelen van reisalternatieven.

      De organisator moet een redelijke vergoeding kunnen vragen voor dergelijke bijstand indien de situatie het gevolg is van opzet of nalatigheid van de reiziger.

    29 PB L 46 van 17.2.2004, blz. 1. 30 PB L 315 van 3.12.2007, blz. 14. 31 PB L 334 van 17.2.2010, blz. 1.

NL 31 NL

Hoofdstuk v

Bescherming bij insolventie

Artikel 15 Doeltreffendheid en reikwijdte van de bescherming bij insolventie

  • 1. 
    De lidstaten zien erop toe dat op hun grondgebied gevestigde organisatoren en doorverkopers die de aankoop van geassisteerde reisarrangementen faciliteren een zekerheid stellen voor de effectieve en snelle terugbetaling van alle reeds door de reiziger betaalde bedragen en, voor zover personenvervoer in de pakketreis is inbegrepen, voor een effectieve en snelle repatriëring van de reiziger in het geval van insolventie.
  • 2. 
    De in lid 1 bedoelde bescherming bij insolventie is gebaseerd op het werkelijke financiële risico van de activiteiten van de betrokken handelaar. De bescherming geldt voor reizigers ongeacht hun woonplaats, de plaats van vertrek of waar de pakketreis of het geassisteerde reisarrangement is verkocht.

    Artikel 16 Wederzijdse erkenning van bescherming bij insolventie en administratieve samenwerking

  • 1. 
    De lidstaten gaan ervan uit dat de bescherming die door organisatoren of doorverkopers die de aankoop van geassisteerde reisarrangementen faciliteren, wordt geboden op grond van de regels in hun lidstaat van vestiging ter omzetting van artikel 15 voldoet aan de vereisten van hun eigen nationale regels ter omzetting van artikel 15.
  • 2. 
    Om de administratieve samenwerking en het toezicht op organisatoren en doorverkopers die de aankoop van geassisteerde reisarrangementen faciliteren en die actief zijn in verschillende lidstaten te vergemakkelijken, wijzen de lidstaten centrale contactpunten aan. Zij delen de gegevens van deze contactpunten mee aan de andere lidstaten en aan de Commissie.
  • 3. 
    De centrale contactpunten stellen onderling alle nodige informatie beschikbaar over hun nationale regelingen voor bescherming bij insolventie en de instantie of instanties die bescherming bij insolventie bieden voor een bepaalde handelaar die op hun grondgebied is gevestigd. Zij bieden elkaar toegang tot alle overzichten van organisatoren en doorverkopers die de aankoop van geassisteerde reisarrangementen faciliteren die voldoen aan hun verplichtingen op het gebied van bescherming bij insolventie.
  • 4. 
    Als een lidstaat twijfels heeft omtrent de bescherming bij insolventie van een in een andere lidstaat gevestigde maar op zijn grondgebied opererende organisator of een doorverkoper die de aankoop van geassisteerde reisarrangementen faciliteert, vraagt hij de lidstaat van vestiging om opheldering. De lidstaten beantwoorden verzoeken om opheldering van andere lidstaten uiterlijk binnen 15 werkdagen na de ontvangst ervan.

    Hoofdstuk VI

    Geassisteerde reisarrangementen

    Artikel 17 Informatieverplichtingen voor geassisteerde reisarrangementen

De lidstaten zien erop toe dat de doorverkoper die de aankoop van een geassisteerd reisarrangement faciliteert, de reiziger, voordat deze is gebonden aan een overeenkomst of een daarmee overeenstemmend aanbod betreffende een geassisteerd

reisarrangement er op duidelijke en opvallende wijze op wijst:

  • a) 
    dat elke dienstverlener uitsluitend contractueel aansprakelijk is voor de correcte

verlening van zijn eigen diensten; en

  • b) 
    dat de reiziger geen aanspraak kan maken op de rechten die bij deze richtlijn worden toegekend aan kopers van pakketreizen, maar bij insolventie van de doorverkoper of van een van de dienstverleners wel recht heeft op terugbetaling van vooruitbetalingen en, indien personenvervoer deel uitmaakt van het geassisteerde

reisarrangement, op repatriëring.

Hoofdstuk VII

Algemene bepalingen

Artikel 18 Verplichtingen van de doorverkoper als de organisator buiten de EER is gevestigd

Wanneer de organisator buiten de EER is gevestigd, gelden voor de doorverkoper die in een lidstaat is gevestigd de verplichtingen voor organisatoren die zijn vastgelegd in de hoofdstukken IV en V, tenzij de doorverkoper aantoont dat de organisator aan

de hoofdstukken IV en V voldoet.

