Verhouding Europees Parlement en Nederlandse politiek
Vergeleken met de nationale politici spelen Nederlandse Europarlementariërs een marginale rol in de media en in de Nederlandse politiek. Wel maken binnenlandse politici geregeld een overstap naar het Europees Parlement1 (EP) en andersom. De opkomst bij de verkiezingen voor het EP is veel lager dan bij de Tweede Kamerverkiezingen2 en vertoonde tot 1999 een dalende trend. In sommige debatten (met name over Europa) gunt de Tweede Kamer3 spreekrecht aan Nederlandse Europarlementariërs.
Het Europees Parlement (EP) krijgt vergeleken met de binnenlandse politiek weinig aandacht in de pers. Ook de opkomstcijfers bij de Europese verkiezingen zijn laag vergeleken met de verkiezingen voor de Tweede Kamer (TK). Bovendien halveerde het opkomstcijfer bij de Nederlandse EP-verkiezingen in de periode 1979-1999 bijna.
In 2024 was de opkomst hoger in 2019. Vanaf 1989 was er sprake van lage opkomsten, maar vanaf 2014 was er sprake van enige stijging.
Verkiezingsjaar |
Opkomst EP-verkiezingen |
Opkomst TK-verkiezingen |
---|---|---|
2024 |
46,2% |
|
2023 |
77,8% |
|
2021 |
||
2019 |
41,8% |
|
2017 |
||
2014 |
||
2012 |
||
2010 |
||
2009 |
||
2006 |
||
2004 |
||
2003 |
||
2002 |
||
1999 |
||
1998 |
||
1994 |
||
1989 |
||
1986 |
||
1984 |
||
1982 |
||
1981 |
||
1979 |
||
1977 |
De verkiezingen voor het Europees Parlement worden door velen beschouwd als een soort grote tussentijdse opiniepeiling voor de Tweede Kamerverkiezingen en de populariteit van de regeringspartijen.
Sinds enkele jaren komt het soms voor dat de Tweede Kamer voor een bepaald debat spreekrecht toekent aan Nederlandse Europarlementariërs. Een voorbeeld hiervan is het jaarlijkse Europadebat in de Tweede Kamer. In dit debat wordt de 'Staat van de Unie'26, een kabinetsnota over de toestand in het kabinetsbeleid betreffende de Europese Unie, besproken.
Het spreekrecht van europarlementariërs in de Tweede Kamer is aan strikte regels gebonden. Zo mogen ze niet interrumperen of geïnterrumpeerd worden.
Meer over
- 1.Het Europees Parlement (EP) vertegenwoordigt ruim 450 miljoen Europeanen en bestaat momenteel uit 720 afgevaardigden (inclusief voorzitter). Nederland heeft 31 zetels in het Europees Parlement. Het Europees Parlement wordt geacht een stem te geven aan de volkeren van de 27 landen die aan de Unie deelnemen, en vooral te letten op het belang van de Unie in zijn geheel.
- 2.De leden van de Tweede Kamer worden in principe eens in de vier jaar gekozen op basis van het stelsel van evenredige vertegenwoordiging. Ook na de val van een kabinet worden bijna altijd verkiezingen gehouden. Kiesgerechtigd zijn alle Nederlanders die op de dag van de kandidaatstelling 18 jaar of ouder zijn, mits niet het kiesrecht vanwege een veroordeling is ontnomen.
- 3.De Tweede Kamer is deel van de volksvertegenwoordiging. Zij speelt een belangrijke rol bij de totstandkoming van wetten, controleert de regering en beslist over de vraag of een kabinet (of bewindspersoon) genoeg vertrouwen heeft.
- 4.Op 17 maart 2021 waren er Tweede Kamerverkiezingen. Het ging om een reguliere verkiezing, maar er lagen ook zeven Grondwetsvoorstellen voor die in eerste lezing door beide Kamers waren aanvaard. De VVD werd de grootste partij. Winst was er vooral voor D66 en FVD. Verder waren er maar liefst vier nieuwkomers die zetels behaalden: Volt, JA21, BBB en BIJ1. Verlies was er voor GroenLinks, SP en CDA. Opvallend was dat de PvdA zich niet herstelde en dat de vier regeringspartijen hun meerderheid behielden.
