Vol gas met de brandstof van de toekomst

Met dank overgenomen van A.J.M. (Toine) Manders i, gepubliceerd op vrijdag 13 september 2013, 2:26, column.

Onlangs hebben we met het Europees Parlement gestemd over een beter gebruik van biobrandstoffen. Biobrandstoffen zijn brandstoffen gemaakt van plantaardige grondstoffen, restmaterialen en algen, en worden toegevoegd aan benzine en diesel. Dit wordt 'bijmenging' genoemd. Biobrandstoffen leiden tot meer duurzaamheid in het vervoer, en zijn dus goed voor het milieu. De transportsector is namelijk verantwoordelijk voor 20% van de uitstoot van broeikasgassen.

Door de nieuwe wetgeving moet het aandeel energie uit hernieuwbare bronnen in de transportsector in 2020 ten minste 10% bedragen van het uiteindelijke energieverbruik in deze sector. De nieuwe wetgeving sprak ook over zogeheten indirecte veranderingen in landgebruik. De vraag naar gewassen die nodig zijn om biobrandstoffen te produceren, heeft ertoe geleid dat vele hectare bos werden omgezet in landbouwgrond. Dit betekent dat er minder bomen waren om CO2-uitstoot te absorberen. Maar aan de andere kant is er ook weer minder CO2-uitstoot doordat er minder fossiele brandstoffen gebruikt worden in het vervoer.

Uiteraard heb ik er bij de stemmingen op gelet dat als bos plaatsmaakt voor landbouwgrond, er geen illegale kap plaatsvindt en dat duurzame bosbouw in stand gehouden wordt. Verder heb ik ervoor gepleit dat bedrijven en kennisinstellingen zoals Wageningen, die zich bezig houden met de ontwikkeling van biobrandstoffen, niet onnodige rapportageverplichtingen krijgen opgelegd. Ook moeten geïmporteerde biobrandstoffen aan dezelfde eisen voldoen als Europees geproduceerde biobrandstoffen, zodat geen oneerlijke concurrentie plaatsvindt, omdat buiten Europa minder strenge regels gelden. Zo krijgen we een echte win-win situatie: brandstof die goed voor het milieu is en het bedrijfsleven en kennisinstellingen krijgen meer kansen. Deze wetgeving moet zo snel mogelijk ingevoerd worden, dus: gas erop!