Artikel 19 Aansprakelijkheid voor boekingsfouten

De lidstaten zien erop toe dat een doorverkoper die ermee heeft ingestemd een pakketreis of een geassisteerd reisarrangement te boeken of die de boeking daarvan faciliteert, aansprakelijk is voor fouten die zich tijdens de boekingsprocedure voordoen, tenzij deze fouten zijn toe te schrijven aan de reiziger of aan

onvermijdbare en buitengewone omstandigheden.

Artikel 20 Recht op verhaal

Wanneer een organisator of, overeenkomstig artikel 15 of 18 een doorverkoper, schadeloosstelling betaalt, de prijs verlaagt of aan andere uit de richtlijn voortvloeiende verplichtingen voldoet, mag geen enkele bepaling van deze richtlijn of van nationaal recht worden uitgelegd als een beperking van het recht van de organisator of doorverkoper om verhaal te halen op derden die hebben bijgedragen aan de gebeurtenis die heeft geleid tot de schadeloosstelling, prijsverlaging of andere

verplichtingen.

Artikel 21 Dwingend karakter van de richtlijn

  • 1. 
    Een verklaring van een organisator dat hij uitsluitend optreedt als aanbieder van een reisdienst, als tussenpersoon of in een andere hoedanigheid, of dat een pakketreis in de zin van deze richtlijn geen pakketreis is, ontslaat de organisator niet van de verplichtingen die krachtens deze richtlijn op organisatoren rusten.
  • 2. 
    Reizigers kunnen geen afstand doen van de rechten die zij genieten uit hoofde van de nationale maatregelen ter omzetting van deze richtlijn.
  • 3. 
    Contractuele regelingen of verklaringen van reizigers die direct of indirect inhouden dat reizigers afstand doen van de rechten die zij genieten uit hoofde van deze richtlijn of dat deze rechten worden beperkt, of die bedoeld zijn om de toepassing van deze richtlijn te ontduiken, zijn niet bindend voor reizigers.

    Artikel 22 Handhaving

    De lidstaten zorgen ervoor dat passende en doeltreffende middelen beschikbaar zijn

    om de bepalingen van deze richtlijn te doen naleven.

Artikel 23

Sancties

De lidstaten stellen regels vast voor de sancties die door handhavingsinstanties aan handelaars kunnen worden opgelegd voor inbreuken op de krachtens deze richtlijn vastgestelde nationale bepalingen en treffen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat zij worden toegepast. Deze sancties moeten doeltreffend, evenredig en

afschrikkend zijn.

Artikel 24 Verslaglegging door de Commissie en evaluatie

De Commissie dient uiterlijk [5 jaar na de inwerkingtreding] bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de toepassing van deze richtlijn. Zo nodig worden aan dit verslag wetgevingsvoorstellen toegevoegd om deze richtlijn aan de

ontwikkelingen op het gebied van rechten van reizigers aan te passen.

Artikel 25 Wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 i en Richtlijn 2011/83 i/EU

'5. Richtlijn [deze Richtlijn] van het Europees Parlement en de Raad van [datum goedkeuring] betreffende pakketreizen en geassisteerde reisarrangementen, houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 i en Richtlijn 2011/83 i/EU, en

intrekking van Richtlijn 90/314/EEG i (PB […])”.

“g) betreffende pakketreizen in de zin van artikel 3, lid 2, van Richtlijn […] van het Europees Parlement en de Raad van [datum goedkeuring] betreffende pakketreizen en geassisteerde reisarrangementen, houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 i en Richtlijn 2011/83 i/EU, en intrekking van Richtlijn 90/314/EEG i

(PB [...]), met uitzondering van artikel 8, lid 2, artikel 19, artikel 21 en artikel 22.”

Hoofdstuk VIII

Slotbepalingen

Artikel 26 Intrekkingsbepalingen

Richtlijn 90/314/EEG i wordt [18 maanden na de inwerkingtreding van deze richtlijn]

ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken richtlijn gelden als verwijzingen naar de onderhavige richtlijn en moeten worden gelezen volgens de concordantietabel in

bijlage I.

Artikel 27

Omzetting

  • 1. 
    De lidstaten stellen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast om aan deze richtlijn te voldoen en publiceren deze uiterlijk [18 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn]. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mee.
  • 2. 
    Zij passen de bepalingen toe vanaf [18 maanden na de inwerkingtreding van deze richtlijn].
  • 3. 
    Wanneer de lidstaten die bepalingen vaststellen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
  • 4. 
    De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

    Artikel 28 Inwerkingtreding

    Deze richtlijn treedt in werking op [twintigste dag na die van de bekendmaking ervan

    in het Publicatieblad van de Europese Unie].

