Milieuregels eenvoudig te omzeilen

Met dank overgenomen van R.J.L. (Remi) Poppe i, gepubliceerd op donderdag 4 december 2008.

Vijftig procent van alle afvaltransporten is illegaal en wordt gedumpt in arme Afrikaanse en Aziatische landen. Wetten en regels worden omzeild. Dit probleem is op te lossen door afgifte van giftige afvalstoffen verplicht te maken.

Remi Poppe is Tweede Kamerlid voor de SP

Afgelopen week was de Afrikaanse VN-rapporteur voor de Mensenrechten in Nederland om zijn ongenoegen te uiten over de rol van ons land in het gifschandaal met de Probo Koala. Iedereen in Nederland heeft inmiddels schande gesproken van de gifdump van de uit Amsterdam afkomstige tanker in Ivoorkust twee jaar geleden, die tientallen mensen het leven kostte. Alleen is er nog geen stap gezet om een nieuw gifdrama te voorkomen.

Het is goed mogelijk dat op dit moment opnieuw een schip een Nederlandse haven verlaat met aan boord een giftige substantie die gedumpt zal worden in een Derde Wereldland. Het dumpen van afval vanuit het Westen in arme Afrikaanse en Aziatische landen gaat gewoon door. Greenpeace toonde ons afgelopen zomer nog de Afrikaanse jongeren die doodziek zijn geworden van het rondscharrelen op vuilnisbelten die vol liggen met zware metalen en PCB’s uit Europa. Het gif uit de Probo Koala ligt ook nog op de achttien gifbelten in Ivoorkust. Er ligt slechts een dunne laag zand over.

Uit jaarlijkse handhavingsacties bij zeehavens blijkt steeds weer dat ongeveer 50 procent van alle afvaltransporten illegaal is. Illegale transporten worden op grond van EU-wetgeving teruggestuurd, riep minister Cramer van Milieu trots. Maar die schepen vertrekken weer uit onze havens zodra de handhavingactie voorbij is.

Er zijn wetten en regels genoeg die het zouden moeten voorkomen, maar ze zijn te makkelijk te omzeilen of worden niet gehandhaafd. Neem het Marine Pollution Verdrag van de VN (Marpol). Dat stelt dat tankers die na het lossen hun ladingruimen moeten spoelen hun giftig spoelwater en ladingrestanten moeten afgeven. Dat moet echter alleen als de kapitein niet kan aantonen dat er nog opslagcapaciteit aan boord is. En dat kan hij meestal wel. Een kapitein of rederij heeft feitelijk dus geen enkele verplichting om giftige ladingrestanten af te staan. Nederland beschikt ook over de volgens het Marpol-verdrag verplichte ‘havenontvangst-installaties’ (HOI’s) die giftige ladingrestanten kunnen verwerken. Opmerkelijk genoeg zijn er daarvan echter al meerdere failliet gegaan.

Nederland kan dit probleem dus makkelijk oplossen. Het moet alleen de afgifte van alle giftige afvalstoffen verplicht maken, met vooraf betaling van de verwerkingskosten, zodra een schip de Nederlandse haven in vaart. Na het gifschandaal met Rotterdam Tankercleaning (TCR) begin jaren ‘90 is dat ook door deskundigen aanbevolen. Minister Cramer wil er echter niet aan omdat het de belangen van onze havens zou schaden. Dan liever zand er over in Afrika. Op de vraag aan de minister of ze bereid is onze wetten aan te passen zodat illegale afvaltransporten in beslag genomen en vernietigd kunnen worden, geeft ze niet thuis. Dat is EU-wetgeving, zei Cramer, als EU wethouder. Met dit soort afschuifpolitiek zal er nog jaren veel zand nodig zijn om ons falende milieubeleid af te dekken.

Dit artikel verscheen in Het Parool op 4 december 2008