COM(2000)551 - Werkgelegenheid 2000 - Deel I: de EU - Deel II: de lidstaten
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de Parlementaire Monitor.
Inhoudsopgave
officiële titel
Gezamenlijk Verslag over de werkgelegenheid 2000 - Deel I: de Europese Unie - Deel II: de Lidstatenofficiële Engelstalige titel
Joint employment report 2000 - Part I: the European Union - Part II: the Member StatesRechtsinstrument | Mededeling |
---|---|
COM-nummer57 | COM(2000)551 ![]() ![]() |
Extra COM-nummers | COM(2000)551 |
Celex-nummer60 | 52000DC0551 |
Document | 06-09-2000 |
---|---|
Online publicatie | 06-09-2000 |
Besluit | 27-11-2000 |
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de stand van zaken van het dossier, de samenvatting van de European Parliament Legislative Observatory, de juridische context, een overzicht van verwante dossiers, de betrokken Europese organisaties (denk aan directoraten-generaal van de Europese Commissie, EP-commissies en Raadsformaties) en personen (denk aan eurocommissarissen en Europarlementariërs) en tot slot documenten van het Europees Parlement, de Raad van Ministers en de Europese Commissie.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.
- 1.Meer informatie en een analyse zijn te vinden in het verslag Werkgelegenheid in Europa 2000 van de Commissie.
- 2.In dit verslag wordt onder de netto arbeidsdeelname verstaan het gedeelte van de bevolking van 15 tot en met 64 jaar met werk. Bron: Europese Arbeidskrachtenenquête; jaargemiddelden indien beschikbaar.
- 3.Raming gebaseerd op de OESO Employment Outlook 2000.
- 4.Vanwege een onderbreking van de statistische reeks in 1998 is de betrouwbaarheid van deze resultaten verminderd.
- 5.Een recent verslag laat echter zien dat dergelijke programma's ter ondersteuning van ondernemingen ook in andere lidstaten te vinden zijn. Europese Commissie: Steunprogramma's van regeringen voor nieuwe vormen van werkorganisatie - OPOCE ISBN 92-828-9326X
- 6.Voor een beschrijving van de in dit hoofdstuk gehanteerde bronnen en methodieken van indicatoren, zie bijlage.
- 7.Werkgelegenheid in termen van voltijds personeelsequivalenten (VTE), hetgeen gelijk is aan het aantal banen in termen van voltijds personeelsequivalenten, wordt gedefinieerd als het totaal aantal gewerkte uren gedeeld door het jaargemiddelde van het aantal gewerkte uren in voltijdse banen in elke lidstaat. De netto arbeidsdeelname in termen van voltijds personeelsequivalenten wordt berekend door de werkgelegenheid in termen van voltijds personeelsequivalenten (als hierboven gedefinieerd) te delen door de totale bevolking in de relevante leeftijdsgroep..
- 8.De som van het jeugdwerkloosheidscijfer en de netto arbeidsdeelname voor dezelfde leeftijdsgroep.
- 9.Gegevens uit 1998.
- 10.Standaarddeviatie gedeeld door het gemiddelde nationale werkloosheidscijfer.
- 11.De basis voor de berekening van de indicatoren is nog steeds twijfelachtig aangezien Spanje aangeeft dat met de implementatie van het door de openbare diensten voor arbeidsbemiddeling te hanteren nieuwe informatiesysteem, waardoor follow-up van alle registraties mogelijk wordt gemaakt, pas in 2000 of 2001 zal worden begonnen.
- 12.Slechts de helft van de regio's heeft nu nieuwe arbeidscentra. De implementatie van het nieuwe informatiesysteem, dat werd verondersteld in 2000 operationeel te zijn, is uitgesteld tot eind 2000 en slechts 8 regio's zijn het nieuwe systeem gaan gebruiken.
- 13.24 van de nieuwe centra ter bevordering van werkgelegenheid zijn in 1999 opgericht, tegenover 4 in 1998, en in 2000 wordt de oprichting van nog eens 24 verwacht.
- 14.24 van de nieuwe centra ter bevordering van werkgelegenheid zijn in 1999 opgericht, tegenover 4 in 1998, en in 2000 wordt de oprichting van nog eens 24 verwacht.
- 15.De voor de monitoring van richtsnoer 3 gehanteerde inputindicator (activeringsratio) wordt gedefinieerd als het jaarlijkse gemiddelde van het aantal voormalig werkloze participanten in actieve maatregelen gedeeld door het aantal geregistreerde werklozen (voorraad). Actieve maatregelen worden in ruime zin gedefinieerd, zodat meegerekend worden: opleiding, functiewisseling en duobanen, werkgelegenheidsprikkels, integratie van gehandicapten, creëren van banen en financiële prikkels om een eigen onderneming te starten.