    Artikel 29 Adressaten

    Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement Voor de Raad

De voorzitter De voorzitter

33

BIJLAGE I

Artikelnummers van Richtlijn Artikelnummers van de

90/314/EEG van de Raad van onderhavige richtlijn

13 juni 1990 betreffende

pakketreizen, met inbegrip van

vakantiepakketten en

rondreispakketten

Artikel 1 Artikel 1 (gewijzigd)

Artikel 2, lid 1 Artikel 3, lid 2 (gewijzigd) en artikel 2, lid 2 , onder a)

Artikel 2, lid 2 Artikel 3, lid 8 (gewijzigd)

Artikel 2, lid 3 Artikel 3, lid 9 (gewijzigd)

Artikel 2, lid 4 Artikel 3, lid 6 (gewijzigd)

Artikel 2, lid 5 Artikel 3, lid 3 (gewijzigd)

Artikel 3, lid 1 Geschrapt

Artikel 3, lid 2 Geschrapt, maar belangrijkste delen opgenomen in de artikelen 4 en 5 (gewijzigd)

Artikel 4, lid 1 Artikel 4, lid 1 (gewijzigd), Artikel 6, lid 2 (gewijzigd) en Artikel 6, lid 4 (gewijzigd)

Artikel 4, lid 1, onder b), iv) Geschrapt

Artikel 4, lid 2, onder a) Artikel 6, lid 2 (gewijzigd)

Artikel 4, lid 2, onder b) Artikel 5, lid 3, (gewijzigd) en artikel 6, lid 1 en lid

3 (gewijzigd)

Artikel 4, lid 2, onder c) Geschrapt

33 Deze lijst is enkel ter informatie opgesteld. Wanneer bij een artikel van de onderhavige richtlijn wordt

vermeld dat het overeenkomt met een artikel in Richtlijn 90/314/EEG i, betekent dit dat bepaalde aspecten van een regel in Richtlijn 90/314/EEG i terug te vinden zijn in de onderhavig richtlijn, maar niet

dat de desbetreffende bepalingen gelijkluidend zijn.

Artikel 4, lid 3 Artikel 7 (gewijzigd)

Artikel 4, lid 4 Artikel 8 (gewijzigd)

Artikel 4, lid 5 Artikel 9, lid 2 (gewijzigd)

Artikel 4, lid 6 Artikel 9, lid 3 en lid 4 (gewijzigd) en Artikel 10, lid 3 en lid 4 (gewijzigd)

Artikel 4, lid 7 Artikel 11, lid 3, lid 4 en lid 7 (gewijzigd)

Artikel 5, lid 1 Artikel 11, lid 1 (gewijzigd)

Artikel 5, lid 2 Artikel 12, lid 2, lid, 3 en lid 4 (gewijzigd) en artikel 14 (gewijzigd)

Artikel 5, lid 3 Artikel 21, lid 3 (gewijzigd)

Artikel 5, lid 4 Artikel 6, lid 2, onder c) (gewijzigd) en artikel 12, lid 3, onder b) (gewijzigd)

Artikel 6 Artikel 11, lid 2 (gewijzigd)

Artikel 7 Artikel 15 (gewijzigd) en artikel 16 (gewijzigd)

Artikel 8 Geschrapt

Artikel 9, lid 1 Artikel 27, lid 1, lid 2 en lid 3 (gewijzigd)

Artikel 9, lid 2 Artikel 27, lid 4 (gewijzigd)

Artikel 10 Artikel 29

FINANCIEEL MEMORANDUM

1. KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

1.1 Benaming van het voorstel/initiatief

1.2 Betrokken beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur

1.3 Gevolgen van het voorstel/initiatief

1.4 Doelstellingen

1.5 Motivering van het voorstel/initiatief

1.6 Duur van de actie en van de financiële gevolgen

1.7 Beheersvorm(en)

2. BEHEERSMAATREGELEN

2.1. Regels inzake het toezicht en de verslagen

2.2. Beheers- en controlesysteem

2.3. Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden

3. GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

3.1. Rubriek(en) van het meerjarig financieel kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven

3.2. Geraamde gevolgen voor de uitgaven

3.2.1. Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven

3.2.2. Geraamde gevolgen voor de beleidskredieten

3.2.3. Geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten

3.2.4. Verenigbaarheid met het huidige meerjarig financieel kader

3.2.5. Bijdrage van derden aan de financiering

3.3. Geraamde gevolgen voor de ontvangsten

FINANCIEEL MEMORANDUM

1. KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

1.1. Benaming van het voorstel/initiatief

Voorstel voor een herziening van Richtlijn 90/314/EEG i betreffende pakketreizen, met inbegrip van vakantiepakketten en rondreispakketten

