Houd de AOW op peil

Met dank overgenomen van F. (Fatma) Koşer Kaya i, gepubliceerd op maandag 29 juni 2009, column.

De afgelopen maanden is de AOW weer volop in het nieuws geweest. Deze aandacht ontstond voornamelijk door het voornemen van het kabinet om de AOW-leeftijd te verhogen naar 67 jaar. Het kabinet wil met dit plan vooral bezuinigen op de overheidsuitgaven als gevolg van de recessie.

Voor D66 is de verhoging van de AOW-leeftijd geen bezuinigingsmaatregel, maar een noodzakelijke hervorming voor de lange termijn. In de komende decennia zal een steeds grotere groep AOW’ers steunen op een steeds kleinere groep werkenden. Nu zijn er nog 4 werkende per AOW’er, in de toekomst zijn dit er nog maar 2. Dit komt doordat Nederland vergrijst en ontgroent. Bovendien is de levensverwachting sterk gestegen sinds 1957. Mensen van 65 leefden toen gemiddeld nog 15,5 jaar. Nu is dat bijna 20 jaar. Niet alleen zijn er in de toekomst meer ouderen, ze leven ook langer. Dit leidt tot een toenemend beroep op de AOW.

De vergrijzing (het afnemende aantal werkenden tov gepensioneerde) zorgt ervoor dat de betaalbaarheid van de verzorgingsstaat onder druk komt. Niet alleen stijgen de kosten van de AOW, maar ook die van de zorg. Nederland staat daarom nu voor een keuze: we verhogen de belastingen, of we versoberen voorzieningen, zoals zorg en onderwijs of mensen gaan langer werken door de AOW-leeftijd te verhogen.

D66 kiest voor de laatste optie. Wij willen onze verzorgingsstaat behouden, zonder daar extra voor te betalen. Daarom is langer doorwerken een logische keuze. Laten we namelijk niet vergeten dat de arbeidsmarkt er heel anders uitzag toen de AOW werd ingevoerd: Mensen stapten op vroegere leeftijd de arbeidsmarkt op, werkten ook op zaterdag, en gingen later met pensioen. Nu is de situatie omgekeerd: we beginnen later met werken, omdat we langer naar school gaan. Ook stoppen we eerder door prepensioenregelingen. En werken we gemiddeld minder uren. Gemeten over een heel mensenleven is het aantal werkuren per week gedaald van 25 uur naar 16 tussen 1960 en 2000. Het is duidelijk dat vandaag mensen een flink aantal uren minder per week werken dan vroeger. Er is dus voldoende rek om door te werken tot 67.

D66 was de eerste Nederlandse partij die de naderende problemen rond de AOW erkende, en bereid was om ernaar te handelen. In 2005 wilde wij al beginnen met het stapsgewijs verhogen van de AOW-leeftijd. Natuurlijk niet in één keer, maar door elk jaar de AOW-leeftijd te verhogen met 1 maand. Over 24 jaar wordt dan de pensioengerechtigde leeftijd van 67 bereikt. Inmiddels zien meer partijen dat het verhogen van de AOW-leeftijd onvermijdelijk is.

Ik snap dat veel mensen schikken van een verhoging van de AOW-leeftijd. Langer doorwerken, zeker in het geval wanneer er fysiek werk wordt verricht, is vaak moeilijk. Deelname aan de arbeidsmarkt tot 67 is echter voor iedereen mogelijk, maar met de verhoging van de AOW-leeftijd alleen redden we dat niet. We moeten ervoor zorgen dat mensen tot 67 kùnnen werken. Door een leven lang leren. Mensen moeten, gedurende hun loopbaan, de mogelijkheid krijgen om zichzelf te herscholen. Iemand die op zijn 18de statenmaker wordt moet vanaf dag één loopbaanbegeleiding krijgen: hij kan niet tot zijn 67ste hetzelfde beroep uitoefenen, en moet op tijd opgeschoold worden tot bijvoorbeeld conciërge of rijinstructeur.

Het standpunt van D66 is al jaren helder. Wij zien de AOW als een essentiële basisvoorziening voor de oude dag, die het waard is om te behouden op het huidige niveau. Door de AOW-leeftijd met 1 maand per jaar te verhogen tot 67 jaar kunnen wij, met z’n allen, ervoor zorgen dat onze kinderen straks ook kunnen genieten van een AOW en een verzorgingsstaat zoals wij die nu allemaal kennen.

Dit artikel van Fatma Koser Kaya verscheen in Pensioen Magazine.