Hervormingen verkiezingen Europees Parlement

Met dank overgenomen van Europa Nu.
Plenaire sessie Europees Parlement
Bron: Copyright: © European Union 2017 - Source : EP.

Eens in de 5 jaar kan iedere EU-burger zijn stem uitbrengen op een kandidaat-lid voor het Europees Parlement i uit de eigen lidstaat. Dit gebeurt sinds 1979 en sindsdien zijn de regels over de verkiezingen nagenoeg gelijk gebleven.

Om de populariteit, de legitimiteit en het democratisch gehalte van het Europese Parlement te vergroten, komen Europarlementariërs i (veelal uit de Commissie Constitutionele Zaken) vaak met voorstellen om de Europese parlementsverkiezingen te hervormen. Dit is lastig, omdat zowel de Europese Raad i, het Europees Parlement als de lidstaten i akkoord moeten gaan. Veel voorstellen stranden daarom. Zo diende Nederland in 2015 een subsidiariteitsbezwaar i in tegen een voorstel van het Europees Parlement.

Sinds 2019 gelden wel nieuwe regels voor de financiering van politieke partijen i, maar geen hervorming van de verkiezingen zelf. Het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de EU i was reden om de zetelverdeling in het Europees Parlement aan te passen. Deze aanpassing is ingegaan op 1 februari 2020.

1.

Voorstellen tot wijziging in aanloop naar de Europese verkiezingen van 2019

Invoeren kiesdrempel

Vanuit het Europees Parlement ligt er een voorstel om bij de verkiezingen van het Europees Parlement een kiesdrempel van minimaal twee procent in te stellen. Deze kiesdrempel moet fragmentatie van het Europees Parlement voorkomen en zorgen dat er geen extremistische splinterpartijen in het Parlement komen.

De EU-lidstaten konden het moeilijk eens worden over de precieze invulling van de maatregel. Toch is een compromis bereikt. Het huidige voorstel betreft een kiesdrempel tussen de 2 en 5 procent, die alleen lidstaten met meer dan 35 zetels in het Europees Parlement treft. Het Europees Parlement heeft dit voorstel op 4 juli 2018 goedgekeurd en in navolging daarvan heeft ook de Europese Raad op 13 juli deze nieuwe regels unaniem aangenomen. De regels kunnen echter pas in werking treden als alle EU-lidstaten ze goedkeuren volgens hun grondwettelijke voorschriften. De lidstaten zullen uiterlijk voor de Europese verkiezingen van 2024 aan deze verplichting moeten voldoen.

Pan-Europese kieslijst

Bij het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de EU i op 31 januari 2020, kwamen er 73 zetels vrij in het Europees Parlement. In januari 2018 werd door de Commissie Constitutionele Zaken i een voorstel aangenomen om 27 van deze zetels te herverdelen over de (resterende) EU-lidstaten. De andere 46 zetels zouden worden bewaard voor eventuele nieuwe lidstaten en een pan-Europese kieslijst. Een pan-Europese kieslijst zou betekenen dat Nederlandse kiesgerechtigden bijvoorbeeld ook op een kandidaat van een andere lidstaat kunnen stemmen.

Een idee is dat kiezers twee stemmen zouden kunnen uitbrengen; één op zo'n 'transnationale' lijst en één op de lijst per land zoals nu het geval is.

Herverdeling Britse zetels

Op 7 februari 2018 stemde een meerderheid in het Europees Parlement in met het plan voor de herverdeling van 27 zetels. De overige 46 vrijgekomen zetels worden vrijgehouden voor toekomstige lidstaten. Voor het plan voor een pan-Europese kieslijst was geen meerderheid. Na het Europees Parlement was het aan de Europese Raad i om zich uit te spreken op de top van 28 en 29 juni 2018 i. Hier bleek er brede steun onder de EU-leiders voor het voorstel om het Europees Parlement te laten krimpen van de huidige 751 tot 705 leden.

Omdat het Verenigd Koninkrijk tijdens de Europese Verkiezingen nog in de EU zat, deed dat land nog mee met de verkiezingen. Na het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de EU i op 31 januari 2020, heeft Nederland er drie zetels bij gekregen, die naar de PVV i, de VVD i en de Groep-Otten i zijn gegaan.

De veranderingen in zetelaantal op een rij:

 

Lidstaat

Oude zetelaantal

Nieuwe zetelaantal (na brexit)

Resultaat

België

21

21

gelijk gebleven

Bulgarije

17

17

gelijk gebleven

Cyprus

6

6

gelijk gebleven

Denemarken

13

14

+1

Duitsland

96

96

gelijk gebleven

Estland

6

7

+1

Finland

13

14

+1

Frankrijk

74

79

+5

Griekenland

21

21

gelijk gebleven

Hongarije

21

21

gelijk gebleven

Ierland

11

13

+2

Italië

73

76

+3

Kroatië

11

12

+1

Letland

8

8

gelijk gebleven

Litouwen

11

11

gelijk gebleven

Luxemburg

6

6

gelijk gebleven

Malta

6

6

gelijk gebleven

Nederland

26

29

+3

Oostenrijk

18

19

+1

Polen

51

52

+1

Portugal

21

21

gelijk gebleven

Roemenië

32

33

+1

Slovenië

8

8

gelijk gebleven

Slowakije

13

14

+1

Spanje

54

59

+5

Tsjechië

21

21

gelijk gebleven

Zweden

20

21

+1

Verenigd Koninkrijk

73

0

-73

Totaal

751

705

-46

2.