- 16.Over beide jaren zijn geen gegevens beschikbaar voor Griekenland, Italië, Frankrijk (alleen het percentage) en Nederland.
- 17.Ibidem.
- 18.OESO Employment Outlook 2000, Juni 2000.
- 19.Ibidem.
- 20.Bron: Europese Arbeidskrachtenenquête 1999; Voor 1999 zijn er geen gegevens beschikbaar voor Griekenland, Ierland en Oostenrijk. De stijging zou ten dele kunnen worden toegeschreven aan een wijziging in de enquête.
- 21.Voor Portugal, Frankrijk en Nederland zijn alleen gegevens verzameld indien er sprake was van participatie in onderwijs en opleiding ten tijde van de enquête (ten opzichte van de laatste vier weken voor de overige lidstaten).
- 22.Het BEST-proces brengt, voor het eerst, alle beleidsaspecten samen die van invloed zijn op ondernemerschap en concurrentievermogen op Europees en nationaal niveau. Het actieplan richt zich op de volgende prioritaire gebieden: onderwijs voor een ondernemingsgezinde maatschappij; opleiding; toegang tot financiering; toegang tot onderzoek en innovatie; OTO-ontwikkelingsprogramma's van de EU ontvankelijker maken voor vereisten van de KMO's; beter gebruik van patenten door KMO's; verbetering van de zichtbaarheid van ondersteunende diensten; verbetering van openbaar bestuur; en verbetering van werkgelegenheid en arbeidsomstandigheden. De goedkeuring door de Commissie van een eerste verslag over de implementatie van het actieplan ter bevordering van het ondernemerschap en het concurrentievermogen staat gepland voor oktober 2000.
- 23.Door het ontbreken van recente gegevens was het niet mogelijk om het impliciete belastingtarief voor arbeid te hanteren. In plaats hiervan is het gemiddelde effectieve belastingtarief gehanteerd (zie statistische bijlage voor definities en bronnen).
- 24.Eigen raming aan de hand van de OESO-methodiek (zie statistische index).
- 25.Ibidem.
- 26.Een recent verslag laat echter zien dat dergelijke programma's ter ondersteuning van ondernemingen ook in andere lidstaten te vinden zijn. Europese Commissie: Steunprogramma's van regeringen voor nieuwe vormen van werkorganisatie - OPOCE ISBN 92-828-9326X
- 27.Oudere werknemers verwijst naar de leeftijdsgroep van 55 tot en met 64 jaar.
- 28.Een uitvoerigere evaluatie van deze vooruitgang vindt plaats in de follow-up van het benchmarking-verslag gebaseerd op de 'strategieën' met medewerking van de werkgroep op hoog niveau inzake de werkgelegenheid en de sociale dimensie van de IS (ESDIS).
- 29.Informatie maatschappij; onderzoek en innovatie; bedrijfsklimaat; interne markt; financiële markten; macro-economisch beleid; onderwijs en opleiding; werkgelegenheid; sociale bescherming; sociale integratie.
- 30.id. 5-6 en 30
- 31.Het advies van het Comité Werkgelegenheid, het Europees Parlement, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's is, overeenkomstig artikel 128, lid 2, sinds 1999 vereist.
- 32.Conclusies Top van Lissabon 35
- 33.Conclusies Top van Lissabon 27
- 34.Voor Griekenland zijn nog geen gegevens betreffende werkgelegenheid en werkloosheid in 1999 beschikbaar.
- 35.De Nationale Autoriteit voor Opleiding
- 36.24 van de nieuwe centra ter bevordering van werkgelegenheid zijn in 1999 opgericht, tegenover 4 in 1998, en in 2000 wordt de oprichting van nog eens 24 verwacht.
- 37.24 van de nieuwe centra ter bevordering van werkgelegenheid zijn in 1999 opgericht, tegenover 4 in 1998, en in 2000 wordt de oprichting van nog eens 24 verwacht.
- 38.24 van de nieuwe centra ter bevordering van werkgelegenheid zijn in 1999 opgericht, tegenover 4 in 1998, en in 2000 wordt de oprichting van nog eens 24 verwacht.
- 39.24 van de nieuwe centra ter bevordering van werkgelegenheid zijn in 1999 opgericht, tegenover 4 in 1998, en in 2000 wordt de oprichting van nog eens 24 verwacht.
- 40.24 van de nieuwe centra ter bevordering van werkgelegenheid zijn in 1999 opgericht, tegenover 4 in 1998, en in 2000 wordt de oprichting van nog eens 24 verwacht.
- 41.24 van de nieuwe centra ter bevordering van werkgelegenheid zijn in 1999 opgericht, tegenover 4 in 1998, en in 2000 wordt de oprichting van nog eens 24 verwacht.
