Herstel ouderlijk gezag

Met dank overgenomen van M.C.G. (Mona) Keijzer i, gepubliceerd op maandag 28 januari 2013, 10:33.

Uit het Katholiek Nieuwsblad, vrijdag 25 januari 2013.

De PvdA claimt bij monde van minister Plasterk het normen- en waardendebat. Dat laat het CDA zich niet aanleunen. Tweede Kamerlid Mona Keijzer pleit voor een herstel van het ouderlijk gezag.

Ouders moeten moeten hun kinderen beter opvoeden, aldus minister Plasterk vorige week in De Telegraaf. Vaders en moeders verzaken te vaak, wat geweld tegen hulpverleners en vrijwilligers in de hand werkt. Er is, zegt Plasterk, onvoldoende besef in de samenleving dat geweld niet acceptabel is.

We zien de voorbeelden van onaangepast, asociaal gedrag, tegen hulpdiensten, politieagenten en onderwijzend personeel. We zien de jongens met capuchons op een schoolplein negatieve dingen zeggen over de scheidsrechter die zonder reden is doodgeschopt.

Als je in het openbaar vervoer een opmerking maakt over het bevuilen van metro of trein, kan je de wind van voren krijgen. Toch kan de oproep tot het beter opvoeden niet overal, altijd en voor alle kinderen op applaus rekenen. Volgens mij is daar een aantal redenen voor.

Probleem?

Met de meeste kinderen en jongeren in Nederland gaat het goed. Zij behoren tot de gelukkigste kinderen in de wereld. Nooit zijn kinderen zo gewenst geweest als eind twintigste en begin 21e eeuw. De afgelopen decennia zijn de meeste kinderen onder ongeëvenaarde rijkdom geboren en opgegroeid. Dus met welke kinderen gaat het dan mis?

Uit onderzoek blijkt verder dat wij over onze eigen opvoeding en over onze eigen kinderen tevreden zijn. We zetten wel vraagtekens bij de opvoeding van andermans kinderen.

En in Nederland staat het individu voorop. Als je ouders vraagt, wat ze voor hun kind wensen dan is het antwoord vaak ‘als hij/zij maar gelukkig wordt’. Het advies dat veel aan kinderen gegeven wordt als het over schoolkeuze gaat is, dat zij iets moeten doen dat zij ‘leuk’ vinden. En dat lukt meestal. Dus wat is het probleem?

Klopt dit?

Kloppen deze aannames? Nee. Niet in het algemeen. Feit is dat het leven niet altijd ‘leuk’ is, en dat keuzes die jou gelukkig maken, niet altijd de gemeenschap gelukkig maken. Een leraar moet niet alleen door de directie van school in staat gesteld worden les te geven, maar ook door de ouders. Ook als dit betekent dat jouw kind soms onterecht strafregels moet schrijven.

Verder blijkt uit het onderzoek dat neergelegd is in het boek De Grenzeloze generatie dat onze jongeren ook tevreden zijn over zichzelf. Problemen zijn er met matiging en zelfbeheersing. Narcisme is iets positiefs. Als je dat niet hebt, word je ondergesneeuwd, is het idee. De jongeren met wie het goed gaat, hebben niet vanzelfsprekend mededogen met mensen die het niet vanzelf gaan maken. Succes is immers een keuze.

De jongeren met wie het niet als vanzelf goed gaat, zijn op zoek naar structuur. Naar nieuwe vormen van gezag. Ze zoeken opvoeders. Hun opvoeders zijn de generatie die in de vrije jaren zeventig opgegroeid is. Dus die zijn dat verleerd. Een van de uitingen is de toenemende obesitas. Grenzen stellen is hier bij uitstek nodig. Dit onderzoek is breed onder jongeren gehouden. Daar zouden zo maar ook onze eigen kinderen onder kunnen zitten.

De oplossing

Hoe lossen we dit op? Ten eerste door grenzen te stellen. Papa en mama zijn de baas. Punt. Ook zeer gewenste kinderen hebben naast alle liefde van de wereld behoefte aan grenzen. En het is de taak van ouders die aan te geven. Op elk gebied. En naarmate kinderen ouder worden met steeds meer ruimte voor eigen keuzes.

Maar binnen bepaalde kaders. Welke? Beleefdheid. Zelfbeheersing. Handen af van andermans spullen. Matigheid ten aanzien van eten en alcohol, en voor drugs volstaat een simpel nee, dank je. Hiermee overigens niet bewerend dat het dan goed gaat: kinderen nemen hun eigen besluiten. Opvoeding is het stoppen van jouw advies in hun geweten.

Moderne autoriteit

Sinds de jaren zeventig is autoriteit van zijn vanzelfsprekendheid ontdaan. Ik pleit ervoor om deze weer in te voeren. De conducteur, politieagent, scheidsrechter en de onderwijzer zijn de baas. Wel op een moderne manier. Een autoriteit moet kunnen uitleggen waarom iets is, zoals het is. Dit om machtsmisbruik te voorkomen. Maar verhaal halen bij de onderwijzer als ouders in aanwezigheid van je kinderen is een slecht idee. Hardop vraagtekens zetten bij zijn of haar beslissingen in aanwezigheid van je kinderen is ook niet slim. Eerder pleitte ik al voor het invoeren van de rugbyspelregels bij voetbal: alleen de aanvoerder mag de scheidsrechter vragen naar de redenen voor de beslissing. Elke ander speler kan rekenen op 5 minuten op de bank.

