Vrije markt in veehouderij is een mythe

Met dank overgenomen van R.J.L. (Remi) Poppe i, gepubliceerd op dinsdag 1 januari 2002.

Mei 2001. Een commissie van elf wijze mannen en vrouwen schetst de contouren van de veehouderij in 2010. De daad bij het woord is aan de politiek. In het spoor van Wijffels hekelt Remi Poppe (Tweede Kamerlid SP) de dubbele tong van het pleidooi voor een duurzame veehouderij onder de gesel van een vrije markt. Zijn oplossing voor een eerlijke landbouw: marktbescherming en de consument als bondgenoot.

W. Koopman

Als snotneusje volgde Remi Poppe (63) met open mond het oproer in de Rotterdamse haven. In de jaren zestig richtte hij uit kwaadheid over de stank in zijn woonplaats samen met anderen het Centraal Actiecomité Rijnmond op en met de werknemers in de chemische industrie streed hij voor een beter werk- en leefklimaat. Boeken zijn er geschreven over de manier waarop 'de kleine Vlaardinger met de grote mond' milieuschandalen opspoorde en aan de kaak stelde. Menig vervuilend bedrijf werd aan de schandpaal genageld door één van de eerste milieu-activisten van Nederland.

Poppe werkte als hovenier, reclameschilder bij de Beijenkorf, matroos op de kustvaart, havenarbeider, drukker en kunstschilder en zat zestien jaar voor de Socialistische Partij (SP) in de Vlaardingse Gemeenteraad. Sinds 1994 is hij lid van de Tweede Kamer. Een gevestigd bestuurder heeft de SP-er nooit willen worden. 'Via de achterdeur hoor je altijd nog het meest', zo luidt één van zijn lijfspreuken.

Landbouw was tot voor twee jaar terug voor Poppe de boerderij in Friesland waar hij tijdens de oorlogsjaren verbleef. Hij gooide er vanaf de zolder hooi voor de koeien, waste hun staarten en snoepte van de varkenshammen die aan de zolder hingen te drogen. Toen de SP na de verkiezingen van 1998 vijf Kamerzetels in de wacht sleepte kwam er tijd om als politicus aandacht aan de agrarische sector te besteden. Poppe ging de boer op en kwam geschokt terug. 'Als je hoort dat bijna een kwart van de boerengezinnen onder het bestaansminimum leeft dan ben je kwaad. Landbouw is in de samenleving zo'n belangrijke activiteit, het is te gek voor woorden dat we daar zo slordig mee omgaan.'

Veel goed fout

'Eerste weg links' is de titel van het onlangs verschenen concept verkiezingsprogramma van de SP. Voor het eerst in de geschiedenis van de partij zijn ook enkele paragrafen gewijd aan de landbouw. De tekst is doorspekt met termen als doorgeschoten, schandalig en tegengas.

'Er zit in de landbouw veel goed fout', concludeert Poppe uit zijn hernieuwde kennismaking met de agrarische sector. De wortel van alle kwaad is volgens de rassocialist de 'gesel van de vrije markt' waaraan ook de landbouw is overgeleverd. 'Nee, het ligt niet aan de boeren. Ze worden vaak tegen wil en dank meegezogen met de economische stroom van schaalvergroting en intensivering. Ik hoor boeren nooit zeggen dat ze dat willen. Ik hoor ze alleen maar zeggen dat ze het moeten. De boer is ondernemer en arbeider in één persoon en zo is hij bezig zichzelf uit te buiten.'

‘Vrije markt maakt veehouderij kwetsbaar’

Het keiharde economische krachtenspel heeft in de eerste plaats gevolgen voor de boerenstand zelf. Een kwart van de boerengezinnen leeft volgens de SP onder de armoedegrens en uit recente cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt dat wekelijks negentig agrarische ondernemers de handdoek in de ring gooien. Maar er is meer. Een achteruitgang van de boerenstand leidt volgens Poppe tot een verslechtering van het sociaal leven op het platteland. Wie grootschalig tegen een lage kostprijs moet produceren kan bovendien onvoldoende aandacht besteden aan het milieu en het beheer van natuur en landschap. Ook dieren worden de dupe van een veehouderij waarin alleen prijsconcurrentie telt.

Kwetsbaarheid

De melkveehouderij is van de veehouderijtakken volgens het SP-kamerlid nog het minst ver doorgeschoten. 'De melkquotering toont aan hoe functioneel productiebeheersing kan zijn.' Toch zijn er ook in deze sector ontwikkelingen waar Poppe vraagtekens bij plaatst. 'Ook in de melkveehouderij zien we een intensivering. Steeds meer dieren staan altijd op stal omdat het efficiënter is of omdat ze worden gemolken met een robot. Of in de wei lopen voor een koe gezonder of prettiger is weet ik niet maar ik weet wel dat de weerstand van dieren vermindert als ze steriel worden gehouden.'

Het is vooral de kwetsbaarheid van een veehouderij die door louter economsche wetten wordt vormgegeven die Poppe zorgen baart. 'Het is bijvoorbeeld zeer risicovol om koeien alleen maar te fokken op een steeds hogere melkproductie. Dat leidt tot genetische versmalling en verzwakking. Als koeien gemiddeld nog maar vijf jaar oud worden dan is er iets fout. Wordt er in de fokkerij steeds meer aandacht besteedt aan duurzaamheid? Dat is dan een goede zaak maar feit blijft dat de boeren om nog iets te verdienen met zo weinig mogelijk koeien het quotum vol moeten melken.'

‘De 'agrifood business' bepaalt wat we eten.’