1.2. Betrokken beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur 34

Titel 33 - Justitie

1.3. Gevolgen van het voorstel/initiatief

X Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie

Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie na een proefproject/een

voorbereidende actie 35

Het voorstel/initiatief betreft de verlenging van een bestaande actie

Het voorstel/initiatief betreft een actie die wordt omgebogen naar een nieuwe actie

1.4. Doelstellingen

1.4.1. De met het voorstel/initiatief beoogde strategische meerjarendoelstelling(en) van de

Commissie:

De burger als consument of ondernemer op de interne markt in staat stellen om zijn uit het recht van de Unie voortvloeiende rechten uit te oefenen en er zo voor zorgen dat er gebruik wordt gemaakt van de Europese rechtsruimte

1.4.2. Specifieke doelstelling(en) en betrokken ABM/ABB-activiteiten

Specifieke doelstelling:

Grensoverschrijdend verkeer in de interne markt vereenvoudigen en consumentenvertrouwen versterken

Betrokken ABM/ABB-activiteit(en):

33.02

34 ABM: activiteitsgestuurd beheer – ABB: activiteitsgestuurde begroting.

NL 40 NL

1.4.3. Verwachte resulta(a)t(en) en gevolg(en)

Vermeld de gevolgen die het voorstel/initiatief zou moeten hebben voor de begunstigden/doelgroepen.

– Zorgen voor een concurrerender en eerlijke gelijk speelveld voor ondernemingen die actief zijn op de reismarkt;

– uitbreiden van het grensoverschrijdende aanbod van pakketreisdiensten door kosten te verminderen en belemmeringen voor grensoverschrijdende handel in pakketreizen weg te nemen;

– consumentenschade beperken en transparantie vergroten voor reizigers die combinaties van reisdiensten kopen.

1.4.4. Resultaat- en effectindicatoren

Vermeld de indicatoren aan de hand waarvan kan worden nagegaan in hoeverre het voorstel/initiatief is uitgevoerd.

– Toename van de grensoverschrijdende handel in pakketreizen;

– hoogte van de nalevingskosten voor ondernemingen die actief zijn op de markt voor pakketreizen;

– toename van het aantal consumenten dat beschermd op vakantie gaat;

– afname van het aantal consumenten dat problemen ondervindt bij verschillende soorten reizen.

1.5. Motivering van het voorstel/initiatief

1.5.1. Behoefte(n) waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien

– Verduidelijken en moderniseren van de bescherming van reizigers die voor dezelfde reis of vakantie combinaties van reisdiensten kopen; de herziene richtlijn moet met name worden uitgebreid met online pakketreizen en geassisteerde reisarrangementen. Daarbij moet specifiek worden duidelijk gemaakt in hoeverre boekingen via klassieke reisbureaus beschermd zijn. Hierdoor wordt de markt voor alle spelers transparanter;

– ervoor zorgen dat reizigers beter worden geïnformeerd over de reisproducten die zij kopen en hun toegang bieden tot duidelijker rechtsmiddelen als er iets misgaat, zodat zij aanzienlijk minder schade lijden;

– minimaliseren van belemmeringen voor grensoverschrijdende handel en beperken van nalevingskosten voor handelaars die pakketreizen grensoverschrijdend willen verkopen.

1.5.2. Toegevoegde waarde van de deelname van de EU

• Door rekening te houden met nieuwe marktontwikkelingen, maakt het voorstel

een einde aan de versnippering van de interne markt, die de grensoverschrijdende handelaars belemmert en de concurrentie verstoort, en

verbetert het de bescherming van de consument.

• Deze doelstelling kan niet voldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt,

gelet op de verschillen tussen de nationale wetgevingen en de belemmeringen voor de interne markt en de concurrentieverstoringen die daar het gevolg van zijn. Als de lidstaten nieuwe marktontwikkelingen en de leemten en inconsistenties in het EU-recht op ongecoördineerde wijze zouden benaderen, zou de interne markt nog verder versnipperd raken en het probleem nog

verergeren.

