Revolutionair Socialistische Partij (RSP)

Met dank overgenomen van Parlement.com.

De RSP was een Leninistische partij, die zich afzette tegen de in haar ogen Stalinistische Communistische Partij Holland i en tegen de SDAP i die te burgerlijk werd gevonden. De partij ontstond in 1929 als afsplitsing van de CPH. In 1935 fuseerde zij met de Onafhankelijk Socialistische Partij (OSP) tot de RSAP i. Alleen in 1933 werd een zetel behaald.

De partij streefde naar een proletarische wereldrevolutie, die alle macht aan de arbeiders moet brengen. Zij was nauw gelieerd aan het Nederlands Arbeids Syndicaat, de anarchistische vakbond.

Voorman van de RSP was Henk Sneevliet i, een voormalige sociaaldemocraat en communist, die in Nederlands-Indië werkzaam was als journalist en propagandist van de vereniging van spoor- en tramwegpersoneel.

Inhoudsopgave

  1. Beginselen
  2. Electoraat

1.

Beginselen

De RSP streefde naar socialistische (communistische) inrichting van de maatschappij, waarbij alle bezit van grond en productiemiddelen in handen van de gemeenschap moest zijn. Het doel was een klasseloze maatschappij, zonder uitbuiting. De kapitalistische staat diende te worden vernietigd. Tijdens de overgang naar de proletarische staat moest er een radenheerschappij komen, die de bevochten overwinning tegen aanvallen van contrarevolutie diende te verdedigen.

De proletariërs moesten de politieke macht krijgen via revolutionaire weg; de bezittende klasse diende te worden onteigend.

Zowel de sociaaldemocratie als het Russische staatscommunisme werden verworpen.

Strijdpunten waren onder andere: grootschalige werkloosheidsbestrijding, een premievrije verzekering tegen werkloosheid, opheffing van alle censuur, amnestie voor politieke gevangenen en dienstweigeraars, afschaffing van het koningschap en van de Eerste Kamer, afschaffing van het militaire stelsel en bewapening van de arbeiders, volledige gelijkstelling van mannen en vrouwen, verlaging van de kiesgerechtigde leeftijd en afschaffing van de geheime diplomatie.

Er moest verder een 6-urige werkdag komen, bescherming voor vrouwelijke en jeugdige arbeiders, een verbod op nachtarbeid, een minimumloon, een wettelijke vakantie en een premievrij staatspensioen op 55-jarige leeftijd. Krotten moesten worden opgeruimd en volkshuisvesting diende te worden bevorderd. Onderwijs moest tussen 6 en 16 jaar kosteloos worden.

Behalve typisch revolutionair-socialistische strijdpunten was ook de 'bevrijding' van Nederlands-Indië een belangrijk speerpunt. De RSP steunde de muiterij op 'De Zeven Provinciën' in 1933.

2.

Electoraat

De RSP had haar aanhang vooral onder linkse intellectuelen, en was sterk geconcentreerd in de grote steden. In 1933 kreeg ze een kleine 50.000 stemmen. 20.000 daarvan werden in Amsterdam behaald.

 

Meer over