- 5.Op 15 maart 2017 waren er Tweede Kamerverkiezingen. Het ging om een reguliere verkiezing na afloop van de volledige kabinetsperiode, maar er lagen ook drie grondwetsvoorstellen voor die in eerste lezing waren aanvaard door beide Kamers. Winnaars waren GroenLinks, D66, PVV en CDA, terwijl de twee regeringspartijen verloren. Voor de PvdA was dat verlies zelfs 29 zetels. De VVD bleef wel de grootste. Nieuw in de Kamer waren DENK en Forum voor Democratie.
- 6.Bij de verkiezingen voor het Europees Parlement (EP) in 2014 werd D66 de grootste Nederlandse partij in het EP met ruim vijftien procent. Het CDA behaalde minder stemmen, maar kreeg dankzij een lijstverbinding met CU/SGP een zetel meer dan D66. De PVV haalde 4 zetels, één minder dan in 2009.
- 7.Op 12 september 2012 waren er vervroegde Tweede Kamerverkiezingen. Deze waren nodig na de val van het kabinet-Rutte op 23 april 2012. De VVD won tien zetels en werd de grootste. De PvdA, met Diederik Samsom als lijsttrekker, won eveneens. Er was opnieuw verlies voor het CDA en ook de PVV ging flink achteruit. Verliezer was verder GroenLinks. Een nieuwkomer was 50PLUS met twee zetels.
- 8.Op 9 juni 2010 vonden er Tweede Kamerverkiezingen plaats. Deze waren nodig na de val van het kabinet-Balkenende IV. De PvdA-bewindslieden traden in februari 2010 uit dat kabinet. Grote winnaars van de verkiezingen waren PVV en VVD. De VVD, met Mark Rutte als lijsttrekker, werd voor het eerst de grootste partij door de PvdA met één zetel voor te blijven. GroenLinks won licht. Het CDA leed een (zware) nederlaag, net als SP en D66. De Partij voor de Dieren kreeg voor het eerst (twee) zetels.
- 9.Bij de verkiezingen voor het Europees Parlement (EP) in 2009 werd CDA de grootste Nederlandse partijen in het EP met twintig procent van de stemmen, goed voor 5 zetels. Nieuwkomer PVV wist met 17 procent van de stemmen en 4 zetels de tweede partij te worden. PvdA, VVD GroenLinks behaalden 3 zetels. SP en ChristenUnie/SGP konden allebei 2 vertegenwoordigers naar het EP sturen. De opkomst bij de verkiezingen bedroeg in Nederland 36,75 procent van de kiesgerechtigden.
- 10.Op 22 november 2006 vonden er Tweede Kamerverkiezingen plaats. De verkiezingen waren aanvankelijk gepland op 15 mei 2007, maar werden vervroegd door de val van het kabinet-Balkenende II. Het CDA handhaafde zich als grootste, maar de SP onder leiding van Jan Marijnissen werd met zestien zetels winst de grote winnaar. De Groep-Wilders/PVV kwam met negen zetels in de Kamer. PvdA, VVD en D66 verloren.
- 11.Bij de verkiezingen voor het Europees Parlement (EP) in 2004 werden CDA en PvdA de grootste Nederlandse partijen in het EP met respectievelijk 24,4 en 23,6 procent van de stemmen, allebei goed voor 7 van de 27 Nederlandse zetels in de periode 2004-2009. Ook de VVD, GroenLinks, de nieuwe partij Europa Transparant, de SP, de ChristenUnie/SGP en D66 bemachtigden één of meer zetels in het EP. De opkomst bij de verkiezingen bedroeg in Nederland 39,3 procent van de kiesgerechtigden.