1.5.3. Belangrijkste uit soortgelijke activiteiten getrokken lering

• De richtlijn pakketreizen van 1990 heeft in hoge mate bijgedragen tot de

ontwikkeling van de interne markt door de mededinging te stimuleren en de algehele kwaliteit van het aanbod te bevorderen. De gemoderniseerde richtlijn

moet consumenten en bedrijven evenzeer ten goede komen.

• De doelstellingen van de huidige herziening komen overeen met die van

richtlijn consumentenrechten, namelijk het beperken van de belemmeringen voor grensoverschrijdende handel en het waarborgen van een hoog beschermingsniveau voor de consumenten. Aangezien voornoemde richtlijn pas uiterlijk 13 juni 2014 door alle lidstaten moet worden toegepast, kan hier

nog niet veel lering uit worden getrokken.

1.5.4. Verenigbaarheid en eventuele synergie met andere relevante instrumenten

• Dit voorstel is in overeenstemming met de doelstelling om een hoog

beschermingsniveau voor consumenten te verwezenlijken. Het bevat namelijk dwingende regels inzake bescherming van de reiziger: lidstaten noch handelaars mogen de consument schade berokkenen door van deze regels af te

wijken.

• Het voorstel vormt een aanvulling op bestaande EU-wetgeving, en met name

op de richtlijn betreffende oneerlijke bedingen (93/13/EEG), de richtlijn betreffende oneerlijke handelspraktijken (2005/29/EG), de richtlijn betreffende consumentenrechten (2011/83/EU), de verordeningen inzake passagiersrechten (Verordeningen (EG) nrs. 2004/261, 1371/2007, 1177/2010 i en 181/2011 i) alsook de richtlijnen betreffende elektronische handel (2000/31/EG) en de

richtlijn betreffende diensten op de interne markt (2006/123/EG).

• Het voorstel vormt ook een aanvulling op Verordening (EG) nr. 593/2008 i

inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (Rome I) en op Verordening (EG) nr. 44/2001 i betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (Brussel I). Het voorstel heeft geen gevolgen voor de daarin opgenomen verwijzingen naar pakketreizen, zoals benadrukt door het

Hof van Justitie van de Europese Unie in gevoegde zaken C-585/08 en C- 144/09 ('Pammer' en 'Alpenhof').

1.6. Duur van de actie en van de financiële gevolgen

Voorstel/initiatief met een beperkte geldigheidsduur

– Voorstel/initiatief is van kracht vanaf [DD/MM]JJJJ tot en met [DD/MM]JJJJ

– Financiële gevolgen vanaf JJJJ tot en met JJJJ

X Voorstel/initiatief met een onbeperkte geldigheidsduur

– Uitvoering met een opstartperiode vanaf n tot n+3,

– gevolgd door een volledige uitvoering.

1.7. Beheersvorm(en) 36

X Direct gecentraliseerd beheer door de Commissie

Indirect gecentraliseerd beheer door delegatie van uitvoeringstaken aan:

– uitvoerende agentschappen

– door de Gemeenschappen opgerichte organen 37

– nationale publiekrechtelijke organen of organen met een openbaredienstverleningstaak

– personen aan wie de uitvoering van specifieke acties in het kader van titel V van het Verdrag betreffende de Europese Unie is toevertrouwd en die worden genoemd in het desbetreffende basisbesluit in de zin van artikel 49 van het Financieel Reglement

Gedeeld beheer met lidstaten

Gedecentraliseerd beheer met derde landen

Gezamenlijk beheer met internationale organisaties (geef aan welke)

Verstrek, indien meer dan een beheersvorm is aangekruist, extra informatie onder "Opmerkingen".

Opmerkingen

Met de tenuitvoerlegging zijn naar verwachting geen grote bedragen gemoeid.

36 Nadere gegevens over de beheersvormen en verwijzingen naar het Financieel Reglement zijn

beschikbaar op BudgWeb: http://www.cc.cec/budg/man/budgmanag/budgmanag_en.html

NL 43 NL

2. BEHEERSMAATREGELEN

2.1. Regels inzake het toezicht en de verslagen

Vermeld frequentie en voorwaarden.

• De Commissie dient vijf jaar na de inwerkingtreding bij het Europees

Parlement en de Raad een verslag in over de toepassing van de richtlijn. Zo nodig worden aan dit verslag wetgevingsvoorstellen toegevoegd om deze richtlijn aan de ontwikkelingen op het gebied van reizigersrechten

aan te passen.

