Nut en noodzaak van de Eerste Kamer

Doordat de huidige coalitie van VVD en PvdA alleen een meerderheid heeft in de Tweede Kamer, is de invloed van de Eerste Kamer een stuk groter geworden. De aannames van voorstellen zoals een sociaal leenstelsel voor studenten en een nieuw pensioenakkoord leverden in de Tweede Kamer weinig problemen op, maar kunnen door de Eerste Kamer geblokkeerd worden. Ministers hebben de oppositie hard nodig om hun wetsvoorstellen ook door de Eerste Kamer te loodsen.

Is onze Senaat uniek in Europa? Wat is het nut van dit systeem? Hoe is de Nederlandse situatie te vergelijken met andere Europese landen? Werkt het besluitvormingsproces daar efficiënter door een andere functie voor de senaat?

Over deze vragen gingen Thom de Graaf1 (Eerste Kamerlid D66), Adri Duivesteijn2 (Eerste Kamerlid PvdA), Tom Jan Meeus (politiek journalist NRC Handelsblad) en Wytze van der Woude3 (universitair docent Universiteit Maastricht) met elkaar in debat, onder leiding van Max van Weezel (journalist Vrij Nederland). Het debat vond plaats op woensdag 2 oktober 2013 in de Campus Den Haag, Schouwburgstraat 2.

Inhoudsopgave

  1. Verslag
  2. Foto impressie
  3. Video-opname

1.

Verslag

‘De bevoegdheden die de Eerste Kamer4 heeft, komen dus niet overeen met haar huidige functie’, aldus Wytze van der Woude3, universitair docent Publiekrecht aan de Universiteit van Maastricht. Hij betoogde tijdens het debat in het kader van Democratie in Debat dat er een logisch verband moet bestaan tussen de functie, de samenstelling en de bevoegdheden van een goed functionerende instelling. Dat de Eerste Kamer in 1815 is ingesteld in het kader van machtenscheiding en ook medewetgever is, gaat volgens de docent niet goed samen met het feit dat zij vooral controlerende bevoegdheden heeft en die amper gebruikt. Momenteel lijkt de Eerste Kamer vooral medewetgever te zijn.

  • Lees het volledige verslag

2.

Foto impressie

Wytze van der Woude, Thom de Graaf, Tom Jan Meeus en Adri Duivesteijn
Thom de Graaf
Adri Duivesteijn
Tom Jan Meeus
Wytze van der Woude
Er wordt een vraag gesteld uit het publiek
Het publiek luistert aandachtig
Wytze van der Woude, Thom de Graaf, Tom Jan Meeus en Adri Duivesteijn

3.

Video-opname

Wytze van der Woude, Thom de Graaf, Tom Jan Meeus en Adri Duivesteijn. De moderator is Max van Weezel.

  • 1. 
    Thom de Graaf (1957) is sinds 1 november 2018 vicepresident van de Raad van State. Daarvoor was hij van 7 juni 2011 tot 20 september 2018 Eerste Kamerlid voor D66. Van juni 2015 tot juni 2018 was hij tevens fractievoorzitter. In 2007-2012 was hij burgemeester van Nijmegen en van 1 februari 2012 tot 26 september 2018 was hij voorzitter van de Vereniging Hogescholen. De heer De Graaf werd op jonge leeftijd gemeenteraadslid in Leiden en was daarnaast topambtenaar op Binnenlandse Zaken. In 1994 werd hij Tweede Kamerlid. Hij was lid van de enquêtecommissie IRT. In 1997 volgde hij Wolffensperger op als fractievoorzitter en hij leidde de D66-fractie tijdens paars II en Balkenende I, maar stapte na de verkiezingsnederlaag van 2003 op. Keerde in het kabinet-Balkenende II terug als vicepremier en minister voor Bestuurlijke vernieuwing. Zag in 2005 zijn voorstel voor de gekozen burgemeester stranden in de Senaat en trad toen af.
     
  • 2. 
    Haagse socialist die als wethouder in zijn geboorteplaats en als Tweede Kamerlid op heldere, maar soms ook eigenzinnige wijze zijn koers uitzette. Was oorspronkelijk kok en daarna buurtactivist in de Schilderswijk. Specialist op het gebied van volkshuisvesting. Maakte zich in Den Haag sterk voor de stadsvernieuwing en kwam op voor de belangen van huurders. Na zijn wethouderschap was hij directeur van het Nederlands Architectuurinstituut in Rotterdam. Was enige tijd vicefractievoorzitter van de PvdA en leidde in de Kamer een commissie die de problemen bij grote infrastructurele projecten onderzocht. Was later zeven jaar wethouder van ruimtelijke ordening in Almere. Speelde in de tweeënhalf jaar dat hij Eerste Kamerlid was door zijn kritische opstelling soms een opvallende rol.
     
  • 3. 
    Wytze van der Woude (1976) is hoogleraar Recht decentrale overheden aan Rijksuniversiteit Groningen. Eerder was hij onder meer werkzaam bij de universiteit in Curaçao, op het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en bij Universiteit Utrecht. Hij promoveerde in 2011 op een proefschrift over financiële controle in het gemeenterecht.
     
  • 4. 
    De vaststelling van wetten geschiedt door de regering en de Staten-Generaal gezamenlijk.