- 42.24 van de nieuwe centra ter bevordering van werkgelegenheid zijn in 1999 opgericht, tegenover 4 in 1998, en in 2000 wordt de oprichting van nog eens 24 verwacht.
- 43.24 van de nieuwe centra ter bevordering van werkgelegenheid zijn in 1999 opgericht, tegenover 4 in 1998, en in 2000 wordt de oprichting van nog eens 24 verwacht.
- 44.24 van de nieuwe centra ter bevordering van werkgelegenheid zijn in 1999 opgericht, tegenover 4 in 1998, en in 2000 wordt de oprichting van nog eens 24 verwacht.
- 45.24 van de nieuwe centra ter bevordering van werkgelegenheid zijn in 1999 opgericht, tegenover 4 in 1998, en in 2000 wordt de oprichting van nog eens 24 verwacht.
- 46.24 van de nieuwe centra ter bevordering van werkgelegenheid zijn in 1999 opgericht, tegenover 4 in 1998, en in 2000 wordt de oprichting van nog eens 24 verwacht.
- 47.24 van de nieuwe centra ter bevordering van werkgelegenheid zijn in 1999 opgericht, tegenover 4 in 1998, en in 2000 wordt de oprichting van nog eens 24 verwacht.
- 48.24 van de nieuwe centra ter bevordering van werkgelegenheid zijn in 1999 opgericht, tegenover 4 in 1998, en in 2000 wordt de oprichting van nog eens 24 verwacht.
- 49.24 van de nieuwe centra ter bevordering van werkgelegenheid zijn in 1999 opgericht, tegenover 4 in 1998, en in 2000 wordt de oprichting van nog eens 24 verwacht.
- 50.24 van de nieuwe centra ter bevordering van werkgelegenheid zijn in 1999 opgericht, tegenover 4 in 1998, en in 2000 wordt de oprichting van nog eens 24 verwacht.
- 51.24 van de nieuwe centra ter bevordering van werkgelegenheid zijn in 1999 opgericht, tegenover 4 in 1998, en in 2000 wordt de oprichting van nog eens 24 verwacht.
- 52.24 van de nieuwe centra ter bevordering van werkgelegenheid zijn in 1999 opgericht, tegenover 4 in 1998, en in 2000 wordt de oprichting van nog eens 24 verwacht.
- 53.24 van de nieuwe centra ter bevordering van werkgelegenheid zijn in 1999 opgericht, tegenover 4 in 1998, en in 2000 wordt de oprichting van nog eens 24 verwacht.
- 54.24 van de nieuwe centra ter bevordering van werkgelegenheid zijn in 1999 opgericht, tegenover 4 in 1998, en in 2000 wordt de oprichting van nog eens 24 verwacht.
- 55.24 van de nieuwe centra ter bevordering van werkgelegenheid zijn in 1999 opgericht, tegenover 4 in 1998, en in 2000 wordt de oprichting van nog eens 24 verwacht.
- 56.24 van de nieuwe centra ter bevordering van werkgelegenheid zijn in 1999 opgericht, tegenover 4 in 1998, en in 2000 wordt de oprichting van nog eens 24 verwacht.
- 57.De Europese Commissie kent nummers toe aan officiële documenten van de Europese Unie. De Commissie maakt onderscheid in een aantal typen documenten door middel van het toekennen van verschillende nummerseries. Het onderscheid is gebaseerd op het soort document en/of de instelling van de Unie van wie het document afkomstig is.
- 58.De Raad van de Europese Unie kent aan wetgevingsdossiers een uniek toe. Dit nummer bestaat uit een vijfcijferig volgnummer gevolgd door een schuine streep met de laatste twee cijfers van het jaartal, bijvoorbeeld 12345/00 - een document met nummer 12345 uit het jaar 2000.
- 59.Het interinstitutionele nummer is een nummerreeks die binnen de Europese Unie toegekend wordt aan voorstellen voor regelgeving van de Europese Commissie.
Binnen de Europese Unie worden nog een aantal andere nummerseries gebruikt. Iedere instelling heeft één of meerdere sets documenten met ieder een eigen nummering. Die reeksen komen niet overeen met elkaar of het interinstitutioneel nummer.
- 60.Deze databank van de Europese Unie biedt de mogelijkheid de actuele werkzaamheden (workflow) van de Europese instellingen (Europees Parlement, Raad, ESC, Comité van de Regio's, Europese Centrale Bank, Hof van Justitie enz.) te volgen. EURlex volgt alle voorstellen (zoals wetgevende en begrotingsdossiers) en mededelingen van de Commissie, vanaf het moment dat ze aan de Raad of het Europees Parlement worden voorgelegd.
- 61.Als dag van bekendmaking van een Europees besluit geldt de dag waarop het besluit in het Publicatieblad wordt bekendgemaakt, en daardoor in alle officiële talen van de Europese Unie bij het Publicatiebureau beschikbaar is.