Koninklijke boodschap - Wijziging van de Wet op het primair onderwijs en de Wet medezeggenschap onderwijs 1992 in verband met overblijven in het basisonderwijs

Deze koninklijke boodschap1 is onder nr. 1 toegevoegd aan wetsvoorstel 30406 - Overblijven in het basisonderwijs2.

Inhoudsopgave

  1. Kerngegevens
  2. Tekst
  3. Meer informatie
  4. Parlementaire Monitor

1.

Kerngegevens

Officiële titel Wijziging van de Wet op het primair onderwijs en de Wet medezeggenschap onderwijs 1992 in verband met overblijven in het basisonderwijs; Koninklijke boodschap  
Document­datum 14-12-2005
Publicatie­datum 12-03-2009
Nummer KST93118
Kenmerk 30406, nr. 1
Van Beatrix (BE)
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2005–2006

30 406

Wijziging van de Wet op het primair onderwijs en de Wet medezeggenschap onderwijs 1992 in verband met overblijven in het basisonderwijs

Nr. 1

KONINKLIJKE BOODSCHAP

Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet houdende wijziging van de Wet op het primair onderwijs en de Wet medezeggenschap onderwijs 1992in verband met overblijven in het basisonderwijs.

De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.

En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.

’s-Gravenhage, 14 december 2005

Beatrix

 
 
 

3.

Meer informatie

  • 30406 - Overblijven in het basisonderwijs
 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.


  • 1. 
    De koninklijke boodschap is een vaste, formele tekst waarmee de Koning namens de regering een wetsvoorstel aanbiedt aan de Tweede Kamer. De koninklijke boodschap zegt niets over de inhoud van een wetsvoorstel.
     
  • 2. 
    Dit voorstel is gebaseerd op de overweging, dat de verantwoordelijkheid voor het overblijven in het basisonderwijs bij de bevoegde gezagsorganen behoort te liggen en dat de wijze waarop de overblijfmogelijkheid wordt geregeld onder de instemmingsbevoegdheid van de oudergeleding in de medezeggenschapsraad dient te worden gebracht; dat daartoe de Wet op het primair onderwijs en de Wet medezeggenschap onderwijs 1992 dienen te worden gewijzigd.