Vallen en opstaan

Ten tweede door te accepteren dat opvoeden vallen en opstaan is. En bij elke leeftijd horen bepaalde problemen. Problemen die op het moment dat ze zich voordoen onoplosbaar lijken. Maar het hoort erbij. Jo Hermanns, hoogleraar pedagogiek, pleitte al eerder voor “terug naar het gewone leven”. Bij het gewone leven horen problemen. Problemen die overgaan of door de meeste ouders op te lossen zijn.

Soms gaat dat niet. Dan moet er opvoedondersteuning zijn. Deze is nu al te vinden bij gemeenten. Als straks de jeugdzorg overgaat naar de gemeenten, zijn die voor de totale opvoedondersteuning verantwoordelijk. Gemeenten moeten hier dan ook wel genoeg geld voor hebben. De kortingen waarmee de jeugdzorg overgaat naar gemeenten zijn dan ook zorgwekkend.

Het leven is niet maakbaar

Ten derde door te accepteren dat het leven niet maakbaar is. Soms gaat het mis met kinderen. Zeer gewenste kinderen die alle liefde krijgen van hun ouders, ouders die hun uiterste best doen hun kind goed op te voeden. Ouders die met veel verdriet zien dat het de verkeerde kant opgaat met hun kind. Dat was honderd jaar geleden zo, dat was vijftig jaar geleden zo en dat kan nu ook nog gebeuren.

Door dit met elkaar te accepteren, praten we er misschien gemakkelijker over en accepteren we wellicht ook hulp. En zijn we ook bereid onderling met elkaar te praten over onze kinderen.

Nog niet zo heel lang geleden woonden families bij elkaar in de buurt. Dit waren grotere families dan nu. Er was dus altijd wel iemand in jouw familie met een kind van vergelijkbare leeftijd en met vergelijkbare problemen. En omdat het familie was, praatte je daar gemakkelijker over. Nu staat praten over problemen met je kind gelijk aan toegeven dat je het niet aan kan. Dat het misgaat met je kind betekent dat jij als ouder faalt. En dat is lang niet altijd zo.

Optreden en het voorbeeld geven

Ten vierde door bij die jongeren met wie het mis gaat, duidelijk en direct op te treden. Straffen waar dit aangewezen is (en dan ook wel uitvoeren!), zorgen waar dit nodig is, en bij voorkeur een combinatie van beide. Ook als je zwakbegaafd bent, is onderscheid tussen goed en kwaad te maken. De consequenties inschatten van je acties is dan wel moeilijker. Steun deze jongeren hier dan ook mee om het zo een volgende keer te voorkomen.

En als laatste maar misschien wel het belangrijkste punt. Het goede voorbeeld geven. Ouders, politieagenten, politici en andere volwassenen. Laat zien hoe het hoort. Een betere opvoeding is er niet.

Hoeksteen

Ik sluit af met 3 punten.

Gezinnen (in welke vorm dan ook) zijn de hoeksteen van de samenleving. Nog steeds. Overheidsbeleid moet gericht zijn op het sterk houden van deze gezinnen. In die zin is het voorgenomen kabinetsbeleid negatief te noemen. De middeninkomens, de gezinnen, moeten buitenproportioneel veel besteedbaar inkomen inleveren. Of dat nou via de (inmiddels weer afgeschafte) inkomensafhankelijke zorgpremie is of via het verlagen van de vergoeding voor kinderopvang.

De kwetsbare gezinnen gaan de komende jaren nog veel meer last krijgen van de bezuinigingen op de zorg en de opvoedondersteuning. Het is geen geheim dat daar waar financiële problemen zijn de opvoedingsproblemen ook toenemen. Het zou dus goed zijn wanneer kabinetsleden die ouders oproepen de opvoeding ter hand te nemen, geen maatregelen nemen die dat frustreren.

Bespreekbaar maken

De afgelopen week werd ook bekend dat ongeveer 60 procent van de jongere Marokkaanse Nederlanders in aanraking komt met politie en justitie. En zonder nu in te gaan op mechanismen in de opsporing en daarmee aangevend dat dit cijfers hierdoor vast beïnvloed wordt, zijn het er heel erg veel. Te veel. Uit onderzoek blijkt dat de opvoeding van de ouders van deze kinderen onvoldoende aansluit bij de Nederlandse samenleving.

Dit betekent niet dat wij het hier bij moeten laten. Dit betekent dat wij - in combinatie met op de groep toegespitste straffen die ook ten uitvoer worden gebracht - de ouders moeten helpen bij de opvoeding. Vanuit de grondhouding dat iedereen graag wil dat het goed gaan met zijn kinderen. Dat zij een goede toekomst hebben waarin hun talent tot nut is voor onze samenleving, en een baan, een huis en een gezin altijd een rol spelen. En op het criminele pad vind je deze niet. In ieder geval moet het onderwerp besproken worden.

Samen met mijn man heb ik vijf zonen. De oudste is 18 en de jongste is 9. En ik garandeer de lezer dat het begeleiden van deze vijf naar de volwassenheid niet altijd vanzelf gaat. Anders gezegd: wij hopen op bloemen bij de finish.