2.2. Beheers- en controlesysteem

2.2.1. Mogelijke risico's

• Laattijdige omzetting van de richtlijn door de lidstaten.

2.2.2. Controlemiddel(en)

• Normale controle- en toezichtprocedures van de Commissie voor de

omzetting en handhaving van de richtlijn.

2.2.3. Kosten en baten van controles en waarschijnlijk niveau van niet-naleving

• Standaardkosten in verband met omzettingscontroles en eventuele

inbreukprocedures.

2.3. Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden

Vermeld de bestaande en geplande preventie- en beschermingsmaatregelen

• Niet van toepassing

3. GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

3.1. Rubriek(en) van het meerjarig financieel kader en betrokken

begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven

• Bestaande begrotingsonderdelen

In volgorde van de rubrieken van het meerjarig financieel kader en de begrotingsonderdelen.

Begrotingsonderdeel Soort uitgave Bijdrage

Rubriek

van het van

meerjarig GK/NGK ( 38 van EVA- ) kandidaatin de zin van

financieel Aantal landen

39 onder a bis), van

kader [Beschrijving……………………………..….] lidstaten

40 van derde artikel 18, lid 1,

landen het Financieel

Reglement

33.02.01 – Rechten en burgerschap – Toezien op de bescherming van

rechten en burgers meer zeggenschap GK NEE NEE NEE NEE

geven

• Te creëren nieuwe begrotingsonderdelen

In volgorde van de rubrieken van het meerjarig financieel kader en de begrotingsonderdelen.

Begrotingsonderdeel Soort uitgave Bijdrage

Rubriek van het

meerjarig in de zin van

financieel Aantal van EVA- van artikel 18, lid 1,

kader [Beschrijving…………………………...….] GK/NGK landen kandidaatvan

derde

lidstaten landen

onder a bis), van het Financieel Reglement

[XX.YY.YY.YY] JA/NE JA/NE

E JA/NEE E JA/NEE

38 GK = gesplitste kredieten / NGK = niet-gesplitste kredieten. 39 EVA: Europese Vrijhandelsassociatie.

NL 45 NL

3.2. Geraamde gevolgen voor de uitgaven

Gelet op de zeer beperkte kosten is de bijlage niet ingevuld. De berekening kwam neer op 20% vte van één AD-ambtenaar voor het toezicht op de omzetting en het schrijven van het verslag in het jaar n+5. Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven

in miljoen EUR (tot op 3 decimalen)

Aantal

Rubriek van het meerjarig financieel kader: 3 Veiligheid en burgerschap……………..

Jaar 41

DG: JUST Jaar Jaar Jaar Jaar

Jaar Jaar TOTAAL

2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020

 Beleidskredieten

Nummer begrotingsonderdeel: 33.02.01 Vastleggingen 0 0 0 0 0,200 0 0,200

Betalingen 0 0 0 0 0,200 0 0,200

TOTAAL kredieten Vastleggingen 0,200 0,200

voor DG JUST Betalingen 0,200 0,200

Volgens artikel 24 van het voorstel volgt een evaluatie in het jaar n+5. Waarschijnlijk zal in het kader van deze evaluatie een beroep worden gedaan op externe ondersteuning of een extern onderzoek worden verricht.

NL 46 NL

Rubriek van het meerjarige financiële

kader 5 "Administratieve uitgaven"

in miljoen EUR (tot op 3 decimalen)

Jaar Jaar Jaar Jaar Jaar Jaar Jaar

2014 2015 2016 2017 2018 TOTAAL 2019 2020

DG: JUST

 Personele middelen 0,026 0,026 0,026 0,026 0,026 0,026 0,026 0,184

 Overige administratieve uitgaven

TOTAAL DG JUST Kredieten 0,026 0,026 0,026 0,026 0,026 0,026 0,026 0,184

TOTAAL kredieten

Voor RUBRIEK 5 (Totaal vastleggingen = 0,026 0,026 0,026 0,026 0,026 0,026 0,184

van het meerjarig financieel kader Totaal betalingen)

0,026

in miljoen EUR (tot op 3 decimalen)

Jaar

42

N Jaar Jaar Jaar Invullen: zoveel jaren als nodig

N+1 N+2 N+3 om de duur van de gevolgen TOTAAL weer te geven (zie punt 1.6)

TOTAAL kredieten Vastleggingen 0,026 0,026 0,026 0,026 0,226 0,026 0,026 0,384

voor RUBRIEKEN 1 t/m 5 van het meerjarig financieel kader Betalingen 0,026 0,026 0,026 0,026 0,226 0,026 0,026 0,384

NL 47 NL

3.2.1. Geraamde gevolgen voor de beleidskredieten

– Voor het voorstel/initiatief zijn geen beleidskredieten nodig.

