Bijlage bijlage

Artikel 1

Onder voorbehoud van artikel 3 neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling door de Raad van de overeenkomstig deel III, titel V, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie voorgestelde maatregelen. Voor handelingen van de Raad die met eenparigheid van stemmen moeten worden vastgesteld, is eenparigheid van de leden van de Raad vereist, met uitzondering van de vertegenwoordiger van de Deense regering.

Voor de toepassing van dit artikel wordt de gekwalificeerde meerderheid bepaald overeenkomstig artikel 238, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Artikel 2

Ingevolge artikel 1 en onder voorbehoud van de artikelen 3, 4 en 8 zijn de bepalingen van deel III, titel V, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, de overeenkomstig die titel vastgestelde maatregelen, de bepalingen van door de Unie overeenkomstig die titel gesloten internationale overeenkomsten en de beslissingen van het Hof van Justitie van de Europese Unie ter uitlegging van die bepalingen of maatregelen niet verbindend voor, noch van toepassing op Denemarken. Bedoelde bepalingen, maatregelen en beslissingen laten de bevoegdheden, rechten en verplichtingen van Denemarken onverlet. Bedoelde bepalingen, maatregelen en beslissingen laten het acquis communautaire en het acquis van de Unie geheel onverlet en maken geen deel uit van het recht van de Unie, zoals die op Denemarken van toepassing zijn.

Artikel 3

  • 1. 
    Binnen een termijn van drie maanden na de indiening van een voorstel of een initiatief bij de Raad overeenkomstig deel III, titel V, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie kan Denemarken de voorzitter van de Raad er schriftelijk van in kennis stellen dat het wenst deel te nemen aan de vaststelling en de toepassing van de voorgestelde maatregel, waarna deze staat daartoe gerechtigd is.
  • 2. 
    Indien een maatregel als bedoeld in lid 1 na een redelijke termijn niet met deelneming van Denemarken kan worden vastgesteld, kan de Raad de in lid 1 bedoelde maatregel overeenkomstig artikel 1 vaststellen zonder deelneming van Denemarken. In dat geval is artikel 2 van toepassing.

Artikel 4

Na de vaststelling van een maatregel overeenkomstig deel III, titel V, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie kan Denemarken de Raad en de Commissie er te allen tijde van in kennis stellen dat het voornemens is die maatregel te aanvaarden. In dat geval is de procedure van artikel 331, lid 1, van dat Verdrag van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5

  • 1. 
    De bepalingen van dit Protocol gelden ten aanzien van Denemarken ook voor de uit hoofde van deel III, titel V, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie voorgestelde of vastgestelde maatregelen tot wijziging van een bestaande maatregel waardoor Denemarken gebonden is.
  • 2. 
    In gevallen waarin de Raad, handelend op voorstel van de Commissie, evenwel vaststelt dat de niet-deelneming door Denemarken aan de gewijzigde versie van een bestaande maatregel de toepassing van deze maatregel onmogelijk maakt voor, andere lidstaten of de Unie kan hij tot Denemarken een dringend verzoek richten tot het doen van een mededeling uit hoofde van artikel 3 of artikel 4. Voor de toepassing van artikel 3 begint een nieuwe periode van twee maanden te lopen op het moment dat de Raad een dergelijk besluit heeft genomen.

Indien Denemarken bij het verstrijken van deze termijn van twee maanden vanaf de vaststelling door de Raad nog geen mededeling uit hoofde van artikel 3 of artikel 4 heeft gedaan, is de bestaande maatregel niet langer bindend voor of van toepassing op Denemarken, tenzij het vóór de inwerkingtreding van de wijzigingsmaatregel een mededeling uit hoofde van artikel 4 heeft gedaan. Deze situatie wordt van kracht vanaf de datum van inwerkingtreding van de wijzigingsmaatregel of de datum waarop de termijn van twee maanden verstrijkt, al naargelang welk tijdstip later valt.

Voor de toepassing van dit lid neemt de Raad, na een grondige bespreking van deze aangelegenheid, een besluit met een gekwalificeerde meerderheid van de stemmen van de leden die de lidstaten vertegenwoordigen welke aan de aanneming van de wijzigingsmaatregel deelnemen of hebben deelgenomen. Een gekwalificeerde meerderheid van stemmen in de Raad is de meerderheid in de zin van artikel 238, lid 3, onder a), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

  • 3. 
    De Raad kan met gekwalificeerde meerderheid op voorstel van de Commissie een besluit vaststellen waarbij bepaald wordt dat de eventuele directe financiële gevolgen die noodzakelijkerwijs en onvermijdelijk voortvloeien uit de beëindiging van de deelname van Denemarken aan de bestaande maatregel door Denemarken zullen worden gedragen.
  • 4. 
    Dit artikel laat artikel 4 onverlet.

Artikel 6

  • 1. 
    De in artikel 4 bedoelde kennisgeving vindt uiterlijk zes maanden na de definitieve vaststelling van een maatregel plaats, indien die maatregel een uitwerking van het Schengenacquis inhoudt.

Indien Denemarken aangaande die maatregelen de in de artikelen 3 en 4 bedoelde kennisgeving nalaat, overwegen de lidstaten die door die maatregelen gebonden zijn en Denemarken welke passende stappen moeten worden ondernomen.

  • 2. 
    Een kennisgeving overeenkomstig artikel 3 met betrekking tot maatregelen die een uitwerking van het Schengenacquis inhouden, wordt onherroepelijk geacht een kennisgeving overeenkomstig artikel 3 te zijn ten aanzien van elk ander voorstel of initiatief dat een uitwerking van die maatregel inhoudt, voor zover dat voorstel of initiatief een uitwerking van het Schengenacquis inhouden.

Artikel 7

Denemarken zal niet gebonden zijn door de op de op grond van artikel 16 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie vastgestelde regels die betrekking hebben op de verwerking van persoonsgegevens door de lidstaten bij de uitoefening van activiteiten die binnen het toepassingsgebied van deel III, titel V, hoofdstuk 4 of 5, van dat Verdrag vallen, wanneer Denemarken niet gebonden is door de regels van de Unie betreffende de vormen van justitiële samenwerking in strafzaken of van politiële samenwerking in het kader waarvan de op grond van artikel 16 vastgestelde bepalingen moeten worden nageleefd.

Artikel 8

Indien Denemarken, in gevallen als bedoeld in dit deel, gebonden is door een door de Raad overeenkomstig deel III, titel V, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie vastgestelde maatregel, zijn de desbetreffende bepalingen van de Verdragen van toepassing op Denemarken wat betreft die maatregel.

Artikel 9

Indien Denemarken niet gebonden is door een overeenkomstig deel III, titel V, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie vastgestelde maatregel, mag deze maatregel voor Denemarken geen andere financiële gevolgen hebben dan de ermee gepaard gaande administratieve kosten voor de instellingen, tenzij de Raad met eenparigheid van stemmen van al haar leden anders besluit, na raadpleging van het Europees Parlement.