- 12.Op 22 januari 2003 werden er vervroegde Tweede Kamerverkiezingen gehouden. De verkiezingen waren nodig na de val van het kabinet-Balkenende I. Deze val kwam doordat het CDA en de VVD het vertrouwen in hun coalitiepartner LPF hadden opgezegd. De verkiezingen stonden in het teken van de vraag of het door CDA, VVD en LPF uitgestippelde beleid kon worden voortgezet. De LPF verloor echter fors. De PvdA van Wouter Bos herstelde zich sterk ten opzichte van 2002. Het CDA bleef wel de grootste partij.
- 13.Op 15 mei 2002 waren er reguliere (vierjaarlijkse) verkiezingen voor een nieuwe Tweede Kamer, maar er lagen ook grondwetsvoorstellen voor, zoals over de kroonbenoemingen. Grote winnnaars waren nieuwkomer LPF, van de op 6 mei vermoorde Pim Fortuyn, en het CDA. De LPF kreeg als nieuwkomer 26 zetels, het CDA werd onder leiding van Jan Peter Balkenende de grootste. De drie regeringspartijen verloren 43 zetels, waarbij voor de PvdA fors achteruit ging. Naast de LPF was Leefbaar Nederland met twee zetels een nieuwkomer.
- 14.Bij de verkiezingen voor het Europees Parlement (EP) in 1999 werd het CDA de grootste Nederlandse partij in het EP met 26,9 procent van de stemmen, goed voor 9 van de 31 Nederlandse zetels in de periode 1999-2004. Ook de PvdA, VVD, GroenLinks, de gezamenlijke lijst van GPV, RPF en SGP, D66 en de SP bemachtigden één of meer zetels in het EP. De opkomst bij de verkiezingen bedroeg in Nederland 30,0 procent van de kiesgerechtigden.
- 15.De Tweede Kamerverkiezingen van 6 mei 1998 waren reguliere verkiezingen. Het kabinet-Kok I zat zijn gehele termijn uit. Er lagen ook grondwetswijzigingen voor, zoals het grondwetsvoorstel voor het correctief referendum dat in eerste lezing was aangenomen. De regeringspartijen PvdA en VVD wonnen de verkiezingen; de PvdA bleef de grootste. Verlies was er voor D66 en opnieuw het CDA. GroenLinks won flink. CD en ouderenpartijen verdwenen uit de Kamer.
- 16.Bij de verkiezingen voor het Europees Parlement (EP) in 1994 werd het CDA de grootste Nederlandse partij in het EP met 30,8 procent van de stemmen, goed voor 10 van de 31 Nederlandse zetels in de periode 1994-1999. Ook de PvdA, VVD, D66, de gezamenlijke lijst van GPV, RPF en SGP en GroenLinks bemachtigden één of meer zetels in het EP. De opkomst bij de verkiezingen bedroeg in Nederland 35,7 procent van de kiesgerechtigden.
- 17.Op 3 mei 1994 vonden er Tweede Kamerverkiezingen plaats. Dit waren reguliere verkiezingen, nadat het kabinet-Lubbers III zijn hele termijn had uitgezeten. Daarnaast lag er een wijziging van de Grondwet voor ten aanzien van het niet langer ontbinden van de Eerste Kamer bij grondwetswijzigingen. Grote winnaars waren VVD en D66 en de nieuwe ouderenpartij AOV.
- 18.Bij de verkiezingen voor het Europees Parlement (EP) in 1989 werd het CDA de grootste Nederlandse partij in het EP met 34,6 procent van de stemmen, goed voor 10 van de 25 Nederlandse zetels in de periode 1989-1994. Ook de PvdA, VVD, GroenLinks, D66 en de gezamenlijke lijst van GPV, RPF en SGP bemachtigden één of meer zetels in het EP. De opkomst bij de verkiezingen bedroeg in Nederland 47,5 procent van de kiesgerechtigden.