Dierenwelzijn is volgens de SP op dit moment de sluitpost van de voedselproductie. De partij hekelt de bio-industrie ('moet verdwijnen'), het EU-nonvaccinatiebeleid ('volkomen achterlijk') en het gesleep met levende dieren ('heeft onder druk van economische prestatie-eisen krankzinnige vormen aangenomen.') 'Een dier is meer dan een puur economisch object', geeft Poppe aan. 'Een koe is en blijft een huisdier maar dat betekent nog niet dat ze zich volledig aan hoeft te passen aan onze eisen. De natuur stelt grenzen en daar moeten we ons aan houden.'

Boeren onmisbaar

Wie de landbouw beschouwt als een louter economische activiteit maakt in de ogen van Poppe een historische denkfout. 'Voedselproductie is de meest basale menselijke activiteit. De landbouw legde de basis voor het ontwikkelen van een cultuur. Dat zie je bijvoorbeeld in het Nederlandse landschap en de manier waarop we omgaan met water. Boeren zijn dan ook onmisbaar in de maatschappij. Als voedselproducenten, voor de sociale cohesie op het platteland en als beheerders van het landschap en de groene ruimte.'

Het landbouwbeleid zou volgens Poppe dan ook gericht moeten zijn op het behoud van 'de menselijke maat' op agrarische bedrijven. Behoud van landschap, natuur, milieu en dierwelzijn zijn in zijn visie het best gewaarborgd op gezinsbedrijven die financieel de ruimte hebben om op een overzichtelijke schaal en op een duurzame manier voedsel te produceren. De strategie om dit te realiseren is simpel: productiebeheersing, marktbescherming en garantieprijzen. 'Voedselproductie is een nutsfunctie en dat rechtvaardigt bemoeienis van de overheid. De overheid zou boeren een basisprijs voor hun producten moeten garanderen die niet alleen tegemoet komt aan de kostprijs maar hen ook ruimte biedt om landschap en natuur te beheren. Het is niet meer dan normaal dat een boer dat doet en je moet deze activiteiten dan ook niet afhankelijk maken van subsidies.'

‘Wijffels spreekt met dubbele tong’

De socialist bestrijdt dat de marktordening die hem voor ogen staat fnuikend is voor het ondernemerschap in de agraische sector. 'Een boer die het goed doet kan voor zijn product een prijs boven de basisprijs realiseren. Trouwens, het is nog maar de vraag hoe vrij boeren op dit moment nog zijn. Ze zijn toch allemaal in loondienst van de Rabobank?'

'Wat wij willen is het omgekeerde van de huidige trend naar liberalisering', beseft Poppe. 'Maar het is van tweeën één. Als je een duurzame en diervriendelijke landbouw wilt en tegelijkertijd de vrije markt haar werk laat doen dan spreek je met dubbele tong. Dat is ook mijn kritiek op het rapport van de commissie Wijffels. Het maakt geen keuze. Het pleit wel voor meer duurzaamheid maar het accepteert ook de mondialisering.'

Rode oortjes

In zijn contacten met boeren en boerenorganisaties ontdekt Poppe dat ze in het debat over de toekomst van de landbouw vooral met zichzelf in gesprek gaan. Hij mist de inbreng van de consument terwijl deze in de strijd voor een andere landbouw juist een bondgenoot zou kunnen zijn. 'Nu is het de 'agrifood business' die bepaalt wat consumenten eten. Maar als je de voedselproductie weg haalt uit de culturele context moet je, je als consument zorgen gaan maken over de kwaliteit. Grondstoffen worden daar gehaald waar ze het goedkoopst zijn. Voeding is big business geworden waarbij winst te vaak voor veiligheid gaat. Je kunt je bovendien afvragen hoe zeker de voedselvoorziening nog is als grondstoffen overal vandaan moeten komen. Hoe kleiner de afstand tussen producent en consument, hoe veiliger en duurzamer de voedselproductie', stelt het Kamerlid.

In een nieuwe economische orde voor de landbouw zal de consument ook een eerlijke prijs voor het voedsel moeten betalen. 'Het voedselpakket zal duurder worden maar daar kan ik niet mee zitten. Ik denk dat men best bereid is om die eerlijke prijs te betalen', stelt Poppe.

'Voor de SP is de agrarische sector een hele nieuwe bedrijfstak maar de leden in de wijk luisteren met rode oortjes als ik ze vertel over de problematiek in de landbouw. Iedereen wil wel eens even de stad uit. Als ik uitleg dat ze het landschap waar ze doorheen fietsen helemaal gratis krijgen dan vinden ze dat heel bijzonder. De leden van de SP begrijpen heel goed dat de vergoeding daarvoor in de prijs van het eten zou moeten zitten.'

Om kritische boerenorganisaties en consumenten bij elkaar te brengen nam Remi Poppe begin dit jaar het initiatief voor de oprichting van het platform Boeren, Aarde, Consument. In een manifest -onder andere ondertekend door de Nederlandse Melkveehouders Vakband en het Nederlands Agrarische Jongeren Kontakt- verklaart men: 'Wij willen werken aan een alternatief voor de mythe van de vrije markt.' De verklaring is Remi Poppe uit het hart gegrepen. 'Wat nou niet realistisch om je tegen mondialisering te verzetten? Alles begint toch met idealisme. Laten we eest maar eens met zijn allen bepalen waar we naar toe willen. Dan zien we daarna wel hoe we er komen.'

Interview met SP-kamerlid Remi Poppe in aflevering 24, jaargang 18 (2001) van het blad ‘Veeteelt’