Chloortrein rijdt door mazen van de wet

Met dank overgenomen van R.J.L. (Remi) Poppe i, gepubliceerd op vrijdag 1 december 2000.

De Tweede Kamer houdt binnenkort een hoorzitting over de vraag of we nog langer moeten doorgaan met het transport van 50.000 ton giftig chloor door Nederland. Steeds meer mensen en organisaties vinden dat het sein voor de chloortrein op rood moet. Terecht, want de risico's zijn te groot voor de 2,5 miljoen mensen langs de chloorlijnen van Delfzijl en Hengelo naar Rotterdam-Botlek. Na 'Enschede' weten we dat onmogelijke ongelukken immers toch gebeuren. Dus geldt dat voorkomen beter is.

door Remi Poppe (lid Tweede Kamer) en Ronald van Raak (onderzoeksmedewerker) van de SP

Door Nederland rijdt driemaal per week een chloortrein van Akzo Nobel, die jaarlijks 50.000 ton van deze uiterst giftige stof vervoert. De trein rijdt door dichtbevolkte gebieden en doet de binnensteden aan van onder meer Groningen, Zwolle, Amersfoort, Diemen- Duivendrecht, Gouda, Deventer en Almelo. De gevolgen van een ongeluk zijn niet te overzien. Het 'Raamplan Chloor' dat zeven Groningse burgemeesters op 28 november presenteerden rekent bij een ongeval op 5.000 doden en 18.000 gewonden. Tijdens de komende hoorzitting kan de Tweede Kamer zich uitspreken over deze transporten. Niet alleen Den Haag, maar vooral gemeenten en provincies zijn verantwoordelijk voor de veiligheid van omwonenden. Ook zij moeten bepalen of rood sein wordt gegeven aan de chloortrein.

Op het terrein van Akzo Delfzijl ontspoorden 31 januari van dit jaar twee wagons van de chloortrein. Deze trein maakte onderdeel uit van de transporten die Akzo driemaal per week uitvoert van fabrieken in Delfzijl en Hengelo naar de Botlek bij Rotterdam. Deze chloortrein doet 55 gemeenten aan, waar meer dan 2,5 miljoen mensen wonen. Een groot deel van hen loopt in geval van een ongeluk direct gevaar. Eerder gebeurden ongelukken in Kijfhoek bij Rotterdam (1986) en bij Linne (1992).

Bij deze ongelukken vielen gelukkig geen slachtoffers en kwam geen chloor vrij. Toch zijn zij verontrustend: regering, hulpverleners en brandweer gaan er immers vanuit dat de kans op ongelukken te verwaarlozen is. 'Aan alles, voor zover in menselijke zin mogelijk, is gedacht. Maar toch, de ongelukken die gebeuren zijn altijd de ongelukken die niet kónden gebeuren,' aldus de Groninger brandweercommandant T. Faber in het 'Groninger Dagblad' van 10 juni 2000.

Het laat zich raden wat er gebeurt als wagons wél gaan lekken: een groengelige gifwolk verspreidt zich als een deken over de omgeving. Het chloorgas hecht zich aan je slijmvliezen, brandt je ogen en je neus weg en verschroeit je longen. Chloorgas wordt onder druk als vloeistof getransporteerd en zal zich bij een lek snel verspreiding.

De belangrijkste reden voor het bestaan van de chloortrein is dat de productie van chloor op een andere plek plaatsvindt dan de verwerking. In Delfzijl (130.000 ton) en Hengelo (70.000 ton) wordt teveel chloor geproduceerd en in Rotterdam (350.000 ton) te weinig. 'Dit heeft bedrijfseconomische redenen,' volgens woordvoerder Rob de Vries van Akzo. Overproductie maakt de chloor goedkoper. Jaarlijks wordt 50.000 ton naar Rotterdam vervoerd, om te worden verwerkt in pvc, kunststof en allerlei koel-, bleek- en bestrijdingsmiddelen.

De eenvoudigste manier om de chloortrein te stoppen is de productie te verlagen; voor de meeste chloortoepassingen zijn goede en milieuvriendelijke alternatieven. Een tijdelijke oplossing ligt in het bijeen brengen van productie en verwerking van chloor, door de overproductie in Delfzijl en Hengelo te stoppen en de capaciteit binnen de fabriek in Rotterdam te verhogen. De extra investeringen worden door de afname van de kosten van chloortransport binnen zeven à acht jaar terugverdiend. Bijkomend voordeel is dat de productie in Rotterdam veel milieuvriendelijker is. Minister Pronk (VROM) heeft recentelijk gesprekken gevoerd met Akzo en de hoop uitgesproken dat het bedrijf de chloortransporten binnen drie jaar vrijwillig afbouwt. Akzo toont zich echter geen verantwoord ondernemer en is pas bereid tot vermindering als dit geen nadelige financiële gevolgen heeft.

Na de hoorzitting kan de Tweede Kamer zich uitspreken over de toekomst van de chloortrein. De SP kiest, net als GreenPeace, Milieudefensie, de Waddenvereniging en provinciale milieufederaties, ervoor het sein op rood te zetten. Vraag is wat de andere partijen doen: kiezen zij voor de veiligheid van de bevolking of laten zij toch het economisch gewin van Akzo Nobel prevaleren?

Naast de centrale overheid zijn provincies en gemeenten mede verantwoordelijk voor rampenbestrijding. Ook van hen mag een standpunt worden verwacht. Op dit moment lopen de meningen nogal uiteen. De provincies Noord-Holland, Drenthe en Gelderland wachten, met de minister, op initiatieven van Akzo. Zuid-Holland heeft bot gevangen en zegt dat het bedrijf ook nu niet bereid is de transporten snel af te bouwen. Groningen en Overijssel zijn bang voor - overigens zeer beperkt - verlies van werkgelegenheid in Delfzijl en Hengelo. De provincie Utrecht heeft voorgesteld de productie in Delfzijl en Hengelo stop te zetten als Akzo niet vrijwillig bereid is de chloortrein te stoppen.

Behalve de provincies moeten ook gemeenten zich uitspreken. Zij hebben een belangrijke taak in de rampenbestrijding. Tot op heden zijn omwonenden in de meeste gemeenten onvoldoende voorgelicht over de mogelijke gevaren van een chloorramp. Bovendien zijn gemeenten slecht toegerust voor de bestrijding van de ramp en de opvang van evacués. Reden voor de SP om in samen met een groot aantal milieuorganisaties vanaf 11 december het publiek in die gemeenten te mobiliseren.

De slechte voorbereiding van provincies en gemeenten is niet het gevolg van onwil, maar van slechte wetgeving. De chloortrein rijdt letterlijk door de mazen van de wet. De Wet Milieubeheer stelt kaders voor de veiligheidsrisico's van gevaarlijke stoffen in bedrijven. Provincies en gemeenten zijn verplicht een veiligheidsrapport op te stellen en omwonenden te informeren. De wet heeft betrekking op bedrijven, maar is niet van toepassing op het transport van chloor. Gemeenten moeten ook per bedrijf een rampenbestrijdingsplan opstellen, maar dit geldt evenmin voor de chloortrein. Scherpere milieuvergunningen kunnen in deze leemte voorzien. Maar de beste oplossing is en blijft te stoppen met het chloortransport. Als er onverhoopt iets fout gaat, vergeven we dat onszelf nooit!

Dit artikel verscheen in het Rotterdams Dagblad en het Nieuwsblad van het Noorden van 1 december 2000