– X Voor het voorstel/initiatief zijn beleidskredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

Vastleggingskredieten, in miljoen EUR (tot op 3 decimalen)

Jaar Jaar Jaar Jaar Jaar Jaar Jaar

Vermeld 2014 2015 2016 TOTAAL

doelstellingen 2017

2018 2019 2020

en outputs OUTPUT

Type

43 l l Gem. ta l ta l

kosten Kosten

ta Kosten ta l Koste ta l Totaal Totale

A an

Kosten Kosten ta

A an A an A an A an n

Kosten ta

l

Kosten

A an A an aantal kosten

SPECIFIEKE DOELSTELLING nr. 44

1 :

Transpostion review

OUTPUT 1 0,200 1 0,200

OUTPUT

  • Output

Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 1

SPECIFIEKE DOELSTELLING nr. 2:

OUTPUT

43 Outputs zijn de te verstrekken producten en diensten (bijv. aantal gefinancierde studentenuitwisselingen, aantal km aangelegde wegen, enz.).

NL 49 NL

Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 2

NL 50 NL

3.2.2. Geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten

3.2.2.1. Samenvatting

– Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve kredieten nodig.

– X Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

in miljoen EUR (tot op 3 decimalen)

Jaar

2014 Jaar Jaar Jaar Jaar Jaar Jaar

2015 2016 2017 2018 TOTAAL 2019 2020

RUBRIEK 5 van het meerjarig financieel kader

Personele middelen 0,026 0,026 0,026 0,026 0,026 0,026 0,026 0,184

Overige administratieve uitgaven

Subtotaal RUBRIEK 5

van het meerjarig 0,026 0,026 0,026 0,026 0,026 0,026 0,026 0,184

financieel kader

Buiten RUBRIEK 5 45

van het meerjarig financieel kader

45 Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programma's en/of acties van de EU (vroegere "BA"-onderdelen), onderzoek

door derden, eigen onderzoek.

Personele middelen

Andere administratieve uitgaven

Subtotaal buiten RUBRIEK 5 van het meerjarig financieel kader

TOTAAL 0,026 0,026 0,026 0,026 0,026 0,026 0,026 0,184

De benodigde administratieve kredieten zullen worden gefinancierd uit de kredieten die reeds voor het beheer van deze actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijn herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan

het beherende DG kunnen worden toegewezen.

3.2.2.2. Geraamde personeelsbehoeften

– Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig.

– X Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

Raming in een geheel getal (of met hoogstens 1 decimaal)

2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020

Formatieplaatsen (ambtenaren en/of tijdelijk personeel)

33 01 01 01 (Brussel/Luxemburg en

vertegenwoordigingen van de 0.2 0.2 0.2 0.2 0.2 0.2 0.2

Commissie)

XX 01 06 00 01 01 (zetel en vertegenwoordigingen van de Commissie)

XX 01 01 02 (delegaties)

XX 01 05 01 (onderzoek door derden)

10 01 05 01 (eigen onderzoek)

Extern personeel (in voltijdequivalenten: VTE)

XX 01 02 01 (CA, SNE, INT van de "totale financiële middelen")

XX 01 02 02 (CA, LA, SNE, INT en JED in de delegaties)

  • zetel XX 01 04 jj
  • delegaties

XX 01 05 02 (AC, END, INT – onderzoek door derden)

10 01 05 02 (CA, SNE, INT - eigen onderzoek)

Andere begrotingsonderdelen (te vermelden)

TOTAAL 0.2 0.2 0.2 0.2 0.2 0.2 0.2

De benodigde personele middelen zullen worden gefinancierd uit de middelen die reeds voor het beheer van deze actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijn herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

Beschrijving van de uit te voeren taken:

Ambtenaren en tijdelijk personeel Standaardtoezicht op tijdige en correcte omzetting van de wetgeving door de lidstaten. In jaar n+5 wordt een verslag opgesteld.

Extern personeel Niet van toepassing

3.2.3. Verenigbaarheid met het huidige meerjarig financieel kader

– X Het voorstel/initiatief is verenigbaar met het huidige meerjarige financiële kader.

– Het voorstel/initiatief vergt herprogrammering van de betrokken rubriek van het meerjarig financieel kader.

Zet uiteen welke herprogrammering nodig is, onder vermelding van de betrokken begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen.

