Schriftelijk te beantwoorden vragen (Europees Parlement) (QE)

Met dank overgenomen van Europa Nu.

Leden van het Europees Parlement i kunnen schriftelijk vragen stellen aan de Raad van Ministers i, de Europese Commissie i of de Hoge Vertegenwoordiger voor Buitenlands en Veiligheidsbeleid i.

Het stellen van schriftelijke vragen is geregeld in art. 130 van het Reglement i.

Vragen kunnen worden ingediend door één of meerdere leden en moeten binnen een termijn van zes weken beantwoord worden. Vragen die niet binnen de gestelde termijnen beantwoord worden, kunnen op verzoek van de vragensteller naar de bevoegde parlementaire commissie i verwezen worden. Een lid mag per periode van drie maanden maximaal twintig vragen met verzoek om schriftelijk antwoord stellen.

Een lid kan één keer per maand een vraag met voorrang stellen: een schriftelijke vraag die dringend antwoord vereist maar geen grondig onderzoek vergt. Deze moet binnen een termijn van drie weken beantwoord worden.