Voorstel van wet - Voorstel van wet van de leden Remkes, Zijlstra en Scheltema-de Nie tot wijziging van de Wet Incompatibiliteiten Staten-generaal en Europees parlement in verband met de intrekking van de non-activiteitsbepalingen

Dit voorstel van wet i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 24701 - Initiatiefvoorstel-Remkes c.s. tot Intrekking van de non-activiteitsbepalingen in de Wet Incompatibiliteiten Staten-Generaal en Europees Parlement i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Voorstel van wet van de leden Remkes, Zijlstra en Scheltema-de Nie tot wijziging van de Wet Incompatibiliteiten Staten-generaal en Europees parlement in verband met de intrekking van de non-activiteitsbepalingen; Voorstel van wet  
Document­datum 26-04-1996
Publicatie­datum 12-03-2009
Nummer KST14243
Kenmerk 24701, nr. 2
Van Staten-Generaal
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 1995–1996

24 701

Voorstel van wet van de leden Remkes, Zijlstra en Scheltema-de Nie tot wijziging van de Wet Incompatibiliteiten Staten-Generaal en Europees parlement, alsmede de Ambtenarenwet in verband met de intrekking van de non-activiteitsbepalingen

Nr. 2

VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om de

Wet Incompatibiliteiten Staten-Generaal en Europees Parlement, alsmede de Ambtenarenwet te wijzigen in verband met de intrekking van de non-activiteitsbepalingen; Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet Incompatibiliteiten Staten-Generaal en Europees Parlement wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd.

In het eerste, tweede en vijfde lid, wordt «lidmaatschap van de Staten-Generaal of dat van het Europees Parlement» telkens vervangen door: lidmaatschap van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

B

Artikel 4, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. 
    Tijdens de non-activiteit wordt, onverminderd het bepaalde in de volgende artikelen, door de betrokkene een non-activiteitswedde genoten ten bedrage van de helft der laatstelijk door hem in zijn ambt genoten bezoldiging.

Artikel 5, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. 
    De inkomsten die betrokkene geniet of gaat genieten uit of in verband met arbeid of bedrijf, ter hand genomen nadat hij op non-activiteit is gesteld, worden met de non-activiteitswedde als volgt verrekend: de non-activiteitswedde wordt verminderd met het bedrag waarmee de non-activiteitswedde, vermeerderd met die inkomsten, de laatstelijk in zijn ambt genoten bezoldiging overschrijdt.

D

In artikel 6 vervalt de zinsnede: , alsmede uit hoofde van het lidmaatschap van de Tweede Kamer of van het Europees Parlement genoten schadeloosstelling, pensioen of uitkering,.

ARTIKEL II

Artikel 125c van de Ambtenarenwet wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    De eerste volzin van het eerste lid komt als volgt te luiden: Een ambtenaar die een functie in publiekrechtelijke colleges, waarin hij is benoemd of verkozen, gezien de omvang van de daaruit voortvloeiende werkzaamheden, niet gelijktijdig kan vervullen met zijn ambt, wordt in verband daarmee eervol ontslag verleend met ingang van de dag van zijn benoeming of toelating tot het lidmaatschap van het college, tenzij het bevoegd gezag besluit om de ambtenaar op zijn verzoek met ingang van die dag tijdelijk te ontheffen van de waarneming van zijn ambt.
  • 2. 
    In de tweede volzin van het eerste lid wordt na «bezoldiging» ingevoegd: ingeval van ontheffing van de waarneming van het ambt.
  • 3. 
    De eerste volzin van het tweede lid komt als volgt te luiden: Indien de ambtenaar in verband met een functie in publiekrechtelijk colleges, waarin hij is benoemd of verkozen, niet op grond van het eerste lid is ontslagen of van de waarneming van zijn ambt is ontheven, wordt hem voor het bijwonen van vergaderingen en zittingen van deze colleges en voor het verrichten van daaruit voortvloeiende werkzaamheden ten behoeve van deze colleges, buitengewoon verlof verleend, tenzij het dienstbelang zich tegen verlofverlening verzet.

ARTIKEL III

  • 1. 
    Degenen die bij inwerkingtreding van deze wet reeds op non-activiteit zijn gesteld op grond van artikel 3 van de Wet Incompatibili-teiten Staten-Generaal en Europees Parlement, zoals het luidde voor inwerkingtreding van deze wet, behouden de aanspraken als omschreven in de artikelen 4 tot en met 7 van die wet, gedurende de periode dat zij zonder onderbreking lid zijn van de Tweede Kamer, onderscheidenlijk van het Europees Parlement.
  • 2. 
    Degenen die bij inwerkingtreding van deze wet tijdelijk zijn ontheven van de waarneming van hun ambt op grond van artikel 125c van de Ambtenarenwet, behouden de daaraan verbonden aanspraken, gedurende de periode waarin zij zonder onderbreking in het publiekrechtelijk college zijn benoemd of verkozen.

C

ARTIKEL IV

Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag van de zesde kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst. Bij koninklijk besluit kan een eerder tijdstip worden vastgesteld waarop deze wet in werking treedt.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Binnenlandse Zaken,

 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.