– Het voorstel/initiatief vergt toepassing van het flexibiliteitsinstrument of

herziening van het meerjarige financiële kader 46 .

Zet uiteen wat nodig is, onder vermelding van de betrokken begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen.

[…]

3.2.4. Bijdrage van derden aan de financiering

– X Het voorstel/initiatief voorziet niet in medefinanciering door derden.

– The proposal/initiative provides for the co-financing estimated below:

Kredieten in miljoen EUR (tot op 3 decimalen)

Jaar Jaar Jaar Jaar Invullen: zoveel jaren als nodig

N N+1 N+2 N+3 om de duur van de gevolgen Totaal weer te geven (zie punt 1.6)

Cofinancieringsbron

TOTAAL gecofinancierde kredieten

NL 55 NL

3.3. Geraamde gevolgen voor de ontvangsten

– X Het voorstel heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten.

– Het voorstel/initiatief heeft de hieronder beschreven financiële gevolgen

– voor de eigen middelen

– voor de diverse ontvangsten

in miljoen EUR (tot op 3 decimalen)

47 Gevolgen van het voorstel/initiatief

Voor het

Begrotingsonderdeel voor lopende

ontvangsten begrotingsjaar beschikbare

kredieten Jaar Jaar Jaar Jaar Invullen: zoveel jaren als nodig om de

N N+1 N+2 N+3 duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

Artikel ….

Voor de diverse ontvangsten die worden "toegewezen", vermeld het (de) betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven.

[…]

Vermeld de wijze van berekening van de gevolgen voor de ontvangsten.

[…]

47 Wat de traditionele eigen middelen betreft (douanerechten, suikerheffingen) zijn de aangegeven

bedragen nettobedragen, dat wil zeggen de brutobedragen na aftrek van 25 % invorderingskosten.


3.

Herziene versies, correcties en addenda

15 jul
'13
Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende pakketreizen en geassisteerde reisarrangementen, houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 en van Richtlijn 2011/83/EU, en intrekking van Richtlijn 90/314/EEG van de Raad
PROPOSAL
Secretary-General of the European Commission
12257/13 COR 1
15 jul
'13
COMMISSION STAFF WORKING DOCUMENT Implementation Plan Accompanying the document Proposal for a DIRECTIVE OF THE EUROPEAN PARLIAMENT AND OF THE COUNCIL on package travel and assisted travel arrangements, amending Regulation (EC) No 2006/2004 and Directive 2011/83/EU and repealing Council Directive 90/314/EEC
COVER NOTE
Secretary-General of the European Commission
12257/13 ADD 3 COR 1
15 jul
'13
WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING VOORSTEL VOOR EEN RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende pakketreizen en geassisteerde reisarrangementen, houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad en van Richtlijn 2011/83/EU, en intrekking van Richtlijn 90/314/EEG van de Raad
COVER NOTE
Secretary-General of the European Commission
12257/13 ADD 2 COR 1
15 jul
'13
COMMISSION STAFF WORKING DOCUMENT IMPACT ASSESSMENT Accompanying the document on package travel and assisted travel arrangements, amending Regulation (EC) No 2006/2004l and Directive 2011/83/EU and repealing Council Directive 90/314/EEC
COVER NOTE
Secretary-General of the European Commission
12257/13 ADD 1 COR 1
12 jul
'13
COMMISSION STAFF WORKING DOCUMENT Implementation Plan Accompanying the document Proposal for a DIRECTIVE OF THE EUROPEAN PARLIAMENT AND OF THE COUNCIL on package travel and assisted travel arrangements, amending Regulation (EC) No 2006/2004 and Directive 2011/83/EU and repealing Council Directive 90/314/EEC
COVER NOTE
Secretary-General of the European Commission
12257/13 ADD 3
12 jul
'13
WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING VOORSTEL VOOR EEN RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende pakketreizen en geassisteerde reisarrangementen, houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad en van Richtlijn 2011/83/EU, en intrekking van Richtlijn 90/314/EEG van de Raad
COVER NOTE
Secretary-General of the European Commission
12257/13 ADD 2
12 jul
'13
COMMISSION STAFF WORKING DOCUMENT IMPACT ASSESMENT Accompanying the document on package travel and assisted travel arrangements, amending Regulation (EC) No 2006/2004l and Directive 2011/83/EU and repealing Council Directive 90/314/EEC
COVER NOTE
Secretary-General of the European Commission
12257/13 ADD 1
 
 
 

4.

Meer informatie

 

5.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.