- 19.Op 6 september 1989 waren er vervroegde Tweede Kamerverkiezingen. Deze waren nodig na de ontbinding van de Tweede Kamer door de val van het Kabinet-Lubbers II. Het CDA won de verkiezingen door evenveel zetels te halen als in 1986. De PvdA deed het onder Wim Kok minder goed. Verliezer was de VVD en voortzetting van het centrumrechts kabinet lag net voor de hand. Onder leiding van Hans van Mierlo behaalde D66 zetelwinst. Het nieuwe GroenLinks behaalde zes zetels.
- 20.De Tweede Kamerverkiezingen van 1986 waren dat jaar op 21 mei. Het waren reguliere verkiezingen, nadat de zittingstermijn van de Kamer erop zat. Er lagen ook enkele Grondwetsvoorstellen voor. Grote winnaar was het CDA, dat de leuze had: 'Laat Lubbers zijn karwei afmaken'. Opmerkelijk was het verdwijnen van de CPN.
- 21.Bij de verkiezingen voor het Europees Parlement (EP) in 1984 werd de PvdA de grootste Nederlandse partij in het EP met 33,7 procent van de stemmen, goed voor 9 van de 25 Nederlandse zetels in de periode 1984-1989. Ook CDA, VVD, GroenLinks en de gezamenlijke lijst van GPV, RPF en SGP bemachtigden één of meer zetels in het EP. De opkomst bij de verkiezingen bedroeg in Nederland 50,9 procent van de kiesgerechtigden.
- 22.Op 8 september 1982 waren er vervroegde verkiezingen voor de Tweede Kamer. Deze waren nodig nadat het kabinet-Van Agt I al na acht maanden ten val was gekomen. De PvdA won de verkiezingen, maar kon desondanks geen aanspraak maken op regeringsdeelname. Onder leiding van Ed Nijpels maakte de VVD forse groei door, vooral ten koste van D'66. De komst van de extreemrechtse Centrumpartij zorgde voor veel beroering.
- 23.Op 26 mei 1981 waren er Tweede Kamerverkiezingen. Dit waren reguliere verkiezingen na afloop van de zittingstermijn van de Tweede Kamer. Daarnaast lagen er verschillende grondwetswijzigingen voor, die definitief werden bij de Grondwetsherziening van 1983. Het CDA won de verkiezingen, D66 was de grootste stijger. Daar stond verlies tegenover van PvdA en VVD. CDA en VVD verloren hun krappe meerderheid.
- 24.Bij de verkiezingen voor het Europees Parlement (EP) in 1979 werd het CDA de grootste Nederlandse partij in het EP met 35,6 procent van de stemmen, goed voor 10 van de 25 Nederlandse zetels in de periode 1979-1984. Ook de PvdA, VVD en D66 bemachtigden zetels in het EP. De opkomst bij de verkiezingen bedroeg in Nederland 58,1 procent van de kiesgerechtigden.
- 25.De Tweede Kamerverkiezingen van 1977 waren op 25 mei. Dit waren vervoegde verkiezingen, nadat het kabinet-Den Uyl in maart ten val was gekkozen. De PvdA won, met als verkiezingsleus: Kies de minister-president, tien zetels en de VVD zes. Nieuwkomer CDA deed het iets beter van KVP, ARP en CHU in 1972. Winst was er ook voor D'66. Vrijwel alle kleinere partijen verloren.
- 26.De Staat van de Europese Unie is het jaarlijkse stuk waarin het kabinet vanuit een Nederlands perspectief terugkijkt op de belangrijkste ontwikkelingen in de Europese Unie van het afgelopen jaar én waarin het kabinet een visie presenteert op de Europese Unie en de Europese agenda van het komende jaar.
- 27.De Eerste en Tweede Kamer kunnen een aanzienlijke rol spelen in Europa. Zonder de steun van het parlement kan de regering immers geen beleid maken. Op de eerste plaats moet het parlement instemmen met bevoegdhedenoverdracht van de Europese Unie, zoals bij het sluiten van nieuwe verdragen en de toetreding van nieuwe landen.