Voorstel tot wijziging in 2015

In september 2015 stelden de rapporteurs van de C omissie Constitutionele Zaken een nieuw ontwerprapport vast om de verkiezingen van het Europees Parlement te hervormen. De belangrijkste voorstellen waren:

  • het vergroten van de zichtbaarheid van de Europese politieke partijen door hun namen en logo's op de stembiljetten te plaatsen naast de logo's van nationale partijen, en waar mogelijk op verkiezingsposters
  • invoering van een gemeenschappelijke termijn van twaalf weken vóór de verkiezingsdag voor de vaststelling van de lijsten op nationaal niveau
  • invoering van een gemeenschappelijke termijn van 12 weken voor de voordracht van topkandidaten door de Europese politieke partijen
  • invoering van een kiesdrempel van 3 tot 5 procent in lidstaten met 1 kiesdistrict of districten met meer dan 26 zetels
  • sluiting van de stembussen in alle lidstaten op zondagavond 21:00
  • invoering van het recht om te stemmen bij de Europese verkiezingen voor alle burgers van de Unie die buiten de EU verblijven
  • invoering van stemmogelijkheden via post, e-mail en internet
  • de aanbeveling voor lidstaten om de kiesgerechtigde leeftijd van 16 jaar op elkaar af te stemmen

Het Europees Parlement nam de voorstellen via een resolutie aan. De Raad van de Europese Unie besloot op 13 juli 2018 de Kiesakte te wijzigen. Enkele lidstaten konden de wijziging van de Kiesakte echter niet tijdig goedkeuren en dus kon de wijziging niet voor de verkiezing van het Europees Parlement van 2019 in werking treden.

3.

Eerdere voorstellen

Voorstellen van Andrew Duff

In november 2010 presenteerde Europarlementariër Andrew Duff i (ALDE) een wetsvoorstel om de procedures rondom de verkiezingen te hervormen. Het belangrijkste onderdeel van het voorstel van Duff was het plan om bij de verkiezingen van het Europees Parlement in 2014 25 extra kandidaat-leden voor het Europees Parlement verkiesbaar te stellen. Deze leden zouden niet via de gebruikelijke nationale kieslijsten worden verkozen, maar op een aparte EU-brede kieslijst staan.

Ook zouden kiezers uit de Europese Unie twee stemmen uit moeten brengen: één op de gewone kieslijst met alleen kandidaat-parlementsleden uit hun eigen land en één op een transnationale kieslijst met kandidaat-parlementsleden die hun Europese fractie vertegenwoordigen.

De Commissie voor Constitutionele zaken i van het Europees Parlement keurde het voorstel van Duff eind april 2011 goed. De plenaire vergadering i van het Europees Parlement stuurde het plan begin juli 2011 echter terug naar de Commissie Constitutionele Zaken. Het voorstel stuitte vooral op praktische bezwaren, zoals te hoge kosten. Een jaar later, in maart 2012, stemde het Europees Parlement wederom tegen het voorstel.

Voorstellen van de Commissie Constitutionele Zaken

In 2012 kwam deze commissie met een aantal voorstellen. Het meest in het oog springende punt was dat deze commissie vasthield aan het idee van Andrew Duff om een EU-brede kieslijst van 25 kandidaten in te voeren. Alle overige Europarlementariërs zouden nog steeds via nationale grondslagen gekozen worden. De commissie Constitutionele zaken handhaafde ook haar pleidooi voor een andere verdeling van de Europarlementariërs over de lidstaten. Het Europees parlement stemde in maart 2012 tegen dit voorstel.

Daarnaast stelde de commissie in 2012 voor om de verkiezingsdatum van juni naar mei te vervroegen. Hierdoor krijgt een nieuw gekozen parlement meer tijd om zich voor te bereiden op de verkiezing van de voorzitter van de Europese Commissie i. Ook werd er geopperd dat de vervroeging kan zorgen voor een hogere opkomst. Het Europees Parlement ging in mei 2013 akkoord met dit voorstel en de parlementsverkiezingen van 2014 vonden ook in de hele EU in mei plaats.

De Commissie Constitutionele Zaken kwam in 2013 met een aantal aanbevelingen. Europese politieke partijen moeten volgens de commissie aangeven welke kandidaat zij voordragen voor het voorzitterschap van de Europese Commissie i. Ook moet het duidelijker worden bij welke Europese politieke partij een nationale partij is aangesloten, door vermelding op het stembiljet van de naam en het logo daarvan. De achterliggende gedachte is dat de burgers beter begrijpen waar de Europese verkiezingen voor staan en daarom burgers sneller naar de stembus gaan. Binnen het Europees Parlement was er steun voor deze aanbevelingen.

4.

Nederland en Europa

Invoeren Kiesdrempel

Nederland heeft hard gelobbyd om onder de invoering van de kiesdrempel uit te komen. Mede door Nederlandse druk is het voorstel aangepast. De kiesdrempel is gaan gelden voor landen met meer dan 35 zetels in het Europees Parlement. Eerder lag deze grens op 26, waardoor de kiesdrempel ook voor Nederland zou gaan gelden.

5.

Meer informatie